Ontwerpverordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen

De ledenvergadering van het Nederlands Instituut van Registeraccountants,

Gelet op artikel 27, tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants;

Stelt de volgende verordening vast:

HOOFDSTUK 1 DEFINITIES

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

aan assurance verwante opdracht:

de aan assurance verwante opdracht, bedoeld in de Verordening gedragscode;

accountant:

de Accountant-Administratieconsulent of de registeraccountant;

accountantsafdeling:

de accountantsafdeling, bedoeld in de Verordening gedragscode;

accountantspraktijk:

de accountantspraktijk, bedoeld in de Verordening gedragscode;

assuranceopdracht:

de assuranceopdracht, bedoeld in de Verordening gedragscode;

bestuur:

het bestuur van het NIVRA;

hertoetsing:

een hertoetsing als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA;

NIVRA :

het Nederlands Instituut van Registeraccountants, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants;

organisatie:

de organisatie, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Verordening Kwaliteitsonderzoek;

toetsing:

een toetsing als bedoeld in artikel 9, eerste lid van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA;

vrijstellingsverzoek:

een verzoek als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA;

wettelijke controle:

een wettelijke controle als bedoeld in artikel 1, onderdeel p van de Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel 2

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening worden de volgende categorieën van accountantspraktijken en accountantsafdelingen onderscheiden:

    Categorie

    Definitie

    I.

    De accountantspraktijk waarbij één accountant werkzaam is of waaraan één accountant is verbonden, met een omzet van ten hoogste € 450.000,– per jaar en welke geen assuranceopdrachten verricht; of

    de accountantsafdeling waarbij één accountant werkzaam is of waaraan één accountant is verbonden en welke geen assuranceopdrachten verricht.

    II.

    De accountantspraktijk waarbij één accountant werkzaam is of waaraan één accountant is verbonden, met een omzet van meer dan € 450.000,– per jaar en welke geen assuranceopdrachten verricht.

    III.

    De accountantspraktijk of accountantsafdeling waarbij één accountant werkzaam is of waaraan één accountant is verbonden en welke één of meer assuranceopdrachten verricht.

    IV.

    De accountantspraktijk of accountantsafdeling waarbij ten hoogste twee accountants werkzaam zijn of waaraan ten hoogste twee accountants zijn verbonden en welke geen assuranceopdrachten verricht.

    V.

    De accountantspraktijk of accountantsafdeling waarbij ten hoogste twee accountants werkzaam zijn of waaraan ten hoogste twee accountants zijn verbonden en welke één of meer assuranceopdrachten verricht.

    VI.

    De accountantspraktijk of de accountantsafdeling welke assuranceopdrachten, of aan assurance verwante opdrachten verricht, waar ten hoogste negen accountants werkzaam zijn of waaraan ten hoogste negen accountants zijn verbonden.

    VII.

    De accountantspraktijk of de accountantsafdeling welke assuranceopdrachten, of aan assurance verwante opdrachten verricht, waar ten minste tien en ten hoogste negenenveertig accountants werkzaam zijn of waaraan ten minste tien en ten hoogste negenenveertig accountants zijn verbonden.

    VIII.

    De accountantspraktijk of de accountantsafdeling welke assuranceopdrachten, of aan assurance verwante opdrachten verricht, waar ten minste vijftig en ten hoogste tweehonderd accountants werkzaam zijn of waaraan ten minste vijftig en ten hoogste tweehonderd accountants zijn verbonden.

    IX.

    De accountantspraktijk of de accountantsafdeling welke assuranceopdrachten, of aan assurance verwante opdrachten verricht, waar meer dan tweehonderd accountants werkzaam zijn of waaraan meer dan tweehonderd accountants zijn verbonden.

  • 2. Het bestuur stelt voor de toepassing van deze verordening vast, tot welke categorie, bedoeld in het vorige lid, een accountantspraktijk of een accountantsafdeling behoort.

HOOFDSTUK 2 ALGEMEEN

Artikel 3

  • 1. Ter vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, brengt het bestuur jaarlijks een tarief per accountant in rekening aan de accountantspraktijk waarbij de accountant werkzaam is of waaraan de accountant is verbonden, of aan de onderneming, de instelling of de overheid en de daarmee gelijk te stellen dienst waartoe de accountantsafdeling behoort waarbij de accountant werkzaam is of waaraan de accountant is verbonden.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, brengt het bestuur ter vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, voor de uitvoering van een toetsing of een hertoetsing een bedrag in rekening aan de accountantspraktijk welke is getoetst, of de onderneming, de instelling of de overheid en de daarmee gelijk te stellen dienst waartoe de accountantsafdeling behoort welke is getoetst.

  • 3. Ter bepaling van de hoogte van het bedrag, bedoeld in het tweede lid, wordt per categorie van getoetste accountantspraktijk of accountantsafdeling een tarief in rekening gebracht.

  • 4. Onverminderd het eerste en tweede lid, brengt het bestuur ter vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, voor de uitvoering van een thematisch onderzoek, bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, een bedrag in rekening aan de accountantspraktijk of de accountantsafdeling.

  • 5. Onverminderd het eerste en tweede lid, brengt het bestuur ter vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, voor de uitvoering van een nader onderzoek, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, een bedrag in rekening aan de accountantspraktijk of de accountsafdeling.

  • 6. Onverminderd het eerste en tweede lid, brengt het bestuur ter vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, voor een periodiek bezoek, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, een bedrag in rekening aan de accountantsorganisatie.

  • 7. Onverminderd het eerste en tweede lid, brengt het bestuur ter vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, voor de uitvoering van een onderzoek, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Verordening op de Raad voor Toezicht, een bedrag in rekening aan de accountantspraktijk of de accountantsafdeling.

HOOFDSTUK 3 TOEREKENING KOSTEN VOOR EENMALIGE HANDELINGEN

Artikel 4

Het tarief, bedoeld in artikel 15, achtste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA bedraagt € 1.200,– per beoordeeld verbeterplan.

Artikel 5

Het tarief, bedoeld artikel 25, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA bedraagt:

  • a. bij een eerste vrijstellingsverzoek € 200,–;

  • b. bij een tweede of volgend vrijstellingsverzoek € 500,–.

Artikel 6

  • 1. Met de organisatie maakt het bestuur afspraken over de aan een onderzoek in verband met een aanvraag tot accreditatie te besteden uren.

  • 2. De uren bedoeld in het eerste lid, welke een toetser aan het onderzoek besteedt, worden in rekening gebracht tegen een tarief van € 120,– en de uren welke een toetser optredend als teamleider aan het onderzoek besteedt, worden in rekening gebracht tegen een tarief van € 160,–.

Artikel 7

Voor de bepaling van het bedrag, bedoeld in artikel 3, vierde lid, worden de uren welke een toetser besteedt aan een thematisch onderzoek in rekening gebracht tegen een tarief van € 120,– en de uren welke een toetser optredend als teamleider besteedt aan een thematisch onderzoek in rekening gebracht tegen een tarief van € 160,–.

Artikel 8

Voor de bepaling van het bedrag, bedoeld in artikel 3, vijfde lid, worden de uren welke zijn besteed aan een nader onderzoek, in rekening gebracht tegen een tarief van € 160,–.

Artikel 9

Voor de bepaling van het bedrag, bedoeld in artikel 3, zevende lid, worden de uren welke zijn besteed aan een onderzoek, in rekening gebracht tegen een tarief van € 160,–

HOOFDSTUK 4 TOEREKENING KOSTEN VOOR DOORLOPENDE KWALITEITSBEOORDELINGEN

Artikel 10

Het tarief, bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt € 55,– per accountant.

Artikel 11

Voor de bepaling van het bedrag, bedoeld in artikel 3, zesde lid, worden de uren welke zijn besteed aan een periodiek bezoek, in rekening gebracht tegen een tarief van € 160,–.

HOOFDSTUK 5 TOEREKENING KOSTEN VOOR TOETSINGEN

Artikel 12

  • 1. De tarieven bedoeld in artikel 3, derde lid, luiden als volgt:

     

    Tarief

    Categorie

    toetsing

    hertoetsing

    I

    € 1.600,–

    € 3.060,–

    II

    € 2.240,–

    € 3.840,–

    III

    € 2.240,–

    € 3.840,–

    IV

    € 2.560,–

    € 4.360,–

    V

    € 3.520,–

    € 5.920,–

    VI

    € 4.560,–

    € 7.760,–

    VII

    € 24.000,–

    € 39.000,–

    VIII

    € 40.000,–

    € 65.000,–

    IX

    € 64.000,–

    € 104.000,–

  • 2. In het geval als onderdeel van een toetsing of een hertoetsing een dossier met betrekking tot een wettelijke controle wordt beoordeeld, worden de tarieven bedoeld in het eerste lid, verhoogd met € 1.280,– per beoordeeld dossier met betrekking tot een wettelijke controle.

HOOFDSTUK 6 VERGOEDING WERKZAAMHEDEN TOETSERS

Artikel 13

  • 1. Per toetsing of hertoetsing, wordt aan toetsers de volgende vergoeding toegekend:

     

    Vergoeding

    Categorie

    toetser

    toetser optredend als teamleider

    I

    -

    € 1.600,–

    II

    € 960,–

    € 1.280,–

    III

    € 960,–

    € 1.280,–

    IV

    € 960,–

    € 1.600,–

    V

    € 960,–

    € 2.560,–

    VI

    € 1.680,–

    € 2.880,–

  • 2. Voor de uitvoering van een toetsing of een hertoetsing van een accountantspraktijk of een accountantsafdeling welke wordt ingedeeld in categorie VII, VIII of IX of de uitvoering van een thematisch onderzoek, worden de uren welke een toetser daaraan besteedt vergoed tegen een tarief van € 120,– en de uren welke een toetser optredend als teamleider daaraan besteedt vergoed tegen een tarief van € 160,–.

  • 3. In het geval als onderdeel van een toetsing of een hertoetsing een dossier met betrekking tot een wettelijke controle wordt beoordeeld, worden de tarieven bedoeld in het eerste lid, derde kolom, verhoogd met € 1.280,– per beoordeeld dossier met betrekking tot een wettelijke controle.

Artikel 14

De uren welke een toetser optredend als teamleider besteedt aan een nader onderzoek, bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, een onderzoek, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Verordening op de Raad voor Toezicht, of een periodiek bezoek, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NIVRA, worden aan hem vergoed tegen een tarief van € 160,–.

HOOFDSTUK 7 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 15

  • 1. Toetsers en toetsers optredend als teamleider ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten en reistijdkosten overeenkomstig artikel 2 van de Verordening op de kostenvergoedingen.

  • 2. Toetsers en toetsers optredend als teamleider die voor een toetsing, een hertoetsing, thematisch onderzoek of accreditatie worden ingeschakeld, ontvangen in afwijking van artikel 2, zevende lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen, een afzonderlijke vergoeding voor de kosten van parkeergelden welke zijn gemaakt in verband met een toetsing, een hertoetsing of een thematisch onderzoek.

  • 3. Toetsers of toetsers optredend als teamleider verzoeken om toepassing van het vorige lid en overleggen daarbij bewijsstukken.

Artikel 16

De in deze verordening genoemde tarieven gelden exclusief omzetbelasting.

Artikel 17

De Verordening tarieven kwaliteitstoetsing NIVRA wordt ingetrokken.

Artikel 18

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2013.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen.

TOELICHTING

Algemeen

Met ingang van 1 juli 2012 kennen het NIVRA en de NOvAA een geharmoniseerde procedure met betrekking tot de uitvoering van toetsingen, thematische onderzoeken en incidentenonderzoeken. Bij deze harmonisering past ook een harmonisering van de wijze waarop de kosten van toetsingen en onderzoeken aan accountantspraktijken en accountantsafdelingen worden doorbelast. Op het moment waarop de geharmoniseerde verordeningen met betrekking tot de toetsingen en de onderzoeken aan de ledenvergaderingen van het NIVRA en de NOvAA werden voorgelegd, waren de voorstellen met betrekking tot de kostendoorbelastingssystematiek nog onvoldoende uitgewerkt. Nu zijn de voorstellen wel voldoende uitgewerkt om in een ontwerpverordening te kunnen worden opgenomen.

De kostendoorbelastingssystematiek zoals die nu in de Ontwerp-Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen is opgenomen, is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • 1. De directe kosten in verband met de beoordeling van de kwaliteit van accountants worden gedekt door de bedragen die daarvoor aan accountantspraktijken en accountantsafdelingen in rekening worden gebracht. De directe kosten betreffen uitsluitend de vergoedingen die aan toetsers worden toegekend.

  • 2. De indirecte kosten, met uitzondering van de kosten van het ondersteunende apparaat, worden gedekt door jaarlijks een vast tarief per accountant ( € 55,–) in rekening te brengen aan de accountantspraktijken en de accountantsafdelingen.

  • 3. Omdat de gehele accountantsberoep profiteert van de zorg voor een goede beroepsuitoefening, worden de kosten van het ondersteunende apparaat niet doorberekend, maar komen voor rekening van de beroepsorganisaties.

  • 4. Van hertoetsingen kan niet worden gezegd dat de gehele beroepsgroep daarvan profiteert. Daarom wordt het gerechtvaardigd geacht in het tarief voor de uitvoering van een hertoetsing wel een opslag te verwerken voor de bijdrage in de kosten van het ondersteunende apparaat.

  • 5. De kosten van de beoordeling van de kwaliteit moeten voorspelbaar zijn. Daarom worden de directe kosten van toetsingen en hertoetsingen tegen een vast tarief doorberekend. ‘Meerkosten’, waaronder de kosten van het beoordelen van verbeterplannen en het behandelen van vrijstellingsverzoeken, worden wel naast het vaste tarief doorberekend.

  • 6. Er wordt gehoor gegeven aan het argument dat de kosten van een toetsing voor een kleine accountantspraktijk of een kleine accountantsafdeling relatief hoog zijn. De kosten van de toetsing van kleine accountantspraktijken en kleine accountantsafdelingen worden voortaan gematigd door de toetsingen uit te laten voeren door één toetser. Hertoetsingen worden wel uitgevoerd door twee toetsers.

Vaste tarieven voor toetsingen en hertoetsingen

De vaste tarieven voor toetsingen en hertoetsingen zijn tot stand gekomen door negen verschillende categorieën van accountantspraktijken en accountantsafdelingen te onderscheiden en voor elk van deze categorieën vast te stellen hoeveel uur aan een toetsing moet worden besteed. Voor een toetsing van een kleine accountantspraktijk is bijvoorbeeld vastgesteld dat daaraan door een teamleider tien uren worden besteed. Om tot het vaste tarief voor een toetsing te komen, zijn de normatieve uren vermenigvuldigd met een uurtarief dat voor een toetser € 120,– bedraagt en voor een teamleider € 160,–. Bij de gehanteerde uurtarieven is enerzijds een afweging gemaakt van de in de markt geldende tarieven voor accountants en de gewenste kwaliteit van de bij de toetsingen en onderzoeken te betrekken toetsers. Anderzijds is in de afweging betrokken het profijt dat toetsers zelf hebben van de uitvoering van toetsingen en onderzoeken (PE-punten) en de gevraagde bijdrage aan ‘de goede zaak’.

De vaste tarieven die voor een toetsing of een hertoetsing aan een accountantspraktijk of accountantsafdeling in rekening worden gebracht, zijn gelijk aan de vaste tarieven die aan de toetsers voor de uitvoering van een toetsing worden vergoed. Voor de vergoeding aan de toetsers lijdt dit uitzondering bij toetsingen van grotere accountantspraktijken of accountantsafdelingen. Daarbij is wel het aantal uren vastgesteld dat aan de toetsing van een dergelijke accountantspraktijk of afdeling zal worden besteed, maar vooraf is niet goed vast te stellen hoeveel uur een individuele teamleider of toetser aan een toetsing van een dergelijke accountantspraktijk of accountantsafdeling zal besteden. Daarom is er in zulke gevallen voor gekozen om de teamleider en de toetsers een vergoeding toe te kennen op basis van de door hen bestede uren tegen de eerder genoemde tarieven.

Voor de totstandkoming van de tarieven voor hertoetsingen is bij de tarieven welke aan de teamleider en de toetsers worden vergoed, een tarief van € 100,– per uur toegevoegd. Dit tarief dient ter dekking van de kosten van het ondersteunende apparaat. Omdat het in het geval van hertoetsingen niet gerechtvaardigd wordt geacht dat de daaraan toe te rekenen kosten van het ondersteunende apparaat voor rekening van de gehele beroepsgroep komen, worden deze kosten door middel van een opslag doorberekend aan de accountantspraktijk of de accountantsafdeling waar de hertoetsing heeft plaatsgevonden. Voor een kleine accountantspraktijk of een kleine accountantsafdeling is de opslag gematigd tot € 50,– per uur.

Vergelijking met de huidige doorbelastingssystematiek

De doorbelastingssystematiek die nu aan de ledenvergadering wordt voorgesteld, betekent met name voor kleinere accountantspraktijken een verlaging van de directe bijdrage aan de kosten van de kwaliteitsbeoordelingen door het NIVRA. Dit blijkt uit het onderstaande overzicht (bedragen in €).

 

Nieuwe tarieven

Geldende tarieven1

   

NIVRA2

NOvAA

Categorie

reguliere toetsing

hertoetsing

 

reguliere toetsing

hertoetsing

I

1.600

3060

2199

2840

4180

II

2.240

3840

2199

2840

4180

III

2.240

3840

2199

2840

4180

IV

2.560

4360

3245

2840

4180

V

3.520

5920

3245

2840

4180

VI

4.560

7760

3245

2840

4180

X Noot
1

De genoemde bedragen zijn indicatief. Op basis van de geldende systematiek kunnen de doorberekende kosten in individuele gevallen afwijken van de hier genoemde bedragen.

X Noot
2

Het NIVRA kent in de huidige systematiek geen afwijkend tarief voor de uitvoering van een hertoetsing.

In aanvulling op het voorgaande overzicht geldt dat jaarlijks een bedrag van € 55,– per accountant in rekening wordt gebracht aan de accountantspraktijk of de accountantsafdeling ter dekking van de indirecte kosten (uitgezonderd de kosten van het ondersteunende apparaat). Verder moet bij het overzicht worden opgemerkt dat in het geval een accountantspraktijk of een accountantsafdeling wettelijke controles verricht, het tarief voor een toetsing wordt verhoogd met € 1.280,– per beoordeeld dossier met betrekking tot een verrichte wettelijke controle. Voor de in het overzicht genoemde categorieën kan zich dit alleen voordoen in categorie III, V en VI. De categorieën VII tot en met IX zijn uit het overzicht gelaten, omdat voor die categorieën geen goede algemene vergelijking valt te maken van de kosten op basis van de huidige doorbelastingssystematiek en de kosten op basis van de nieuwe doorbelastingssystematiek.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bevat de definities van de gebruikte begrippen.

Artikel 2

Dit artikel bevat in de eerst plaats een opsomming van de categorieën van accountantspraktijken en accountantsafdelingen. Verder is in dit artikel bepaald dat het bestuur voor de toepassing van de verordening vaststelt tot welke categorie een accountantspraktijk of accountantsafdeling behoort. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de accountantspraktijk of de accountantsafdeling wordt ingedeeld op basis van de informatie welke jaarlijks met de monitoringvragenlijst wordt verstrekt. Als er aanleiding is om aan deze informatie te twijfelen, dan kan het bestuur echter ook andere bronnen raadplegen en ten grondslag leggen aan de indeling. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de website van de desbetreffende accountantspraktijk of accountantsafdeling.

Artikel 3

Dit artikel bevat de grondslag om de volgende kosten voor de beoordeling van de kwaliteit van een accountant door te berekenen aan de accountantspraktijk of de accountantsafdeling:

  • een tarief per accountant voor de doorberekening van de indirecte kosten van de kwaliteitsbeoordeling;

  • een tarief voor de uitvoering van een toetsing of een hertoetsing;

  • een bedrag voor de uitvoering van een thematisch onderzoek;

  • een bedrag voor de uitvoering van een nader onderzoek waartoe risico-indicatoren aanleiding kunnen geven;

  • een bedrag voor een periodiek bezoek dat aan houders van een AFM-vergunning wordt afgelegd in het kader van de uitvoering van het convenant tussen de beroepsorganisaties en de AFM;

  • een bedrag voor een onderzoek - niet zijnde een incidentenonderzoek - dat wordt ingesteld bij een redelijk vermoeden van niet naleving van voor accountants geldende beroepsnormen.

Artikel 4

In dit artikel is het tarief opgenomen dat in rekening wordt gebracht voor de beoordeling van een verbeterplan.

Artikel 5

In dit artikel zijn de tarieven opgenomen welke in rekening worden gebracht voor de beoordeling van verzoeken tot tijdelijke vrijstelling van een toetsing. Om te voorkomen dat licht gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om tijdelijke vrijstellingen te verzoeken, geldt een verhoogd tarief bij tweede en volgende verzoeken tot vrijstelling.

Artikel 6

Voor organisaties die verzoeken om geaccrediteerd te worden zijn niet de uren vastgesteld die moeten worden besteed om een dergelijk verzoek te kunnen beoordelen. Daarover zullen per verzoek afspraken worden gemaakt. Wel is vastgelegd dat de uren die een toetser aan zo’n onderzoek besteedt in rekening worden gebracht tegen een tarief van € 120,– en de uren die een teamleider aan zo’n onderzoek besteedt, in rekening worden gebracht tegen een tarief van € 160,–.

Artikel 7

Ook voor de uitvoering van een thematisch onderzoek is van tevoren niet vast te stellen hoeveel uren daaraan zullen worden besteed. De te besteden uren zijn immers ook sterk afhankelijk van het thema dat aan het onderzoek ten grondslag wordt gelegd. Wel is vastgelegd dat de uren die een toetser aan een thematisch onderzoek besteedt in rekening worden gebracht tegen een tarief van € 120,– en de uren die een teamleider aan een thematisch onderzoek besteedt, in rekening worden gebracht tegen een tarief van € 160,–.

Artikel 8

Voor de uitvoering van een nader onderzoek waartoe risico-indicatoren aanleiding kunnen geven, is slechts het tarief vastgelegd waartegen de aan zo’n nader onderzoek bestede uren worden afgerekend. Hierbij is slecht het tarief voor een toetser die optreedt als teamleider vermeld. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat dergelijke onderzoeken ook alleen worden uitgevoerd door een toetser welke als teamleider optreedt.

Artikel 9

Voor de uitvoering van een onderzoek - niet zijnde een incidentenonderzoek - dat wordt ingesteld bij een redelijk vermoeden van niet naleving van voor accountants geldende beroepsnormen, is slechts het tarief vastgelegd waartegen de aan zo’n onderzoek bestede uren worden afgerekend. Hierbij is slecht het tarief voor een toetser die optreedt als teamleider vermeld. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat dergelijke onderzoeken ook alleen worden uitgevoerd door een toetser welke als teamleider optreedt.

Artikel 10

In dit artikel is het tarief vastgelegd dat per accountant in rekening wordt gebracht aan een accountantspraktijk of een accountantsafdeling voor de doorberekening van indirecte kosten.

Artikel 11

Voor de uitvoering van een periodiek bezoek dat aan houders van een AFM-vergunning wordt afgelegd in het kader van de uitvoering van het convenant tussen de beroepsorganisaties en de AFM, is slechts het tarief vastgelegd waartegen de aan zo’n bezoek bestede uren worden afgerekend.

Hierbij is slecht het tarief voor een toetser die optreedt als teamleider vermeld. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat een dergelijk bezoek ook alleen wordt afgelegd door een toetser welke als teamleider optreedt.

Artikel 12

Dit artikel bevat in het eerste lid de tarieven die in rekening worden gebracht voor toetsingen en hertoetsingen. Met name voor categorie I blijkt dat de toetsing wordt uitgevoerd door slechts een teamleider. De hertoetsing van een accountantspraktijk of accountantsafdeling in categorie I wordt wel door zowel een teamleider als een toetser uitgevoerd.

Het vaste tarief voor de hertoetsingen is tot stand gekomen door de vaste tarieven die aan toetsers worden vergoed, te verhogen met € 100,– per uur dat normatief aan de hertoetsing is besteed. In het geval van een hertoetsing van een accountantspraktijk of accountantsafdeling in categorie I, geldt een opslag van € 50,– per uur.

In het kader van het convenant met de AFM, wordt bijzondere aandacht besteed aan de uitvoering van opdrachten tot wettelijke controles. Indien in het kader van de toetsing of de hertoetsing een wettelijke controle wordt beoordeeld, wordt daarvoor een afzonderlijk tarief per beoordeelde wettelijke controle in rekening gebracht. Dergelijke dossiers worden altijd alleen door een teamleider beoordeeld. Vooraf zal in een instructie aan teamleiders worden vastgesteld wat in onderscheiden gevallen het aantal te beoordelen dossiers met betrekking tot wettelijke controles dient te zijn. Dit wordt derhalve niet ter beoordeling van de teamleider gelaten.

Artikel 13

Dit artikel bevat in het eerste lid voor de categorieën I tot en met VI de vaste vergoedingen welke aan teamleiders en toetsers worden toegekend. Zoals gezegd, zijn deze voor de uitvoering van een toetsing gelijk aan de tarieven die aan accountantspraktijken en accountantsafdelingen in rekening worden gebracht.

Voor de categorieën VII tot en met IX wordt gewerkt met een vergoeding per besteed uur, aangezien vooraf niet goed is in te schatten hoe de verdeling van de te besteden uren over de teamleider en de verschillende toetsers zal zijn. Voor de beoordeling van een dossier van een wettelijke controle wordt aan een teamleider eenzelfde vergoeding toegekend als het bedrag dat aan de desbetreffende accountantspraktijk of accountantsafdeling in rekening wordt gebracht.

Artikel 14

In dit artikel is bepaald dat de toetser die:

  • een onderzoek - niet zijnde een incidentenonderzoek - uitvoert dat wordt ingesteld bij een redelijk vermoeden van niet-naleving van voor accountants geldende beroepsnormen;

  • een nader onderzoek uitvoert waartoe risico-indicatoren aanleiding hebben gegeven; of

  • een periodiek bezoek aflegt aan een houder van een AFM-vergunning in het kader van het convenant tussen de beroepsorganisaties en de AFM

een vast tarief per uur ontvangt voor de tijd welke hij aan een onderzoek of een bezoek besteedt. Hierbij is slecht het tarief voor een toetser die optreedt als teamleider vermeld. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat de onderzoeken ook alleen worden uitgevoerd door een toetser welke als teamleider optreedt en dat de bezoeken alleen worden afgelegd door een toetser die als teamleider optreedt.

Artikel 15

In dit artikel is bepaald dat toetsers en teamleiders in aanmerking komen voor een vergoeding van reis- en verblijfkosten en een vergoeding van reistijd volgens de daarvoor geldende verordening. Tevens is bepaald dat de toetsers en teamleiders in aanmerking kunnen komen voor een vergoeding van parkeerkosten.

Artikel 16

In dit artikel is vastgelegd dat de genoemde tarieven exclusief omzetbelasting gelden.

Artikel 17

Dit artikel bepaalt dat de in juni 2012 door de ledenvergadering vastgestelde Verordening tarieven kwaliteitstoetsing NIVRA wordt ingetrokken.

Artikel 18

Dit artikel bevat de inwerkingtredingsbepaling en de citeertitel.

Naar boven