Green Deal ‘Biodiversiteit en Economie’

Een publiekprivate samenwerking tussen de Rijksoverheid en het Platform Biodiversiteit en Bedrijfsleven1 ter (mede) uitvoering van het advies van de Taskforce Biodiversiteit & Natuurlijke Hulpbronnen ‘Groene Groei, Investeren in Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen’

Ondergetekenden:

  • 1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, ieder handelende in haar of zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna ook te noemen: Rijksoverheid;

  • 2. Vereniging VNO-NCW, hierna te noemen: VNO-NCW;

    Koninklijke Vereniging MKB-Nederland, hierna te noemen: MKB-Nederland;

    Landbouw- en Tuinbouw Organisatie Nederland, hierna te noemen: LTO;

    International Union for Conservation of Nature (IUCN) Nederlands Comité, hierna te noemen: IUCN-NL;te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter van het Platform Biodiversiteit en Bedrijfsleven, de heer ir. R. Willems;

  • 3. De Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen, te dezen vertegenwoordigd door haar voorzitter, de heer J.G.M. Alders, hierna te noemen: Taskforce;

Hierna samen genoemd partijen;

Algemene overwegingen:

  • 1. Het kabinet beoogt een Green Deal met de samenleving, die bijdraagt aan verduurzaming van de maatschappij op korte en langere termijn en die lonend is voor overheid en maatschappij. Doel van de Green Deal is laten zien dat groene en rechtvaardige groei hand in hand gaan.

  • 2. Partijen zien publiek-private samenwerking als een goede manier om de verduurzaming van onze economie te versnellen en hier ook economisch van te profiteren.

  • 3. Bij de Green Deal gaat het om concrete duurzame initiatieven, waarbij barrières verdwijnen, innovaties ontwikkeld, gefinancierd en toegepast worden en duurzame kansen worden benut. In de praktijk loopt de maatschappij tegen belemmeringen aan die initiatieven die leiden tot een verdere verduurzaming in de weg staan.

  • 4. In de Green Deal willen partijen concrete afspraken maken die deze belemmeringen wegnemen, zodat de initiatieven die anders moeilijk van de grond komen ruim baan krijgen.

  • 5. De Green Deals Biodiversiteit zijn concrete initiatieven die zowel een sterke relatie hebben met biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen als betrekking hebben op één van de thema’s uit de duurzaamheidsagenda, te weten: grondstof- en productketens, water- en landgebruik, voedsel, mobiliteit, klimaat en energie. Daaraan wordt in het kader van deze green deal toegevoegd het belang van redelijke en rechtvaardige verdeling en participatie van alle betrokkenen, in Nederland en daarbuiten.

Kennisnemend van:

  • 1. Het advies van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen (dec. 2011)

  • 2. De intentieverklaring van IUCN NL, VNO-NCW, MKB Nederland en LTO Nederland (november 2010) waarin de instelling van het Platform Biodiversiteit en Bedrijfsleven werd aangekondigd,

  • 3. Het visiedocument van het Platform Biodiversiteit en Bedrijfsleven (dec. 2011),

  • 4. Het Manifest Natuur, landschap en economie in een vitaal platteland (LTO Nederland, Natuurmonumenten en anderen, 2010),

  • 5. De Groene Groei Deal d.d. 3 oktober 2011 tussen kabinet, bedrijfsleven en enkele NGO’s2,

  • 6. Het huidige topsectorenbeleid gericht op ‘groene groei’,

  • 7. De Biodiversiteitstrategie van de Europese Unie (EU) voor 2020,

  • 8. De afspraken in het kader van de Convention on Biological Diversity (CBD).

Hebben gezamenlijk het volgende vastgesteld:

  • 1. Partijen streven naar een goede kwaliteit van ecosystemen, biodiversiteit, leefomgeving en een vitale natuur die daardoor in staat zijn tegemoet te komen aan de groeiende behoeften van een groeiende wereldbevolking. Daarvoor is een duurzame economie nodig, in de Groene Groei Deal aangeduid als ‘groene groei’; in de toekomst is dat een biobased economie die wat betreft energie en grondstoffen vooral gebaseerd is op hernieuwbare natuurlijke hulpbronnen. Bij een duurzame economie hoort bovendien dat mensenrechten en voedselzekerheid als basisvoorwaarden worden gerespecteerd;

  • 2. Om voldoende beschikbaarheid van voedsel en biotische grondstoffen zeker te stellen is het noodzakelijk dat de voor duurzaam productieve agrarische en mariene productiesystemen noodzakelijke condities – klimaat, bodem, water, ecosystemen en biodiversiteit- in goede staat blijven c.q. worden teruggebracht; dat vergt onder andere het goed beheren en/of beschermen van zowel agrarische cultuurlandschappen als natuurgebieden en wildernissen en het doelmatig en verantwoord omgaan met biomassa met betrokkenheid van alle relevante actoren; een en ander stelt grenzen maar biedt ook nieuwe kansen en economische perspectieven;

  • 3. Partijen onderkennen daarom het belang van het tot staan brengen van het verlies en het herstel van biodiversiteit, ook in Nederland, onderschrijven de ambitie om te streven naar No Net Loss in 2020. Daarbij onderkennen de partijen het belang van de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Natura 2000.

  • 4. De Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen adviseert samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, NGO’s3 en kenniswereld om te komen tot een uitvoeringsagenda voor biodiversiteit en ecosysteemdiensten. De taskforce appelleert aan de Rijksoverheid en andere overheden, het bedrijfsleven en organisaties op het gebied van milieu, natuur en ontwikkelingssamenwerking en de wetenschappelijke wereld, om gezamenlijk te werken aan ‘groene groei’. Partijen delen de overtuiging dat groene groei duurzaam bijdraagt aan welvaart en welzijn en dat een vitaal en innovatief bedrijfsleven en NGO’s hierin een cruciale rol spelen.

  • 5. De Taskforce beveelt een nieuw multistakeholder initiatief voor publiekprivate samenwerking aan, aangeduid als ‘Initiatief Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten’. Hiermee wordt beoogd een kader te creëren voor uitvoering van de adviezen van de Taskforce voor zover die niet bij al bestaande organisatorische verbanden (zoals het Initiatief Duurzame Handel en het Interdepartementaal Programma Biobased Economy) zijn belegd. Het betreft onder andere de concretisering van het concept ‘No Net Loss’ (indicatoren, monitoring en benchmarks, en compensatie d.m.v. habitatbanking), bevordering van bewustwording, onderwijs en educatie, het garanderen van lokale participatie, het bevorderen van optimaal landgebruik, nieuwe vormen van publiekprivate financiering, het doen uitvoeren van kosten-batenanalyses van prijsprikkels, het bevorderen van goed bestuur en publiekprivate samenwerking in ontwikkelingslanden, de vorming van coalities met betrokken actoren in andere Europese landen en de ontwikkeling van een kennis- en innovatieagenda rond ecosystemen, biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen.

  • 6. Partijen zien publiekprivate samenwerking als een goede manier om verduurzaming van onze economie te versnellen en hier ook economisch van te profiteren terwijl tegelijkertijd een bijdrage wordt geleverd aan het welzijn van mensen en behoud van biodiversiteit over de hele wereld.

De ondertekenaars spreken af:

  • 1. Teneinde de bovengenoemde ambities te bereiken, te streven naar de vorming van een publiekprivate samenwerking (PPS) tussen het Platform enerzijds en de Rijksoverheid anderzijds om vorm te geven aan het door de Taskforce aanbevolen initiatief;

  • 2. Het Platform zal daartoe (een afvaardiging van) ontwikkelingsorganisaties en kennisinstellingen uitnodigen lid te worden van het Platform en kiest dan voortaan als naam ‘Platform Biodiversiteit, Ecosystemen en Economie’;

  • 3. Voor dit publiek-private samenwerkingsverband een secretariaat te vormen en daarvoor voor 1 juli 2012 een bekostigingsmodel uit te werken met evenwichtige bijdragen van deelnemende partijen. Uitgangspunt hierbij is dat de Rijksoverheid voor dit secretariaat personele ondersteuning biedt en de te ondernemen programma’s budgetteert, dat het Platform dit secretariaat inhoudelijk aanstuurt op basis van overeenstemming over het meerjarenprogramma en het budget tussen Rijksoverheid en Platform;

  • 4. Het te vormen secretariaat heeft als taken:

    • het Platform te ondersteunen bij diens werkzaamheden en bij uitvoering van diens voornemens en besluiten;

    • In samenwerking met IDH en het Interdepartementaal Programma Biobased Economy en eventueel andere organisatorische verbanden bevorderen dat gewerkt wordt aan realisatie van ‘groene groei’ zoals hierboven benoemd;

    • Opstellen van een uitvoeringsagenda, een stappenplan en voorstellen voor de monitoring van de uitvoering daarvan, met als vertrekpunt de bovenvermelde opsomming uit het advies van de Taskforce;

    • Initiëren, aansturen en/ of faciliteren van innovatieve projecten, aansluitend op activiteiten van IDH, IPBE of anderen;

    • Het ontwikkelen van een kennis- en innovatieagenda;

  • 5. Verder zal de Rijksoverheid, gelet op het advies van de Taskforce, ter ondersteuning van de te ondernemen programma’s en projecten in het kader van de uitvoeringsagenda binnen de relevante wettelijke kaders en voor zover dit strookt met de toepasselijke staatssteunregels budget beschikbaar te stellen;

  • 6. Bij het opstellen van de regelgeving en de uitvoering ten behoeve van onder meer de financiële ondersteuning van programma’s en projecten in het kader van de uitvoeringsagenda zal als uitgangspunt worden genomen dat bij financiële bijdragen door de Rijksoverheid het deelnemend bedrijfsleven en/of andere partners een dergelijke bijdrage ten minste matcht, desgewenst in de vorm van inzet van menskracht en/of faciliteiten;

  • 7. Rijksoverheid en Platform geven vorm aan hun samenwerking door periodiek overleg gericht op het jaarlijks goedkeuren en monitoren van de uitvoeringsagenda.

  • 8. Met deze Green Deal beogen partijen invulling te geven aan het advies van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpstoffen, met name op het punt van het ‘Initiatief Biodiversiteit en Ecosysteemdiensten’.

Slotbepalingen

Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en geldt voor de periode 2011 tot 2015. Alle in deze Green Deal genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen.

Partijen komen overeen dat de Green Deal afspraken niet in rechte afdwingbaar zijn.

Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, waardoor andere partijen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging van deze Deals kan worden bevorderd.

Den Haag, 13 december 2011

Ondertekening:

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Drs. M.J.M. Verhagen. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

Namens het Platform Biodiversiteit en Bedrijfsleven, Ir. R. Willems.

Namens de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen, J.G.M. Alders.


X Noot
1

Het Platform Biodiversiteit en Bedrijfsleven is in november 2010 ingesteld door VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO Nederland en IUCN NL en anderen; in het kader van deze publiek-private samenwerking uit te breiden met personen namens organisaties voor ontwikkelingssamenwerking en uit de kenniswereld en dan te noemen Platform Biodiversiteit, Ecosystemen en Economie.

X Noot
2

VNO-NCW, MKB Nederland, LTO Nederland, Stichting Natuur & Milieu, Stichting Natuur- en Milieufederaties, MVO Nederland.

X Noot
3

Niet-gouvernementele organisaties, ofwel maatschappelijke organisaties, in Nederland en in het Zuiden.

Naar boven