Besluit van ...... tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen ten behoeve van de continuïteit van dienstverlening (Besluit continuïteit van dienstverlening) [ONTWERPTEKST ZOALS AANGEBODEN AAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE]

Ontwerpbesluit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 9 mei 2012, nr. WJZ / 12046260;

Gelet op de artikelen 3.17, derde en vierde lid, en 18.12 van de Telecommunicatiewet en artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet juncto artikel 13k van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van .........., nr. W.......);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van .........., nr. WJZ / .......;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 VERLENGING TEN BEHOEVE VAN DE CONTINUÏTEIT VAN DIENSTVERLENING

Artikel 1
  • 1. Indien zich rondom een procedure van vergunningverlening omstandigheden voordoen die dat naar het oordeel van Onze Minister nodig maken, kan Onze Minister, in afwijking van artikel 11 van het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie, besluiten dat een vergunning als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet kan worden verlengd om te voorkomen dat de continuïteit van de dienstverlening in gevaar kan komen.

  • 2. In het geval een vergunning wordt verlengd kunnen de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen worden gewijzigd en kunnen nieuwe voorschriften en beperkingen aan de vergunning worden toegevoegd, waaronder het voorschrift binnen een bepaalde termijn een overeenkomst als bedoeld in artikel 3.21 van de Telecommunicatiewet te sluiten.

  • 3. Onze Minister maakt het besluit omtrent de verlengbaarheid van de vergunning bekend in de Staatscourant, alsmede, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is, de voorschriften en beperkingen die na verlenging aan de vergunning zullen worden verbonden. Onze Minister stelt de houder van een verlengbare vergunning in kennis van zijn besluit.

  • 4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de procedure tot verlenging, waaronder de periode waarbinnen het verzoek om verlenging wordt ingediend.

HOOFSTUK 2 SLOTBEPALINGEN

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit continuïteit van dienstverlening.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

NOTA VAN TOELICHTING

In beginsel worden de vergunningen voor het gebruik van bepaalde frequentieruimte in een in gebruik zijnde band geruime tijd voor afloop van die vergunningen opnieuw verdeeld. Zo hebben de huidige houder van een bepaalde frequentieruimte en de partij die na de verdeling vergunninghouder voor die frequentieruimte wordt, voldoende tijd om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie zonder dat de continuïteit van dienstverlening via die frequentieruimte in gevaar komt.

Er zijn echter situaties denkbaar waarin de nieuwe verdeling van de vergunningen onverhoopt laat bekend is. Zo kan het voorkomen dat wegens vertragingen in de totstandkoming van de veilingregels of de ontwikkeling van de benodigde software een veiling onverhoopt op een zeer laat moment plaatsvindt. Ook kunnen zich voorafgaand aan of tijdens de veiling omstandigheden voordoen die ertoe leiden dat de veiling wordt uitgesteld of enige tijd wordt stilgelegd, bijvoorbeeld wanneer er signalen zijn dat deelnemers samenspannen. Hierdoor zou het kunnen gebeuren dat de huidige vergunningen al verlopen voordat de nieuwe vergunningen verleend kunnen worden, of dat pas zo laat bekend is welke partij welke vergunning verkrijgt, dat er onvoldoende tijd is voor een behoorlijke transitie van de oude vergunning naar de nieuwe. De omschakeling van de ‘afgelopen’ frequenties naar de ‘nieuwe’ frequenties kost namelijk tijd omdat de netwerkconfiguratie aangepast dient te worden. Een (te) korte transitieperiode zou een ernstige bedreiging voor de continuïteit van de dienstverlening via deze vergunningen kunnen vormen en kan in het uiterste geval tot gevolg hebben dat in (delen van) Nederland mobiele communicatiediensten uitvallen. Het hoeft geen betoog dat dit grote maatschappelijke en economische gevolgen kan hebben. De afhankelijkheid van de Nederlandse maatschappij van mobiele communicatie is zo groot dat voorkomen moet worden dat de continuïteit van de dienstverlening in gevaar kan komen door een te korte transitieperiode.

Het Besluit continuïteit van dienstverlening biedt een grondslag om in dergelijke gevallen middels een verlenging van de geldende vergunning(en), transitieproblemen als gevolg van het laat bekend worden van de nieuwe verdeling te voorkomen. Indien dat naar het oordeel van de de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie nodig is om te voorkomen dat de continuïteit van de dienstverlening in gevaar komt, kan de Minister besluiten dat een vergunning als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet verlengbaar is. Een dergelijk verlengbaarheidsbesluit kan ook zien op alle vergunningen in een bepaalde band of alle vergunningen die gebruikt worden voor een bepaalde techniek.

De in dit besluit bedoelde omstandigheden doen zich over het algemeen zo laat voor, dat verlenging op grond van artikel 11 van het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie vanwege de in dat artikel gehanteerde termijnen niet langer mogelijk is. De in het Besluit continuïteit van dienstverlening vastgelegde grondslag voor verlenging is uitsluitend bedoeld voor het uitzonderlijke geval waarin verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet nodig is om te voorkomen dat de continuïteit van dienstverlening in gevaar kan komen. Voor andere vergunningen kan in dit soort gevallen gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid die artikel 18 van het Frequentiebesluit 2012 biedt.

Het besluit, dat een vergunning op grond van artikel 1 van dit besluit kan worden verlengd, wordt gepubliceerd in de Staatscourant, en ter kennisgeving aan de vergunninghouder gemeld. Daarbij wordt ook vermeld welke voorschriften en beperkingen aan de verlenging worden verbonden. Aan de verlenging kan de voorwaarde worden verbonden dat een bedrag als bedoeld in artikel 3.15 van de Telecommunicatiewet verschuldigd is. Ook kan als voorschrift worden opgenomen dat de vergunninghouder met de houders van in dat voorschrift genoemde vergunningen een overeenkomst als bedoeld in artikel 3.21 van de Telecommunicatiewet sluit. Indien de betrokken vergunninghouders een geschil krijgen over de inhoud van die overeenkomst, kunnen zij op grond van artikel 12.10 van de wet het geschil voorleggen aan Agentschap Telecom.

Bij ministeriële regeling worden de regels met betrekking tot de procedure voor het verkrijgen van een verlenging vastgelegd, waaronder de periode waarin verzoeken tot verlenging moeten worden ingediend.

Regeldrukeffecten

Dit besluit brengt op zichzelf geen lasten voor bedrijven noch burgers met zich mee: er wordt slechts een grondslag voor verlenging gelegd. Bij de ministeriële regeling waarin de regels met betrekking tot de procedure voor het verkrijgen van een verlenging in voorkomend geval worden bepaald zullen ook de daarmee gepaard gaande administratieve lasten worden aangegeven. Deze zullen naar verwachting zeer gering zijn.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Advies Raad van State

No. W15.12.0158/IV

’s-Gravenhage, 31 mei 2012

Aan de Koningin

Bij Kabinetsmissive van 11 mei 2012, no.12.001118, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt een ontwerpbesluit tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen ten behoeve van de continuïteit van dienstverlening (Besluit continuïteit van dienstverlening), met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit strekt ertoe te regelen dat vergunningen voor frequenties ten behoeve van mobiele telefonie, die zijn verleend op voet van de inmiddels ingetrokken1 Wet op de telecommunicatievoorzieningen, langer geldig kunnen blijven dan de in de vergunning opgenomen datum, teneinde te waarborgen dat deze vergunningen niet verlopen voordat nieuwe vergunningen zijn verleend.

De Afdeling advisering van de Raad van State onderschrijft de strekking van het ontwerpbesluit, maar maakt een opmerking met betrekking tot het inherente tijdelijke karakter van het ontwerp. Zij is van oordeel dat in verband daarmee aanpassing van het ontwerpbesluit wenselijk is.

1. Tijdelijk karakter van het ontwerpbesluit

Het ontwerpbesluit heeft alleen betrekking op vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet. Dat is een overgangsbepaling, die ziet op vergunningen voor aanleg en instandhouding van telecommunicatie-infrastructuur die nog zijn verleend op voet van de inmiddels ingetrokken Wet op de telecommunicatievoorzieningen. Bedoelde vergunningen lopen in 2013 af. Daarna zullen, op grond van de Telecommunicatiewet, nieuwe vergunningen worden verleend. Dit betekent dat aan het ontwerpbesluit naar zijn aard een tijdelijke betekenis behoort toe te komen. Immers zonder een dergelijke tijdelijkheid blijft de bevoegdheid van de minister om de oude vergunningen te verlengen onbeperkt bestaan, met een geheel parallel vergunningstelsel als gevolg. Dat zou naar het oordeel van de Afdeling een onwenselijke situatie zijn.

Omdat noch uit het ontwerpbesluit zelf noch uit de toelichting eenduidig het tijdelijke karakter blijkt, adviseert de Afdeling het ontwerpbesluit aan te vullen met een expiratiebepaling, de tijdelijkheid van het ontwerpbesluit tot uitdrukking te brengen in de citeertitel en de toelichting aan te vullen.2

2. Voor redactionele kanttekeningen verwijst de Afdeling naar de bij het advies behorende bijlage.

De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging in dezen een besluit te nemen, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State, J.P.H. Donner.

Bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no. W15.12.0158/IV met redactionele kanttekeningen die de Afdeling in overweging geeft

  • Overwegen om in artikel 2 een inwerkingtredingsdatum op te nemen in plaats van delegatie naar een (ander) koninklijk besluit.

  • In de toelichting het eenmalige en beperkte karakter van het ontwerpbesluit beschrijven – te weten uitsluitend gericht op de nog bestaande en aflopende vergunningen voor mobiele telefonie die zijn verleend op voet van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen – waardoor de delegatiebepalingen in artikel 1, eerste en tweede lid, in de juiste proportie kunnen worden bezien.

  • Toelichten wat het betekent voor de Minister en voor de betrokken vergunninghouders dat ‘een vergunning (...) kan worden verlengd’, bedoeld in artikel 1, eerste lid.

  • Toelichten waarom en in welke mate nadere regelgeving bij ministeriële regeling noodzakelijk is.

Nader Rapport

’s-Gravenhage, 16 juli 2012

Nr. WJZ / 12078478

Aan de Koningin

Nader rapport inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet ten behoeve van de continuïteit van dienstverlening (Besluit continuïteit mobiele telecommunicatiedienstverlening)

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 11 mei 2012, nr. 12.001118, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 31 mei 2012, nr. W15.12.0158/IV, bied ik U hierbij aan.

De Afdeling maakt een opmerking met betrekking tot het inherente tijdelijke karakter van het ontwerp. De Afdeling adviseert het ontwerpbesluit aan te vullen met een expiratiebepaling, de tijdelijkheid van het ontwerpbesluit tot uitdrukking te brengen in de citeertitel en de toelichting aan te vullen. Naar aanleiding van dit advies is in de inwerkingtredingsbepaling mede in de intrekking van het besluit voorzien, is de titel aangebracht en de toelichting aangevuld. De redactionele kanttekeningen van de Afdeling zijn waar mogelijk verwerkt in het besluit en de toelichting.

Daarnaast is bij gelegenheid van het nader rapport een uitgebreidere regeling ten aanzien van de door vergunninghouders met het oog op een deugdelijke transitie te sluiten overeenkomst opgenomen. De uitgebreidere regeling van de transitieovereenkomst geeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie bevoegdheden om er op toe te zien dat de overeenkomst tijdig tot stand komt om vertraging in het transitieproces te voorkomen. De regels over de transitieovereenkomst worden opgenomen in het Frequentiebesluit, zodat een vergunninghouder van een andere vergunning dan bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet wiens medewerking aan de transitie eveneens vereist is, ook onder deze regels valt.

Ik moge U hierbij het gewijzigde ontwerp-besluit en de gewijzigde nota van toelichting doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.


X Noot
1

Ingetrokken bij de Telecommunicatiewet (inwerkingtreding 15 december 1998, Stb. 1998, 664).

X Noot
2

Zie ook de aanwijzingen 181 en 182 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven