Mandaatbesluit H. Jozee

13 januari 2012

De korpsbeheerder en de korpschef van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost

Ter zake domicilie kiezende te Eindhoven aan de Boschdijktunnel 10

Postadres: Postbus 528, 5600 AM Eindhoven

Gelet op artikel 24 van de Politiewet;

Gelet op de Regeling Beheersmandaat van 29 maart 2006;

Overwegende dat het met het oog op de continuïteit van het dagelijks bestuur van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost noodzakelijk is (onder)mandaat te verlenen voor wat betreft de beslissingsbevoegdheid;

Besluit:

Op grond van de Regeling Beheersmandaat, onder punt 1 ‘Personele aangelegenheden’, met ingang van 1 december 2011, (onder)mandaat te verlenen aan de heer H. Jozee, afdelingshoofd Bovenregionale Recherche Zuid Nederland, voor het namens de korpschef uitoefenen van genoemde beheersbevoegdheden, hieronder tevens begrepen het besluit tot het instellen van interne onderzoeken. Hierbij wordt aangetekend dat de korpschef verantwoordelijk is voor de leden van het KMT.

1. Personele aangelegenheden.

  • a. Vaststelling algemeen, regionaal personeelsbeleid en algemeen geldende uitvoeringsvoorschriften;

  • b. Besluiten, inhoudend een afwijking van het regionale beleid;

  • c. Besluiten, ingeval en voor zover regionaal beleid ontbreekt (maar wel geboden is);

  • d. Aanstelling, ontslag en alle overige personele besluiten met betrekking tot leidinggevenden in schaal 9 en hoger, met de restrictie, dat:

    • 1. de politiechefs de ontwikkel-, functionerings- en beoordelingsgesprekken met de afdelingschefs en de afdelingschefs met de Operationeel Chefs binnen hun afdeling voeren; de korpschef stelt deze beoordelingen en dergelijke vast.

    • 2. het hoofd van de divisie Concernondersteuning bevoegd is tot toepassing van art. 53 BARP (excessieve ziektekosten).

    • 3. het hoofd van de divisie Concernondersteuning bevoegd is tot toepassing van art. 69 BARP (vergoeding persoonlijke schade) en art. 69a BARP (aansprakelijkstelling van ambtenaar);

  • e. Het opleggen van disciplinaire maatregelen en daaraan gerelateerde ordemaatregelen ( zoals schorsing, buiten functiestelling en ontzegging toegang tot gebouwen ); de uitvoering van de ordemaatregelen geschiedt onder verantwoordelijkheid van de afdelingschef;

  • f. Het verplichten van de ambtenaar tot het vergoeden van de door de dienst geleden schade, voorzover deze schade aan de ambtenaar te wijten is en deze schade een bedrag van € 250,- niet te boven gaat;

  • g. Beëdiging van medewerkers, die in dienst zijn of in dienst komen van het korps;

  • h. Detachering;

  • i. Outplacement;

  • j. Functiewaardering;

  • k. Toekennen van buitengewoon verlof van lange duur ( zie BARP, hfdst. 6 § 3 ).

2. Financiële aangelegenheden en administratieve organisatie.

  • a. Besluiten inhoudende een afwijking van het regionale beleid;

  • b. Het aangaan van eenmalige verplichtingen boven een bedrag van € 50.000,–;

  • c. Het aangaan van meerjarige verplichtingen met een jaarlast hoger dan € 12.500,–.

3. Medezeggenschap.

a. Het overleg met de Ondernemingsraad.

4. Niet gemandateerd.

Onderstaande bevoegdheden blijven uitsluitend voorbehouden aan de Korpsbeheerder van de regiopolitie Brabant Zuid-Oost en vallen dus niet onder het verleende mandaat.

  • het vaststellen van het ontwerp van de organisatie, de formatie, de begroting, de jaarrekening, het jaarverslag en het beleidsplan;

  • de behandelingsprocedure van de beleidscyclus;

  • het vaststellen van het ontwerpvoorstel voor de territoriale indeling;

  • toepassing van artikel 36 Politiewet;

  • het vaststellen van het ontwerp van een klachtenregeling;

  • het beslissen omtrent ingediende klachten;

  • de voordracht voor de benoeming van de Korpschef (en andere Kroonbenoemingen);

  • de vaststelling van de agenda met bijbehorende voorstellen voor het Regionale College;

  • het afleggen van verantwoording aan het Regionale College;

  • het indienen van bezwaar tegen door het Regionale College vastgestelde stukken, bedoeld in artikel 31 Politiewet, zoals organisatie- en formatieplan e.d.;

  • aanwijzing van leiding gevende functionarissen van korpsonderdelen, (uiteraard in voorkomende gevallen met de vereiste overeenstemming met de Hoofdofficier en de instemming van de betrokken Burgemeesters);

  • het verlenen van straf-ontslag , schorsing ( als strafmaatregel ) en plaatsing in een salarisschaal met een lager maximum;

  • het verplichten van de ambtenaar tot het vergoeden van de door de dienst geleden schade, voorzover deze schade aan de ambtenaar te wijten is en deze schade een bedrag van € 250,– te boven gaat.

Eindhoven, 13 januari 2012

R. van Gijzel, Korpsbeheerder.

S.J. Steendijk, Korpschef.

Naar boven