Convenant tussen de Stichting Kinderboerderijen Nederland, de Vakgroep Medewerkers Kinderboerderijen en de nieuwe Voedsel en Warenautoriteit

De Partijen

• de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit, verder nVWA, vertegenwoordigd door ir. A.S.M. Tabak, kwartiermaker divisie Dier de Stichting Kinderboerderijen Nederland, verder SKBN, vertegenwoordigd door ir. P.M.J. Duijsings, voorzitter SKBN

• de Vakgroep Medewerkers Kinderboerderijen, verder VMK, vertegenwoordigd door R. Karstens, directeur Vereniging Stadswerk Nederland

Overwegende dat

  • 1. Dieren ziekteverwekkers kunnen herbergen die een gevaar voor de mens kunnen vormen.

  • 2. Kinderboerderijen ook worden bezocht door personen die een verhoogd risico hebben op het oplopen van een infectie of een verhoogd risico hebben op een ernstiger ziektebeloop.

  • 3. SKBN en VMK, in het vervolg gezamenlijk als SKBN/VMK aangeduid, zich ervan bewust zijn dat de veiligheid van bezoekers, medewerkers en dieren gewaarborgd dient te worden en voor dit doel het Keurmerk Kinderboerderijen hebben opgesteld.

  • 4. Partijen er naar streven om op basis van wederzijds vertrouwen afspraken te maken om de naleving van de relevante wet- en regelgeving evenals de naleving van de ‘Code voor hygiëne op kinderboerderijen in Nederland’ te optimaliseren teneinde de risico’s voor de volksgezondheid door contact met dieren zo veel mogelijk te beperken.

  • 5. Partijen ernaar streven de toezichtlast te verminderen en de dienstverlening te vergroten.

  • 6. Partijen wensen te komen tot een effectieve en efficiënte werkwijze. Zij streven naar een permanent actueel inzicht in relevante gebeurtenissen en een snelle standpuntbepaling, teneinde de rechtszekerheid te vergroten.

Komen het volgende overeen

Doel en uitgangspunten

  • 1. De nVWA sluit convenanten af met sectoren waarvan is aangetoond dat zij hun wettelijke en bovenwettelijke verplichtingen naleven en die gemotiveerd zijn om risico’s voor consumenten en burgers te verminderen.

  • 2. Partijen baseren hun onderlinge relatie op transparantie, begrip en vertrouwen.

  • 3. Rechten en verplichtingen op basis van wet- en regelgeving zijn en blijven zonder enige beperking van toepassing.

  • 4. Dit convenant heeft betrekking op de voor kinderboerderijen van toepassing zijnde bepalingen van de Gezondheids en welzijnswet voor dieren evenals de ‘Code voor hygiëne op kinderboerderijen in Nederland’. In een later stadium kan dit convenant worden uitgebreid met de overige wet- en regelgeving waarvoor de nVWA is aangewezen als toezichthouder en die van toepassing zijn op kinderboerderijen, te weten onder andere de Diergeneesmiddelenwet, de Warenwet en de Meststoffenwet.

  • 5. In dit convenant worden de uitgangspunten en de wijze waarop Partijen met elkaar om wensen te gaan, vastgelegd.

Verplichtingen SKBN/VMK

  • 1. Bevordert bij de aangesloten kinderboerderijen (leden) actief die implementatie van een systeem van interne beheersing, interne controle en externe controle, te weten het Keurmerk Kinderboerderijen, met als doel het naleven van de Nederlandse wet- en regelgeving en de ‘Code voor hygiëne op kinderboerderijen in Nederland’.

  • 2. Toetst uiterlijk drie jaar na toekenning van het Keurmerk Kinderboerderijen aan een lid of eerder, voor zover er aanwijzingen zijn voor onregelmatigheden, of nog aan de voorwaarden voor de toekenning wordt voldaan. Als bij deze toetsing ernstige tekortkomingen worden geconstateerd, wordt het keurmerk ingetrokken. De nVWA wordt hiervan onverwijld op de hoogte gesteld.

  • 3. Zorgt voor het tijdig melden van incidenten met betrekking tot dierenwelzijns- en

    volksgezondheidsaspecten.

  • 4. Informeert de nVWA tijdig over wijzigingen in het keurmerk.

  • 5. Informeert de nVWA tijdig over mutaties in het register van aangesloten kinderboederijen die het Keurmerk hebben verworven.

  • 6. Wijst voor het onderhouden van de contacten met de VWA een vaste contactpersoon aan.

Verplichtingen nVWA

  • 1. Stemt de vorm en intensiteit van zijn toezicht op bij het keurmerk aangesloten kinderboerderijen af op de kwaliteit van de interne beheersing, interne controle en externe controle van het keurmerk.

  • 2. Bespreekt de relevante zaken, waarbij vanuit haar optiek mogelijk verschil in inzicht kan ontstaan met de SKBN/VMK.

  • 3. Wijst voor het onderhouden van de contacten met de SKBN/VMK een vaste contactpersoon aan.

Aanvullende afspraken

  • 1. Dit convenant heeft uitsluitend werking in de onderlinge verhouding tussen Partijen.

  • 2. Wanneer één van de Partijen constateert dat de inspanningsverplichtingen door de ander redelijkerwijs niet voldoende worden nagekomen, streven Partijen ernaar dit in onderling overleg te herstellen met tijdsgebonden afspraken over acties en/of maatregelen.

  • 3. De afspraken met betrekking tot vorm en intensiteit van het toezicht zijn alleen van toepassing op leden van de SKBN/VMK die het Keurmerk Kinderboerderijen hebben verworven.

  • 4. Overtredingen van wet- en regelgeving door een lid van de SKBN/VMK dat het Keurmerk Kinderboerderijen heeft verworven, zullen tussen Partijen en het betreffende lid worden besproken.

  • 5. Partijen gaan vertrouwelijk om met de informatie die op grond van dit convenant tussen Partijen wordt uitgewisseld, tenzij wettelijk anders is voorgeschreven. SKBN en VMK wijzen kinderboederijen die het keurmerk hebben verworven op de mogelijkheid van gegevensuitwisseling tussen Partijen. Kinderboederijen geven door middel van hun aansluiting bij SKBN/VMK toestemming dat hun bedrijfsgegevens besproken kunnen worden tussen partijen.

  • 6. De nVWA publiceert de namen van de SKBN en de VMK op haar website in een lijst van sectoren waarmee de nVWA een convenant heeft gesloten. Het convenant zal op de websites van SKBN, VMK en nVWA worden geplaatst.

Looptijd, opzegging en beëindiging

  • 1. Dit convenant treedt in werking door ondertekening door de drie Partijen. Dit convenant wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

  • 2. Het convenant wordt ten minste een keer per jaar geëvalueerd door SKBN/VMK en nVWA.

  • 3. Indien één van de Partijen dit convenant wil beëindigen, zal zij de redenen vooraf schriftelijk kenbaar maken aan de andere Partij. Daarnaast vindt beëindiging niet eerder plaats dan na mondeling overleg, indien ten minste één der Partijen daarop prijs stelt. Daarna kan dit convenant met onmiddellijke ingang worden beëindigd.

Wijzigingen

Het convenant kan tussentijds met instemming van de drie Partijen worden bijgesteld.

’s-Gravenhage, 10 november 2011

De kwartiermaker divisie Dier Nieuwe Voedsel en Warenautoriteit (nVWA), A.S.M. Tabak.

Voorzitter van de Stichting Kinderboerderijen Nederland (SKBN).

Directeur van de Vereniging Stadswerk Nederland en officiële vertegenwoordiger Vakgroep Medewerkers Kinderboerderijen (VMK).

Naar boven