Convenant ter stimulering van het arbeidsmarktinstrument EVC als onderdeel van een Leven Lang Leren

Partijen:

De Staat der Nederlanden, in dezen vertegenwoordigd door de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, hierna te noemen: de Staatssecretaris en;

Stichting van de Arbeid te dezen vertegenwoordigd door mevrouw A.M. Jongerius namens centrale organisaties van werknemers en de heer B.E.M. Wientjes namens centrale organisaties van werkgevers, hierna te noemen: de Stichting van de Arbeid.

Hierna te noemen: convenantpartners

Overwegende dat:

  • EVC een onderdeel is van het beleid van Leven Lang Leren, arbeidsparticipatie en inzetbaarheid,

  • EVC een zinvol arbeidsmarktinstrument is waarmee de loopbaan, baanmobiliteit (doorstroom), het aan werk helpen van werkenden en werkzoekenden (instroom), mogelijkheden van werk-naar-werk, op-, om- en bijscholingsmogelijkheden en mogelijkheden tot directe diplomering van werkenden en niet-werkenden kunnen worden versterkt.

Een EVC-procedure resulteert in een ervaringscertificaat en heeft een eigenstandige waarde voor het individu en kan leiden tot:

  • vergroten van zelfinzicht;

  • loopbaanontwikkeling bij de huidige werkgever of transitie naar een andere werkgever;

  • verzilvering door examencommissies van onderwijsinstellingen en opleiders door een besluit te nemen over vrijstellingen voor opleidingsonderdelen van een door de sector, branche of beroepsgroep erkende opleiding;

  • het verkrijgen van een door de sector, branche of beroepsgroep erkend diploma of (deel)certificaat;

  • verzilvering door examencommissies door een besluit te nemen over vrijstellingen voor het volgen van onderdelen van een door een bewindspersoon van OCW/EL&I vastgestelde/erkende opleiding. Het verlenen van vrijstellingen valt onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie van de betreffende organisatie;

  • het verkrijgen van een door een bewindspersoon van OCW/EL&I vastgesteld/erkend diploma of certificaat. Hier hoeft geen sprake te zijn van een vervolgopleiding. Het afgeven van een diploma of certificaat valt onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie van de instelling die de betreffende opleiding aanbiedt;

  • Verdere loopbaanstappen,

  • EVC voor een brede doelgroep geldt: voor werkenden en niet-werkenden, van hoog- tot laagopgeleid, jong, oud, man, vrouw, autochtonen en migranten,

  • EVC breed ingezet wordt in verschillende sectoren, op verschillende niveaus,

  • EVC de employability en wendbaarheid versterkt en bijdraagt aan een goed functionerende arbeidsmarkt, duurzame inzetbaarheid en arbeidsparticipatie onder alle leeftijdscategorieën en een kwalitatief hoger opgeleide beroepsbevolking,

  • Duurzame inzetbaarheid gaat over blijvende ontwikkeling van mensen in een context van verandering in de arbeidsloopbaan en verandering in de arbeidsmarkt. Duurzame inzetbaarheid vraagt van mensen wendbaarheid en weerbaarheid bij deze veranderingen.

  • Dat vereist inzicht in ‘bagage’ en de waarde daarvan voor loopbaantransities. Het vereist ook loopbaanmanagement, het vermogen van werkgevers en werknemers om verantwoordelijkheid te nemen voor blijvende inzetbaarheid en sturing te geven aan de loopbaan. EVC en andere loopbaaninstrumenten kunnen hierbij helpen,

  • De Beleidsregel afgifte EVC-verklaringen en de daaronder vallende Kwaliteitscode EVC uitgangspunt vormen voor borging van kwaliteit van EVC bij EVC-aanbieders,

  • Europa nieuwe afspraken heeft gemaakt over de strategie voor de periode 2012-2020. In dat kader zijn er ook afspraken gemaakt over Vocational Education and Training (VET), Leven Lang Leren, duurzame inzetbaarheid en European Qualification Framework (EQF). Deze zijn opgenomen in het Brugge Communiqué dat is vastgesteld op 7 december 2010. Nederland zal deze uitgangspunten verder concretiseren.

Komen overeen:

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit convenant wordt verstaan onder:

a. EVC:

het erkennen van verworven competenties;

b. EVC-procedure:

de door de EVC-aanbieder geprogrammeerde processtappen, instrumenten en werkwijzen voor, tijdens en na een EVC-onderzoek, om conform de eisen in de normtekst bij de Kwaliteitscode EVC te handelen;

c. Ervaringscertificaat:

het document waarin het resultaat van een EVC-onderzoek aan de hand van een EVC-standaard van een individu in een EVC-procedure is beschreven;

d. EVC-aanbieder (van erkende EVC-standaarden):

een organisatie die volgens de principes en uitgangspunten van de Kwaliteitscode EVC EVC-procedures aanbiedt en als zodanig voor bepaalde EVC-standaarden is geregistreerd in het register van erkende EVC-aanbieders;

e. EVC-kandidaat:

een werkende of werkzoekende die een EVC-procedure doorloopt met het doel zijn of haar competenties te laten erkennen en zichtbaar te maken in een ervaringscertificaat;

f. Kwaliteitscode EVC:

code waarin de principes en uitgangspunten voor de kwaliteit van EVC-procedures zijn vastgelegd;

g. EVC-standaard:

landelijk erkend profiel dat de EVC-aanbieder in zijn EVC-procedure als beoordelingskader gebruikt (CROHO-, Crebo- en branchestandaarden).

Paragraaf 2 Doel van het convenant

Artikel 2 Feitelijk gebruik van EVC stimuleren

  • 1. Het beleid voor de periode 2012 tot 2020 is gericht op duurzame participatie en inzetbaarheid en benutting van alle kwaliteiten van mensen. EVC is daarin een belangrijk instrument voor Leven Lang Leren. Convenantpartners stimuleren het gebruik van, het bekend maken van, de vraag naar en het mogelijk maken van EVC bij werkgevers en werknemers.

  • 2. Convenantpartners leveren een actieve bijdrage aan activiteiten gericht op de juiste balans tussen de kwaliteit van EVC en de benutting van EVC in sectoren, branches en arbeidsorganisaties. Het Kenniscentrum EVC is een uitvoeringsorganisatie die in dat kader activiteiten uitvoert gericht op versterking van de kwaliteit van het primair proces van EVC, versterking van de inbedding van primaire processen bij aanbieders, in stand houden en doorontwikkelen van het EVC-systeem in Nederland, publieksinformatie en voorlichting, beleidsondersteuning, advies en monitoring.

Artikel 3 EVC als arbeidsmarkt- en loopbaaninstrument inzetten

  • 1. Convenantpartners stimuleren duurzame inzetbaarheid van werkenden en niet-werkenden en zetten zich in om te voldoen aan de actuele vraag in een sector of regio naar geschikt personeel door sectorale marktpartijen te mobiliseren.

  • 2. De Stichting van de Arbeid zal het gebruik van EVC en andere loopbaaninstrumenten bij de bij haar aangesloten organisaties bevorderen door middel van:

    • a. het aanbevelen om afspraken te maken (onder andere in cao’s) over het financieren en toepassen van EVC;

    • b. het oproepen om EVC als loopbaaninstrument in sector, branche en organisatie te implementeren als onderdeel van loopbaan- en ontwikkelbeleid;

    • c. het oproepen om duidelijke informatie aan werkgevers, werknemers en niet-werkenden te verstrekken waarmee bekendheid en toegankelijkheid van EVC wordt vergroot;

    • d. het gebruik van branchestandaarden als EVC-standaard en, waar mogelijk, goedkeuren;

    • e. het stimuleren van het zo optimaal mogelijk benutten van EVC in HR- en opleidingsbeleid;

    • f. het stimuleren van EVC en de mogelijkheden van verzilvering en maatwerk als diplomering onderdeel uitmaakt van het loopbaandoel van de EVC-kandidaat.

Artikel 4 Gebruik branchestandaarden als EVC-standaard

  • 1. Om als EVC-standaard te worden aangemerkt voldoet een branchestandaard aan ten minste de volgende voorwaarden: a. de standaard is afgestemd met de relevante sociale partners en b. de standaard leidt tot civiel effect op de arbeidsmarkt.

  • 2. Een branchestandaard als EVC-standaard is goedgekeurd door de Stichting van de Arbeid.

  • 3. Convenantpartners voeren overleg over de criteria op grond waarvan wordt beoordeeld of branchestandaarden als EVC-standaard kunnen gelden.

  • 4. De criteria, aanvraagprocedure en wijze van beheer staan vermeld op de website van het Kenniscentrum EVC.

Artikel 5 Kwaliteitsborging

  • 1. Kwaliteit is essentieel om EVC als arbeidsmarktinstrument in te zetten en toe te passen. Convenantpartners stimuleren de kwaliteitsborging van EVC en geven daarmee het gemeenschappelijk belang hiervan aan. De Kwaliteitscode EVC vormt hiervoor het uitgangspunt.

  • 2. De staatssecretaris draagt zorg voor het systeem van kwaliteitsborging voor EVC.

Paragraaf 3 Uitvoeringsorganisatie, monitoring, evaluatie

Artikel 6 Proces, administratie en beheer convenantpartnersoverleg

  • 1. Het voorzitterschap van het convenantpartnersoverleg berust bij de Stichting van de Arbeid.

  • 2. Het convenantpartnersoverleg vindt vier keer per jaar plaats of zoveel vaker als wenselijk wordt geacht.

  • 3. Het secretariaat voor het convenantpartnersoverleg heeft in ieder geval tot taak:

    • a. het voeren van het secretariaat voor het convenantpartnersoverleg en andere daaraan verbonden overlegstructuren, informatievoorziening en communicatie;

    • b. het coördineren, bewaken en/of uitvoering geven aan de activiteiten die voortvloeien uit de besluitvorming.

Artikel 7 Evaluatie

Gedurende de looptijd van het convenant zullen de convenantpartners de uitvoering en werking van het convenant eenmaal per jaar evalueren. Eenmaal per jaar stelt het secretariaat voor het convenantpartnersoverleg hiervan een verslag op.

Artikel 8 Bestuurlijk afstemmingsoverleg

Eenmaal per jaar organiseren de convenantpartners een bestuurlijk afstemmingsoverleg met in ieder geval: SBB, UWV WERKbedrijf, AOC Raad, MBO Raad, HBO-raad, VSNU, NRTO en OPEAN.

Paragraaf 4 Geschilbeslechting

Artikel 9 Geschilbeslechting

  • 1. Een convenantpartner die meent dat er een geschil over de uitvoering van dit convenant bestaat, deelt dat schriftelijk mee aan de andere convenantpartner. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil.

  • 2. Geschillen in de zin van dit convenant kunnen alleen betrekking hebben op:

    • a. de wijze waarop het convenant wordt uitgevoerd;

    • b. de nakoming van hetgeen in dit convenant is geregeld;

    • c. de uitleg van het convenant en bijbehorende afspraken.

  • 3. Binnen vijftien werkdagen na de dagtekening van de mededeling, bedoeld in het eerste lid, zendt elke convenantpartner zijn zienswijze omtrent het geschil alsmede een voorstel voor een oplossing daarvan aan de andere convenantpartner.

  • 4. Convenantpartners overleggen over een oplossing van het geschil, indien partijen daartoe de wens kenbaar maken, onder leiding van een onafhankelijk voorzitter.

  • 5. Convenantpartners dragen hun eigen kosten, voortvloeiend uit de procedure, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid. De kosten van een onafhankelijk voorzitter worden gelijkelijk verdeeld.

  • 6. Als de procedure, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, niet tot een oplossing heeft geleid wordt het geschil beslecht door de burgerlijke rechter bij de Rechtbank Den Haag.

Paragraaf 5 Slotbepalingen

Artikel 10 Looptijd

  • 1. Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door partijen.

  • 2. Het convenant is van kracht voor de duur van vijf jaar met de optie voor verlenging van nogmaals vijf jaar.

  • 3. Na schriftelijke toestemming van alle convenantpartners kan het convenant worden beëindigd.

Artikel 11 Opzegging

Elke convenantpartner kan dit convenant met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat het billijkheidshalve behoort te worden beëindigd. Bij de opzegging wordt de verandering in omstandigheden vermeld.

Artikel 12 Wijziging

  • 1. Elke convenantpartner kan de andere convenantpartner schriftelijk verzoeken het convenant te wijzigen. De wijziging vereist de schriftelijke instemming van alle convenantpartners.

  • 2. Convenantpartners treden in overleg binnen twee weken nadat een convenantpartner de wens daartoe aan de andere convenantpartner schriftelijk heeft medegedeeld.

  • 3. De wijziging en de verklaring (verklaringen) tot instemming wordt (worden) in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht.

  • 4. De (zakelijke inhoud van de) wijziging wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 13 Publicatie in de Staatscourant

Binnen vier weken na ondertekening van dit convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend, Utrecht 12 juni 2012

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra.

De Stichting van de Arbeid, A.M. Jongerius.

B.E.M. Wientjes.

Naar boven