Convenant tussen de gemeente Capelle aan den IJssel, het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming

Partijen,

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden,

Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente Capelle aan den IJssel,

en

De Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming,

Overwegende:

  • dat de gemeente Capelle aan den IJssel haar betrokkenheid en actieve bijdrage wil leveren aan de bestrijding van dierenmishandeling en dierenverwaarlozing;

  • dat op verzoek van een wethouder van de gemeente Capelle aan den IJssel de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in januari 2010 heeft besloten een pilot te starten voor de periode van één jaar, waarbij maximaal vier buitengewoon opsporingsambtenaren van de gemeente aangewezen worden als toezichthouder op de naleving van de artikelen 36 en 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • dat de gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren nu al een opsporingsbevoegdheid hebben met betrekking tot de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en bij overtredingen daarvan een proces-verbaal kunnen opmaken;

  • dat de gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren in veel gevallen bij meldingen van misstanden geen onderzoek kunnen verrichten omdat strafrechtelijk onderzoek alleen mogelijk is, indien er sprake is van voldoende feiten en omstandigheden die op een strafbaar feit duiden;

  • dat het aanwijzen van de toezichthouders voor de artikelen 36 en 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kan bijdragen aan het sneller reageren van de gemeente Capelle aan den IJssel op meldingen en klachten met betrekking tot dierenmishandeling en dierenverwaarlozing;

  • dat de pilot uitsluitend betrekking heeft op het gebruik van de toezichthoudende bevoegdheid door de buitengewoon opsporingsambtenaren binnen de grenzen van de gemeente Capelle aan den IJssel;

  • dat de toezichthoudende bevoegdheid wordt gebruikt met betrekking tot het tegengaan van mishandeling en verwaarlozing van uitsluitend gezelschapsdieren dan wel hobbymatig gehouden landbouwhuisdieren;

  • dat de gemeente Capelle aan den IJssel de meldingen van misstanden in beginsel zelfstandig afhandelt;

  • dat de relevante gegevens, opgenomen in de bijlage bij dit convenant, gedurende de pilot worden geregistreerd;

  • dat de pilot aan het eind van de looptijd daarvan wordt geëvalueerd door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

komen overeen als volgt:

Artikel 1 Definities

In dit convenant wordt verstaan onder:

a. dagelijks bestuur:

college van Burgemeester & Wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

b. Dienst Regelingen:

Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

c. gemeente:

gemeente Capelle aan den IJssel;

d. gemeenteambtenaar:

buitengewone opsporingsambtenaar van de gemeente aangewezen als toezichthouder voor de artikelen 36 en 37 GWWD;

e. GWWD:

Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

f. LID:

Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming;

g. melding:

binnenkomend bericht over mogelijke overtreding van artikel 36 of 37 GWWD;

h. Ministerie:

Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie;

i. nVWA:

nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit;

j. Staatssecretaris:

Staatssecretaris van Economische zaken, Landbouw en Innovatie;

k. toezichthoudende bevoegdheid:

het uitoefenen van toezicht op de naleving van de artikelen 36 en 37 GWWD.

Artikel 2 Bevoegdheden en taakafbakening

  • 1. Er worden ten hoogste vier gemeenteambtenaren aangewezen als toezichthouder voor de naleving van de artikelen 36 en 37 GWWD.

  • 2. De gemeenteambtenaren worden aangewezen voor de periode van één jaar.

  • 3. Bij de uitoefening van de toezichthoudende bevoegdheid door de gemeenteambtenaren wordt de bevoegdheid uitgezonderd, bedoeld in artikel 115, tweede lid, GWWD.

  • 4. Het dagelijks bestuur draagt de gemeenteambtenaren voor aanwijzing voor.

  • 5. Gedurende de pilot worden er geen andere gemeenteambtenaren aangewezen.

Artikel 3

  • 1. De gemeenteambtenaren maken gebruik van de toezichthoudende bevoegdheid uitsluitend op het grondgebied van de gemeente en met betrekking tot gezelschapdieren of hobbymatig gehouden landbouwhuisdieren.

  • 2. Criteria die rol kunnen spelen bij de beoordeling of een dier hobbymatig wordt gehouden, zijn:

    • a. het totaal aantal gehouden dieren;

    • b. worden de dieren gehouden ten behoeve van (re)productie;

    • c. is het behalen van economische winst het primaire doel;

    • d. is het houden van de dieren of het uitoefenen van andere landbouwactiviteiten de hoofdactiviteit van de houder.

  • 3. De gemeenteambtenaren gaan niet eerder tot preventief toezicht dan na en in overleg met het Ministerie.

Artikel 4 Verantwoording uitoefening toezichthoudende bevoegdheid

  • 1. Het dagelijks bestuur verstrekt op verzoek van het Ministerie zo spoedig mogelijk gegevens over de uitoefening van de toezichthoudende bevoegdheid door de gemeenteambtenaren.

  • 2. Na afloop van de pilot wordt door het dagelijks bestuur middels een eindverslag verantwoording afgelegd aan de Staatssecretaris over de gebruikmaking van de toezichthoudende bevoegdheid.

  • 3. Het eindverslag, bedoeld in het tweede lid, wordt uiterlijk op 15 maart 2012 toegezonden aan de Staatssecretaris.

  • 4. Ongeacht het bepaalde in artikel 14 kan de Staatssecretaris deze overeenkomst ten allen tijde beëindigen.

Artikel 5 Werkwijze en informatie-uitwisseling

  • 1. Bij de afhandeling van meldingen over dieren, bedoeld in artikel 3, tweede lid, handelt de gemeenteambtenaar als volgt:

    • a. de gemeenteambtenaar handelt de melding af en bericht de LID en de nVWA hierover;

    • b. bij een melding over andere dieren dan de dieren bedoeld in artikel 3, tweede lid, wordt direct contact opgenomen met de meldkamer van de nVWA. De meldkamer van de nVWA bepaalt met inachtneming van de ernst en spoedeisendheid van de melding of de melding wordt afgehandeld door de nVWA.

  • 3. Blijkt tijdens het afhandelen van een melding door de gemeenteambtenaar dat de melding (mede) betrekking heeft op andere dieren dan de dieren bedoeld in artikel 3, tweede lid, of zijn er andere relevante zaken waardoor de betrokkenheid van nVWA wenselijk is, dan wordt contact opgenomen met de meldkamer van de nVWA. In onderling overleg wordt vervolgens bepaald hoe de zaak wordt afgehandeld.

  • 4. De LID en nVWA sturen de bij hen binnengekomen meldingen over de in artikel 3, tweede lid, bedoelde dieren die zich bevinden binnen de gemeente Capelle aan den IJssel, door naar het vaste aanspreekpunt, bedoeld in artikel 7, eerste lid, dan wel verwijzen de melder ernaar.

Artikel 6

  • 1. Gedurende de pilot gaat de LID niet af op meldingen die betrekking hebben op de in artikel 3, tweede lid, bedoelde dieren, indien deze zich bevinden binnen de gemeentegrenzen van Capelle aan den IJssel.

  • 2. De gemeente handelt de meldingen die betrekking hebben op de in artikel 3, tweede lid, bedoelde dieren, primair zelfstandig af.

  • 3. Indien een melding door de gemeenteambtenaren niet naar behoren kan worden afgehandeld wegens capaciteitsproblemen of gebrek aan kennis of specialisme, kan de gemeente de LID verzoeken om tijdelijke ondersteuning.

  • 4. Een verzoek tot tijdelijke ondersteuning als bedoeld in het derde lid wordt gedaan door het aanspreekpunt, bedoeld in artikel 7, eerste lid, en is uitsluitend gericht aan de directeur van de LID.

Artikel 7

  • 1. De gemeente wijst een ambtenaar van de gemeente aan als vast aanspreekpunt voor het Ministerie en de LID.

  • 2. De gemeenteambtenaren stellen voor alle gevallen van bestuursrechtelijke handhaving van de artikelen 36 en 37 GWWD een rapport van bevindingen op.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde ambtenaar is eindverantwoordelijk voor de inhoud en de kwaliteit van het rapport, bedoeld in het tweede lid.

  • 4. Het rapport, bedoeld in het tweede lid, alsmede andere informatie relevant voor bestuursrechtelijke handhaving van de artikelen 36 en 37 GWWD, worden telkens zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een week aan Dienst Regelingen gezonden.

  • 5. Het rapport, bedoeld in het tweede lid, alsmede het vastleggen van andere informatie relevant voor bestuursrechtelijke handhaving van de artikelen 36 en 37 GWWD, worden opgesteld conform de instructies van de Dienst Regelingen.

  • 6. Op verzoek van Dienst Regelingen is de gemeenteambtenaar aanwezig bij bezwaar- en beroepszaken die betrekking hebben op bestuursrechtelijke handhaving van de artikelen 36 en 37 GWWD, voor zover de gemeente ambtenaar daarbij betrokken is geweest.

  • 7. De gemeenteambtenaar roept, indien er aanleiding is om een proces-verbaal of een rapport van bevindingen op te maken, terstond een dierenarts op ten behoeve van het opstellen van een dierenartsverklaring.

  • 8. Bij elke bestuursrechtelijke handhaving van de artikelen 36 en 37 GWWD door de gemeenteambtenaren wordt onverwijld contact opgenomen met Dienst Regelingen, unit Bestuursrechtelijk handhaven GWWD.

  • 9. Indien de gemeenteambtenaar tijdens opsporingswerkzaamheden een overtreding van artikel 36 of 37 GWWD constateert, neemt de gemeenteambtenaar contact op met de Officier van Justitie van het Functioneel Parket en vraagt toestemming om de betreffende opsporingsgegevens in te zetten voor bestuursrechtelijke handhaving.

  • 10. Indien de in het vorige lid bedoelde toestemming is verleend, worden de opsporingsgegevens zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een week na het verlenen van de toestemming, verzonden naar Dienst Regelingen.

Artikel 8

  • 1. Indien Dienst Regelingen voornemens is bestuursdwang toe te passen, neemt zij hierover contact op met het aanspreekpunt, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

  • 2. Indien Dienst Regelingen besluit tot het toepassen van bestuursdwang, voert de gemeenteambtenaar dit besluit uit.

  • 3. Indien het in het eerste lid bedoelde besluit het in bewaring nemen van dieren betreft, draagt de gemeente zorg voor het vervoer van de dieren naar de door de Dienst Regelingen aangewezen opslaghouder.

  • 4. Dienst Regelingen wijst de in te schakelen vervoerder aan.

  • 5. Dienst Regelingen informeert het aanspreekpunt, bedoeld in artikel 7, eerste lid, over de afhandeling van alle door de gemeente aangeleverde rapporten van bevindingen.

  • 6. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor geheimhouding van de naam en locatie van de opslaghouder.

Artikel 9 Evaluatie

Ten behoeve van de evaluatie van deze pilot kunnen door of in opdracht van het Ministerie controle-audits plaatsvinden. Het aanspreekpunt, bedoeld in artikel 7, eerste lid, en de gemeenteambtenaren werken hier actief aan mee.

Artikel 10

  • 1. Het aanspreekpunt, bedoeld in artikel 7, eerste lid, verstrekt per kwartaal aan het Ministerie de in bijlage bij dit convenant genoemde gegevens.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde gegevens worden steeds uiterlijk binnen een maand na het verstreken van elke kwartaal verstrekt.

Artikel 11

Het Ministerie draagt zorg voor monitoring en evaluatie van de pilot.

Artikel 12 Communicatie en woordvoering

  • 1. Externe communicatie over bestuursrechtelijke handhaving van de artikelen 36 en 37 GWWD door de gemeenteambtenaren vindt plaats in overleg met en onder toezicht van het Ministerie.

  • 2. Externe communicatie over het verloop van de pilot vindt slechts plaats na en in overleg met het Ministerie.

Artikel 13 Opleiding en kennisniveau

De gemeente draagt zorg voor een voldoende niveau van kennis en vaardigheden van de gemeenteambtenaren die nodig zijn voor een goede uitoefening van de toezichthoudende bevoegdheid.

Artikel 14 Slotbepalingen

Elke partij kan het convenant per direct schriftelijk opzeggen, indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat dit convenant billijkheidshalve op korte termijn behoort te eindigen. De opzegging moet de verandering in omstandigheden vermelden.

Artikel 15

Dit convenant is gesloten voor de duur van een jaar. Het treedt in werking met ingang van 15 februari 2011.

Artikel 16

Binnen vier weken na ondertekening van dit convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 15 februari 2011

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker.

Directeur LID,

C.M. van Zandvliet.

College van B&W van de gemeente Capelle aan den IJssel,

namens deze:

B.J. Eerdmans.

BIJLAGE

Registratie van gegevens ten behoeve van de pilot

1. Door de gemeente Capelle aan den IJssel

  • Herkomst meldingen registreren (burger, politie, LID enz.)

  • Totaal aantal meldingen bij gemeente registreren

  • Onderscheid maken tussen een melding m.b.t. een vermoeden van een strafbaar feit en een melding zonder vermoeden van een strafbaar feit

  • Onderscheid maken tussen gegronde en ongegronde meldingen

  • Melding goed omschrijven (onder andere NAW gegevens melder/aangeklaagde, aantal dieren, soort dieren, is er bewijs van een strafbaar feit)

  • Aanleiding melding registreren (melding, eigen waarneming, preventief enz.)

  • Gebruikte bevoegdheid (opsporing of toezicht) per melding registreren, inclusief reden waarom er voor die bevoegdheid is gekozen

  • Handeling naar aanleiding van een melding registreren (geen actie, waarschuwingsbrief, dwangmiddel enz.)

  • De snelheid waarmee door de gemeente op meldingen wordt afgegaan

  • De doorlooptijd van een melding tot bestuursrechtelijk handhaven

  • Het aantal meldingen dat leidt tot bestuursrechtelijk handhaven

  • Het aantal meldingen waarvan proces-verbaal is opgemaakt

  • Het aantal processen-verbaal die leiden tot vervolging door OM

  • Toename of afname van bestuursrechtelijk in bewaring genomen dieren

  • Aantal bezwaarschriften en het aantal dat gegrond wordt verklaard

  • Aantal keer dat de gemeente medehandhavers inschakelt

2. Door de Dienst Regelingen

  • Inzet capaciteit (uren) Dienst Regelingen per verzoek van gemeente tot bestuursrechtelijk te handhaven

  • Benodigde inzet Dienst Regelingen ten opzichte van inzet LID bij dossiers

Naar boven