Ten hoogste toegelaten afmetingen van duwstellen en gekoppelde samenstellen

Nr. 3/2011

Rijnscheepvaart

De hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Oost-Nederland en de hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Holland,

Gezien het verzoek van een aantal rederijen om met grotere afmetingen te varen dan is toegelaten in het Rijnvaartpolitiereglement (RPR 1995) artikel 11.02, derde lid, respectievelijk bij lagere waterstanden dan is voorgeschreven onder 3.5. van genoemd artikel.

Overwegende:

  • dat er de laatste jaren door middel van vergunningen ervaring is opgedaan met het varen met grotere afmetingen dan voorgeschreven in art. 11.02, derde lid;

  • dat hieruit geen negatieve invloed op de veiligheid is gebleken.

Gelet op artikel 11.02, tweede lid, van het RPR 1995 kan de bevoegde autoriteit voor een beperkte tijdsduur duwstellen toelaten met een grotere afmeting dan die welke in de tabel van het derde lid zijn vastgesteld.

maken bekend:

Per 1 juni 2006 is het duwstellen en gekoppelde samenstellen toegestaan om op het riviergedeelte Spijksche Veer – Gorinchem te varen met afmetingen van ten hoogste 225 m lengte en 17,50 m breedte.

Dit is toegelaten voor zowel de opvaart als de afvaart.

Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

  • 1. Een geldig Certificaat van Onderzoek voor de combinatie en afmetingen waarmee gevaren wordt.

  • 2. Er mag gevaren worden vanaf een waterstand bij Lobith van

  • 3. Het duwstel of gekoppelde samenstel moet beschikken over een vanuit de stuurstand bedienbare boegbesturingsinstallatie van in totaal ten minste 325 kW.

  • 4. Ledig mag er uitsluitend gevaren worden bij een windsterkte van minder dan 7 Bf.

Sinds deze Bekendmaking van kracht is geworden, hebben zich nog nauwelijks perioden met laagwater voorgedaan. Daarom wordt deze bekendmaking nogmaals verlengd tot 1 januari 2015, waarna de evaluatie plaatsvindt.

Zodra echter blijkt dat deze wijze van varen de veiligheid vermindert, kan de proef met onmiddellijke ingang worden beëindigd.

Arnhem, december 2011

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat Oost-Nederland, p/a Postbus 9070, 6800 ED Arnhem.

Indien een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank binnen

het rechtsgebied waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

Naar boven