Drogisterijbranche

Vervroegd Uittreden 2011/2012

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 december 2011 tot wijziging van het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Drogisterijbranche inzake Vervroegd Uittreden

UAW Nr. 11263

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van Syntrus Achmea Pensioenbeheer namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) ter ener zijde: de Vereniging van Drogisterij parfumerie Bedrijven;

Partij(en) ter andere zijde: FNV Bondgenoten en CNV Dienstenbond.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Drogisterijbranche inzake Vervroegd Uittreden1 wordt met inachtneming van dictum II als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Artikel 1 van de cao komt te luiden:

‘Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder:

1. drogisterij:

het uitoefenen van de detailhandel in geneesmiddelen, zoals dit in het kader van de wettelijke bepalingen is toegestaan, telkens gepaard gaande met het uitoefenen van de detailhandel in producten op het gebied van gezondheid, schoonheid en lichaamsverzorging van de mens, eventueel in combinatie met de detailhandel in huishoudelijke artikelen, verfartikelen en dierengeneesmiddelen;

2. werkgever:
  • a. de onderneming die zich uitsluitend of in belangrijke mate (meer dan 50% van de omzet) bezig houdt met het exploiteren van een of meer drogisterijen;

  • b. de onderneming die zich voor 50% van de omzet of minder bezig houdt met het exploiteren van een of meer drogisterijen én die zich tevens bezig houdt met het exploiteren van het apothekersbedrijf, indien de omzet in receptgeneesmiddelen minder dan of gelijk is aan 50% van de totale omzet;

3. werknemer:

degene die tot een werkgever als genoemd in dienstbetrekking staat in de zin van de sociale werknemersverzekeringen, met uitzondering van;

  • a. de apothekersassistenten, die werkzaam zijn bij een onderneming als bedoeld onder 1, waarin tevens het apothekersbedrijf wordt uitgeoefend;

  • b. personen, uitsluitend werkzaam in een kantoor of magazijn van de werkgever, voor wie:

    • 1. met vakbonden of de Ondernemingsraad is afgesproken dat op hen de VGL-CAO (CAO voor personeel van grootwinkelbedrijven in levensmiddelen) van toepassing is,

    • 2. met vakbonden voor hen een eigen CAO is afgesloten, of

    • 3. met vakbonden of de Ondernemingsraad een regeling is afgesproken van minimaal een gelijk niveau als deze CAO, hetgeen vooraf wordt getoetst door de Vaste Commissie als bedoeld in artikel 8 van de CAO van de Stichting Vervroegd Uittreden Drogisterijbranche.

4. Stichting:

de ‘Stichting Vervroegd Uittreden Drogisterijbranche’;

5. premieplichtig loon:

Het loon in de zin van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen, met uitzondering van:

  • a. uitkeringen en verstrekkingen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Werkloosheidswet en hierop door de werkgever verstrekte aanvullingen;

  • b. het genot van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto.

Het loon dat meer heeft bedragen dan het maximum premieloon als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen op jaarbasis (2011: € 49.297,–), blijft buiten aanmerking voor de toepassing van de VUT-fondsregeling. Indien de dienstbetrekking een deel van een kalenderjaar betreft, dan wel de werknemer minder dan de volledige arbeidstijd werkzaam is, wordt het maximum premieloon naar evenredigheid toegepast. Daartoe wordt het maximum premieloon uitgedrukt in een uurbedrag door het maximum premieloon op jaarbasis te delen door het aantal uren per jaar volgens de voor het functieniveau geldende normale arbeidsduur in de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst dan wel, indien er geen collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, de voor het functieniveau geldende bij de werkgever gebruikelijke normale arbeidsduur, waarbij het maximum uurloon naar beneden op eurocenten wordt afgerond.

6. SV-uitkering:

Een uitkering krachtens de ZW, WAO, WIA of WW, dan wel een combinatie van genoemde uitkeringen een en ander eventueel aangevuld met (een) uitkering(en) ingevolge de Toeslagenwet.’

Artikel 1 van het Reglement van de Stichting Vervroegd Uittreden Drogisterijbranche komt te luiden:

‘Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit reglement worden geacht te zijn opgenomen de begripsbepalingen omschreven in artikel 2 van de statuten.

Voorts wordt in dit reglement verstaan onder

1. premieplichtig loon:

Het loon in de zin van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen, met uitzondering van:

  • a. uitkeringen en verstrekkingen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Werkloosheidswet en hierop door de werkgever verstrekte aanvullingen;

  • b. het genot van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto.

Het loon dat meer heeft bedragen dan het maximum premieloon als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen op jaarbasis (2011: € 49.297,–), blijft buiten aanmerking voor de toepassing van de VUT-fondsregeling. Indien de dienstbetrekking een deel van een kalenderjaar betreft, dan wel de werknemer minder dan de volledige arbeidstijd werkzaam is, wordt het maximum premieloon naar evenredigheid toegepast. Daartoe wordt het maximum premieloon uitgedrukt in een uurbedrag door het maximum premieloon op jaarbasis te delen door het aantal uren per jaar volgens de voor het functieniveau geldende normale arbeidsduur in de van toepassing zijnde collectieve arbeidsovereenkomst dan wel, indien er geen collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, de voor het functieniveau geldende bij de werkgever gebruikelijke normale arbeidsduur, waarbij het maximum uurloon naar beneden op eurocenten wordt afgerond.

2. SV-uitkering:

Een uitkering krachtens de ZW, WAO, WIA of WW, dan wel een combinatie van genoemde uitkeringen een en ander eventueel aangevuld met (een) uitkering(en) ingevolge de Toeslagenwet.’

Artikel 4 van het Reglement van de Stichting Vervroegd Uittreden Drogisterijbranche komt te luiden:

‘Artikel 4 Voorwaarden voor uitkering

Om voor een uitkering in aanmerking te kunnen komen, dient de werknemer – met inachtneming van de looptijd van deze CAO – aan de navolgende voorwaarden te voldoen:

  • a. tenminste 60 jaar te zijn, mits hij is geboren in 1944 of eerder; of

  • b. tenminste 60 jaar en twee maanden te zijn, mits hij is geboren in 1945; of

  • c. tenminste 60 jaar en zes maanden te zijn, mits hij is geboren in 1946; of

  • d. tenminste 60 jaar en elf maanden te zijn, mits hij is geboren in 1947; of

  • e. tenminste 61 jaar en vijf maanden, mits hij is geboren in 1948; of

  • f. tenminste 62 jaar te zijn, mits hij is geboren in 1949; en

  • g. gedurende de laatste tien jaren onafgebroken als werknemer in de zin van artikel 2 lid 3 van de statuten in dienstverband werkzaam te zijn geweest in de Drogisterijbranche. Een korte onderbreking buiten zijn schuld kan – zulks ter beoordeling van het bestuur – buiten beschouwing worden gelaten. Voor de bepaling van deze periode van tien jaren wordt mede in aanmerking genomen een tijdvak voorafgaande aan het huidige dienstverband in de Drogisterijbranche, dat betrokkene als werknemer in de zin van de CAO voor het levensmiddelenbedrijf inzake Vervroegd Uittreden werkzaam is geweest; en

  • h. niet in aanmerking te komen voor een volledige SV-uitkering dan wel niet krachtens de wet in aanmerking komen voor doorbetaling van loon door de werkgever in geval van ziekte; en

  • i. niet voor een uitkering krachtens een afvloeiingsregeling, non-activiteitsregeling of wachtgeldregeling in aanmerking te komen; en

  • j. niet in het genot van pensioen uit hoofde van de laatste dienstbetrekking te zijn gesteld; en

  • k. geen aanspraak te kunnen doen gelden op een uitkering uit hoofde van een andere regeling voor vervroegde uittreding.’

Artikel 14 van het Reglement van de Stichting Vervroegd Uittreden Drogisterijbranche komt te luiden:

‘Artikel 14 Uitstel van de ingangsdatum van de uitkering

  • 1. De werknemer heeft het recht de uitkering later te laten ingaan dan op de datum waarop voor het eerst wordt voldaan aan de voorwaarden voor uitkering, mits in de Drogisterijbranche wordt doorgewerkt als werknemer in de zin van artikel 2 lid 3 van de statuten. De uitkering kan uiterlijk ingaan een maand vóór het bereiken van de leeftijd van 63 jaar.

  • 2. Indien de uitkering later ingaat dan op de op de datum waarop voor het eerst wordt voldaan aan de voorwaarden, wordt de uitkering in de periode tussen bedoelde datum en de feitelijke ingangsdatum met inachtneming van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen herrekend tot een hogere uitkering. Indien vóór 2006 werd voldaan aan de voorwaarden voor uitkering, maar deze uitkering pas ingaat in 2006 of later, wordt de uitkering in de periode van 1 januari 2006 tot de feitelijke ingangsdatum met inachtneming van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen herrekend tot een hogere uitkering.

  • 3. Indien de uitkering als gevolg van de in lid 2 bedoelde herrekening hoger wordt dan 100% van de uitkeringsbasis in de zin van artikel 6, wordt het meerdere met inachtneming van door het bestuur van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Detailhandel, dan wel de andere pensioenuitvoerder als voor de uitkeringsgerechtigde een bijzondere pensioenvoorziening is getroffen, vastgestelde actuariële grondslagen omgezet in een aanspraak op ouderdomspensioen.

  • 4. Indien de werknemer de uitkering niet heeft aangevraagd vóór het bereiken van de leeftijd van 63 jaar, vervalt het recht op uitkering.’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

’s-Gravenhage, 28 december 2011

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

De directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving,

M.H.M. van der Goes.

Naar boven