Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2011, nr. Z/VV-3093314, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het vaststellen van de woonlandfactoren voor het jaar 2012 ten behoeve van de gedifferentieerde berekening van de bijdrage voor verdragsgerechtigden

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 8 van de Regeling zorgverzekering komt te luiden als volgt:

BIJLAGE 8 VAN DE REGELING ZORGVERZEKERING

Bijlage behorend bij artikel 6.3.1 van de Regeling zorgverzekering

Het in artikel 6.3.1, eerste lid, bedoelde verhoudingsgetal voor het jaar 2012, de gemiddelde uitgaven voor zorg in het woonland en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor Nederland voor het jaar dat overeenkomt met het jaar waarvoor de kosten in het woonland zijn berekend, zijn in Tabel 8 opgenomen in respectievelijk de kolom Woonlandfactor, de kolom Gemiddelde zorgkosten woonland en de kolom Gemiddelde zorgkosten Nederland en luiden als volgt:

Tabel 8

Landen

Berekenings jaar

Gemiddelde zorgkosten woonland

Gemiddelde zorgkosten Nederland1

Woonland factor

België

2009

2.205,28

3.262,21

0,6760

Bosnië-Herzegovina

2009

184,54

3.262,21

0,0566

Bulgarije

2006

130,45

2.874,25

0,0454

Cyprus

2008

491,43

3.099,98

0,1585

Denemarken

2009

2.322,16

3.262,21

0,7118

Duitsland

2009

2.366,23

3.262,21

0,7253

Estland

2009

506,70

3.262,21

0,1553

Finland

2009

1.926,98

3.262,21

0,5907

Frankrijk

2008

2.382,39

3.099,98

0,7685

Griekenland

2008

1.030,39

3.099,98

0,3324

Hongarije

2009

398,91

3.262,21

0,1223

Ierland

2004

2.747,78

2.700,19

1,0176

IJsland

2006

3.113,78

2.874,25

1,0833

Italië

2009

1.824,92

3.262,21

0,5594

Kaapverdië

2009

87,51

3.262,21

0,0268

Kroatië

2009

648,89

3.262,21

0,1989

Letland

2008

336,56

3.099,98

0,1086

Liechtenstein

2009

2.307,48

3.262,21

0,7073

Litouwen

2009

362,87

3.262,21

0,1112

Luxemburg

2008

2.412,92

3.099,98

0,7784

Macedonië

2009

148,72

3.262,21

0,0456

Malta

2006

588,06

2.874,25

0,2046

Marokko

2002

30,56

2.448,29

0,0125

Montenegro

2002

148,06

2.448,29

0,0605

Noorwegen

2009

4.043,81

3.262,21

1,2396

Oostenrijk

2009

2.048,44

3.262,21

0,6279

Polen

2006

248,03

2.874,25

0,0863

Portugal

2008

963,97

3.099,98

0,3110

Roemenië

2005

128,34

2.939,58

0,0437

Servië

2009

259,82

3.262,21

0,0796

Slovenië

2009

994,72

3.262,21

0,3049

Slowakije

2008

582,38

3.099,98

0,1879

Spanje

2009

1.417,87

3.262,21

0,4346

Tsjechië

2009

765,90

3.262,21

0,2348

Tunesië

2006

62,02

2.874,25

0,0216

Turkije

2007

246,17

2.890,21

0,0852

Verenigd Koninkrijk

2008

2.079,08

3.099,98

0,6707

Zweden

2009

2.233,13

3.262,21

0,6845

Zwitserland

2009

1.739,63

3.262,21

0,5333

X Noot
1

De gemiddelde zorgkosten van Nederland komen telkens overeen met het jaar waarvoor de gemiddelde zorgkosten van het woonland zijn berekend.

Bronvermelding gegevens (voor het genoemde berekeningsjaar):

   

België

Nota rekencommissie EU – A.C.171/11 – 31-03-2011

Bosnië-Herzegovina

Info Hauptverband der Österreichischen Sozialversicherungsträger – 11-08-2011

Bulgarije

Cijfers National Health and Insurance Fund – 12-10-2007

Cyprus

Nota rekencommissie EU – A.C. 207/11 – 15-04-2011

Denemarken

Brief Patienombuddet – International Sygesikring – 16 augustus 2011

Duitsland

Nota rekencommissie EU – A.C. 035/11 – 25-01-2011

Estland

Nota rekencommissie EU – A.C. 389/10 – 29-10-2010

Finland

Nota rekencommissie EU – A.C. 244/11 – 03-05-2011

Frankrijk

Nota rekencommissie EU – A.C. 386/10 – 27-10-2010

Griekenland

Nota rekencommissie EU – A.C. 343/10 – 05-10-2010

Hongarije

Nota rekencommissie EU – A.C. 388/10 – 29-10-2010

Ierland

Nota rekencommissie EU – CA.SS.TM. 397/08 – 01-10-2008

IJsland

Statistics Iceland (www.statice.is): Health, social affairs and justice, Social protection expenditure 2006, Health, social affairs and justice, Social insurances 2006. Population, Overview

Italië

Nota rekencommissie EU – A.C. 374/10 – 25-10-2010

Kaapverdië

Info Instituto Nacional de Previdência Social – 28 september 2011

Kroatië

Brief Croatian Instute for Health Insurande in Zagreb – 14-06-2010

Letland

Nota rekencommissie EU – A.C. 393/10 – 02-11-2010

Liechtenstein

Nota rekencommissie EU – A.C. 330/10 – 20-09-2010

Litouwen

Nota rekencommissie EU – A.C. 033/11 – 19-01-2011

Luxemburg

Nota rekencommissie EU – CA.SS.TM. 153/10 – 12-04-2010

Macedonië

Brief Fond Za Zdravestveno Osiguruvanje Na Makedonija, Skopje – 13-05-2010

Malta

Nota rekencommissie EU – CA.SS.TM. 106/08 – 28-02-2008

Marokko

Rapport Royaume de Maroc 'CNSS' – 30 december 2005

Montenegro

Embassy of Serbia and Montenegro – Tableau statistique des donnes sur les frais de la protection medicale – 4 december 2003

Noorwegen

Nota rekencommissie EU – A.C. 414/10 – 10-11-2010

Oostenrijk

Nota rekencommissie EU – A.C. 356/10 – 15-10-2010

Polen

Nota rekencommissie EU – A.C. 154/11 – 29-03-2011

Portugal

Nota rekencommissie EU – CA.SS.TM. 150/10 – 12-04-2010

Roemenië

National House of Health Insurance – 22-10-2007

Servië

Brief Republicki Zavod Za Zdravstveno Osiguranje, Beograd – 08-12-2010

Slovenië

Nota rekencommissie EU – A.C. 355/10 – 22-09-2010

Slowakije

Nota rekencommissie EU – A.C. 349/10 – 13-10-2010 – Nota opgesteld in EUR en SKK

Spanje

Nota rekencommissie EU – A.C. 331/10 – 22-09-2010

Tsjechië

Nota rekencommissie EU – A.C. 354/10 – 14-10-2010

Tunesië

Caisse Nationale de Securite Sociale – 05-04-2011

Turkije

Brief Directorate of Social Security Institution ‘SGK’ – 29-04-2010

Verenigd Koninkrijk

Nota rekencommissie EU – A.C. 377/10 – 26-10-2010

Zweden

Nota rekencommissie EU – A.C. 209/11 – 18-04-2011

Zwitserland

Nota rekencommissie EU – A.C. 308/10 – 27-08-2010

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

TOELICHTING

Artikel 6.3.1, eerste lid, van de Regeling zorgverzekering bepaalt dat de voor een persoon, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet verschuldigde bijdrage wordt berekend door de grondslag van de bijdrage te vermenigvuldigen met een verhoudingsgetal dat wordt berekend uit de verhouding tussen de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale ziektekostenverzekering (hierna te noemen: zorgkosten) in het woonland van deze persoon en de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale zorgverzekeringen in Nederland. Dit verhoudingsgetal, de woonlandfactor, wordt berekend door het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Op 10 oktober 2011 heeft het CVZ het advies over de woonlandfactoren voor 2012 aan mij uitgebracht. In deze toelichting is aangegeven op welke wijze het CVZ de woonlandfactor van de verschillende woonlanden voor het jaar 2012 heeft berekend en welke uitgangspunten daarbij in aanmerking zijn genomen.

De woonlandfactoren die in Tabel 8 opgenomen zijn, gelden voor de bijdrage die verdragsgerechtigden in het jaar 2012 verschuldigd zijn en worden jaarlijks uiterlijk in november opnieuw vastgesteld en gepubliceerd.

De gegevens die aan de woonlandfactoren ten grondslag liggen, zijnde de gegevens over de kosten van de gemiddelde uitgaven voor zorg voor een persoon ten laste van de sociale verzekering in het woonland en in Nederland, kunnen jaarlijks fluctueren. Als het aansprakenpakket van een land wordt aangepast, heeft dat immers gevolgen voor de kosten van dat pakket.

De berekening van de woonlandfactor vindt plaats volgens de formule:

Woonlandfactor = gemiddelde zorgkosten woonland / gemiddelde zorgkosten Nederland

De gemiddelde zorgkosten in een woonland worden bepaald door het totaalbedrag van zorgkosten in het woonland te delen door het aantal rechthebbenden in het woonland. Op basis van beide bestanddelen komt een vast bedrag aan kosten per persoon tot stand.

De zorgkosten zijn de kosten voor die geneeskundige verstrekkingen waarop aanspraak bestaat op grond van de wetgeving inzake de sociale ziektekostenverzekering van het woonland, voor zover deze kosten door het woonland gebruikt worden bij de berekening van de gemiddelde kostenbedragen die dit land bij de toepassing van de Europese sociale zekerheidsverordening aan andere landen in rekening brengt. De modaliteiten van de berekening zijn vastgelegd in deze Europese verordening of in een bilateraal verdrag inzake sociale zekerheid.

Rechthebbenden zijn zij die recht hebben op geneeskundige verzorging op grond van de wetgeving over de verzekering voor geneeskundige zorg van het woonland. Overeenkomstig de regeling is uitgegaan van alle rechthebbenden van het betreffende verdragsland, ongeacht hun status of leeftijd. Voor het bepalen van het aantal rechthebbenden zijn waar mogelijk dezelfde brongegevens gebruikt als voor de zorgkosten.

De gemiddelde zorgkosten in Nederland zijn op dezelfde wijze bepaald en resulteren eveneens in een vast bedrag aan kosten per persoon. De Nederlandse zorgkosten bestaan uit de kosten voor geneeskundige verstrekkingen waarop aanspraak bestaat op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet, voor zover deze kosten gebruikt worden door Nederland bij de berekening van de gemiddelde kostenbedragen die Nederland aan andere landen in rekening brengt.

Voor de (historische) cijfers van vóór 2006 zijn de kosten en de respectievelijke kring van verzekerden voor de verzekeringen ingevolge de Ziekenfondswet (Zfw) en de AWBZ bepalend. Voor latere jaren is uitgegaan van cijfers op grond van de Zorgverzekeringswet en de AWBZ.

Het bedrag van gemiddelde zorgkosten per rechthebbende wordt voor deze jaren bepaald volgens de formule:

Gemiddelde zorgkosten per rechthebbende =

(totale AWBZ-kosten/ rechthebbenden AWBZ) + (totale Zfw (resp. Zvw)-kosten/ rechthebbenden Zfw (resp. Zvw))

Gegevensbronnen

De gemiddelde zorgkosten voor Nederland zijn bepaald op basis van de nota’s die Nederland bij de Rekencommissie van de Europese Unie heeft ingediend (als bedoeld in artikel 101, derde lid, van Verordening (EEG) nr. 574/72 resp. artikel 74 van Verordening (EG) nr. 883/2004). Op basis van deze gegevens wordt per jaar de noemer van de factorbepaling bepaald: de gemiddelde kosten voor zorg per rechthebbende in Nederland.

De gemiddelde zorgkosten per rechthebbende in de diverse woonlanden is bepaald op basis van verschillende bronnen. Niet voor al deze landen zijn dezelfde gegevensbronnen beschikbaar. Het CVZ heeft de volgende bronnen, in aangegeven volgorde, gebruikt:

Het berekeningsjaar

De gemiddelde zorgkosten woonland van een bepaald jaar zijn gebaseerd op de laatst bekende documenten, dan wel op informatie die door het betreffende land aan het CVZ bekend is gemaakt. De bepaling van de factor geschiedt hiermee op basis van historische cijfers van verdragslanden.

Het beschikbaar stellen van benodigde cijfers wordt door verschillende landen op verschillende momenten en op verschillende manieren gedaan. Voor de vaststelling van de woonlandfactoren 2012 heeft het CVZ de meest actuele gegevens als uitgangspunt genomen. Voor een juiste verhouding worden tegenover de buitenlandse gemiddelde zorgkosten in een bepaald jaar de gemiddelde zorgkosten voor Nederland van het overeenkomende jaar gebruikt.

Afrondingen

De verschillende benodigde componenten voor de berekening van de landenfactoren zijn exact overgenomen uit de gebruikte bronnen. Er zijn geen afrondingen voor de komma uitgevoerd; cijfers achter de komma zijn wel afgerond.

De woonlandfactor is als volgt afgerond tot vier cijfers achter de komma (bijvoorbeeld 0,3543):

  • indien het vijfde cijfer achter de komma 0 tot en met 4 is, is afgerond naar beneden; indien het vijfde cijfer achter de komma 5 tot en met 9 is, is afgerond naar boven.

Rekenen met vreemde valuta

Bij de bepaling van de woonlandfactor voor de niet-euro landen dienen bedragen in vreemde valuta omgerekend te worden naar euro’s. Doordat deze woonlandfactoren worden bepaald op basis van historische cijfers, is gebruik gemaakt van gemiddelde valutakoersen naar de euro over het berekeningsjaar.

Voor de jaarkoersen is (op basis van beschikbaarheid) in de aangegeven volgorde gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

  • 1. Gegevens van De Nederlandsche Bank;

  • 2. Gegevens van de Europese Centrale Bank;

  • 3. Gegevens OANDA online valuta berekening (volgens www.oanda.com).

Gebruik van gegevens uit bronnen

Zoals aangegeven kunnen de bronnen voor het bepalen van de gemiddelde zorgkosten per land verschillen. Gebruikte documenten hebben niet altijd een uniforme indeling en opgenomen cijfers zijn niet altijd rechtstreeks vergelijkbaar. Onderstaand zijn de randvoorwaarden genoemd, waarmee bewaakt wordt dat uit de diverse documenten zo zuiver en zo vergelijkbaar mogelijke cijfers zijn overgenomen voor de bepaling van de woonlandfactoren. Uiteraard gelden de voorwaarden zowel voor de Nederlandse bronnen als voor de bronnen van de diverse landen.

  • 1. Gespecificeerde posten die niet zijn meegenomen bij het bepalen van de woonlandfactor:

    • a. kosten voor arbeidsongevallen;

    • b. posten die opgenomen zijn voor de kosten van niet-verzekerden. Alleen kosten die gemaakt zijn door ‘rechthebbenden’ (verzekerden) zijn opgenomen. De groep ‘niet-verzekerden’ is in de populatie ook niet opgenomen;

    • c. eventuele eigen betalingen (van rechthebbenden) voor zorg.

  • 2. Bepaalde verdragslanden werken met een voorgerekend bedrag voor gemiddelde zorgkosten per rechthebbende in het land. Indien er geen verdere gegevens beschikbaar zijn, is er gebruikt gemaakt van deze gegevens.

  • 3. Bepaalde verdragslanden werken met steekproeven voor bepaling van de componenten. Indien er geen verdere gegevens beschikbaar zijn, is gebruik gemaakt van de gegevens uit de steekproef.

  • 4. Bepaalde verdragslanden werken met (toekomstige) schattingen voor bepaling van de componenten. Indien er geen verdere gegevens beschikbaar zijn, is er gebruikt gemaakt van deze gegevens.

Aanpassing woonlandfactoren in verband met recht op zorg in Nederland

Op 1 mei 2010 is de nieuwe Europese sociale zekerheidsverordening in werking getreden. Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Verordening kunnen gepensioneerde verdragsgerechtigden zonder tussenkomst van het orgaan van de woonplaats zorg inroepen in Nederland. De kosten hiervan komen ten laste van Nederland. Verder komen de kosten van zorg die door verdragsgerechtigden in een derde land wordt ingeroepen, ten laste van Nederland.

Vanwege deze ontwikkelingen wordt beoogd de berekening van de verdragsbijdrage te herzien, zoals laatstelijk is aangegeven in de VWS verzekerdenmonitor 2010 . In de berekening zal expliciet tot uitdrukking worden gebracht dat een deel van de zorg buiten het woonland wordt geconsumeerd. Oorspronkelijk werd uitgegaan van een aanpassing van de woonlandfactor per 1 januari 2011 maar inmiddels is besloten deze aanpassing een jaar later te laten ingaan, op 1 januari 2012. Deze latere datum heeft het voordeel dat bij de vaststelling van de aangepaste berekening uitgegaan kan worden van gemonitorde informatie inzake de werkelijke kosten die betrokkenen in Nederland maken gedurende een langere periode. Door de nieuwe berekeningswijze in te laten gaan op 1 januari 2012 kan uitgegaan worden van anderhalf jaar cijfermatige informatie over het zorggebruik van verdragsgerechtigden in Nederland.

Bijzonderheden

Bij de vaststelling van de woonlandfactoren voor 2012 zijn de volgende bijzonderheden van belang.

Er is besloten met ingang van de woonlandfactoren 2011 de landenindeling van de Belastingdienst te volgen. Dit leidt in 2012 tot enkele wijzigingen in de naamgeving van landen.

De uitgangspunten voor de berekening van de woonlandfactoren 2012 zijn dezelfde als die voor de voorafgaande jaren. Zo zijn de gemiddelde zorgkosten voor Nederland gebaseerd op de laatst bekende nota die Nederland bij de Rekencommissie van de Europese Unie heeft ingediend. Voor de woonlandfactoren 2012 zijn dit de gemiddelde zorgkosten voor het jaar 2009.

Nieuwe gegevens zijn bekend van de landen België, Bosnië-Herzegovina, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Italië, Kaapverdië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Tunesië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland. Als gevolg hiervan wijzigen voor deze tweeëndertig landen de woonlandfactoren 2012.

Uit de analyse van de woonlandfactoren blijkt dat de woonlandfactor van een aantal landen in sterkere mate is toe- of afgenomen. De voornaamste oorzaken hiervoor zijn een aanzienlijke wijziging in de hoogte van de gemiddelde zorgkosten in de betreffende landen, het feit dat sommige landen in het afgelopen jaar hun gemiddelde zorgkosten over meerdere jaren hebben bekendgemaakt en koersverschillen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven