Besluit van 26 augustus 2011 nr. 11.002025 tot aanwijzing van een onroerende zaak ter onteigening in de gemeente Tynaarlo krachtens artikel 78 van Titel IV van de onteigeningswet (onteigeningsplan Baanverlenging Groningen Airport Eelde)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op grond van de artikelen 77 en 78 van de onteigeningswet kan onteigening uit kracht van een koninklijk besluit plaatsvinden onder meer ten behoeve van de uitvoering van een bestemmingsplan.

Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening

De raad van de gemeente Tynaarlo verzoekt Ons bij besluit van 16 november 2010, nr. 11, om ten name van de gemeente Tynaarlo over te gaan tot aanwijzing van een aantal onroerende zaken ter onteigening in die gemeente.

Op 2 december 2010 heeft de raad van Tynaarlo zijn besluit aan Ons ter besluitvorming voorgedragen.

Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Overeenkomstig artikel 78, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 79 van de onteigeningswet bedoelde stukken en gegevens met ingang van 4 februari 2011 tot en met 17 maart 2011 in de gemeente Tynaarlo en bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, locatie Rijnstraat 8 te Den Haag, ter inzage gelegen.

Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft de burgemeester van Tynaarlo van het ontwerp koninklijk besluit en de terinzagelegging daarvan op 2 februari 2011 openbaar kennis gegeven in de lokaal verschijnende ‘Oostermoer-Noordenveld’ en op de website van de gemeente. Onze minister van Infrastructuur en Milieubeheer (Onze Minister) heeft van een en ander openbaar kennis gegeven in de Staatscourant van 2 februari 2011, no.761.

Verder heeft Onze Minister overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb het ontwerp koninklijk besluit met brief van 1 februari 2011toegezonden aan belanghebbenden, waaronder verzoeker. Daarbij zijn de belanghebbenden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot het naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren brengen van zienswijzen tegen het ontwerpbesluit.

Overwegingen

Noodzaak en urgentie

De onroerende zaken waarop het verzoek van de raad van Tynaarlo betrekking heeft, zijn begrepen in het bestemmingsplan ‘Groningen Airport Eelde baanverlenging’ van de gemeente Tynaarlo (verder te noemen: het bestemmingsplan).

Het bestemmingsplan is op 2 november 2010, onder nr. 7, vastgesteld door de raad van de gemeente Tynaarlo. Aan het bestemmingsplan ligt mede ten grondslag de nieuwe beslissing op bezwaar van 19 februari 2010 van de toenmalige ministers van Verkeer en Waterstaat en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, inzake de aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening die betrekking hebben op de vorenbedoelde uitbreiding (Staatscourant van 3 maart 2010, nr. 3403).

Het bestemmingsplan voorziet in de uitbreiding van de luchthaven Groningen Airport Eelde (GAE) door middel van een baanverlenging.

De in het verzoek begrepen perceelsgedeelten zijn in het bestemmingsplan aangewezen voor de bestemming ‘verkeer’, met de aanduidingen ‘landingsbaan (lb)’, ‘weg (we)’, ‘pad (pd)’ en ‘natuurwaarden (nw)’.

De percelen zijn thans in gebruik als grasland. Voor de uitvoering van het bestemmingsplan zullen deze gronden worden gebruikt voor de aanleg van de verlengde start- en landingsbaan (05-23), inclusief veiligheidszone; de verlegging van de bestaande Eekhoornstraat, inclusief ruiterpad en van de Bunnerzandweg, inclusief fietspad en de realisatie van (compenserende) natuurwaarden (‘stapstenen’).

De raad van Tynaarlo wil de ter onteigening voorgedragen gronden in (vrije) eigendom verkrijgen om het bestemmingsplan tijdig te kunnen verwezenlijken.

In de door de gemeente Tynaarlo voorgestane wijze van planuitvoering, wordt inzicht verschaft door het bestemmingsplan met de daarbij behorende regels, toelichting en verbeelding.

De gemeente Tynaarlo heeft in ieder geval vanaf 2 augustus 2010 het minnelijk overleg met de eigenaren van de in het onteigeningsverzoek begrepen onroerende zaken overgenomen van Groningen Airport Eelde N.V., de beoogd realisator van de baanverlenging. De betrokken eigenaren zijn daarvan op voornoemde datum schriftelijk door de gemeente in kennis gesteld. Hieruit kan worden afgeleid, dat de gemeente de eerdere onderhandelingen ook voor haar rekening wenst te laten komen. Nu het ten tijde van het verzoek niet aannemelijk was dat het minnelijk overleg op afzienbare termijn zou leiden tot vrijwillige eigendomsoverdracht, heeft de raad van Tynaarlo tot zijn verzoek besloten ten einde de tijdige verwezenlijking van het bestemmingsplan te verzekeren.

De aanvang van de werkzaamheden ter uitvoering van het bestemmingsplan is voorzien in het tweede kwartaal van 2011.

Zienswijzen

Binnen de daarvoor geldende termijn zijn bij Ons tegen het ontwerp onteigeningsbesluit geen zienswijzen naar voren gebracht.

Overige overwegingen

Uit het ingestelde onderzoek is Ons gebleken, dat het mede in het onteigeningsverzoek begrepen perceelsgedeelte met grondplannummer 1, blijkens de kadastrale registratie in ieder geval vanaf 15 juni 2011 in eigendom berust bij Groningen Airport Eelde N.V. Van de zijde van de gemeente is ambtelijk aangegeven dat bij tussentijdse verwerving op voortzetting van deze procedure niet langer prijs zal worden gesteld. Gelet hierop, zullen Wij wegens het ontbreken van de noodzaak tot onteigening het verzoek in zoverre afwijzen.

De in het onteigeningsverzoek begrepen perceelsgedeelten zijn in het bestemmingsplan met gebruikmaking van artikel 3.4 van de Wet ruimtelijke ordening ook aangewezen als gebied waarvan de verwerkelijking van de daar op gelegde bestemming in de nabije toekomst nodig wordt geacht. Omdat er geen exploitatieplan is vastgesteld, en evenmin sprake is van toepassing van een coördinatieregeling, kan van toepassing van art. 3.36 b, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat met ingang van 14 januari 2011 van kracht is, geen sprake zijn. Omdat het bestemmingsplan ten tijde van dit besluit tot aanwijzing ter onteigening nog niet onherroepelijk van kracht is, zullen Wij aan dit besluit derhalve voorwaarden verbinden die zien op het tijdstip waarop een dagvaarding ingevolge artikel 18 van de onteigeningswet kan worden uitgebracht en op het tijdstip van het vervallen van dit besluit.

Uit het raadsbesluit blijkt dat de in het verzoek tot onteigening begrepen onroerende zaken bij de uitvoering van het bestemmingsplan bezwaarlijk kunnen worden gemist.

Het moet dan ook in het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling worden geacht, dat de gemeente Tynaarlo de eigendom van het perceelsgedeelte met grondplannummer 2 verkrijgt. Overigens is Ons niet gebleken van feiten en omstandigheden die aan de toewijzing van het verzoek in de weg kunnen staan.

Wij kunnen, met inachtneming van het hierboven gestelde, het verzoek van de raad van Tynaarlo tot het nemen van een besluit krachtens artikel 78, eerste lid, van de onteigeningswet, dan ook gedeeltelijk toewijzen.

Beslissing

Met inachtneming van de onteigeningswet,

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 5 juli 2011, nr. BJZ 2011048607, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelezen het verzoek van de raad van Tynaarlo van 16 november 2010, nummer 11;

Gelezen de brief van de raad van de gemeente Tynaarlo van 2 december 2010, kenmerk 10/9220/gz;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 augustus2011, nr. W14.11.0260/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 22 augustus 2011 nr. BJZ 2011051924, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken,

Hebben Wij goedgevonden en verstaan:

Ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan ‘Groningen Airport Eelde baanverlenging’ van de gemeente Tynaarlo, ten name van die gemeente ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaken, zoals aangeduid op de grondtekening (d.d. 16/11/2010, W0288-04.001, tekeningnr. 01 en de bijbehorende detail-kaarten met tekeningnrs. 02 en 03), die ingevolge artikel 78 van de onteigeningswet, ter inzage hebben gelegen in de gemeente Tynaarlo en bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu en voor zover die zijn vermeld op de bij dit besluit behorende lijst.

Zulks onder de voorwaarden, dat niet zal worden overgegaan tot dagvaarding als bedoeld in artikel 18 van de onteigeningswet, vóór dat het bestemmingsplan onherroepelijk van kracht zal zijn met betrekking tot de in het onteigeningsverzoek begrepen onroerende zaken en dat dit aanwijzingsbesluit vervalt, indien het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan met betrekking tot die onroerende zaken in beroep zal worden vernietigd.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

’s-Gravenhage, 26 augustus 2011

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

LIJST VAN TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN EN/OF BEPERKTE RECHTEN

Verzoekende instantie: Gemeente Tynaarlo Naam onteigeningsplan: Administratieve onteigening Bestemmingsplan Groningen Airport Eelde baanverlenging

Grondplan

nr.

De te onteigenen grootte

Omschrijving volgens kadastrale registratie

Perceelsgrootte volgens kadastrale registratie

Kadastrale aanduiding:

Tenaamstelling (zonder adres) volgens de kadastrale registratie met, indien van toepassing, vermelding van het op het perceel rustende rechten

ha

a

ca

ha

a

ca

Kad. gemeente

sectie

Perceelnummer

2

3

9

55

TERREIN (GRASLAND)

5

70

30

Vries

T

1894

De heer Jan Arend Willem Lubberdink (eigendom),

Mevrouw Johanna Christine ter Horst (aantekening recht),

Waterschap Noorderzijlvest (zakelijk recht, belemmeringen wet privaat recht)

Behorend bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2011, nr.  1.002

Naar boven