Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 juni 2010, nr. 137089, houdende mededeling, op basis van de Kaderwet diervoeders, van richtlijn nr. 2009/141/EG, richtlijn nr. 2010/6/EU en verordening (EG) nr. 212/2010

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 1, derde lid, van de Kaderwet diervoeders;

Doet mededeling van:

  • Richtlijn nr. 2009/141/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 november 2009 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de maximumgehalten aan arseen, theobromine, Datura sp., Ricinus communis L., Croton tiglium L. en Abrus precatorius L. betreft (PbEU 2009, L 308/20), op welke richtlijn vanaf de dag waarop daaraan ingevolge de richtlijn uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven, artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Kaderwet diervoeders in samenhang met artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling diervoeders betrekking heeft;

  • Richtlijn nr. 2010/6/EU van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 februari 2010 tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft kwik, vrij gossypol, nitriet en Mowrah, Bassia, Madhuca (PbEU 2010, L 37/29), op welke richtlijn vanaf de dag waarop daaraan ingevolge de richtlijn uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven, artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van de Kaderwet diervoeders in samenhang met artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling diervoeders betrekking heeft;

  • Verordening (EU) nr. 212/2010 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 maart 2010 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 669/2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong (PbEU 2010, L 65/16), op welke verordening vanaf de dag waarop ingevolge de verordening daaraan uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven, artikel 16, tweede lid, van de Kaderwet diervoeders in samenhang met artikel 81, onderdeel c, van de Regeling diervoeders, van toepassing is.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven