Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Staatscourant 2010, 9636 | Interne regelingen |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Holland | Staatscourant 2010, 9636 | Interne regelingen |
3 juni 2010
Het bestuur van de Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio, gevestigd te Haarlemmermeer,
Gelet op het Bestemmingsreglement Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio en de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit het navolgende reglement behandeling bezwaarschriften vast te stellen:
In dit reglement wordt verstaan onder:
de Stichting bevordering kwaliteit leefomgeving Schipholregio;
de Algemene wet bestuursrecht;
het bestuur van de Stichting; en
de overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:13 van de wet ingestelde commissie van advies voor bezwaarschriften.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de Stichting.
De secretaris van de commissie is een door het bestuur aangewezen persoon. Het bestuur wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.
1. De commissie bestaat uit drie leden.
2. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de Stichting.
1. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de leden van de commissie en kan hen twee maal herbenoemen.
2. De voorzitter wordt door het bestuur in functie benoemd. De commissie wijst zelf een lid als plaatsvervangend voorzitter aan.
3. De zittingsduur van de leden van de commissie bedraagt vier jaar.
4. Ingeval een lid eerder aftreedt dan op het moment, waarop zijn zittingsduur eindigt, benoemt de raad voor het restant van deze zittingsduur een nieuw lid.
5. De afgetreden leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.
1. Op het bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
2. De Stichting bevestigt de ontvangst van een bezwaarschrift schriftelijk binnen 5 werkdagen na ontvangst. In de ontvangstbevestiging wordt medegedeeld dat de commissie over het bezwaar zal adviseren.
3. De Stichting stelt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de commissie.
1. De voorzitter is bevoegd te beslissen over:
a. het al dan niet verlangen van een schriftelijke machtiging op grond van artikel 2:1, tweede lid, van de wet;
b. het stellen van een termijn, waarbinnen een verzuim om te voldoen aan vereisten voor het in behandeling nemen van een bezwaarschrift kan worden hersteld, als bedoeld in artikel 6:6 van de wet;
c. het verzenden van stukken aan een gemachtigde in het kader van de behandeling door de commissie als bedoel in artikel 6:17 van de wet;
d. het ter inzage leggen van stukken en indienen van nadere stukken als bedoeld in artikel 7:4 van de wet; en
e. het afzonderlijk horen van belanghebbenden als bedoeld in artikel 7:6 van de wet.
1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het bestuur vereist.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen. De secretaris nodigt vervolgens de belanghebbenden en de Stichting tenminste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.
1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.
2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.
1. Het verslag van de hoorzitting vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid en houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter hoorzitting is voorgevallen.
2. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.
3. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.
4. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.
1. Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.
2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, de Stichting en de belanghebbenden toegezonden.
3. De leden van de commissie, de Stichting en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.
4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in dit reglement die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
1. De commissie advies beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies over het bezwaarschrift.
2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor het te nemen besluit op het bezwaarschrift.
5. De voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekenen het advies.
1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 11 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan de Stichting.
2. Op het bezwaarschrift wordt door de Stichting beslist. De Stichting kan voor de motivering van haar beslissing verwijzen naar het advies, dat dan met de beslissing wordt meegezonden.
1. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van 10 weken, als bedoeld in artikel 7:10 van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij de Stichting tijdig de beslissing te verdagen.
2. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden tijdig een afschrift.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-9636.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.