Besluit mandaat, volmacht en machtiging College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden 2010

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

Gelet op artikel 8, vierde en vijfde lid van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Stb 2007, 125);

Gelet op het Besluit reglement Werkwijze College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Stcr. 2007, 238);

Besluit:

Artikel 1 Definities

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    a. college:

    het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

    b. secretaris:

    de secretaris van het college;

    c. directeur:

    de directeur van het secretariaat van het college;

    d. manager:

    functionaris belast met de leiding van een afdeling;

    e. beleidsmedewerker:

    functionaris die is aangesteld in de functie van beleidsmedewerker;

    f. communicatiemedewerker:

    functionaris die is aangesteld in de functie van communicatiemedewerker;

    g. jurist:

    functionaris die is aangesteld in de functie van jurist.

Artikel 2 Personele aangelegenheden

Aan de manager wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend met betrekking tot de navolgende personele aangelegenheden van de onder de betreffende manager ressorterende functionarissen:

  • a. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van medewerkers overeenkomstig de door de directeur daartoe vastgestelde opleidingsplannen alsmede de financiële afhandeling daarvan. Opleidingen waarvan de kosten een door de secretaris/directeur vastgesteld bedrag per opleiding overschrijden, behoeven diens goedkeuring;

  • b. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

  • c. het accorderen van declaraties.

Artikel 3 Mandaat

  • 1. Aan de manager van de afdelingen gewasbescherming en biociden wordt mandaat verleend voor de navolgende in bijlage I bij het Besluit Reglement werkwijze College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden aan de secretaris/directeur verleende mandaten, voor zover het betreffende middel binnen het werkgebied van zijn afdeling valt:

    • a. het in behandeling nemen van een aanvraag;

    • b. het in behandeling nemen van een aanvraag na overlegging van aanvullende gegevens;

    • c. het wijzigen van de naam van een middel op verzoek van de toelatinghouder;

    • d. het wijzigen van de tenaamstelling van een aanvraag of toelating op verzoek van de aanvrager c.q. toelatinghouder;

    • e. het intrekken van een toelating op verzoek van de toelatinghouder.

  • 2. Aan de manager Bestuurlijke- en juridische zaken wordt mandaat verleend voor het in bijlage I bij het Besluit Reglement werkwijze College voor de toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden aan de secretaris/directeur verleende mandaat tot het besluiten op verzoeken om openbaarmaking van stukken op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur en/of de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Artikel 4 Volmacht

  • 1. Een manager en de medewerker communicatie zijn gevolmachtigd tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor zover deze binnen het werkterrein van zijn afdeling en de functiebeschrijving van de manager of medewerker vallen dan wel uit een specifieke projectopdracht voortvloeien.

  • 2. De volmacht strekt zich uit tot rechtshandelingen voor zover de financiële verplichtingen die daaruit voortvloeien vallen binnen de door het college goedgekeurde begroting en het voor de specifieke aangelegenheid vastgestelde budget. Daarnaast geldt een algemeen plafond voor het aangaan van financiële verplichtingen van € 50.000,– exclusief BTW per verplichting voor de manager en € 20.000,– exclusief BTW per verplichting voor de medewerker communicatie.

  • 3. De manager is bevoegd tot het doorverlenen van de in het eerste lid bedoelde volmacht aan onder hem ressorterende functionarissen.

  • 4. De doorverlening van de volmacht door de manager wordt met instemming van de secretaris/directeur schriftelijk vastgelegd.

  • 5. Afdelingsoverstijgende privaatrechtelijke rechtshandelingen alsmede de bevoegdheid tot het inhuren van externen op het terrein van interimmanagement, formatie- en organisatie-advies, communicatie- en beleidsadvies blijven voorbehouden aan de secretaris/directeur.

  • 6. Een gevolmachtigde is niet bevoegd om een rechtshandeling ten aanzien van zich zichzelf te verrichten.

Artikel 5 Machtiging

  • 1. De manager is gemachtigd tot het verrichten van handelingen voor zover deze vallen binnen het werkterrein zoals beschreven in de functiebeschrijving van de manager dan wel in een specifieke projectopdracht en voor zover uit de politieke of bestuurlijke aard dan wel overigens uit de strekking of inhoud van het onderwerp niet voortvloeit dat de handeling door de secretaris/directeur dient te geschieden.

  • 2. De manager is bevoegd tot het doorverlenen van de in het eerste lid bedoelde machtiging aan onder hem ressorterende functionarissen.

  • 3. De beleidsmedewerker en de medewerker communicatie zijn gemachtigd tot het verrichten van handelingen voor zover deze vallen binnen het werkterrein zoals beschreven in de functiebeschrijving van beleidsmedewerker en medewerker communicatie voor zover uit de politieke of bestuurlijke aard dan wel overigens uit de strekking of inhoud van het onderwerp niet voortvloeit dat de handeling door de secretaris/directeur dient te geschieden.

  • 4. De medewerker die is benoemd in de klachtenadviescommissie als bedoeld in Afdeling 9.3 van de Algemene wet bestuursrecht is gemachtigd tot het verrichten van handelingen ter uitvoering van deze taak.

Artikel 6 Vertegenwoordiging in rechte

De manager Bestuurlijke- en juridische zaken alsmede de juristen zijn bevoegd om het college te vertegenwoordigen in bezwaar- en overige gerechtelijke procedures. In elke procedure bepaalt de manager Bestuurlijke- en juridische zaken welke jurist het college vertegenwoordigt.

Artikel 7 Plaatsvervanging en waarneming

  • 1. Bij afwezigheid of verhindering van de secretaris/directeur worden, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens taken en bevoegdheden waargenomen door de manager die door de secretaris/directeur als zijn plaatsvervanger is aangewezen.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van een manager worden diens taken en bevoegdheden waargenomen door de secretaris/directeur of de manager die door hem als plaatsvervanger is aangewezen.

  • 3. Bij afwezigheid of verhindering van zowel de secretaris/directeur als de manager die door hem als plaatsvervanger is aangewezen, worden deze taken en bevoegdheden waargenomen door één van de aanwezige managers.

  • 4. Bij afwezigheid of verhindering van een in artikel 5 en 6 genoemde medewerker worden de bevoegdheden en (rechts)handelingen waarvoor mandaat, volmacht of een machtiging is afgegeven, uitgeoefend door de manager die het mandaat, volmacht of machtiging heeft verleend.

Artikel 8 Informatieplicht

De functionaris aan wie bij dit besluit mandaat en/of volmacht is verleend, heeft een informatieplicht jegens degene die het mandaat of de volmacht heeft gegeven.

Artikel 9 Ondertekening

  • 1. Een document waarmee een besluit van het college wordt vastgelegd door een daartoe op grond van dit besluit bevoegde functionaris vermeldt aan het slot:

    Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

    voor deze:

    de secretaris,

    voor deze,

    (handtekening van de betrokken functionaris,

    naam van de betrokken functionaris,

    functieaanduiding)

  • 2. Een document waarmee een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt vastgelegd door een daartoe op grond van dit besluit bevoegde functionaris vermeldt aan het slot:

    Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

    voor deze:

    de secretaris/directeur,

    voor deze,

    (handtekening van de betrokken functionaris

    naam van de betrokken functionaris

    functieaanduiding)

  • 3. Een document waarin geen besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling wordt vastgelegd, vermeldt aan het slot de handtekening van de betrokken functionaris, de naam van de betrokken functionaris en de functieaanduiding.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, in werking.

  • 2. Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden 2008 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Ctgb 2010.

Wageningen, 24 februari 2010

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

voor deze:

de secretaris van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

de directeur van het secretariaat van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden,

A.T.C. Bosveld.

Algemene toelichting

Onderhavig besluit vormt een nadere uitwerking van Hoofdstuk 8 van het Besluit Reglement werkwijze van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) dat betrekking heeft op mandaat, volmacht, machtiging en ondertekeningsbevoegdheid. Het Besluit Reglement werkwijze van het Ctgb is naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden gewijzigd. In het verlengde daarvan is ook het mandaatbesluit in 2008 rigoureus aangepast.

In 2010 is het besluit slechts op enkele onderdelen gewijzigd. Zo is een algemeen plafond ingesteld bij de volmachten in plaats van een uitwerking in een bijlage per afdeling en is de plaatsvervanging van de secretaris/directeur en diens plaatsvervanger nader geregeld.

In hoofdstuk 8 van het Besluit Reglement werkwijze Ctgb is allereerst het verlenen van mandaat van het college aan de secretaris van aldaar genoemde besluiten geregeld. In dit hoofdstuk is tevens bepaald dat de secretaris, om redenen van doelmatigheid, voor de aldaar genoemde bevoegdheden een ondermandaat kan verlenen aan medewerkers van het secretariaat. Het onderhavige besluit vormt hiervan een nadere uitwerking. Onder mandaat wordt verstaan de bevoegdheid om in naam van het college besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht te nemen. Voor zover het ondermandatering betreft van besluiten genoemd in bijlage I bij het Besluit Reglement werkwijze van het Ctgb, behoeft het onderhavige besluit de goedkeuring van het college. Deze goedkeuring is in de vergadering van 23 januari 2008 (C-189) verleend. De ondermandatering is in het onderhavige Besluit mandaat, volmacht en machtiging niet gewijzigd ten opzichte van het besluit uit 2008.

In hoofdstuk 8 van het Reglement werkwijze van het Ctgb is voorts aan de secretaris van het college een volmacht gegeven voor de verrichting van de benodigde privaatrechtelijke rechtshandelingen, voor zover de financiële verplichtingen die daarmee zijn gemoeid binnen de begroting blijven. In onderhavig besluit worden door de secretaris van het college medewerkers van het secretariaat gemachtigd tot het uitoefenen van deze bevoegdheid.

In hoofdstuk 8 wordt voorts voorzien in een machtiging aan de secretaris voor het verrichten van handelingen, voor zover de inhoud daarvan binnen de normale bedrijfsvoering en het gangbare beleid van het college valt. Hier wordt onder meer gedoeld op feitelijke uitvoerende taken en bevoegdheden, zoals het geven van voorlichting en inlichtingen en het ondertekenen van brieven van informatieve aard. De secretaris/directeur kan medewerkers van het secretariaat machtigen om deze bevoegdheid uit te oefenen.

Tenslotte wordt in het hoofdstuk nog de wijze van ondertekening geregeld.

Anders dan in het Mandaat- en ondertekeningsbesluit 2005, bevat de regeling niet voor alle situaties een limitatieve opsomming van de bevoegdheden waarvoor door de secretaris/directeur aan medewerkers een volmacht of machtiging wordt gegeven. Uitsluitend voor de besluiten van het college in de zin van de Algemene wet bestuursrecht wordt de doormandatering van de secretaris beperkt tot de in het besluit benoemde besluiten. Met uitzondering van personele aangelegenheden, is voor de doorverlening van volmachten en machtigingen volstaan met een aanduiding van werkterreinen die functiegerelateerd uitgeoefend worden en is de doorverlening beperkt tot besluiten en (rechts)handelingen voor zover deze vallen binnen de voor het betreffende jaar door het college goedgekeurde begroting. Daarnaast is een algemeen plafond ingesteld van € 50.000,– exclusief BTW per verplichting. In het Besluit reglement werkwijze Ctgb is reeds bepaald dat geen mandaat mogelijk is voor beslissingen op bezwaar.

De verdere doorverlening van volmacht en machtiging door de manager aan onder hem ressorterende functionarissen is in het onderhavige besluit mogelijk gemaakt voor wat betreft het werkterrein van de betreffende afdeling.

Met de doorgevoerde wijziging is beoogd het besluit toegankelijker te maken en te voorkomen dat lacunes ontstaan omdat een bevoegdheid niet expliciet is geregeld. Bijkomend voordeel is dat het besluit niet bij elke wijziging aangepast behoeft te worden.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 3 Personele aangelegenheden

Gelet op het feit dat alle besluiten en veel handelingen die de formele rechtspositie van medewerkers betreffen en voortvloeien uit het Algemeen Rijksambtenarenreglement, voorbehouden blijven aan de secretaris/directeur, is er voor personele aangelegenheden gekozen voor een limitatieve opsomming van (rechts)handelingen die de manager namens de directeur mogen verrichten.

Artikel 5 Volmacht

De secretaris/directeur verleent met onderhavig besluit volmacht aan de manager voor rechtshandelingen voor zover deze binnen het werkterrein van zijn afdeling en de functiebeschrijving van de desbetreffende functionaris vallen. De volmacht is begrensd door de door het college vastgestelde begroting en het op basis daarvan voor een bepaald onderdeel vastgesteld budget. Afdelingoverstijgende rechtshandelingen blijven voorbehouden aan de secretaris/directeur. Daarnaast is een algemene begrenzing van de volmacht opgenomen van € 50.000,– exclusief BTW per verplichting.

De verdere doorverlening van volmacht door de manager aan onder hem ressorterende functionarissen is in het onderhavige besluit mogelijk gemaakt voor wat betreft het werkterrein van de betreffende afdeling. In een document, dat met instemming van de secretaris/directeur wordt vastgesteld, wordt inzichtelijk gemaakt welke volmachten doorverleend zijn aan medewerkers en of deze begrensd zijn.

Artikel 6 Machtiging

Bij de hier bedoelde handelingen kan gedacht worden aan de beantwoording van vragen en het geven van informatie over het werkterrein van de afdeling. In Hoofdstuk 8 van het Besluit Reglement werkwijze Ctgb is de machtiging aan de secretaris/directeur reeds beperkt tot voor zover de inhoud van de informatie en de beantwoording van vragen valt binnen de normale bedrijfsvoering en het gangbare beleid.

Artikel 9 Ondertekening

Ter waarborging van de uniformiteit zullen medewerkers in een interne notitie over de wijze van ondertekening nader geïnformeerd worden.

Naar boven