Convenant Bereikbaarheidsimpuls Limburg

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Provincie Limburg

3 juni 2010

De ondergetekenden

1. De Minister van Verkeer en Waterstaat, de heer C.M.P.S. Eurlings, handelend als bestuursorgaan hierna te noemen ‘de Minister’.

2. Het College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, handelend als bestuursorgaan, namens deze de gedeputeerde Verkeer en Vervoer de heer G.H.M Driessen hierna te noemen ‘het College’.

Partijen 1 en 2 hierna te noemen ‘Partijen’.

Overwegende

  • 1. dat Partijen grote voortgang hebben geboekt bij het uitwerken van plannen voor het verbeteren van de bereikbaarheid van belangrijke economische centra in Limburg;

  • 2. dat Partijen in het laatste bestuurlijke overleg van 20 mei 2010 naar elkaar uitgesproken intenties in dit convenant te willen vastleggen.

Komen het volgende overeen

Artikel 1 Reikwijdte van het Convenant

Dit convenant betreft de volgende projecten:

  • 1. Ruimtelijke Mobiliteitspakket Maastricht Noord

  • 2. Zuidelijke Spooraansluiting Chemelot

  • 3. Station Maastricht Noord

  • 4. Aansluiting Nuth

  • 5. No Regret Pakket A67 Limburg

  • 6. Aanvullende mitigerende voorzieningen A74

Artikel 2 Ruimtelijk Mobiliteits Pakket Maastricht-Noord

2.1 Project

  • 1. Om de bereikbaarheid van Maastricht via de auto en het openbaar vervoer en daarmee de leefbaarheid en verkeersveiligheid te verbeteren, is extra capaciteit nodig op de Noorderbrug.

  • 2. Ook is het de bedoeling om de doorstroming in het openbaar vervoer te verbeteren.

  • 3. Als oplossing is gekozen voor een benuttingsvariant die bestaat uit optimalisatie van het Noorderbrugtracé in combinatie met een optimalisatie van het OV en het langzame verkeer.

2.2 Scope

Het betreft Belvedère en daarmee samenhangende projecten in Maastricht-Noord. Maaskruisend verkeer: versnelde realisatie autopakket Noorderbrug, tram Vlaanderen-Maastricht en daarmee samenhangende oplossingen voor langzaam verkeer (fiets) en parkeren (P+R).

2.3 Financiën

  • 1. Partijen werken gezamenlijk een sluitende ‘Businesscase RMP Maastricht-Noord’ uit en stellen een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) op ten behoeve van een MIRT-projectbeslissing in het BO-MIRT najaar 2010. Uitgangspunt bij de businesscase is dat de risico’s voor de investeringen door de Wijkontwikkelingsmaatschappij worden gedragen.

  • 2. Voor het project is door de Minister van VROM al maximaal € 10 miljoen (Nota Ruimtebudget) en door de Minister van Verkeer en Waterstaat al maximaal € 24 miljoen (voor het trampakket: AROV) gereserveerd.

  • 3. De Minister draagt daarbovenop maximaal € 60 miljoen extra bij. De rijksreservering komt daarmee op € 94 miljoen.

  • 4. De doelmatigheid van de bijdrage wordt nader onderbouwd op basis van de MKBA, waarbij gekozen wordt voor de meest doelmatige variant.

2.4 Planning

  • Het is de bedoeling om in het najaar van 2010 de projectbeslissing (MIRT-3 besluit) voor te bereiden en te nemen.

Artikel 3: Zuidelijke spooraansluiting Chemelot

3.1 Project

In opdracht van de provincie is een verkenning uitgevoerd naar het uitbreiden van de spooraansluiting van dit industrieterrein.

3.2 Scope

Het betreft het realiseren van een zuidelijke spooraansluiting (waardoor kopmaken richting zuiden station Sittard niet meer nodig is), elektrificatie en uitbreiden van emplacement. ProRail heeft de verkenning uitgevoerd.

3.3 Financiën

  • 1. De huidige raming van het project bedraagt € 38,1 miljoen inclusief BTW (+/- 15% marge) en inclusief reservering voor de toekomstonzekerheden en de gekapitaliseerde onderhoudskosten. Partijen spannen zich in overleg met ProRail in om de realisatiekosten te verlagen.

  • 2. De Minister draagt maximaal € 5 miljoen bij.

  • 3. Voorwaarden voor de in 2 gestelde bijdrage zijn dat het College:

    • a. de verantwoordelijkheid neemt voor de uitvoering van het project (planstudie en realisatie);

    • b. hierbij Chemelot en de bedrijven op het industrieterrein (zoals DSM) betrekt;

    • c. zich inspant om het restant te financieren en daarbij ook de mogelijkheden van een EFRO subsidie en een bijdrage van EZ te benutten.

Artikel 4: Station Maastricht Noord

4.1 Project

Het project betreft de realisatie van een nieuw station Maastricht Noord.

4.2 Scope

Het project is omschreven in een schriftelijke subsidieaanvraag, die de Minister van het College heeft ontvangen.

4.3 Financiën

  • 1. De totale kosten bedragen € 8 miljoen.

  • 2. De Minister draagt maximaal € 4,6 miljoen bij.

  • 3. De overige kosten zijn voor rekening van het College.

4.4 Planning

Het nieuwe station dient gereed te zijn voor de dienstregeling 2012. Deze wordt vastgesteld in december 2011.

Artikel 5: Aansluiting Nuth

5.1 Project

  • 1. Het project betreft het aansluiten van de buitenring Parkstad op de A76 ter hoogte van Nuth. De bestaande aansluitingen bij Nuth en Schinnen vervallen. Het project zal worden aangehaald met ‘de aansluiting Nuth’.

  • 2. Het College bereidt het project verder voor en realiseert het project. Hieronder vallen alle werkzaamheden in het kader van de ruimtelijke ordening (planstudie) en de voorbereiding en begeleiding van de uitvoering.

5.2 Scope

De aansluiting Nuth bestaat uit vijf modulen te weten:

  • A. Aansluiting Buitenring: van de Buitenring Parkstad naar het kunstwerk over het spoor [module D];

  • B. Aanpassen van het onderliggend wegennet;

  • C. Turborotonde (inclusief toe- en afritten);

  • D. Kunstwerk over het spoor;

  • E. Deel Turborotonde [module C] – kunstwerk over het spoor [module D].

5.3 Financiën

  • 1. Het College draagt € 30 miljoen (inclusief BTW, BLD en planstudiekosten) bij.

  • 2. De Minister draagt € 50 miljoen (inclusief BTW, BLD en planstudiekosten) bij en draagt als extra impuls nog eens maximaal € 13,5 miljoen bij. Hiermee komt de totale rijksbijdrage op maximaal € 63,5 miljoen (inclusief BTW, BLD en planstudiekosten).

5.4 Planning

Het College streeft ernaar om de Buitenring Parkstad inclusief de aansluiting bij Nuth in 2015 open te stellen.

Artikel 6: No Regret Pakket A67 Limburg

6.1 Project

Het project betreft een pakket van No Regret maatregelen op het Limburgse gedeelte van de A67.

6.2 Scope

Het Limburgse deel van het No Regret Pakket bestaat uit:

  • 1. het verbeteren van de verkeersveiligheid door aanleggen van ribbelmarkering alsmede het nemen van een aantal flankerende maatregelen waardoor bij calamiteiten de weg sneller vrijkomt voor het verkeer;

  • 2. het vergroten van de capaciteit en kwaliteit van verzorgingsplaatsen.

6.3 Financiën

  • 1. De totale kosten van het No Regret Pakket A67 Limburg bedragen € 10 miljoen.

  • 2. De Minister draagt maximaal € 10 miljoen bij.

6.4 Planning

Het te nemen pakket aan maatregelen wordt nader uitgewerkt en vastgelegd in het bestuurlijk overleg MIRT in het najaar 2010.

Artikel 7: Aanvullende mitigerende voorzieningen A74

7.1 Project

Het project betreft een ruimhartig pakket van mitigerende voorzieningen in het effect- en plangebied van de nog aan te leggen A74.

7.2 Scope

  • 1. Het betreft de realisatie van extra mitigerende voorzieningen in het effect- en plangebied van de A74. De A74 is een ontbrekende schakel tussen het Nederlandse en het Duitse hoofdwegennet. Het project is opgenomen in het MIRT.

7.3 Financiën

  • 1. Het maatregelpakket omvat € 20 miljoen aan extra mitigerende voorzieningen.

  • 2. De Minister draagt maximaal € 10 miljoen bij.

  • 3. Het College draagt in ieder geval € 5 miljoen bij en betrekt de gemeente Venlo hierbij.

  • 4. Het College spant zich in om in de komende periode additioneel een bijdrage van € 5 miljoen vrij te maken, zodat het totaal bedrag op € 20 miljoen komt. Als deze inspanning onvoldoende oplevert, dan herprioriteert het College binnen het pakket aan mitigerende voorzieningen.

7.4 Planning

  • 1. Het College ziet erop toe dat de gemeente Venlo de verantwoordelijkheid neemt voor de planning en realisatie van de aanvullende mitigerende voorzieningen. De planning en de realisatie komen in goed overleg met Rijkswaterstaat tot stand.

  • 2. De Minister zal de maatregelen niet meenemen in het Tracébesluit van de A74.

Artikel 8 Overige algemene bepalingen

8.1 Financiën

  • 1. Alle door de Minister toegezegde bedragen zijn gemaximeerde bijdragen inclusief BTW en BLD of VAT en planstudiekosten.

  • 2. Alle door de Minister toegezegde bedragen worden niet geïndexeerd.

  • 3. De Minister zegt alle in dit convenant genoemde bedragen toe onder de voorwaarde dat het College zorg draagt voor de rest van de financiering en de verantwoordelijkheid neemt en de risico’s draagt voor de voorbereiding en de uitvoering van het project (planstudie en realisatie). Dit geldt voor alle projecten met uitzondering van artikel 6: ‘No Regret Pakket A67 Limburg’.

8.2 Nadere uitwerking

  • 1. Voor alle projecten worden nadere uitwerkingsafspraken gemaakt.

  • 2. Daar waar nodig worden deze in aanvullende overeenkomsten vastgelegd.

8.3 Geschillen

  • 1. Dit convenant is niet in rechte afdwingbaar.

  • 2. Er is sprake van een geschil indien één der Partijen daarvan schriftelijk en gemotiveerd melding maakt aan de andere Partij, waarna de Partijen binnen 14 werkdagen na een zodanige melding eerst met elkaar in overleg treden om te bezien of in der minne een oplossing van het geschil kan worden gevonden.

  • 3. Indien Partijen niet langs minnelijke weg tot een oplossing voor het gerezen geschil kunnen komen nemen Partijen een besluit over de wijze waarop het geschil tussen Partijen zal worden beslecht.

8.4 Publicatie

Binnen tien werkdagen na ondertekening van deze intentieverklaring wordt de zakelijke inhoud daarvan door de Minister gepubliceerd in de Staatscourant en ter inzage gelegd.

Aldus overeengekomen, in tweevoud opgemaakt en ondertekend te Maastricht op 3 juni 2010.

De Minister,

C.M.P.S. Eurlings,

Minister van Verkeer en Waterstaat.

Het College,

G.H.M. Driessen,

lid van Gedeputeerde Staten van Limburg.

Naar boven