Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 5 november 2010, nr. WBN 2010/13, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap en de Regeling naturalisatietoets Nederland;

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 2.2.1/8-1-d Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d RWN komt te luiden:

paragraaf 2.2.1 Gedeeltelijke vrijstelling

De verzoeker kan een beroep doen op de gedeeltelijke vrijstellingsgronden als genoemd in artikel 4 van de Regeling naturalisatietoets Nederland. Indien verzoeker voor gedeeltelijke vrijstelling van het inburgeringsexamen in aanmerking wil komen dient hij het volgende te overleggen:

1. Certificaat Oudkomers vrijstelling van KNS
  • een certificaat oudkomers als bedoeld in de Regeling certificaat oudkomers, met daarop de aantekening dat voor de onderdelen Lezen, Spreken, Schrijven en Luisteren tenminste het niveau 2 van referentie kader NT2 is behaald; én

  • een door het college van burgemeester en wethouders afgegeven gewaarmerkte kopie over de verklaring van de onderwijsinstelling waar de NT2-profieltoets is afgelegd.

De verzoeker die een beroep doet op vrijstelling van het praktijkgedeelte als bedoeld in artikel 3.7 van het Besluit inburgering (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan) alsmede van het elektronisch praktijkexamen (EPE) en de toets gesproken Nederlands (TGN) dient nog wel het onderdeel kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) af te leggen. Dit toont verzoeker aan door de door de DUO verstrekte resultatenbrief van het onderdeel kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) te overleggen, met het resultaat ‘geslaagd’.

Bij indiening van het verzoek om naturalisatie dient betrokkene gelet op het vorenstaande de volgende documenten te overleggen: certificaat oudkomers, gewaarmerkt kopie verklaring onderwijsinstelling en de resultatenbrief van het onderdeel kennis van de Nederlandse samenleving (KNS).

Indien verzoeker een Certificaat naturalisatietoets, overlegt, waaruit blijkt dat het onderdeel kennis van de staatsinrichting en maatschappij (deel I) met goed gevolg is afgesloten, overlegt hij bij indiening van het verzoek om naturalisatie, gelet op het bovenstaande, de volgende documenten:

certificaat oudkomers, gewaarmerkte kopie verklaring onderwijsinstelling en het Certificaat naturalisatietoets waaruit blijkt dat het onderdeel kennis van de staatsinrichting en maatschappij (deel I) met goed gevolg is afgesloten.

2. Bewijs geslaagd voor kennis staatsinrichting en maatschappij

Van het afleggen van het examen kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) is vrijgesteld de verzoeker die kan aantonen dat hij op grond van de Regeling naturalisatietoets, zoals deze gold voor 1 april 2007, het onderdeel kennis van de staatsinrichting en maatschappij (deel I) van de naturalisatietoets zoals deze gold voor 1 april 2007, heeft behaald.

Indien betrokkene is vrijgesteld van het vorengenoemd onderdeel en voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen slaagt, dan krijgt hij voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen een resultatenbrief.

Bij indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt hij de resultatenbrief en het certificaat naturalisatietoets waaruit blijkt dat deel I is behaald.

3. Bewijs geslaagd voor het onderdeel Maatschappij Oriëntatie bij Certificaat Inburgering Nieuwkomers

Van het afleggen van het examen kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) is vrijgesteld de verzoeker die aantoont dat hij bij het op grond van de Wet inburgering nieuwkomers (1998–2006) behaalde Certificaat Inburgering het onderdeel Maatschappij Oriëntatie met een voor de naturalisatie voldoende niveau heeft behaald.

Het niveau van het onderdeel Maatschappij Oriëntatie wordt als voldoende beoordeeld indien het hier het niveau 2 van de Kwalificatiestructuur Educatie (KSE) betreft. Het behaalde niveau moet blijken uit het Certificaat Inburgering of de bij het Certificaat behorende ROC-verklaring. Indien op deze twee bescheiden het behaalde KSE-niveau niet is vermeld, geldt dat geconcludeerd moet worden dat het niveau 2 KSE is behaald indien de score 85% of hoger is (tot en met 31 augustus 2001) of 80% of hoger is (vanaf 1 september 2001). De datum van de ROC-verklaring is bepalend voor de vaststelling welk percentage dient te zijn behaald. Indien betrokkene is vrijgesteld van het vorengenoemd onderdeel en voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen slaagt, dan krijgt hij voor de overige onderdelen van het inburgeringsexamen een resultatenbrief. De overige onderdelen van het inburgeringsexamen zijn: het decentraal praktijkdeel (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan), de Toets Gesproken Nederlands (TGN) en het Elektronisch Praktijkexamen (EPE).

Bij indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het Certificaat inburgering Nieuwkomers en de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit blijkt dat het onderdeel Maatschappij Oriëntatie met niveau 2 KSE is beoordeeld én:

  • de resultatenbrief van het inburgeringsexamen waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor de onderdelen EPE, TGN en het decentraal praktijkdeel; of

  • een verklaring educatie waaruit blijkt dat ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal is behaald, dan wel ten minste het niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. Het document dient te zijn afgegeven op basis op basis van de resultaten van een toets ter afronding van een NT2-taaltraject; of

  • het certificaat als bedoeld in artikel 4, eerste lid Regeling naturalisatietoets Nederland (het oudkomers Certificaat) met daarop de aantekening dat voor de onderdelen Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken is behaald ten minste het niveau 2 van het referentiekader NT2.

4. Bewijs geslaagd voor het onderdeel Nederlandse Taal bij Certificaat Inburgering Nieuwkomers

Van het afleggen van het praktijkgedeelte als bedoeld in artikel 3.7 van het Besluit inburgering (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan) alsmede van het elektronisch praktijkexamen (EPE) en de toets gesproken Nederlands (TGN) is vrijgesteld de verzoeker die aantoont dat hij in het op grond van de Wet inburgering nieuwkomers (1998–2006) behaalde Certificaat Inburgering Nieuwkomers, het onderdeel Nederlands als Tweede Taal heeft behaald met een voor de onderdelen Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken voldoende niveau voor de naturalisatie.

Het niveau van het onderdeel Nederlands als Tweede Taal wordt als voldoende beoordeeld indien hiervoor ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal is behaald, dan wel ten minste het niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. Bij indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt hij het Certificaat Inburgering Nieuwkomers én de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit dit blijkt. Indien uit het Certificaat Inburgering blijkt dat de verzoeker voor alle vier taalonderdelen ten minste niveau 2 heeft behaald, dan moet hij in het kader van de naturalisatieprocedure nog slechts het onderdeel Kennis van de Nederlandse samenleving (KNS) van het centrale deel van het inburgeringsexamen behalen. Indien betrokkene slaagt voor het examen KNS, dan ontvangt hij hiervan een resultaatbrief.

Bij indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker het Certificaat inburgering Nieuwkomers, en de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit blijkt dat de taalonderdelen lezen, schrijven, luisteren en spreken ten minste met niveau 2 KSE is beoordeeld én:

  • de resultatenbrief van de het inburgeringsexamen waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor KNS; of

  • deel 1 van de naturalisatietoets; of

  • het Certificaat inburgering en de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit blijkt dat het onderdeel Maatschappij Oriëntatie ten minste met niveau 2 KSE is beoordeeld.

5. Bewijs voldoende voor het onderdeel Nederlandse Taal middels een Verklaring Educatie van het ROC

Van het afleggen van het praktijkgedeelte als bedoeld in artikel 3.7 van het Besluit inburgering (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan) alsmede van het elektronisch praktijkexamen (EPE) en de toets gesproken Nederlands (TGN) is vrijgesteld de verzoeker die middels een Verklaring Educatie van het ROC kan aantonen dat voor het onderdeel Nederlands als tweede taal bij de onderdelen lezen, luisteren, spreken en schrijven ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal is behaald, dan wel ten minste het niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. Het document dient te zijn afgegeven op basis van de resultaten van een toets ter afronding van een NT2-taaltraject.

Toetsen waarvan gebruik gemaakt kan worden zijn de NIVOR-toets (Cito), de Trajecttoets NT2 (Bureau ICE), de Profieltoets NT2 of eigen toetsen van ROC’s. Het NT2-taaltraject kan als zelfstandig traject zijn aangeboden of onderdeel zijn van een bredere cursus, traject, opleiding of module. In alle gevallen betreft het een traject dat in ieder geval is bekostigd uit middelen voor de Wet educatie en beroepsonderwijs, al dan niet in combinatie met middelen voor de Wet werk en bijstand of andere middelen. Het traject wordt vaak aangeduid als ‘educatietraject’. Verklaringen die zijn afgegeven zonder dat de deelnemers zijn getoetst, bijvoorbeeld als een deelnemer (door ziekte) niet aanwezig is op het moment van toetsing, kunnen niet leiden tot een vrijstelling. Deze verklaringen worden veelal ‘bewijzen van deelname’ genoemd.

De burgemeester beoordeelt of het door de verzoeker getoonde document voldoet aan de criteria. Bij twijfel of het document tot vrijstelling leidt, kan de burgemeester in eerste instantie de eventueel beschikbare eigen registratie van afgegeven Verklaringen educatie, of de DUO raadplegen. De DUO geeft een advies af aan de burgemeester, dan wel eventueel later aan de IND, op basis van de modelverklaringen die door de ROC’s aan de DUO zijn geleverd en die zijn opgenomen in het door de DUO beheerde modellenboek. De burgemeester verwijst een verzoeker die niet over een origineel document beschikt, of een document toont dat niet alle benodigde gegevens ter beoordeling bevat, naar het ROC dat de verklaring heeft afgegeven, ten einde een document te verkrijgen dat aan de gestelde eisen voldoet.

De verklaring dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:

  • a. de naam van het document;

  • b. de naam en handtekening van de verantwoordelijke van het regionaal opleidingencentrum;

  • c. de echtheidskenmerken van het regionaal opleidingencentrum;

  • d. de naam en geboortedatum van de deelnemer aan het NT2-taaltraject die overeenkomen met de naam en geboortedatum zoals vermeld op zijn identiteitsdocument;

  • e. de behaalde taalniveaus uitgesplitst naar de vier taalvaardigheden Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken.

  • f. de datum waarop de toetsresultaten zijn behaald.

Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker de Verklaring Educatie die aan bovengenoemde eisen voldoet, en waaruit blijkt dat verschillen taalonderdelen tenminste op niveau 2 zijn behaald en

  • de resultatenbrief van het inburgeringsexamen waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor KNS; of

  • deel 1 van de naturalisatietoets (zoals die tot 1 januari 2007 gold); of

  • het Certificaat inburgering nieuwkomers en de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit blijkt dat het onderdeel Maatschappij Oriëntatie ten minste met niveau 2 KSE is beoordeeld.

Ad. a.

De meeste ROC’s noemen de Verklaring educatie een ‘schoolverklaring’, ‘certificaat’ of ‘diploma’. Daarnaast komen benamingen voor als ‘niveauoverzicht NT2’ of ‘scorelijst NT2’, ‘(toets)rapport’, ‘verklaring leerresultaten’, of ‘verklaring Trajecttoets/NIVOR-toets’.

Ad. c.

Met echtheidskenmerken wordt een logo of een stempel van het ROC bedoeld. De naam en de handtekening van de verantwoordelijke van het ROC zijn relevant om de herkomst van het document te kunnen achterhalen en om bij twijfel over de echtheid van het document de toner te kunnen verwijzen naar het opleidingencentrum dat verantwoordelijk is geweest voor afgifte van het document. De verantwoordelijke kan de directeur of een mentor van een ROC zijn.

Ad. f.

Alleen als alle toetsonderdelen voor 1 januari 2007 zijn behaald kan er vrijstelling worden verleend. Let op! Deze verklaring educatie kan nimmer vrijstelling verlenen voor het onderdeel KNS van het inburgeringsexamen.

6. Bewijs voldoende voor het onderdeel Nederlandse Taal middels overlegging Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CnaVT)

Van het afleggen van het praktijkgedeelte als bedoeld in artikel 3.7 van het Besluit inburgering (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan) alsmede van het elektronisch praktijkexamen (EPE) en de toets gesproken Nederlands (TGN) is vrijgesteld de verzoeker die beschikt over één van de volgende certificaten van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CnaVT):

  • a. Certificaat Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid (ERK-niveau B1);

  • b. Certificaat Profiel Professionele Taalvaardigheid (ERK-niveau B2);

  • c. Certificaat Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (ERK-niveau B2);

  • d. Certificaat Profiel Academische Taalvaardigheid (ERK-niveau C1);

  • e. Certificaat Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid (ERK-niveau A2);

  • f. Certificaat Profiel Taalvaardigheid Praktische Beroepen (ERK-niveau A2).

In het kader van de naturalisatieprocedure moet de verzoeker nog slechts het onderdeel Kennis van de Nederlandse samenleving van het inburgeringsexamen behalen. Indien de verzoeker hiervoor slaagt, dan ontvangt hij hiervan een resultatenbrief.

Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker één van de vier certificaten zoals hierboven omschreven én:

  • de resultatenbrief van het inburgeringsexamen waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor KNS; of

  • deel 1 van de naturalisatietoets (zoals die tot 1 januari 2007 gold); of

  • het Certificaat inburgering nieuwkomers en de bij het certificaat behorende ROC-verklaring waaruit blijkt dat het onderdeel Maatschappij Oriëntatie ten minste met niveau 2 KSE is beoordeeld.

B

Paragraaf 2.3.3/8-1-d Toelichting ad artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d RWN komt te luiden:

paragraaf 2.3.3 Beroep op het ondanks geleverde inspanning redelijkerwijs niet in staat kunnen worden geacht het examen te behalen

Artikel 6 van de Regeling naturalisatietoets Nederland geeft hieraan uitwerking. Het gaat hier om een verzoeker die:

  • 1. niet gealfabetiseerd is in zijn eigen taal en de Nederlandse taal, en

  • 2. van wie, gezien zijn leeftijd en overige omstandigheden, niet kan worden verwacht dat hij (nog) Nederlands leert lezen en schrijven binnen een periode van vijf jaar.

Wel dient betrokkene de toets gesproken Nederlands (TGN) op A2 niveau te behalen om het kunnen spreken en verstaan van het Nederlands op het voor naturalisatie gewenste niveau aan te tonen. Separaat hieraan zal betrokkene dienen aan te tonen welke inspanning hij heeft verricht om gealfabetiseerd te raken.

Betrokkene is ontheven van het examen, indien hij een verklaring overlegt van het ROC Amsterdam, waarin deze aangeeft dat betrokkene wegens beperkt leervermogen in samenhang met onder meer vooropleiding en leeftijd in redelijkheid niet in staat geacht kan worden het examen te behalen. Voorts zal bij indiening van een naturalisatieverzoek de door de DUO verstrekte resultatenbrief van het afleggen van de toets gesproken Nederlands (TGN), met het resultaat ‘geslaagd’ moeten worden overgelegd.

Haalbaarheidsonderzoek

Het bovenstaande leidt ertoe dat bij een beroep op deze ontheffingsgrond een nader onderzoek moet worden ingesteld. In dit onderzoek worden de volgende factoren meegenomen: de mate van het niet gealfabetiseerd zijn, de mate van extra inspanning om gealfabetiseerd te raken, alsmede het leervermogen van betrokkene, de vooropleiding en de leeftijd.

Dit zogenaamde ‘haalbaarheidsonderzoek’ vindt conform artikel 6, tweede lid, Regeling naturalisatietoets Nederland uitsluitend plaats bij het Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) van Amsterdam. Dit ROC beoordeelt of het haalbaar is voor betrokkene binnen een tijdsbestek van vijf jaar Nederlands te leren lezen en schrijven op niveau 2 van het Referentiekader Nederlands als Tweede Taal. Betrokkene dient zelf voor het haalbaarheidsonderzoek te betalen. De kosten voor het haalbaarheidsonderzoek bedragen vanaf 1 januari 2011 € 290.

Het tarief voor het haalbaarheidsonderzoek wordt jaarlijks geïndexeerd (artikel 6, lid 5, Regeling Naturalisatietoets Nederland). Hierbij is gekozen voor een berekening analoog aan die van de jaarlijkse indexering van de optie- en naturalisatiegelden, waarbij wordt gekeken naar de loonontwikkeling.

Om administratieve lasten te voorkomen wordt het bedrag afgerond. De datum aanmelding ROC is bepalend voor de vaststelling van de vraag welk tarief geldt.

Toets Gesproken Nederlands

Gezien de vorm waarin het inburgeringsexamen wordt afgenomen, kunnen de onderdelen, praktijkdeel examen, kennis Nederlandse samenleving (KNS) en elektronisch praktijkexamen (EPE) bij een geslaagd beroep op niet gealfabetiseerd zijn niet op reguliere wijze door betrokkene worden afgelegd. Kunnen lezen is nu eenmaal een minimale voorwaarde om deze onderdelen af te kunnen leggen. Bij de toets gesproken Nederlands (TGN) geldt de voorwaarde van het kunnen lezen echter niet. Bij een geslaagd beroep op ‘niet gealfabetiseerd’ zijn moet de niet gealfabetiseerde verzoeker derhalve de vaardigheden ‘spreken’ en ‘luisteren’ door middel van de toets gesproken Nederlands (TGN) afleggen.

Indien de niet gealfabetiseerde verzoeker de toets gesproken Nederlands (TGN) met goed gevolg op A2 niveau heeft afgelegd, verstrekt de DUO een resultaten brief van het afleggen van de toets gesproken Nederlands, met het resultaat ‘geslaagd’.

Handelwijze gemeente

In de voorlichtende sfeer wijst de gemeente betrokkene op het feit dat kosten zijn verbonden aan het haalbaarheidsonderzoek. De gemeente adviseert betrokkene dan ook eerst de toets gesproken Nederlands (TGN) op het gewenste niveau te behalen alvorens betrokkene naar ROC Amsterdam gaat voor het haalbaarheidsonderzoek.

Indien de (aspirant)-verzoeker tot naturalisatie een verklaring van het ROC Amsterdam overlegt met het advies dat betrokkene wegens het niet gealfabetiseerd zijn (met eventueel de combinatie van beperkte educatieve vaardigheden) in een tijdsbestek van vijf jaar niet is staat is het inburgeringsexamen te halen en betrokkene heeft de toets gesproken Nederlands (TGN) op A2 niveau behaald en dit blijkt uit de resultatenbrief, tekent de burgemeester op het adviesblad naturalisatie aan dat ‘ontheffing’ van het inburgeringsexamen wordt geadviseerd.

C

Het volgende model uit de Handleiding wordt aangepast als aangegeven in bijlage 1: model 1.14 (Verklaring omtrent verblijfstatus en gedrag).

D

Het volgende model uit de Handleiding wordt aangepast als aangegeven in bijlage 2: model 2.22 (adviesblad naturalisatieverzoeken ingediend in het Europese deel van Nederland).

E

Het volgende model uit de Handleiding wordt aangepast als aangegeven in bijlage 3: model 2.22a (adviesblad naturalisatieverzoeken ingediend buiten het Koninkrijk).

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 november 2010

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

voor deze:

de directeur-generaal Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

BIJLAGE 1 MODEL 1.14 VERKLARING OMTRENT VERBLIJFSTATUS EN GEDRAG

BIJLAGE 2 MODEL 2.22 ADVIESBLAD NATURALISATIE (GELDIG VANAF 1 JANUARI 2011)

BIJLAGE 3 MODEL 2.22A ADVIESBLAD NATURALISATIE (GELDIG VANAF 1 JANUARI 2011)

TOELICHTING

Artikelsgewijs

A

Deze twee nieuwe gedeeltelijke vrijstellingen komen overeen met de twee vrijstellingen die sinds 7 september 2010 in artikel 2.2c van de Regeling inburgering zijn opgenomen (Stcrt. 2010, nr. 13753). Om de Regeling inburgering en de Regeling Naturalisatietoets Nederland zoveel mogelijk één op één te laten lopen, zijn deze wijzigingen ook in de Regeling Naturalisatietoets Nederland opgenomen.

B

De kosten van het haalbaarheidsonderzoek zijn gewijzigd. Vanaf 1 januari 2011 zijn de kosten voor het haalbaarheidsonderzoek € 290.

C

In model 1.14 behorend bij WBN 2010/9 wordt onder ‘d’ gesproken over naturalisatie, terwijl het een model voor optie is. Middels dit WBN wordt deze fout hersteld.

D, E

De modellen 2.22 en 2.22a zijn aangepast naar aanleiding van de twee nieuwe gedeeltelijke vrijstellingsgronden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

voor deze:

de directeur-generaal Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

Naar boven