Besluit tot verlening ondermandaat inzake vergunningverlening bijzondere transporten

29 juni 2010

Nr. BBV/2010.3478 I

De Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Holland,

Gelet op artikel 1, derde lid, van het besluit van de Directeur-Generaal Rijkswaterstaat van 2 juli 2009, nr. RWSCD BJV 2009/2149, houdende mandaatverlening van de bevoegdheid tot vergunningverlening inzake bijzondere transporten (Stcrt. 10477);

Besluit:

Artikel 1

  • 1. De aan de Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat in artikel 1, eerste lid, onder c, van het besluit van de Directeur-Generaal Rijkswaterstaat van 2 juli 2009, nr. RWSCD BJV 2009/2149, houdende mandaatverlening van de bevoegdheid tot vergunningverlening inzake bijzondere transporten (Stcrt. 10477)1 verleende bevoegdheden worden ondergemandateerd aan de volgende functionarissen:

    • a. de hoofden van de waterdistricten van Rijkswaterstaat Zuid-Holland;

    • b. de bij de in onderdeel a bedoelde waterdistricten werkzame teamleiders en mobiel verkeersleiders.

  • 2. De in het eerste lid genoemde functionarissen maken alleen gebruik van de aan hen gemandateerde bevoegdheid in bijzondere gevallen. Onder bijzondere gevallen wordt in ieder geval verstaan: calamiteiten en onder nadere voorwaarden vast te stellen bijzondere transporten van maximaal één uur.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Rotterdam, 29 juni 2010

De hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Holland,

I. van der Hee

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift indienen bij de Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Holland, t.a.v. de Afdeling Bestuurlijk-Juridische Zaken en Vastgoed, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en tenminste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. de datum en het nummer of kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt en

  • d. de opgave van de redenen waarom de indiener zich niet met het besluit kan verenigen.

TOELICHTING

Bij besluit van 2 juli 2009 (Stcrt. 10477) is het mandaat voor de vergunningverlening ex artikel 1.21 Binnenvaart- en Rijnvaartpolitiereglement voor bijzondere transporten verleend aan de hoofdingenieurs-directeuren (HID’s) van Rijkswaterstaat en aan de directeur en het hoofd van de afdeling Operationele Zaken van het Scheepvaartverkeerscentrum.

Om praktische redenen is het wenselijk gebleken dat de HID’s de aan hen gemandateerde bevoegdheid kunnen ondermandateren aan onder hen ressorterende functionarissen. Het betreft de bij de waterdistricten werkzame teamleiders en mobiel verkeersleiders. Dit besluit strekt ertoe de aan de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Holland verleende bevoegdheid te ondermandateren aan de hierboven genoemde functionarissen. Omdat de HID’s alleen in bijzondere gevallen gebruik kunnen maken van de aan hen gemandateerde bevoegdheid, geldt deze beperking ook voor de te onder mandateren functionarissen.


XNoot
1

Gewijzigd bij besluit van 22 april 2010 (Stcrt. 6599).

Naar boven