Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 juni 2009, nr. WJZ/2009/134671 (8220), houdende aanpassing van ministeriële regelingen aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingsregeling vierde tranche Awb)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gezien het bepaalde in de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht, de Aanpassingswet vierde tranche Awb en het Aanpassingsbesluit vierde tranche Awb, welke alle op 1 juli 2009 in werking zullen treden;

Gelet op artikelen 2, 4, 5 en 7 van de Wet overige OCW-subsidies; artikelen 3.3, vijfde lid, van de Telecommunicatiewet; artikelen 4, eerste lid, 6, eerste lid, en 8, eerste lid, van het Frequentiebesluit; artikelen 1.3, 2.12, 2.14, eerste lid, 3.7, tweede lid, 3.24, tweede lid, 3.26, eerste en vierde lid, 3.27, vijfde lid, 3.28, eerste lid, 3.29, 6.9, derde en vijfde lid, en 7.4, vijfde en zesde lid, van de Wet studiefinanciering 2000; artikelen 2.20, derde lid, 2.30, vierde lid, 2.44, tweede lid, 2.69, 2.157, eerste lid, 2.165, 2.187, tweede lid, 3.1, derde lid, 3.30, tweede lid, 6.5, tweede lid, 8.8, eerste lid, en artikel 9.6 van de Mediawet 2008; artikelen 6 en 29 van het Mediabesluit 2008 en artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 24, tweede lid, van de Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap komt als volgt te luiden:

  • 2. De minister is bevoegd vermogensvorming of inkomsten zijnde rente in mindering te brengen op de nog uit te betalen voorschotten, of te verrekenen bij vaststelling van de subsidie.

ARTIKEL II

In artikel 42 van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2003 komen het vierde, vijfde en zevende lid te vervallen en wordt het zesde lid vernummerd tot vierde lid.

ARTIKEL III

In artikel 42 van de Regeling vervolg verdeling frequenties commerciële radio-omroep 2003 komen het vierde, vijfde en zevende lid te vervallen en wordt het zesde lid vernummerd tot vierde lid.

ARTIKEL IV

In artikel 21 van de Regeling aanvraag en vergelijkende toets vergunningen commerciële radio-omroep 2007 komen het tweede, derde en vierde lid te vervallen, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

ARTIKEL V

De Mediaregeling 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 24, tweede lid, vervalt.

B

Artikel 25 komt te luiden:

Artikel 25

Het Stimuleringsfonds kan ook een subsidieverlening intrekken en verstrekte voorschotten terugvorderen als binnen een jaar na de subsidieverlening een surseance van betaling of een faillissement van de aanvrager is uitgesproken.

ARTIKEL VI

In artikel 22 van de Tijdelijke subsidieregeling ondersteuning capaciteitsuitbreiding kinderopvang komt het tweede lid te vervallen, alsmede de aanduiding ‘1.’ in het eerste lid.

ARTIKEL VII

In artikel 11, eerste lid, van de Stimuleringsregeling beginnende directeuren in het primair onderwijs 2006–2008 wordt ‘Verrekening’ vervangen door: Terugvordering.

ARTIKEL VIII

In artikel 13 van de Regeling OCW dagarrangementen en combinatiefuncties komt het eerste lid te vervallen alsmede de aanduiding ‘2.’ en de zinsnede ‘bedoeld in het eerste lid’ in het tweede lid.

ARTIKEL IX

In artikel 17 van de Subsidieregeling afstemming onderwijsarbeidsmarkt in risicoregio’s voortgezet onderwijs 2008–2011 komt de zinsnede ‘, waarna verrekening van eventuele niet-bestede middelen zal plaatsvinden’ te vervallen en wordt een zin toegevoegd luidende: De Minister is bevoegd eventueel niet-bestede middelen te verrekenen met vorderingen van of op de Minister.

ARTIKEL X

In artikel 2 van de Regeling facilitering versterking bestuur en management wordt ‘Verrekening’ vervangen door: Terugvordering.

ARTIKEL XI

Artikel IV van de Regeling pilots schakelklassen komt als volgt te luiden:

ARTIKEL IV

In het geval het bevoegd gezag besluit tot opheffing van een school voor voortgezet onderwijs in het kalenderjaar 2006 of een volgend kalenderjaar, is de Minister bevoegd de verstrekte bekostiging te verrekenen met het bevoegd gezag. Daarin zullen ook worden betrokken bedragen die in het kader van de overgangsregeling zijn verstrekt.

ARTIKEL XII

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2009. Indien deze regeling na 29 juni 2009 in de Staatscourant wordt geplaatst, treedt deze regeling in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt daarbij terug tot en met 1 juli 2009.

ARTIKEL XIII

Deze regeling wordt aangehaald als: Aanpassingsregeling vierde tranche Awb.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

TOELICHTING

In het voorstel voor een Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht (Kamerstuk II 2003–2004, 29 702, hierna: vierde tranche Awb) wordt een drietal onderwerpen in de Awb geregeld:

  • bestuursrechtelijke geldschulden (titel 4.4);

  • bestuurlijke handhaving, in het bijzonder de bestuurlijke boete (titels 5.1 en 5.4);

  • attributie (afdeling 10.1.3).

Deze onderwerpen zijn thans op diverse plaatsen in bijzondere wetgeving geregeld. Zo ook in een aantal ministeriële regelingen van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. Nu deze onderwerpen in de Awb zullen worden geregeld is het noodzakelijk te bezien of en in hoeverre deze ministeriële regelingen hierop dienen te worden aangepast. De voorgestelde regeling strekt tot aanpassing van een aantal ministeriële regelingen aan de vierde tranche Awb.

Deze aanpassingen zijn gemaakt aan de hand van de Leidraad Aanpassingswetgeving Algemene wet bestuursrecht vierde tranche (hierna: ‘Leidraad’) van het Ministerie van Justitie en Binnenlandse Zaken. Deze leidraad is te vinden op de website van het Kenniscentrum Wetgeving. In de leidraad worden vuistregels gehanteerd. In de artikelsgewijs toelichting zal verwezen worden naar deze genummerde vuistregels.

De voorgestelde wijzigingen hebben betrekking op het onderdeel van de bestuursrechtelijke geldschulden.

Artikelsgewijs

Artikel I, IX en XI

De verrekening van een bestaande vordering geschiedt slechts voor zover in die bevoegdheid is voorzien (art. 4.4.1.9. Awb). Het artikel is aangepast aan het model dat in de Leidraad is gegeven voor het verlenen van een bevoegdheid (p. 19 leidraad).

Artikel II, III en IV

Bepalingen waarin het intreden van het betalingsverzuim is geregeld vervallen (vuistregel 25)

Bepalingen waarin in geval van betalingsverzuim de verplichting tot betaling van wettelijke rente is geregeld vervallen dit geldt eveneens voor bepalingen die verwijzen naar genoemde artikelen van het BW (vuistregel 27).

Artikel V

Het oude artikel noemde ‘aan de subsidieverlening verbonden voorschriften niet worden nageleefd’ en ‘blijkt dat de bij de aanvraag ingediende gegevens onjuist waren’ als gronden om d subsidieverlening in te trekken en verstrekte voorschotten terug te vorderen. Deze gronden volgen al uit respectievelijk vuistregel 24 en artikel 4.2 Awb.

Artikel VI

Bepalingen waarin geregeld is aan welke posten een betaling achtereenvolgens moet worden toegerekend, vervallen Aanvullende voorschriften blijven gehandhaafd (vuistregel 15).

Bepalingen waarin in geval van betalingsverzuim de verplichting tot betaling van wettelijke rente is geregeld vervallen dit geldt eveneens voor bepalingen die verwijzen naar genoemde artikelen van het BW (vuistregel 27).

Artikel VII, X

In deze bepaling is het begrip verrekening vervangen door het begrip terugvordering. Dit begrip wordt in de ‘verantwoordingswijzer’ gebruikt. De bedoeling van de wetgever is hier dat niet kan worden teruggevorderd. Verrekening is slechts een wijze waarop hier uitvoering aan kan worden gegeven en is bovendien al uitgesloten door de Awb nu niet uitdrukkelijk de bevoegdheid tot verrekening is gegeven.

Artikel VIII

Bepalingen waarin de bevoegdheid tot het verlenen van voorschotten wordt verleend, vervallen (vuistregel 22).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

Naar boven