Uitvoeringsconvenant Friese taal en cultuur 2009

Partijen,

de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Buitenlandse Zaken, Justitie, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, enerzijds,

en de provincie Fryslân, ten deze vertegenwoordigd door de commissaris der Koningin, de heer J.A. Jorritsma, hierna te noemen de provincie, anderzijds;

Overwegende,

  • dat Partijen in de Bestuursafspraak Friese taal en cultuur 2001 (hierna: Bestuursafspraak) zijn overeengekomen een uitvoeringsconvenant voor de periode tot en met 31 december 2010 op te stellen;

  • dat Partijen hun ambities ten aanzien van de Friese taal en cultuur als vastgelegd in de Bestuursafspraak, welke voortvloeien uit het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden van de Raad van Europa (hierna: Europees Handvest), willen herbevestigen;

  • dat de ambities in de Bestuursafspraak onverminderd van kracht blijven;

  • dat Partijen zijn overeengekomen de geformuleerde ambities tot en met 2010 uit de Bestuursafspraak door middel van dit convenant te willen concretiseren;

  • dat Partijen erkennen dat het eerste uitvoeringsconvenant goede resultaten heeft opgeleverd en deze resultaten behouden moeten blijven;

  • dat de ervaringen met het eerste uitvoeringconvenant tot de conclusie leiden dat een nieuw uitvoeringsconvenant meer op hoofdlijnen dient te zijn opgesteld en duidelijker qua structuur moet zijn;

  • dat dit convenant de uitvoeringsbepalingen beschrijft waarbij zowel het Rijk als de provincie een bepaalde verantwoordelijkheid hebben;

  • dat de Bestuursafspraak het algemene inhoudelijke kader is voor de vorming en de uitvoering van beleid door betrokken overheden ten behoeve van de Friese taal en cultuur;

komen het volgende overeen:

SECTIE A. BESTUURSAFSPRAAK

De bepalingen A.1 en A.3 tot en met A.6 van het Uitvoeringsconvenant Friese taal en cultuur 2005 blijven onverminderd van toepassing.

Bepaling A.2 van bovengenoemd uitvoeringsconvenant komt als volgt te luiden:

In hoofdstuk 3 van de bestuursafspraak wordt de zinsnede «de arrondissementsrechtbank, het arrondissementsparket en de kantongerechten in de provincie Fryslân» in de bestuursafspraak vervangen door: de gerechten en de parketten in de provincie Fryslân.

SECTIE B. UITVOERINGSBEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

  • a) De in het kader van hoofdstuk 1 van de Bestuursafspraak gemaakte afspraken blijven onverminderd van kracht.

  • b) Sinds 1 januari 2006 zijn de doeluitkeringen Fries in het onderwijs, de materiële instandhouding, de regionale omroep, de rijksbijdrage Friese taal en cultuur overgeheveld naar het provinciefonds. In deze nieuwe situatie heeft de provincie de vrijheid over de besteding van de financiële middelen over bovengenoemde beleidsvelden. Het Rijk blijft daarmee, weliswaar op andere wijze dan is afgesproken in onderdeel 2.3.1 van de Bestuursafspraak, zorg dragen voor het beschikbaar stellen van middelen in het kader van de samenwerking tussen het Rijk en de provincie op het gebied van de Friese taal.

HOOFDSTUK 2. ONDERWIJS

2.1 Algemeen
  • a) Ter uitvoering van de onderwijsbepalingen in de Bestuursafspraak informeren de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW) en de provincie elkaar over beleidsmatige ontwikkelingen die mede betrekking hebben op de positie van de Friese taal en cultuur in het onderwijs. Daarbij wordt met name aandacht besteed aan:

    • het voeren van bestuurlijk overleg – ten minste één keer per jaar – over de implementatie van het hoofdstuk onderwijs van de Bestuursafspraak; als de agenda er aanleiding toe geeft, is bij dit overleg ook de Inspectie van het Onderwijs aanwezig;

    • het door de minister tijdig voorleggen van voorstellen tot wet- en regelgeving aan de provincie ter beoordeling van (mogelijke) effecten op het provinciaal taalbeleid.

  • b) In het begin van 2009 wordt een stuurgroep decentralisatie Friese taal geïnstalleerd die op grond van het advies van de commissie-Lodders en het kabinetsstandpunt terzake in het leven wordt geroepen om aan het kabinet advies te geven over een samenhangende decentralisatie en coördinatie voor taken en bevoegdheden die verband houden met de Friese taal. Aan de stuurgroep zal gevraagd worden na te gaan welke inhoudelijke zaken in het kader van overheveling van taken en bevoegdheden op het terrein van taalbeleid naar de provincie aanleiding zijn tot aanpassing van de onderwijswetgeving (nieuw, geen onderdeel Bestuursafspraak).

  • c) De onderdelen 2.1.4, 2.4.3, 2.5.5 en 2.5.6 uit de Bestuursafspraak zullen nader worden bezien in het licht van de resultaten van de stuurgroep decentralisatie Friese taal.

2.2 Fries in de voorschoolse periode
  • a) Sinds 1 januari 2005 is in de Wet kinderopvang, artikel 55, eerste lid, opgenomen dat in kinderopvangplaatsen in Fryslân, naast het Nederlands, ook het Fries als voertaal mag worden gebruikt. Het Rijk ontwikkelt een voorstel tot wijziging van de Wet kinderopvang gericht op de voorschoolse educatie en harmonisatie van de kinderopvang en de peuterspeelzalen. Met de provincie wordt bezien wat daarin de positie van het Fries kan zijn, gegeven de bepalingen van het Europees Handvest en de erkenning van het Fries als rijkstaal (uitvoering Bestuursafspraak 2.2.1).

  • b) De provincie treedt begin 2009 in overleg met de Landelijke Kenniscentra Beroepsonderwijs om te komen tot voorstellen met betrekking tot opleidingseisen ten aanzien van het Fries voor leidsters in Fryslân die als regionale invulling in de cao voor leidsters kunnen worden opgenomen. Deze opleidingseisen worden ontwikkeld in samenspraak met het werkveld binnen Fryslân. De opleidingseisen zijn in juli 2009 gereed. Het Rijk (OCW) schrijft landelijk voor via de ‘Beleidsregel Kinderopvang’ dat de in de cao opgenomen opleidingseisen worden toegepast (uitvoering Bestuursafspraak 2.1.2).

2.3 Fries in het primair onderwijs
  • a) Het Rijk heeft de Canon van Nederland laten ontwikkelen die uit 50 vensters bestaat. De Canon van Nederland zal mede richting geven aan het onderwijs in geschiedenis en andere leergebieden in het basisonderwijs en de eerste twee leerjaren van het voortgezet onderwijs. De Canon van Nederland wordt in de kerndoelen opgenomen. Het Rijk draagt (direct of indirect) zorg voor de ontwikkeling en de implementatie van de Canon van Nederland en subsidieert daarvoor de stichting entoen.nu.

    De provincie heeft een Friese onderwijscanon laten ontwikkelen die ruimte biedt om de vensters van de Canon van Nederland vanuit een Friese context aan te vullen. De Friese Canon is op 11 november 2008 publiekelijk gepresenteerd. De Friese Canon, bestaande uit 41 vensters, zal aan de Minister van OCW worden aangeboden. De provincie draagt zorg voor de ontwikkeling en de implementatie van de Friese Canon. De stichting entoen.nu zal ook aandacht besteden aan de regionale canons, waaronder de Friese Canon (uitvoering Bestuursafspraak 2.4.1, 2.4.4, 2.6.1 en 2.9.3).

  • b) De leraar in het primair onderwijs moet voldoen aan wettelijk vastgelegde bekwaamheidseisen, waaronder de eis dat hij vakinhoudelijk bekwaam is. De vakinhoudelijke bekwaamheid van de leraar wordt vooral bepaald door de in het primair onderwijs verlangde vakinhoud. De provincie werkt in overleg met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL), Stenden Hogeschool en de schoolbesturen in primair onderwijs aan een duidelijke en werkbare omschrijving van de vakinhoud van het onderwijs in de Friese taal (uitvoering Bestuursafspraak 2.4.1 en 2.6.1).

  • c) De groepsleraar in het primair onderwijs is bevoegd het vak Fries in het onderwijs te verzorgen indien hij in het bezit is van een door een Friese Pabo afgegeven getuigschrift, waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen voor het verzorgen van het vak Fries. Het in de vorige volzin bedoelde getuigschrift is tevens het bewijs dat aan de van toepassing zijnde bekwaamheidseisen is voldaan. Het Rijk ziet in algemene zin toe op het onbevoegd lesgeven in het onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs rapporteert daarover regelmatig aan de minister (uitvoering Bestuursafspraak 2.4.3).

  • d) De Inspectie van het Onderwijs stelt op verzoek van de Minister van OCW, in overleg met de provincie, een waarderingskader Fries in het primair onderwijs op. De Minister van OCW geeft zijn goedkeuring aan het waarderingskader (uitvoering Bestuursafspraak 2.4.1).

2.4 Fries in het voortgezet onderwijs
  • a) In het vmbo (inclusief de kader- en beroepsgerichte leerweg) kan Fries als keuzevak in het examen worden opgenomen en als voertaal in het onderwijs worden gebruikt. Naar behoefte voeren het ministerie van OCW en de provincie overleg over de praktische gevolgen en de uitwerking van Fries als keuzevak in het examen en Fries als voertaal in het onderwijs (uitvoering Bestuursafspraak 2.5.4).

  • b) De leraar in het voortgezet onderwijs moet voldoen aan wettelijk vastgelegde bekwaamheidseisen, waaronder de eis dat hij vakinhoudelijk bekwaam is. De vakinhoudelijke bekwaamheid van de leraar voortgezet onderwijs wordt vooral bepaald door de in het voortgezet onderwijs verlangde vakinhoud. De provincie werkt in overleg met de NHL, Stenden Hogeschool en de schoolbesturen in het voortgezet onderwijs aan een duidelijke en werkbare omschrijving van de vakinhoud van het onderwijs in de Friese taal (uitvoering Bestuursafspraak 2.5.5).

  • c) De Inspectie van het Onderwijs stelt op verzoek van de Minister van OCW, in overleg met de provincie, een waarderingskader Fries in het voortgezet onderwijs op. De Minister van OCW geeft zijn goedkeuring aan het waarderingskader (uitvoering Bestuursafspraak 2.5.5).

2.5 Fries in de beroeps- en volwasseneneducatie
  • a) De Wet educatie en beroepsonderwijs biedt Friese ROC's en AOC's ruimte om in de onderwijsprogrammering aandacht te besteden aan de Friese taal. Daarbij gaat de wet ervan uit dat de instellingen bij de vormgeving van hun onderwijs de wensen van het regionale bedrijfsleven betrekken. De provincie initieert vanaf begin 2009 een onderzoek om bij bedrijfsleven en overheidsinstanties te inventariseren in hoeverre er behoefte is aan gekwalificeerde studenten vanuit de ROC’s en AOC’s die passief dan wel actief de Friese taal beheersen (uitvoering Bestuursafspraak 2.7.1 en 2.4.2).

  • b) De provincie voert in een werkgroep overleg met de beide Friese ROC’s en het AOC Friesland (uitvoering Bestuursafspraak 2.7.1).

  • c) Voor maatregelen in verband met de beroepsopleiding tot kleuterleidster kan verwezen worden naar onderdeel 2.2 ‘Fries in de voorschoolse periode’, letter b, van dit uitvoeringsconvenant (uitvoering Bestuursafspraak 2.7.1).

2.6 Fries in het hoger onderwijs, de lerarenopleidingen
  • a) De leraar moet voldoen aan wettelijk vastgelegde bekwaamheidseisen, waaronder de eis dat hij vakinhoudelijk bekwaam is. De vakinhoudelijke bekwaamheid van de leraar wordt vooral bepaald door de in het primair en voortgezet onderwijs verlangde vakinhoud. De provincie werkt in overleg met de NHL, Stenden Hogeschool en de schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs aan een duidelijke en werkbare omschrijving van de vakinhoud van het onderwijs in de Friese taal (uitvoering Bestuursafspraak 2.8.1).

  • b) Opleidingen moeten eenmaal per zes jaar een accreditatie verwerven. De opleidingen voor leraar basisonderwijs in Fryslân en de opleidingen die leiden tot een eerste- of tweedegraadsbevoegdheid tonen vervolgens aan dat zij voldoende op die inhouden voorbereiden. Nadat er een duidelijke en werkbare omschrijving van de inhoud van het onderwijs Fries in het primair en het voortgezet onderwijs tot stand is gekomen, streeft de provincie naar afspraken met de beide opleidingsinstituten om te realiseren dat dit thema ook in het kader van de accreditatie een integraal onderdeel uitmaakt van het curriculum van de opleiding tot leraar (uitvoering Bestuursafspraak 2.8.1).

  • c) In het kader van ‘Krachtig Meesterschap’ (kwaliteitsagenda van de Minister van OCW voor het opleiden van leraren 2008–2011) zullen de opleidingen voor leraren gezamenlijk kennisbases, eindtermen en eindtoetsen ontwikkelen voor de opleidingen voor leraren basisonderwijs en voortgezet onderwijs. Daarbij wordt ook aandacht gegeven aan de voorbereiding op het lesgeven in de Friese taal (uitvoering Bestuursafspraak 2.8.1).

2.7 Inspectie van het Onderwijs

In het cursusjaar 2009–2010 rapporteert de Inspectie van het Onderwijs over de stand van zaken rond het Fries in het primair en voortgezet onderwijs. Deze rapportage is gericht op een antwoord op de vraag of de in artikel 8, eerste lid, onder i, van het Europees Handvest genomen maatregelen hebben geleid tot vooruitgang bij het tot stand brengen of ontwikkelen van het onderwijzen van de Friese taal (uitvoering Bestuursafspraak 2.10.1).

HOOFDSTUK 3. RECHTSPRAAK EN RECHTSVERKEER

3.1 Regeling gebruik tolken en vertalingen Fries

In de Wet beëdigde tolken en vertalers (Stb. 2007, 375) wordt voorzien in een register voor beëdigde tolken en vertalers. In het Besluit beëdigde tolken en vertalers wordt aangegeven welke eisen aan de inschrijving in dit register worden gesteld. De provincie beziet of een opleidingsmodule ‘tolken en vertalen’ binnen de tweedegraads lerarenopleiding Fries van de NHL kan worden uitgewerkt (uitvoering Bestuursafspraak 3.2).

3.2 Evaluatie Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer

De Minister van Justitie zal een evaluatieonderzoek initiëren van de Wet gebruik Friese taal in het rechtsverkeer, indien signalen van de provincie of individuele gebruikers daartoe aanleiding geven (uitvoering Bestuursafspraak 3.3).

3.3 Voorlichting over mogelijkheden Friese taal in rechtsverkeer
  • a) Op verzoek van de Minister van Justitie zal de Raad voor de rechtspraak er zorg voor dragen dat er een contactpersoon beschikbaar is die in overleg met de gerechten in Fryslân de algemene voorlichting over het gebruik van de Friese taal in het rechtsverkeer zal bevorderen (uitvoering Bestuursafspraak 3.4).

  • b) De Minister van Justitie zal voorts activiteiten ontplooien om het gebruik van de Friese taal bij de gerechten en de parketten onder de aandacht te brengen. In dat verband zal de Raad voor de rechtspraak worden verzocht gerichte aandacht te schenken aan het gebruik van de Friese taal door de gerechten in Fryslân (uitvoering idem).

  • c) De provincie zal een actieve rol spelen ten einde het gebruik van de Friese taal en voorlichting over de Friese taal toe te laten nemen (uitvoering idem).

3.4 Wijziging wetgeving ‘Nederlandse en Friese taal’

In het geval dat de provincie het wenselijk acht dat in wet- en regelgeving de zinsnede ‘Nederlandse taal’ wordt gewijzigd in ‘Nederlandse en Friese taal’ deelt de provincie dit mede aan het ministerie dat eerst verantwoordelijk is voor de desbetreffende wet- en regelgeving. Dat ministerie beziet vervolgens of wijziging noodzakelijk is en in welke vorm deze zal plaatsvinden (uitvoering Bestuursafspraak 3.5).

3.5 Toestaan Friese taal in civiele en bestuursrechtelijke zaken

Het procederen in de Friese taal in civiele en in bestuursrechtelijke zaken is mogelijk, maar er wordt weinig gebruik van gemaakt. De Minister van Justitie zal in overleg met de Raad voor de rechtspraak bezien op welke wijze het procederen in de Friese taal in civiele en in bestuursrechtelijke zaken kan worden bevorderd, rekening houdend met de ontstane praktijk en het bepaalde in de onderdelen 3.2 en 3.6 van de Bestuursafspraak (uitvoering Bestuursafspraak 3.2 en 3.6).

3.6 Aanbod cursus Fries voor personeelsleden met baliefunctie
  • a) Voor alle medewerkers van de gerechten en de parketten in Fryslân die hun passieve dan wel actieve kennis van de Friese taal willen vergroten is op individuele basis een cursusaanbod Fries beschikbaar. De Minister van Justitie zal ervoor zorg dragen dat de mogelijkheid van het volgen van een dergelijke cursus tevens onder de aandacht van andere juridische beroepsgroepen wordt gebracht, zoals deurwaarders en advocaten die werkzaam zijn in Fryslân (uitvoering Bestuursafspraak 3.7).

  • b) De provincie zal het bestaande beleid betreffende het subsidiëren van cursussen Fries voor medewerkers van de gerechten en de parketten in Fryslân voortzetten. Tevens wordt het vanzelfsprekend gebruik van het Fries in de rechtszaal nader toegelicht in de brochure over de Friese taal van de provincie, waarvan in 2009 een vernieuwde versie zal verschijnen (uitvoering idem).

HOOFDSTUK 4. BESTUURLIJKE AUTORITEITEN EN OPENBARE DIENSTEN

4.1 Het gebruik van de Friese taal op gemeentelijk niveau
  • a) De provincie dringt bij alle gemeenten die beleid voeren ten aanzien van het gebruik van de Friese taal, voor zover die nog geen verordening inzake het schriftelijk gebruik van de Friese taal hebben opgesteld, aan op de noodzaak van het aannemen van een dergelijke verordening. De provincie informeert de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: BZK) over de getroffen maatregelen (uitvoering Bestuursafspraak 4.1).

  • b) De Minister van OCW draagt er zorg voor dat in 2008/2009 het formulier van eed/belofte voor de leerplichtambtenaar, opgenomen in artikel 9 van de Leerplichtregeling 1995, mede wordt vastgesteld in de Friese taal (nieuw, geen onderdeel Bestuursafspraak).

4.2 Gebruik Friese taal gedeconcentreerde rijksdiensten
  • a) Op basis van artikel 2:9, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan de minister wie het aangaat voor gedeconcentreerde rijksdiensten wier werkterrein in Fryslân valt regels stellen voor het gebruik van de Friese taal in het schriftelijk verkeer. Voor 2011 zullen de ministers gezamenlijk voor ten minste vijf gedeconcentreerde rijksdiensten wier werkterrein in Fryslân valt een regeling voor het Fries hebben getroffen (uitvoering Bestuursafspraak 4.2 en 4.5).

  • b) De onderdelen van de centrale overheid, wier werkterrein in Fryslân valt, bevorderen de mogelijkheid tot het volgen van cursussen ter vergroting van de actieve kennis van de Friese taal in de taakuitoefening (uitvoering idem).

4.3 Gebruik provincie-, gemeente- en plaatsnamen in Friese taal
  • a) Indien blijkt dat officieel vastgestelde gemeente- en plaatsnamen in Fryslân van overheidswege foutief worden gebruikt in documenten en/of adresseringen, bezien de Minister van BZK en de provincie gezamenlijk hoe kan worden bevorderd dat het gebruik van de officieel vastgestelde gemeente- en plaatsnamen door overheidsorganen voortaan op een correcte wijze zal geschieden, in overeenstemming met, voor zover van toepassing, de NEN-normen als bedoeld in het Besluit standaardschrijfwijze persoonsgegevens van 1 september 1992 (Stcrt. 1992, 176) (uitvoering Bestuursafspraak 4.3).

  • b) De Minister van BZK bevordert dat in relevante wet- en regelgeving van de rijksoverheid de officieel vastgestelde provincienaam Fryslân zal worden gebezigd. De provincie bevordert zelf ook de juiste toepassing van de provincienaam (uitvoering idem).

  • c) Verder bevordert de Minister van BZK dat op eigen internetpagina’s de juiste Friese benaming van de provincie en de Friese gemeenten wordt gebruikt (uitvoering idem).

4.4 Cursus Fries politiepersoneel

De Minister van BZK bevordert dat cursussen Fries worden opgenomen in de opleidingsplannen van de desbetreffende politiekorpsen (uitvoering Bestuursafspraak 4.4).

4.5 Evalueren Algemene wet bestuursrecht

De Minister van BZK beziet, in overleg met de Minister van Justitie, periodiek, maar ten minste eenmaal per vijf jaar, of eventuele knelpunten een evaluatie van Afdeling 2.2 (Gebruik van de taal in het bestuurlijk verkeer) van de Algemene wet bestuursrecht noodzakelijk maken (uitvoering Bestuursafspraak 4.6).

4.6 Nationale Ombudsman en Friestalige klachten

De Minister van BZK bevordert dat de Nationale Ombudsman in voorkomende gevallen voldoende is toegerust om Friestalige klachten in behandeling te nemen (uitvoering Bestuursafspraak hoofdstuk 3 en 4).

4.7 Website ministerie BZK en Fries

Het ministerie van BZK zal het onderdeel op de website van BZK dat over het beleid inzake de Friese taal gaat, ook in de Friese taal weergeven (uitvoering Bestuursafspraak hoofdstuk 4).

HOOFDSTUK 5. MEDIA

5.1 Volledige en veelzijdige programmering

Het Rijk en de provincie laten in 2009 een onafhankelijk onderzoek uitvoeren dat inzicht geeft in de wijze waarop verdragsstaten invulling geven aan artikel 11, eerste lid, van het Europees Handvest. Hierbij wordt de positie van het Fries als erkende minderheidstaal in Nederland vergeleken met andere Europese landen die dit gedeelte van het Europees Handvest toepassen op de eigen minderheidstalen (uitvoering Bestuursafspraak 5.1).

5.2 Steun uit Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties

Het ministerie van OCW vraagt bij het bestuur van het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties aandacht voor het belang van oorspronkelijk Friestalig televisiedrama voor volwassenen en verzoekt het bestuur daarmee rekening te houden bij het behandelen van aanvragen van Omrop Fryslân (uitvoering Bestuursafspraak 5.2 en 5.3).

5.3 Deskundigheid Fries in betrokken besturen

Zowel het Commissariaat voor de Media als het Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Omroepproducties kunnen over de expertise op het gebied van de Friese taal en cultuur beschikken. Wat lokale en regionale omroepen betreft, bepaalt de Mediawet dat het programmabeleidbepalend orgaan van lokale en regionale omroepen representatief dient te zijn voor het verzorgingsgebied. Dit waarborgt deskundigheid op het gebied van de Friese taal en cultuur bij deze organen (uitvoering Bestuursafspraak 5.4).

5.4 Televisieprogramma’s Friese taal via het landelijk net

Er zijn 37 uren per jaar voor televisieprogramma’s in de Friese taal, die via het landelijke net worden uitgezonden door de NOS. Het gaat hierbij om zestien uren schooltelevisie en 21 uren ‘gewone’ televisie. Deze uitzendingen, die mogelijk worden gemaakt binnen het taakprofiel en budget van de NOS, worden beoordeeld met inachtneming van de uitgangspunten van het publieke omroepbestel (uitvoering Bestuursafspraak 5.6).

HOOFDSTUK 6. CULTURELE ACTIVITEITEN EN VOORZIENINGEN

6.1 Gezelschap voor beroepstoneel: Tryater
  • a) Tryater, een gezelschap voor beroepstoneel dat zich bedient van de Friese taal, wordt wat betreft het volwassenentheater voor 100 procent gefinancierd door het ministerie van OCW. De rijksbijdrage aan Tryater blijft tot en met 2010 onverminderd van kracht (uitvoering Bestuursafspraak 6.1.1 t/m 6.1.5).

  • b) Bij beëindiging of vermindering van de subsidie(s) vindt er overleg tussen het Rijk en de provincie plaats (uitvoering idem).

6.2 Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum: Tresoar
  • a) Tresoar, Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum, draagt zorg voor de documentatie, archivering, promotie en bevordering van de Friese taal en letterkunde. De uit de gemeenschappelijke regeling Letterhoeke voortvloeiende structurele kosten worden onder aftrek van de inkomsten door de Minister van OCW en de provincie gedragen volgens de verdeling als vermeld in artikel 2 van genoemde regeling Letterhoeke. De in het kader van de onderdelen 6.2 en 6.4 van de Bestuursafspraak gemaakte afspraken blijven mutatis mutandis van kracht (uitvoering Bestuursafspraak 6.2 en 6.4).

  • b) Ondersteuning vindt plaats via geldende normen. Tresoar werkt via de Stichting WSF (Stichting Samenwerkingsverband Bibliotheken met Wetenschappelijke Steunfunctie) samen met andere bibliotheken met een wetenschappelijke steunfunctie (uitvoering idem).

  • c) Bij beëindiging of vermindering van de subsidie(s) vindt er overleg tussen het Rijk en de provincie plaats (uitvoering idem).

6.3 Instelling voor wetenschapsbeoefening Friese taal en cultuur: Fryske Akademy
  • a) De Fryske Akademy is de instelling voor wetenschapsbeoefening inzake Friese taal en cultuur. De in het kader van onderdeel 6.3 van de Bestuursafspraak gemaakte afspraken inzake de Fryske Akademy blijven onverminderd van kracht (uitvoering Bestuursafspraak 6.3.1 t/m 6.3.3).

  • b) Financiële overdracht van het rijksbudget vindt met voorwaarden via de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) plaats (uitvoering idem).

  • c) Bij wijziging van middelenverstrekking vindt er overleg tussen het Rijk en de provincie plaats (uitvoering idem).

Overige culturele voorzieningen
6.4 Landelijke letterenfondsen
  • a) In de statuten en, voor zover van toepassing, in het huishoudelijk reglement van het Fonds voor de Letteren en het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds (NLPVF) is vastgelegd dat Friese schrijvers een beroep kunnen doen op deze fondsen, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke markt- en afzetomstandigheden waarin deze schrijvers zich bevinden (uitvoering Bestuursafspraak 6.5.1).

  • b) Sinds 2006 subsidiëren het Rijk en de provincie elk de helft van de regeling vertalingen uit het Fries (uitvoering idem).

6.5 Subsidies voor Friese films

De subsidieregelingen van het Nederlands Fonds voor de Film, die gericht zijn op de stimulering van met name de kwaliteit en diversiteit van de filmproductie in ons land alsmede op de bevordering van het Nederlandse filmklimaat, staan open voor Friestalige films (uitvoering Bestuursafspraak 6.5.2, 6.6.5 en 6.6.6).

6.6 Subsidies voor Friestalige literatuurprijzen

Het ministerie van OCW draagt via het provinciefonds bij aan de prijzen voor Friese literatuur. Het bedrag wordt besteed aan de Gysbert Japicxprijs, de dr. Obe Postmaprijs, de dr. Joast Halbertsmaprijs, de Fedde Schurerprijs, de Fedde Schurer-publieksprijs en de Pyt van der Zeeprijs (uitvoering Bestuursafspraak 6.6.8).

6.7 Vertegenwoordiging Friese taal en cultuur op manifestaties in het buitenland

Het ministerie van OCW en de provincie dragen er zorg voor, dat de Friese taal en cultuur op literaire en culturele manifestaties in het buitenland vertegenwoordigd zijn (uitvoering Bestuursafspraak 6.9).

HOOFDSTUK 7. ECONOMISCH EN SOCIAAL LEVEN

7.1 Nagaan beperkingen voor Friese taal in economisch en sociaal leven

Wanneer vanuit Fryslân wordt gesignaleerd dat er ongerechtvaardigde beperkingen zijn inzake het gebruik van de Friese taal in het economisch en sociaal leven, brengt de provincie dit knelpunt onder de aandacht van de Minister van BZK als coördinerend bewindspersoon voor de Friese taal. Vervolgens wordt in gezamenlijk overleg met de verantwoordelijke minister bezien in hoeverre en op welke wijze dit knelpunt kan worden opgelost (uitvoering Bestuursafspraak 7.1).

7.2 Friese taal op etiketten en productaanduidingen

Wanneer er knelpunten inzake het gebruik van de Friese taal op etiketten en productaanduidingen zijn, wordt in overleg met de daarmee verband houdende regelgeving verantwoordelijke minister bezien in hoeverre en op welke wijze dit knelpunt kan worden opgelost (uitvoering Bestuursafspraak 7.2).

7.3 Bevorderen aandacht Fries in welzijns- en gezondheidsinstellingen
  • a) De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) bevordert dat in het werkprogramma van de Inspectie voor de Gezondheidszorg systematisch aandacht wordt besteed aan het gebruik van het Fries als kwaliteitsinstrument door welzijns- en gezondheidsinstellingen in Fryslân (uitvoering Bestuursafspraak 7.4, 7.5 en 7.7) .

  • b) De provincie zal in samenwerking met de Minister van VWS een model van een Friestalige klachtenregeling ontwerpen en deze vervolgens aanbieden aan de gesubsidieerde instellingen in de welzijns- en gezondheidssector die hun werkterrein (mede) in Fryslân hebben (uitvoering idem).

7.4 Positie Fries bij projecten in de economische en sociale sector

Indien het Rijk en de provincie in onderling overleg tot de conclusie zijn gekomen dat projecten ter versterking van de positie van de Friese taal in de economische en sociale sector wenselijk en noodzakelijk zijn, dragen zij daartoe gezamenlijk bij (uitvoering idem).

HOOFDSTUK 8. GRENSOVERSCHRIJDENDE UITWISSELINGEN

8.1 Culturele en bestuurlijke contacten met Friezen in Duitsland

De provincie en, waar nodig, de Ministers van OCW en BZK spannen zich in om de culturele en bestuurlijke contacten tussen de drie Frieslanden in Nederland en Duitsland te bevorderen (uitvoering Bestuursafspraak 8.4).

8.2 Friese taal in cultuur in culturele verdragen

Bij het sluiten en uitwerken van verdragen tussen Nederland en andere lidstaten van de Raad van Europa in het kader van ‘cultuur en beeldvorming’, zal de Minister van Buitenlandse Zaken (hierna: BZ) in nader overleg met de provincie onderzoeken op welke wijze in het verdrag aandacht kan worden geschonken aan de andere rijkstaal van Nederland, te weten de Friese taal en haar cultuur (uitvoering Bestuursafspraak 8.3).

8.3 Friese taal en cultuur in voorlichtingsbeleid ambassades

De Minister van BZ spant zich in om de Friese taal en cultuur een plaats te geven in het voorlichtingsbeleid van de ambassades, bij voorkeur door middel van het beschikbaar stellen en het verspreiden van brochures (uitvoering Bestuursafspraak 8.5).

HOOFDSTUK 9. SLOTBEPALINGEN

  • a) Onverminderd het bepaalde in onderdeel 9.1 van de Bestuursafspraak vindt twee keer per jaar, en voorts zo vaak als Partijen dit wenselijk achten, in de ambtelijke coördinatiegroep als bedoeld in onderdeel 9.7 van de Bestuursafspraak overleg plaats over relevante ontwikkelingen ten aanzien van het in dit convenant bepaalde alsmede over de knelpunten en succesfactoren die Partijen ervaren bij de uitvoering van de in het convenant gemaakte afspraken.

  • b) Dit convenant treedt in werking op de dag van ondertekening en eindigt op 31 december 2010.

  • c) Opzegging van dit convenant door één van de Partijen is mogelijk onder schriftelijke opgaaf van redenen en na overleg door Partijen. Hiervoor dient een termijn van zes maanden in acht te worden genomen.

  • d) Wanneer een Partij het convenant opzegt, blijft het convenant voor de overige Partijen in stand voor zover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

  • e) Het convenant wordt in de Nederlandse en Friese taal gepubliceerd in de Staatscourant en in een Engelse vertaling toegezonden aan de Raad van Europa.

  • f) Dit convenant wordt aangehaald als «Uitvoeringsconvenant Friese taal en cultuur 2009».

  • g) Naar aanleiding van het rapport ‘Ruimte, Regie en Rekenschap' van de Gemengde Commissie Lodders betreffende decentralisatievoorstellen provincies dragen het Rijk en de provincie er zorg voor dat in begin 2009 een stuurgroep wordt geïnstalleerd. Deze stuurgroep doet binnen een half jaar na installatie voorstellen voor een samenhangende decentralisatie en coördinatie voor taken die verband houden met de Friese taal. Zo nodig worden dan de uitvoeringsbepalingen in dit convenant aangepast.

Aldus overeengekomen in tweevoud, zowel in de Nederlandse als in de Friese taal.

Den Haag, 28 mei 2009

De Staat der Nederlanden,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M.J.M. Verhagen.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S.A.M. Dijksma.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

De provincie Fryslân,

De commissaris der Koningin,

J.A. Jorritsma.

Naar boven