Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende ontheffing van het verbod VFR-vluchten uit te voeren in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A

18 december 2009

Nr. IVW TBE 44.1.b – 2009 – 151 – Stichting Skydive Anywhere

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 11 december 2009 van de Stichting Skydive Anywhere.;

Overwegende dat het doel van de vlucht is het uitvoeren van valschermsprongen;

Gelet op artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de Cessna 182 met als registratie PH-JSA, dan wel een gelijkwaardig vervangend vliegtuig, in gebruik bij de Stichting Skydive Anywhere, waarmee de VFR-vlucht wordt uitgevoerd te Leusden N52°08'07" en E005°24'50", op een hoogte van FL060 ten behoeve van een dropping van parachutisten.

Artikel 2

Aan de gezagvoerder van het in artikel 1 genoemde luchtvaartuig wordt van 17 december 2009 tot en met 18 december 2009, van 09.00 uur tot 12.00 uur lokale tijd, ontheffing verleend om valschermsprongen uit te voeren met inachtneming van de navolgende voorschriften en beperkingen.

  • a. Voor het klimmen en dalen wordt gebruik gemaakt van het klimgebied, tenzij de luchtverkeersleider afwijkende instructies geeft. Het klimgebied bestaat uit een kolom luchtruim in de vorm van een cilinder met een straal van 5 NM rondom het doelgebied.

  • b. De gezagvoerder van het betrokken luchtvaartuig daalt in het luchtruim met klasse A met de hoogste valschermspringer mee, zodat de luchtverkeersleider het overige verkeer kan toelaten tot een level boven de paravlucht.

  • c. De gezagvoerder van het betrokken luchtvaartuig onderhoudt tijdens het uitvoeren van de valschermsprongen en de daarvoor vereiste vlucht voortdurend tweezijdig radiocontact op de voorgeschreven frequentie met het MilATCC, tenzij anders aangegeven door de betrokken luchtverkeersleidingsdienst. Voor contact met de grond dient een tweede radioset aanwezig te zijn.

  • d. Het luchtvaartuig van waaruit de valschermsprongen worden uitgevoerd is gecertificeerd en uitgerust voor vluchten onder instrumentvliegvoorschriften, waaronder een werkende SSR-transponder met Mode S.

  • e. Indien de radioverbinding is verbroken, wordt de transpondercode 7600 ingesteld en moet, nadat gedurende 3 minuten de op dat moment gevlogen hoogte is gehandhaafd, worden teruggekeerd naar het luchtvaartterrein van vertrek; het uitvoeren van valschermsprongen is onder deze omstandigheden verboden.

  • f. Tenminste 5 dagen van tevoren worden de vluchtgegevens, de te vliegen route en andere relevante informatie aangeleverd bij de operationele helpdesk;

  • g. Een uur voor aanvang van de vlucht wordt gecoördineerd met de operationele helpdesk; aan de voorwaarden door hen gesteld wordt strikt de hand gehouden;

  • h. De tijdstippen van aanvang en einde van de valschermsprongen worden telefonisch gemeld aan de Supervisor van het MilATCC en aan de voorwaarden door hem gesteld wordt strikt de hand gehouden.

  • i. Net voor het uitvoeren van de valschermsprongen moet van de betrokken luchtverkeersleidingsdienst een definitieve klaring daartoe verkregen zijn en een radiotelefonische instemming zijn verkregen van de havendienst van het luchtvaartterrein. De uiteindelijke klaring tot welke hoogte mag worden geklommen, zal radiotelefonisch door de luchtverkeersleiding van Amsterdam ACC worden verstrekt.

Artikel 3

Aan de gezagvoerder van het in artikel 1 genoemde luchtvaartuig wordt van 17 december 2009 tot en met 18 december 2009 ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van een VFR-vlucht in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A, genoemd in artikel 44, eerste lid, onder b, van het Luchtverkeersreglement, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de vlucht wordt uitgevoerd als een gecontroleerde VFR-vlucht;

  • b. de vlucht wordt slechts uitgevoerd, indien het vliegzicht minimaal 8 km bedraagt en de afstand tot de wolken horizontaal 1500 m en verticaal 300 m bedraagt;

  • c. een uur voor aanvang van de vlucht wordt gecoördineerd met de operationele helpdesk; aan de voorwaarden door hen gesteld wordt strikt de hand gehouden.

Artikel 4

Het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften en beperkingen, genoemd in de artikelen 2 en 3, kan aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 5

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder bekend is met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 6

Voorafgaand aan de vlucht is er op initiatief van de aanvrager/opdrachtgever in de plaatselijke media aandacht besteed aan de uit te voeren vlucht.

Artikel 7

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 17 december 2009 en vervalt met ingang van 19 december 2009, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

voor deze:

het afdelingshoofd Vergunningverlening Infrastructuur,

M. Steenhuisen-Kuipers.

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Team Juridische Zaken

Postbus 90653

2509 LR DEN HAAG

Naar boven