Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende ontheffing van het verbod VFR-vluchten uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel boven mensenverzamelingen

8 september 2009

Nr. Artikel 45.1.a - 2009 - 119 – Johan Roerink

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 11 augustus 2009, ontvangen op 25 augustus 2009 van Johan Roerink;

Gehoord de toelichting op het verzoek van de loco-burgemeester van de gemeente Boxmeer, de heer De Graaf op 26 augustus 2009;

Overwegende dat het doel van de vlucht is het uitvoeren van een kortdurende en eenmalige laagvliegactiviteit te Oeffelt; tijdens het evenement ter hoogte van het sportpark, gelegen aan De Hogehoek in Oeffelt, met geografische positie 51°38’45”N 005°55’54”E, wordt op ludieke wijze een geldbedrag gepresenteerd dat met een landelijke actie is ingezameld ten gunste van het Prinses Beatrixfonds;

Gelet op artikel 45, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op het gebruik van 7 micro light aeroplanes van het type paramoteur, met als registraties: PH-9M9, PH-9B1, PH-9J8, PH-8Y8, PH-9Z7, PH-9M1 en PH-9M8, waarmee de VFR-vlucht wordt uitgevoerd voor het uitvoeren van een laagvliegactiviteit.

Artikel 2

Aan de gezagvoerders van de in artikel 1 genoemde luchtvaartuigen wordt op 19 september 2009 van 16:00 tot 17:00 uur LT ontheffing verleend van het verbod, genoemd in artikel 45, eerste lid, onder a, van het Luchtverkeersreglement, om één VFR-vlucht uit te voeren beneden de minimum VFR-vlieghoogte, boven gebieden met aaneengesloten bebouwing dan wel boven mensenverzamelingen, gedurende de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 60, onder a, bedoelde luchtvaartgids, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de minimum toegestane vlieghoogte boven het gebied boven het sportpark De Hogehoek te Oeffelt bedraagt ten minste 150 ft;

  • b. de vliegroute, vlieghoogte en vliegsnelheid worden zodanig gekozen dat:

    • 1. overlast aan derden zoveel mogelijk wordt vermeden;

    • 2. ingeval van een noodlanding het risico voor personen en zaken op de grond en derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • c. de gezagvoerder stelt zich van tevoren op de hoogte met betrekking tot plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • d. te allen tijde wordt de vlucht zo uitgevoerd met een zodanige combinatie van hoogte en snelheid dat de vlieger in staat is om, in geval van een motorstoring, veilig een noodlanding uit te kunnen voeren;

  • e. te allen tijde wordt de vlucht zo uitgevoerd dat de vlieger in staat is om voldoende separatie tot obstakels en overige luchtvaartuigen te waarborgen;

  • f. de vlucht wordt zodanig uitgevoerd dat niet wordt gevlogen in het gevaarlijke gebied van het hoogtesnelheidsdiagram als aangegeven in het vlieghandboek van het desbetreffende luchtvaartuig;

  • g. de vlucht wordt vrij van het plaatselijk verkeersleidingsgebied Volkel uitgevoerd;

  • h. een uur voor de aanvang van de vlucht wordt ingelicht:

    de meldkamer van het Korps Landelijke Politiediensten Afdeling Luchtvaartpolitie en worden de volgende gegevens verstrekt:

    • naam gezagvoerder(s), registratie en model/type luchtvaartuig;

    • route en periode van de voorgenomen vlucht;

  • i. voorafgaand aan de vlucht wordt de plaatselijke luchtverkeersleiding van vliegbasis Volkel ingelicht en wordt met de plaatselijke verkeersleiding van Niederrhein gecoördineerd;

  • j. het niet of niet volledig nakomen van de bovenstaande voorschriften en beperkingen kan aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 19 september 2009 om 16:00 uur en vervalt na uitvoering van de vlucht doch uiterlijk om 17:00 uur plaatselijke tijd, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

namens deze:

de Unitmanager Unit Kennis, Advies en Berichtgeving, Toelating/Continuering Luchtruim,

R.J. Putters.

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Toezicht Beheereenheid

Unit Juridische Zaken

Postbus 90653

2509 LR DEN HAAG

Naar boven