Regeling van 6 juli 2009 houdende benoeming van de leden van de staatscommissie Grondwet en toekenning van een vergoeding aan die leden

18 juni 2009

Nr. 2009-0000310793

Constitutionele Zaken en Wetgeving (CZW)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en de Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, derde lid, van de Kaderwet adviescolleges en artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

• 1. Voorzitter, tevens lid, van de staatscommissie Grondwet is:

  • mw. prof. mr. W.M.E. Thomassen, raadsheer Hoge Raad der Nederlanden;

• 2. De andere leden van de staatscommissie Grondwet zijn:

  • prof. dr. L.F.M. Besselink, hoogleraar Europees constitutioneel recht, Universiteit Utrecht;

  • mw. prof. dr. M.L.H.K. Claes, hoogleraar Europees en vergelijkend constitutioneel recht, Universiteit van Tilburg;

  • mw. prof. mr. J.H. Gerards, hoogleraar staats- en bestuursrecht, Universiteit Leiden;

  • mw. mr. L.Y. Gonçalves-Ho Kang You, staatsraad i.b.d., Raad van State;

  • prof. mr. C.A.J.M. Kortmann, emeritus-hoogleraar Staatsrecht, bestuursrecht en algemene staatsleer, Radboud Universiteit Nijmegen;

  • prof. mr. R. de Lange, hoogleraar staats- en bestuursrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam;

  • mw. prof. mr. B.M. Oomen, bijzonder hoogleraar rechtspluralisme, Universiteit van Amsterdam;

  • mw. prof. mr. G. Overkleeft-Verburg, hoogleraar staats- en bestuursrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam;

  • drs. J.P. de Vries, voormalig hoofdredacteur Nederlands Dagblad en voormalig lid staatscommissie-Biesheuvel.

Artikel 2

De staatscommissie wordt bijgestaan door het volgende secretariaat:

• drs. M.P.H. van Haeften (secretaris);

• dr. I.A. van den Driessche (adjunct-secretaris);

• mr. dr. G.J.M. Evers (adjunct-secretaris);

• mr. S. Terphuis (adjunct-secretaris).

Artikel 3

• 1. De voorzitter van de staatscommissie ontvangt een vaste vergoeding per maand, afgeleid van het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984, met een deeltijdfactor 0,4.

• 2. De leden van de staatscommissie ontvangen een vaste vergoeding per maand, afgeleid van het maximum van schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984, met een deeltijdfactor 0,1.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van 9 juli 2009 en vervalt met ingang van 1 december 2010.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J.P. Balkenende.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

TOELICHTING

In het coalitieakkoord van 7 februari 2007 is het voornemen geuit tot instelling van een staatscommissie die advies zal moeten uitbrengen over een herziening van de Grondwet. In het beleidsprogramma van het kabinet is het gewenste advies in het bredere kader gezet van een versterking van de Grondwet.

De instelling van de staatscommissie vindt plaats door middel van het instellingsbesluit staatscommissie Grondwet. In de onderhavige regeling vindt de benoeming van de voorzitter en de leden van de staatscommissie Grondwet plaats. Daarnaast vindt de benoeming plaats van de secretaris en andere medewerkers.

Bij de selectie en benoeming van de leden is gelet op gezaghebbendheid, specifieke deskundigheid en een evenwichtige samenstelling. De werkzaamheden van de leden zullen een aanzienlijk tijdbeslag vergen gezien het fundamentele karakter van de vraagstelling en de korte tijd waarin het advies tot stand moet wordt gebracht. Daarom ontvangen zij een vaste vergoeding gekoppeld aan een deeltijdfactor. Deze is vastgesteld op 0,1 wat overeenkomt met een tijdbeslag van een halve dag per week. Ook de vaste vergoeding voor de voorzitter wordt in deze regeling vastgesteld. Deze vergoeding wordt afgedragen aan de betrokken werkgever.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J.P. Balkenende.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.