Charter aanpak wijken de Bennekel, Doornakkers en Woensel-West te Eindhoven

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Eindhoven,

namens deze,

de wethouder van Wonen en Ruimte,

Drs. M. Fiers.

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, drs. E. Vogelaar,

Mede namens:

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mevrouw dr. G. ter Horst,

Staatssecretaris van Economische Zaken drs. F. Heemskerk,

Minister voor Jeugd en Gezin mr. A. Rouvoet,

Minister van Justitie dr. E.M.H. Hirsch Ballin,

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mevrouw G. Verburg,

Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dr. R.H.A. Plasterk,

Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mevrouw J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart,

Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mevrouw S.A.M. Dijksma,

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mr. J.P.H. Donner,

Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de heer A. Aboutaleb,

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dr. A. Klink,

Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mevrouw dr. M. Bussemaker,

handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden.

Overwegingen

Wij, rijk en gemeente, constateren gezamenlijk dat extra inzet noodzakelijk is in een aantal wijken, die structureel achterblijven bij de rest van de stad. Het rijk heeft in het kader van haar project ‘Van Aandachtswijk naar Krachtwijk’ de Eindhovense wijken de Bennekel, Doornakkers en Woensel-West aangewezen als Krachtwijk.

Het is de ambitie om deze wijken tot vitale, woon-, werk-, leer-, en leefomgevingen maken, waar het prettig wonen is en waarin mensen betrokken zijn bij de samenleving. Al vele jaren werken wij met fysieke en sociale ingrepen aan deze wijken. Deze wijken hebben grote sociaal-economische achterstanden en het is niet realistisch om te denken dat over 10 jaar deze wijken in zijn geheel geen achterstanden meer kennen. Echter, het streven is uiteraard dat op het niveau van de individuele bewoners problemen en achterstanden substantieel verbeteren.

In onze aanpak staat daarom, naast verbetering van kwaliteit van de woonomgeving, de verbetering van de sociaal-economische positie van individuele bewoners van deze wijken centraal. We richten ons op een slimme, selectieve en gecoördineerde veranderstrategie, waarmee de kloof tussen kansarmen en kansrijken kan worden verkleind en waarmee de opeenstapeling van problemen bij kansarme huishoudens en in de wijken waar zij leven effectief kan worden aangepakt.

De drie wijkactieplannen, zoals die in nauwe samenspraak met de betrokkenen in de wijken zijn opgesteld vormen de basis van onze aanpak. De wijkactieplannen beschrijven, naast een analyse van de vraagstukken in de wijk, de beoogde oplossingsrichtingen om deze sociale stijging te realiseren. Rijk en gemeente hebben een belangrijke rol in het realiseren van de wijkactieplannen. Een geïntensiveerd, gecoördineerd en op maat gesneden optreden van beide overheden is hierbij een noodzakelijke randvoorwaarde.

Met dit charter leggen wij, rijk en gemeente, onze afspraken inzake dit optreden vast. Tevens spreken we de inzet af die ieder gaat leveren om deze gezamenlijke ambities te kunnen realiseren. Uitgangspunt van onze aanpak is het leveren van een extra (en waar nodig onconventionele) inzet om het verschil te kunnen maken in deze wijken.

De in het navolgende charter vastgelegde afspraken zijn gebaseerd op de wijkactieplannen en vormen een aanvulling op de bestaande afspraken/overeenkomsten zoals bijvoorbeeld geformuleerd in het kader van het Grotestedenbeleid. De afspraken in dit charter sluiten aan bij de afspraken die tussen het rijk en de VNG zijn gemaakt in het kader van het Bestuursakkoord van 4 juni 2007.

De afspraken in dit charter gelden in principe voor 10 jaar. Dit geldt met name voor de ambities die we met elkaar afspraken. We verbinden ons om deze afgesproken maatschappelijke doelen te bereiken. Deze doelen zijn robuust en zullen daarom slechts in uitzonderlijke situaties moeten worden aangepast. Echter, wij erkennen dat de omstandigheden tijdens de looptijd van het charter kunnen wijzigen. We spreken elkaar daarom aan op het inzetten van een effectief instrumentarium en blijven daarover met elkaar in gesprek om tijdig hierop in te kunnen spelen. Als een instrument niet effectief blijkt, zoeken we naar andere, wel effectieve middelen. De middelen zijn dus minder onwrikbaar dan de doelen.

Afspraken

Onze concrete inzet heeft betrekking op de doorbraakthema’s in de drie Wijkactieplannen. Aan deze inzet liggen een aantal afspraken ten grondslag die betrekking hebben op de wijze waarop wij met elkaar de komende jaren aan de slag willen gaan:

1. De Eindhovense aanpak van Krachtwijken kenmerkt zich door aandacht voor de sociale stijging van de individuele bewoner in de wijk en zijn of haar specifieke talenten, beperkingen en vragen. Dit vergt een houding waarbij maatwerk en vernieuwende samenwerkingsvormen tussen organisaties voorop staan: de bewoner centraal. Wij, rijk en gemeente, spreken daarom af dat wij en de organisaties waar wij direct of indirect invloed op hebben, zullen werken vanuit een integrale en persoongerichte werkwijze. Wij spreken af dat institutionele logica geen obstakel zal zijn bij het realiseren van de ambities in de wijken. Wij zullen verder onze en de aan ons gelieerde organisaties actief stimuleren om zich pro-actief op te stellen in het realiseren van vernieuwende samenwerkingsvormen.

2. Rijk en gemeente zijn ervan overtuigd dat wij in de uitvoering van de wijkactieplannen nog vele vraagstukken tegen zullen komen, waarbij de gemeente een concreet beroep op het rijk zal moeten doen. Wij spreken af dat het rijk een meldpunt zal faciliteren waar gemeenten (betrokken bij de krachtwijken) terechtkunnen wanneer de samenwerking hapert en/of wanneer tegen problemen aangelopen wordt die op rijksniveau opgelost moeten worden door bijvoorbeeld beleidswijziging, het bieden van experimenteerruimte en in uiterst geval waar noodzakelijk en mogelijk regelgeving aan te passen. Vragen van gemeenten betreffende problemen rond de Krachtwijken worden binnen het rijk met voorrang afgehandeld. Waar nodig zal snel ambtelijk en/of bestuurlijk overleg georganiseerd worden. Om maximaal transparant naar elkaar en naar de bewoners te zijn, zullen alle bij dit meldpunt binnenkomende vragen en reacties van het rijk toegankelijk worden gemaakt voor betrokken partijen. Daarnaast spreken we een protocol voor afhandeling af waarin werkafspraken worden gemaakt over zaken reactietermijnen op vragen van gemeente etc.

3. Het rijk (WWI) zal een vraaggericht kennisaanbod bieden, vanuit verscheidene kenniscentra die het terrein van de wijkaanpak bestrijken. Hierdoor worden de steden op adequate wijze ondersteund bij de uitvoering van hun wijkactieplannen, inclusief experimenten, en vindt er een optimale kennisontwikkeling en -uitwisseling plaats binnen en tussen de steden en waar nodig tussen de wijken onderling.

Hiertoe zal het rijk (WWI) het volgende organiseren:

- WWI heeft een consortium van kenniscentra tot stand gebracht dat zijn/haar aanbod onderling afstemt en waar nodig aanpast en uitbreidt ten behoeve van de kennisbehoefte onder de 40 wijken/18 gemeenten.

- WWI heeft één digitaal loket ’40 wijkenaanpak’ tot stand gebracht, waar gemeenten via een portal de diverse kenniscentra kunnen raadplagen en benaderen; waar een gemeenschappelijke agenda van symposia, workshops en opleidingen wordt aangeboden; waar good practices staan beschreven.

- WWI heeft een gezamenlijke helpdesk gerealiseerd, waar gemeenten hun kennisvragen m.b.t. de wijkenaanpak kunnen stellen en binnen korte tijd antwoord of toelichting krijgen.

- WWI zorgt voor een vraaggericht aanbod van opgedane kennis en onderzoek m.b.t. thema’s die binnen de wijkactieplannen beschreven staan en waar aanvullende kennis en kennisdeling noodzakelijk zijn. Dit kan o.a. in de vorm van bijeenkomsten, cursussen en excursies.

4. Veel partijen uit het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven willen een bijdrage leveren aan het aanpakken van de wijkproblematiek. Op landelijk niveau wordt met deze organisaties een landelijke alliantie gevormd die ondersteuning biedt aan de lokale coalities in de wijken. WWI faciliteert de inzet van deze landelijke alliantie in de krachtwijken door:

- Ondersteuning en faciliteren van de landelijke alliantie. Met de partners worden afspraken gemaakt over concrete inzet in de 40 wijken (kennis, investeringen of (pilot)activiteiten). Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de logistiek, infrastructuur en achterban van deze partijen. WWI is een makelaar tussen gemeente en de partners.

- Twee keer per jaar wordt een landelijk evenement georganiseerd voor alle betrokken partijen. Doel is kennisuitwisseling en een podium bieden aan alle betrokkenen.

- Samen met de brede alliantie sport wil WWI ondersteuning bieden aan lokale initiatieven gericht op het bevorderen van sport en bewegen. Daarmee willen we ook een verbinding leggen naar bedrijven die vanuit maatschappelijk verantwoord ondernemen initiatieven in de wijken ondersteunen of voornemens zijn dit te doen. WWI zal hiertoe goede voorbeelden uitdragen en stimuleren.

- WWI maakt afspraken met de partners van de landelijke alliantie over het aanbod dat de partners doen aan gemeenten voor concrete inzet in de 40 wijken (kennis, investeringen of (pilot)activiteiten).

- WWI is een makelaar tussen gemeente en de partners en zal met iedere gemeente apart in overleg treden om te bezien welke afspraken met welke partijen kunnen worden gemaakt.

5. De Krachtwijken nemen een belangrijke plaats in het gemeentelijk en rijksbeleid. Waar mogelijk en van toepassing zullen beleidsprioriteiten voorrang krijgen in deze wijken. In de integrale (financiële) afwegingen hebben de gemeente en het rijk aandacht voor de bijzondere rol van de Krachtwijken.

6. De gemeente Eindhoven blijft zich met kracht inzetten voor alle bestuurlijk aangewezen gebieden in Eindhoven (naast Krachtwijken zijn dit de Integrale wijkvernieuwingsgebieden en de actiegebieden) en zoekt naar een zinvolle balans en optimale onderlinge beïnvloeding. Geleerde lessen uit de Krachtwijken zet Eindhoven in, in de andere gebieden en andersom en vraagt het rijk hiervoor steun en ruimte.

Onze ambities en inzet

Op de doorbreekthema’s van de Wijkactieplannen van de Bennekel, Doornakkers en Woensel-West maken we de volgende concrete afspraken met betrekking tot de te realiseren ambities en ons beider inzet daarin:

1. Op het gebied van de bestrijding van werkeloosheid in de Bennekel en Doornakkers

Gezamenlijke ambitie

Iedereen die wil en kan werken, moet ook een baan kunnen krijgen. Vrijblijvendheid om niet te werken, moet verdwijnen. Wij willen een sluitende aanpak realiseren, gebaseerd op maatwerk met in acht name van talenten en beperkingen.

De ambitie is dat het % NWWers (niet werkend werkzoekenden):

• Over 4 jaar naar het stedelijk gemiddelde van 2011 convergeert.

• Over 10 jaar naar het stedelijk gemiddelde van 2017 convergeert.

Het % NWWers op stedelijk niveau gemeten op 1 januari 2007 is 6,2. Het % NWWers in de Bennekel en Doornakkers is respectievelijk 9,2 en 9,8.

Bijzondere aandacht is er voor integratiegerelateerde vraagstukken, zoals taalachterstanden en/of cultuurgebonden elementen die integratie op de arbeidsmarkt bemoeilijken.

Inzet rijk

• Het rijk (SZW, OCW en WWI) streeft naar de totstandkoming van een Participatiefonds, waarin met ingang van 1-1-2009 middelen voor volwasseneneducatie, inburgering en re-integratie worden gebundeld. Vooruitlopend hierop neemt Eindhoven deel aan het project voorbereidingstrajecten participatiefonds. Dit traject is erop gericht Eindhoven organisatorisch en beleidsmatig voor te bereiden op de komst van het participatiefonds zodat Eindhoven, zodra het fonds feitelijk tot stand is gebracht van start kan met de inzet van het fonds voor het bevorderen van duurzame participatie. SZW, OCW en WWI zorgen voor begeleiding en ondersteuning bij vormgeving van het proces. Daarnaast is er een financiële tegemoetkoming van 225.000 euro beschikbaar, onder meer voor de inzet van een projectleider en het betrekken van medewerkers uit de betrokken beleidsterreinen (brief van 1 februari 2008 (WWI/W2008002440)).

• Het rijk (SZW en WWI) zal na doorlichting van het bestand samen met de gemeente Eindhoven monitoren welke problemen over blijven na gebruik van alle mogelijke instrumenten om mensen aan regulier werk te helpen.

• Het rijk hecht aan actieve deelname van CWI en UWV aan de wijkaanpak. Met CWI is de inzet van fte’s afgesproken binnen de 40 wijken.

2. Op het gebied van de aanpak van problemen achter de voordeur in de drie wijken

Gezamenlijke ambitie

Mensen in staat stellen mee te doen en zelfstandig te functioneren in de samenleving, alsmede het voorkomen van sociaal isolement.

Voortbouwend op dat wat al gerealiseerd is in de wijken, een sluitende aanpak realiseren voor het signaleren, prioriteren en opvolgen van (complexe en veelal een cumulatie van) problemen van bewoners, waarbij niemand tussen wal en schip valt en waarbij de behoefte van de bewoner centraal staat in plaats van de organisatielogica.

De ambitie is:

• Het aandeel mensen dat sociaal is geïsoleerd convergeert over 4 jaar naar het stedelijk gemiddelde van 20011 en over 10 jaar naar het stedelijk gemiddelde van 2017.

• Daarnaast een convergentie van het gemiddeld inkomen in de wijk naar het stedelijk gemiddelde van 2011 over 4 jaar en naar het stedelijk gemiddelde van 2017 over 10 jaar.

In 2006 is het aandeel mensen dat sterk geïsoleerd is in Eindhoven 6 procent. In de wijken Doornakkers, de Bennekel en Woensel-West is dat respectievelijk 4, 12 en 15%

In 2004 is het gemiddeld inkomen per inwoner in Eindhoven 12.500 euro. In de wijken Doornakkers, de Bennekel en Woensel-West is dat respectievelijk 10.200; 10.200 en 9.800 euro.

Bijzondere aandacht is er voor integratiegerelateerde vraagstukken, zoals de wijze waarop de allochtone doelgroep optimaal benaderd en bediend kan worden.

Inzet gemeente Eindhoven

De gemeente Eindhoven zal het voortouw nemen voor realisatie van de volgende zaken:

• Het introduceren van buurtmaatschappelijke werkers ter versterking van de signaleringsfunctie in de wijk.

• Op wijkniveau een sluitend netwerk organiseren met maximale informatie-uitwisseling, inclusief sluitende afspraken over opvolging naar analogie van het Centrum voor Jeugd en Gezin en het Veiligheidshuis: de ontwikkeling van de zorgcirkel.

• Investeren in ‘empowerment’ van de bewoners van de Krachtwijken.

• Investeren in straataanpakken, buurtontmoeting en het ‘zien en gezien’ worden in de wijk.

• Inzet op administratieve lastenverlichting voor de kwetsbare groepen voor zover dit binnen de competentie van de gemeentelijke organisaties of haar lokale partners valt.

• Verdere uitbouw van het gebiedsgericht werken door de gemeentelijke organisatie, waarbij dit met voorrang in de Krachtwijken zal gebeuren.

Inzet rijk

• De komende periode zullen rijk en gemeente in gesprek komen over de mogelijkheden om armoedeval waar werklozen die een baan vinden (in sommige gevallen) mee te maken krijgen, te verminderen of te voorkomen. Rijk en gemeente zullen gezamenlijk (eventuele) knelpunten op deze onderwerpen benoemen, gezamenlijk mogelijke oplossingen identificeren en zich inzetten om deze oplossing te realiseren.

3. Op het gebied van het bieden van perspectief aan jongeren in de Bennekel

Gezamenlijke ambitie

• Iedere jongere tot 23 jaar in 2011 in beeld is, en school zit of aan het werk is. Jongeren ontplooien hun talenten optimaal.

• Deelname aan voor- en vroegschoolse opvang in de krachtwijken is nu 70% bereik van de doelgroepleerlingen. De extra inzet van de gemeente voor de komende vier jaren is gericht op een bereik van 100% van de doelgroep.

Inzet gemeente Eindhoven

• Het voorkomen van een achterstand bij de start van de schoolcarrière (met name door taalachterstanden) door het vergroten van de participatie aan voor- en vroegschoolse opvang en het actief betrekken van ouders bij de school.

• Het voorkomen van een valse start van het werkzame bestaan ofwel door gebrek aan startkwalificaties, ofwel door een justitiële voorgeschiedenis. Met name voor dit laatste wordt ingezet op het vroegtijdig signaleren en voorkomen van afglijden.

• Het realiseren van een breed aanbod van ontmoeting en activiteiten om maximale ontplooiing te faciliteren. Realisatie van een multifunctionele jongerenruimte met activiteitenprogrammering, bij voorkeur als onderdeel van een bredere wijkfunctie.

• Heroriëntatie op het jongerenwerk in de Bennekel.

• Prioriteit bij het Veiligheidshuis voor jeugdcriminaliteit, met name in de Bennekel.

Inzet rijk

• De minister voor Jeugd en Gezin zorgt voor een wettelijke verankering van het basismodel CJG.

• Het rijk heeft het voornemen wettelijk vast te leggen dat gemeenten en de organisaties die de taken uit het basismodel Centra voor Jeugd en Gezin uitvoeren, alsmede een bredere kring van organisaties, sluitende afspraken moeten maken. Daarnaast heeft het rijk het voornemen om wettelijk vast te leggen dat de gemeente, wanneer partijen er in individuele gevallen niet in slagen een oplossing te bieden, dan wel zich onttrekken aan de afspraken, de verantwoordelijkheid krijgt partijen hierop aan te spreken. Partijen worden verplicht mee te werken aan het bieden van oplossingen.

• Het rijk zet zich in voor verruiming van de regelgeving voor VVE (voor- en vroegschoolse educatie). De werving en toeleiding kan nu slechts 15% zijn van het ‘Onderwijs achterstandenbeleid budget’. Nu voor het verhogen van het doelgroepbereik de werving en toeleiding steeds belangrijker wordt, onderzoekt het rijk de mogelijkheden voor verruiming.

4. Op het gebied van gezondheid in Doornakkers

Gezamenlijke ambitie

Het structureel verbeteren van de gezondheid van de bewoners van Doorakkers door voorlichting en een toegesneden aanbod van gezondheidsbevorderende activiteiten. De ambitie is convergentie naar het stedelijk gemiddelde van 2011 over 4 jaar, en naar het stedelijk gemiddelde van 2017 over 10 jaar van de volgende indicatoren:

• Het aandeel mensen dat de eigen gezondheid als matig of slecht ervaart. In 2005 is dat voor de stad Eindhoven 14% en voor Doornakkers 19%.

• Het % mensen dat minder dan 5x per week ontbijt. In 2005 is dat voor Eindhoven 23% en voor Doornakkers 25%.

• Het rijk en de gemeente hebben de ambitie te komen tot minder grote verschillen in levensverwachting op basis van sociaal-economische achtergronden.

Inzet gemeente Eindhoven

• Continueren van ‘Gezond in de Buurt’.

• Realiseren van een laagdrempelige ‘Gezondheidswinkel’.

• Stimuleren van sport, mede als integratiemotor.

• Gerichte voorlichting over gezond eten met een laag inkomen.

Inzet rijk

• Het rijk start met een aantal gemeenten experimenten in individuele wijken op het gebied van gezondheidszorg, inrichting openbare ruimte en stedelijke ontwikkeling (samenhang Fysiek en Sociaal). De gemeente Eindhoven is bereid deel te nemen aan het experiment gezonde wijk. De gemeente Eindhoven werkt hiertoe (in de eerste helft van 2008), in overleg met het ministerie van VWS en WWI, een voorstel uit.

• Aanvullend hierop zullen rijk en gemeente indien noodzakelijk in gesprek komen over: inzet convenant overgewicht, gezonde voeding stimuleren, mede in relatie tot integratie.

5. Op het gebied van ondernemerschap in Woensel-West

Gezamenlijke ambitie

Het creëren van een vruchtbaar ondernemersklimaat in Woensel-West, alsmede het tegengaan van ‘ongewenst ondernemerschap’.

De ambities zijn:

• In 2011 is het aantal ondernemers in de wijk vergroot t.o.v. 2007. In 2017 is het aantal ondernemers wederom vergroot.

• In 2011 is het aantal starters in de wijk vergroot t.o.v. 2011. In 2017 is het aantal starters wederom vergroot.

Inzet gemeente Eindhoven

• Realiseren van flexibele en betaalbare (kleinschalige) bedrijfsruimten (inclusief atelierruimte).

• In samenwerking met Brainport versterken van ondernemersnetwerken/coaching en mentoring, etc.

• Aanpak van ongewenst ondernemerschap.

• Investeren in imagoverbetering Woensel-West.

• Mogelijk de introductie van een kansenzone.

• Mogelijkheid wordt onderzocht of branchering kan worden toegepast om ongewenste vormen van bedrijvigheid te weren uit de wijk of juist gewenste bedrijvigheid aan te trekken.

• De gemeente Eindhoven start in samenspraak met het Kenniscentrum Microfinanciering in de loop van 2008 een pilot microfinanciering.

Inzet rijk

EZ zal via het Programma Microfinanciering, dat zich richt op ondersteuning van kleine (startende) ondernemers, diensten aanbieden aan lokale initiatieven, die maatwerk bieden aan (startende) ondernemers. Tevens zal EZ een coachingsnetwerk opzetten en een landelijke garantieregeling introduceren. Eindhoven kan in 2008 deelnemen aan projecten (pilots) in dit programma.

6. Op het gebied van het benutten van de SPIL in Woensel-West

Gezamenlijke ambitie

Het realiseren van het brede SPIL-centrum in Woensel-West en het versterken van de gebruikswaarde van het centrum als kloppend hart van de wijk. We streven ernaar dat de schoolpopulatie een afspiegeling van de wijk is.

Inzet gemeente Eindhoven

• Realiseren van het fysieke SPIL-centrum.

• Zorgdragen voor adequaat beheer van het centrum.

• Committeren van relevante partijen om bij te dragen aan de brede programmering van het centrum.

• Borgen van het open karakter van het centrum.

• Deelnemen aan een landelijke pilot waarin wordt nagegaan welke instrumenten het meest effectief zijn om segregatie in het basisonderwijs daadwerkelijk te voorkomen door te komen tot meer gemengde scholen. Samen met andere steden worden onderling afspraken gemaakt over de thema’s en wordt informatie uitgewisseld. In ieder geval komen de volgende elementen aan de orde: voorlichting aan ouders, ondersteuning initiatieven van ouders, afspraken over aannamebeleid, afspraken over op te nemen quota per school en monitoring van de resultaten.

Inzet rijk

• Er komt een aanvraagregeling voor basisscholen die tegemoet komt in de kosten van een conciërge. Voor geheel Nederland is voor de regeling € 20 miljoen beschikbaar. Basisscholen in de aandachtswijken en de G4 kunnen met voorrang gebruik maken van deze regeling. Voorwaarde zal cofinanciering zijn. Over de specifieke uitwerking vindt op dit moment nog overleg plaats. De maximale bijdrage vanuit OCW is 0,4 fte. per basisschool (€ 12.937,-). Vanaf augustus 2008 kunnen alle aandachtswijken een beroep doen op deze regeling.

• OCW zal gedurende drie jaar, 50.000 per jaar bijdragen in de kosten van de pilot segregatie in het onderwijs (brief OCW aan Tweede Kamer PO/ZO/2008/5688).

• Indien de gemeente Eindhoven komende periode aanloopt tegen strijdige regelgeving rond brede scholen, zoeken rijk en gemeente gezamenlijk naar mogelijke oplossingen.

7. Op het gebied van schoon, heel en veilig in de drie wijken

Gezamenlijke ambitie

De wijk is prettig en veilig om in te wonen en leven. De waardering voor woon- en leefomgeving convergeren naar het stedelijke gemiddelde.

Ambities:

• Rapportcijfer woning convergeert naar stedelijke gemiddelde van 2011 over 4 jaar en naar het stedelijk gemiddelde van 2017 over 10 jaar. Het gemiddeld rapportcijfer voor Eindhoven in 2005 is 7,4. Voor de Bennekel, Doornakkers en Woensel-West geldt een gemiddeld rapportcijfer van respectievelijk 7,1; 7,2 en 6,6.

• Rapportcijfer woonomgeving convergeert naar stedelijke gemiddelde van 2011 over 4 jaar en naar het stedelijk gemiddelde van 2017 over 10 jaar. Het gemiddeld rapportcijfer voor Eindhoven in 2005 is 6,9. Voor de Bennekel, Doornakkers en WoenselWest geldt een gemiddeld rapportcijfer van respectievelijk 6,4; 6,2 en 5,6.

• Evaluatiecijfers verloedering en overlast convergeren naar stedelijke gemiddelde van 2011 over 4 jaar en naar het stedelijk gemiddelde van 2017 over 10 jaar. Op de schaal 0-10 scoorde Eindhoven in 2005 voor verloedering 3,9. In de wijken de Bennekel, Doornakkers en Woensel-West was dit respectievelijk 4,5; 4,3 en 5,2. Op de schaal 0-10 scoorde Eindhoven in 2005 voor overlast 3,0. In de wijken de Bennekel, Doornakkers en Woensel-West was dit respectievelijk 3,3; 3,5 en 4,6.

• Het aandeel mensen dat zich wel eens onveilig voelt convergeert (met name in Doornakkers en Woensel-West) naar stedelijke gemiddelde van 2011 over 4 jaar en naar het stedelijk gemiddelde van 2017 over 10 jaar. In 2005 lag het stedelijk gemiddelde van dit aandeel op 26,0. In Doornakkers en Woensel West was dit 32,9 en 54,6.1

Inzet gemeente Eindhoven

• Vergroten van de onderhoudsinspanning van de openbare ruimte ten opzichte van het huidige niveau.

• Realisatie van een reparatieteam/klussenbus voor werkzaamheden in de openbare ruimte, mede in relatie tot buurtbeheer.

• Optimaal ondersteunen van bewoners bij ‘opzoomeracties’.

• Actieve aanpak van overlast in de openbare ruimte / niet gedogen van overlastsituaties.

• Specifieke inzet op aanpak van overlast door overbewoning in Woensel-West.

Inzet rijk

De ministers van BZK en Justitie ondersteunen de gemeenten met o.a. de volgende beleidsmaatregelen uit het project Veiligheid begint bij Voorkomen.

• Rijk en gemeenten maken samen werk van de aanpak van problemen rond jongeren en gezinnen. Vanuit het ministerie voor Jeugd en Gezin wordt reeds samen met de partijen uit ‘opvoeden in de buurt’ (waaronder Eindhoven) gewerkt aan praktische handreikingen en afspraken om de regierol van gemeente c.q. de wethouder jeugd ten aanzien van de lokale jeugdketen concreet handen en voeten te geven. Het kabinet bekijkt voorts in het kader van het Actieplan Overlast en Verloedering, samen met de G4-gemeenten, hoe de aanpak van overlast op dit terrein verder versterkt kan worden. Het ministerie van BZK komt in het eerste kwartaal van 2008 met de G4 en de andere betrokken departementen met een voorstel over doorzettingsmacht. Dit voorstel zal ook in andere gemeenten inzetbaar zijn.

• Het rijk stelt 500 extra wijkagenten beschikbaar2. Hieruit krijgt het korps Brabant Zuid-Oost in de periode 2007 ‐ 2011 19 extra wijkagenten. Met het korps is afgesproken dat met de inzet specifieke aandacht wordt besteed aan de drie Eindhovense Krachtwijken.

1 In de Bennekel lag dit aandeel in 2005 reeds lager dan het stedelijk gemiddelde, namelijk op 22,7.

2 De verdeling van de extra wijkagenten over de regio’s gaat volgens het reguliere budgetverdeelsysteem in de vorm van een bijzondere bijdrage. De uitbreiding van wijkagenten zal, conform de landelijke prioriteiten van de politie, het eerst plaatsvinden in de wijken met de grootste problemen. Het is aan het regionaal college, op voordracht van de regionale driehoek, om te bepalen welke wijken dat in de regio zijn. Met de korpsen is afgesproken dat hierbij specifieke aandacht wordt besteed aan de 40 WWI-wijken.

8. Op het gebied van uitvoeringskracht in de drie wijken

Gezamenlijke ambitie

In samenspraak met bewoners en partners in de wijk snelheid en slagvaardigheid ontwikkelen om optimaal in te spelen op de behoeften van de wijk. Het vergroten van uitvoeringskracht en doorzettingsmacht op wijkniveau.

Onderdeel van het versterken van de slagkracht is de ambitie van rijk en gemeente om de inzet van de welzijnsinstellingen beter te laten aansluiten op de vraag van bewoners en dat welzijnsinstellingen beter samenwerken met andere (hulpverlenende) organisaties.

Inzet gemeente Eindhoven

• Het vergroten van de presentie in de wijk om sneller en beter aanspreekbaar te zijn voor bewoners.

• Het vergroten van het mandaat op wijkniveau.

• Het investeren in sensitiviteit, transparantie en betrouwbaarheid om het vertrouwen van de bewoners te winnen.

• Investeren in vernieuwende (en wellicht onconventionele) samenwerkingsvormen.

• I.h.k.v. de ambitie t.a.v. de welzijnssector inventariseert Eindhoven de lokale vraag, op basis waarvan gezamenlijk besloten wordt tot een ondersteuningsaanbod dat daarop past. Eindhoven gaat actief aan de slag met het ondersteuningsaanbod.

Inzet rijk

• Het gezamenlijk met Eindhoven te formuleren ondersteuningsinstrumentarium om de (prestaties van de) welzijnssector te verbeteren kan zich onder andere richten op:

- Ondersteunen van Eindhoven bij de aansturing van het welzijnswerk.

- Ondersteuningscapaciteit vanuit Movisie.

- Scholingsaanbod aan welzijnswerkers op het gebied van bewezen interventies.

- (Bij)scholingsaanbod voor hulpverleners/welzijnswerkers op het gebied van interdisciplinaire samenwerking en andere algemene competenties waaraan behoefte is in Eindhoven.

Het rijk zal hiervoor primair de beschikbare kennisinfrastructuur inzetten die hiervoor extra middelen ontvangt.

9. Op het gebied van burgerparticipatie

Gezamenlijke ambitie

Bewoners worden door de overheid gehoord en serieus genomen. De betrokkenheid en het zelforganiserend vermogen van bewoners wordt vergroot. Dit gebeurt zowel door inzet op actief burgerschap als door interactieve beleidsvorming.

Inzet gemeente Eindhoven

• Handhaven van de reeds bestaande buurtbudgetten.

• Met iedere wijk wordt een buurtcontract afgesloten.

• In iedere wijk wordt een laagdrempelig steunpunt gerealiseerd, inclusief goede ondersteuning van actieve bewoners (materialen, informatie, advies, etc.).

• Goede informatievoorziening en adequate feedback over het Krachtwijkenproject.

Inzet rijk

• Het rijk stelt de gemeente Eindhoven in 2008 € 250.000 ter beschikking om burgerinitiatieven te ondersteunen.

10. Experimenten

Om op bepaalde terreinen doorbraken te forceren, wil het rijk experimenteerruimte creëren voor gemeenten om innovatieve en onorthodoxe aanpakken mogelijk te maken. Het rijk wil samen met de gemeenten die hun interesse kenbaar hebben gemaakt aan de slag op de volgende onderwerpen:

1. samenhang en integraliteit

2. bewoners

3. slagkracht in de wijk

4. slagkracht achter de voordeur

5. opheffen bureaucratische structuren.

In de eerste helft van 2008 zal het rijk in samenspraak met de gemeenten die zich voor een bepaald onderwerp hebben opgegeven invulling gaan geven aan deze experimenten.

Eindhoven is in al deze 5 experimenten geïnteresseerd. Gezamenlijk met het rijk en overige geïnteresseerde gemeenten zullen de genoemde experimenten verder worden ingevuld. Op basis van deze invulling zal Eindhoven besluiten aan welke experimenten zij definitief zal deelnemen.

11. Financiering

Voor de verwezenlijking van de doelstellingen in de wijkactieplannen staan drie geldstromen ter beschikking:

1. Een additionele inzet vanuit de corporatiesector

Het rijk heeft met Aedes vereniging van woningcorporaties afspraken gemaakt over een additionele bijdrage van de woningcorporaties in de 40 wijken. De indicatieve verdeling van deze additionele bijdrage over de 40 wijken en de verdelingsmethodiek is beschreven bij brief van 3 oktober 2007 (WWI/W2007092376).

2. Inzet van additionele gemeentemiddelen

Naast de bijdrage vanuit de corporatiesector zal de gemeente uit haar begroting zelf ook middelen inzetten. Dit is mede mogelijk door de verruiming van de algemene uitkering op grond van de afspraken uit het Bestuursakkoord rijk - VNG. In de integrale afweging heeft de gemeente oog voor de bijzondere positie van de drie Krachtwijken.

3. Inzet van additionele rijksmiddelen

Op basis van de in de brief van 1 februari 2008 (WWI/W2008002440) beschreven en aan de Krachtwijken gerelateerde rijksintensiveringen worden in de krachtwijken additionele rijksmiddelen ingezet. Conform de afspraken in het Bestuursakkoord wordt in de prioritering van deze grotendeels los van de Krachtwijken beschikbaar gestelde middelen recht gedaan aan de specifieke vraagstukken in de Krachtwijken. Een relatief groot deel van deze intensiveringen zal daarom ten goede komen aan de Krachtwijken.

Door gemeenten, woningcorporaties zijn op basis van bovenstaand financieel kader afspraken gemaakt over de financiering en uitvoering van de wijkactieplannen. Op basis van de financiële paragrafen van de wijkactieplannen en een inschatting van de gemeente van de verdeling van additionele rijksmiddelen over de drie wijken ontstaat het volgende indicatieve financiële beeld tot en met 2017 (waarbij de rijksmiddelen tot en met 2011/2012 geïnventariseerd zijn):

(doorbraak)Thema additionele inzet additionele inzet verwachte inzet

woningcorporaties gemeente rijksmiddelen in de wijken Doornakkers,

Woensel West en Bennekel *

Bestrijding werkloosheid PM 2.500.000 800.000

Aanpak van problemen PM 8.700.000 1.270.000

achter de voordeur

Perspectief aan jongeren PM 1.900.000 430.000

Gezondheid PM 100.000

Ondernemerschap PM 200.000

Benutten van de SPIL PM 300.000 140.000

Schoon, heel en veilig PM 6.000.000

Uitvoeringskracht PM 3.000.000

Burgerparticipatie PM 3.300.000 250.000

Totaal 81.000.000 26.000.000 2.890.000

* De genoemde rijksmiddelen betreffen een indicatieve toerekening van de onder 3 genoemde additionele rijksmiddelen. De gemeente verwacht hiervan (indicatief) de genoemde bedragen in te zetten in de wijken Doornakkers, Woensel West en de Bennekel. Deze middelen zullen worden in gezet om de doelstellingen waarvoor het rijk de middelen verstrekt te realiseren. Tegelijkertijd zullen daarmee ook de doelstellingen van de WAPs worden gerealiseerd. De hier door de gemeente aangegeven rijksinzet zal niet in alle gevallen direct toerekenbaar kunnen zijn aan de in het wijkactieplan omschreven activiteiten, zij dragen wel bij aan het realiseren van de doelstellingen uit de WAP’s. (Voorbeeld: de inzet van middelen voor inburgering draagt bij aan de bestrijding van werkeloosheid).

In dit charter worden van rijkszijde diverse financiële toezeggingen gedaan. Dit charter is echter geen beschikking. De genoemde geldstromen zijn of worden ieder in hun geëigende vorm (middels (doel)uitkeringen of subsidiebeschikkingen) en onder de daarvoor geldende voorwaarden vastgelegd en uitbetaald.

12. Overleg en voortgang

Controle en verantwoording: Uitgangspunt is dat de reguliere vormen van verantwoording en controle een stevige basis vormen en dat daar alleen iets aan toe wordt gevoegd als dat strikt noodzakelijk is.

- Democratische controle: de gemeente doet jaarlijks verslag over de inzet aan haar Gemeenteraad, het rijk brengt jaarlijks verslag uit aan de Tweede Kamer.

- Elkaar aanspreken: de stad en het rijk spreken elkaar op basis van bestaande documenten, waaronder de hier bovengenoemde, aan op de bereikte resultaten.

Overleg en aanpassing van de charter:

- Regelmatig ambtelijk overleg. Daartoe heeft elke stad een accountmanager bij WWI.

- Jaarlijks een bestuurlijk gesprek over de voortgang. Eventuele aanpassingen van de charter kunnen hier worden besproken. Indien beide partijen akkoord zijn kan het charter worden aangepast.

- Visitatie: gemeenten en rijk gaan samen bepalen hoe een visitatie zal worden vormgegeven. Deze visitatie vindt in 2010 plaats.

Meten en kennisdelen:

- Monitoring:

Effectmeting. De (maatschappelijke) effecten van de verschillende maatregelen zullen via een jaarlijkse outcomemonitor worden gevolgd. Deze outcomemonitor brengt op beknopte wijze de ontwikkelingen in kaart op de terreinen wonen, werken, leren en opgroeien, integreren en veiligheid. Aan de hand van deze informatie kan worden vastgesteld hoe de situatie in de wijken zich ontwikkelt en kan worden vastgesteld of en in hoeverre de beoogde maatschappelijke effecten (zullen) worden gerealiseerd (doelbereik). Het onderzoek wordt in opdracht van VROM/WWI uitgevoerd door het CBS.

Meten van acties en maatregelen. De gemeente geeft in dit charter aan welke inspanningen zij samen met andere partijen zullen plegen om de gewenste maatschappelijke effecten te realiseren. Deze partijen maken onderling afspraken over de wijze waarop de voortgang van deze inspanningen jaarlijks wordt gevolgd en geregistreerd en op welke wijze deze partijen naar elkaar verantwoording afleggen over de al dan niet gerealiseerde prestaties. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de informatie die de gemeenten in het kader van de reguliere verantwoordings- en begrotingscyclus verzamelen. Een nieuwe instrument zal alleen worden toegevoegd als rijk en gemeente gezamenlijk van mening zijn dat dit strikt noodzakelijk is. De verantwoording zal ook informatie bevatten over de mate waarin en de wijze waarop wijkbewoners bij het wijkenbeleid zijn betrokken, als onderdeel van het gemeentelijk bestuurlijk speerpunt ‘burgerparticipatie’.

- Kennisdelen: Over en weer worden best practises en kennis uitgewisseld ten behoeve van optimale voortgang in de wijken.

13. Overig

‐ Mediation

Partijen zullen elkaar lopende het uitvoeringsproces informeren over de realisatie van de inhoudelijke en financiële inzet met betrekking tot de wijkactieplannen. Indien de gemeente lopende het proces van uitvoering van de wijkactieplannen van mening mocht zijn dat een woningcorporatie de in de wijkactieplannen afgesproken inzet in onvoldoende mate levert, kan zij bij de minister voor Wonen, Wijken en Integratie een verzoek indienen voor mediation. Wanneer dit niet tot het gewenste resultaat/afgesproken resultaat leidt, zal de minister uiteindelijk gebruik maken van het wettelijke handhavingsinstrumentarium.

- Deze afspraken gelden vanaf 1 maart 2008 tot en met 31 december 2017.

- Dit charter wordt gepubliceerd in de Staatscourant binnen een maand na ondertekening.

Aldus opgemaakt en in tweevoud ondertekend te Eindhoven op 21 april 2008.

De wethouder van gemeente Eindhoven,
M. Fiers.
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,C.P. Vogelaar.

Naar boven