Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 augustus 2008, nr. SV/AB&C/08/21404, tot wijziging van de Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 50a van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt ‘telkens voor de duur van drie jaar’ vervangen door: telkens voor de duur van drie jaar en zeven maanden.

B

In artikel 3 wordt ‘telkens voor de duur van drie kalenderjaren’ vervangen door: telkens voor de duur van drie kalenderjaren en zeven maanden.

C

In artikel 6, vijfde lid, wordt ’voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het eerste kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft’ vervangen door: voor 1 november van het jaar voorafgaand aan het eerste kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

D

Artikel 13 komt te luiden:

Artikel 13. Wijze subsidievaststelling

De subsidie wordt op de volgende wijze vastgesteld:

  • a. de subsidie wordt vastgesteld op 20% indien ten minste één door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen goedgekeurde opleiding is gestart;

  • b. in aanvulling op de vaststelling, bedoeld in onderdeel a, wordt de subsidie vastgesteld op 20% indien in het in artikel 2 bedoelde opleidingsresultaat is behaald, met dien verstande dat het genoemde percentage wordt gerelateerd aan het aantal jonggehandicapten dat dat resultaat in de subsidieperiode heeft behaald;

  • c. in aanvulling op de vaststelling, bedoeld in de onderdelen a en b, wordt de subsidie vastgesteld op 60% indien het in de aanvraag genoemde aantal of een hoger aantal jonggehandicapten, nadat zij het in artikel 2 bedoelde opleidingsresultaat hebben behaald, een dienstbetrekking is aangegaan, met dien verstande dat:

    • 1. het genoemde percentage wordt gerelateerd aan het aantal jonggehandicapten dat tijdens de subsidieperiode een dienstbetrekking is aangegaan, en

    • 2. voor zover de aangegane dienstbetrekkingen, dienstbetrekkingen in de zin van artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening zijn, deze voor de vaststelling, bedoeld in de aanhef, niet meer dan 20% van het totaal aantal aangegane dienstbetrekkingen kunnen omvatten.

E

Artikel 14 vervalt.

F

Bijlage 1 komt te luiden:

Ernst handicap/Scholingsbehoefte

Klasse 1

Klasse 2

Klasse 3

Lichamelijke, psychische of zintuiglijke belastbaarheid, mate van zelfredzaamheid

Beperkingen in belastbaarheid zijn te compenseren

Belastbaarheid is beperkt, maar voorspelbaar en continu

Belastbaarheid is beperkt en onvoorspelbaar en discontinu

 

Perspectief op arbeid

Perspectief op arbeid

Perspectief op arbeid

Persoonsgerichte zorg en begeleiding

In lichte mate

Gemiddeld

Zwaar; bijv. er is sprake van zorgindicatie, therapie, bijzondere aandacht voor de handicap (handicapmanagement)

Opleidings- en handicapgerelateerde expertise

Heeft binnen zijn functieverantwoordelijkheid basale kennis van de meest voorkomende diagnosecategorieën en daarmee samenhangende persoonlijke en arbeidsgerelateerde beperkingen.

Is in staat om i.s.m. andere professionals de als noodzakelijk geïndiceerde extra ondersteuning te geven.

Heeft binnen zijn functieverantwoordelijkheid kennis van alle voorkomende diagnosecategorieën en daarmee samenhangende persoonlijke en arbeidsgerelateerde beperkingen.

Is in staat om zelfstandig en waar nodig i.s.m. andere professionals de als noodzakelijk geïndiceerde extra ondersteuning te geven.

Heeft binnen zijn functieverantwoordelijkheid brede kennis van alle voorkomende diagnosecategorieën en daarmee samenhangende persoonlijke en arbeidsgerelateerde beperkingen.

Is in staat om in hoge mate zelfstandig de als noodzakelijk geïndiceerde extra ondersteuning te geven en collega’s daarin te coachen.

Aanvullende persoonsgerichte aanpassingen en voorzieningen

In beperkte mate noodzakelijk

Programma wordt sterk bepaald door deze noodzakelijke aanpassingen en/of voorzieningen

Groepsgrootte

(continu)

Geen eisen

Tot 8 personen

Tot 5 personen

Individuele werk/leer instructie

Af en toe gewenst

Periodiek noodzakelijk

Intensief

Verzorging in opleiding en verblijfsvoorziening

Hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen en/of voorbehouden medische handelingen voor cliënten met zwaar lichamelijke problematiek, en/of intensieve psychosociale begeleiding of therapie voor cliënten met zware psychiatrische aandoeningen

Intensieve arbeidsbemiddeling en nazorg (duur en frequentie)

Licht

Gemiddeld

Zwaar

Maximale opleidingsduur

1 jaar

2 jaar

2,5 jaar

Indicatie studiebelasting

1600 uur studiebelasting

3200 uur studiebelasting

4000 uur studiebelasting

Dagelijks reizen veelal bezwaarlijk:

Verblijfs- of vervoersvoorziening

Gemiddeld

In de meerderheid van de gevallen

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst met dien verstande dat subsidies op grond de gewijzigde Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen niet eerder dan per 1 januari 2009 kunnen worden verleend.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 augustus 2008

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling scholing jonggehandicapten met ernstige scholingsbelemmeringen (hierna: Subsidieregeling). Met deze regeling wordt uitwerking gegeven aan de brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de REA-scholingsinstituten (Kamerstukken II 2007/08, 31 224, nr. 26), en het hieromtrent in de Tweede Kamer gevoerde debat op 2 juli 2008.

De regeling is primair bedoeld om jonggehandicapten met scholingsbelemmeringen toe te leiden naar de arbeidsmarkt, waarbij scholing als middel wordt ingezet. Het kabinet heeft de Tweede Kamer in een brief over de Wajong (Kamerstukken II 2007/08, 31 224, nr. 25) aangegeven de komende tijd met name de arbeidsparticipatie van jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen te willen verhogen. Met de wijzigingen in de Subsidieregeling wordt daarom het accent op plaatsing vergroot. Scholing blijft daarbij het belangrijkste middel om de plaatsingsdoelstelling te realiseren.

Daarnaast beoogt het kabinet met deze wijzigingen de financiële zekerheid van de scholingsinstellingen die scholing voor jongeren met ernstige scholingsbelemmeringen aanbieden te vergroten en zo bij te dragen aan het behoud van expertise van de aanbieders van de voorziening. Dit geschiedt door het opnemen van een vaste voet in de subsidie.

Subsidievaststellingssystematiek

Met deze regeling wordt de systematiek van de subsidievaststelling aangepast. In de nieuwe situatie wordt de subsidie vastgesteld op basis van drie componenten.

Ten eerste wordt 20% van de verleende subsidie vastgesteld indien een scholingsinstelling voldoet aan de voorwaarde dat er ten minste één opleiding daadwerkelijk van start is gegaan. Een dergelijke vaste voet is gerechtvaardigd, omdat een scholingsinstelling te maken heeft met een substantieel deel van vaste kosten, met name bestaande uit infrastructurele en personele kosten.

Ten tweede wordt maximaal 20% van de verleende subsidie vastgesteld op basis van gerealiseerde opleidingsresultaten.

Tot slot wordt maximaal 60% van de verleende subsidie vastgesteld op basis van trajecten die zowel tot een opleidings- als plaatsingsresultaat hebben geleid. In de oude situatie bedroeg de vergoeding voor plaatsingsresultaten 40%. In de Subsidieregeling, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze gewijzigde regeling, was nog sprake van volledige resultaatfinanciering, terwijl er nu dus een vaste voet van 20% wordt opgenomen.

Naast wijziging van de systematiek van de subsidievaststelling wordt met deze regeling de subsidieperiode verlengd van drie jaar naar drie jaar en zeven maanden. Omdat scholingsinstellingen hierdoor langer de kans krijgen om opleidings- en plaatsingsresultaten te realiseren wordt de budgetzekerheid van scholingsinstellingen hiermee vergroot.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A en B

De wijzigingen van artikel 2 hebben betrekking op de verlenging van de subsidieduur van drie jaar naar drie jaar en zeven maanden.

Artikel I, onderdeel C

Om subsidieaanvragers langer de tijd te geven een offerte in te dienen bij het UWV wordt de sluitingsdatum voor subsidieaanvraag verschoven van 1 oktober naar 1 november voorafgaand aan het eerste kalenderjaar waar de aanvraag betrekking op heeft.

Artikel I, onderdeel D

In dit artikelonderdeel wordt artikel 13 van de Subsidieregeling opnieuw geformuleerd. De wijzigingen hebben betrekking op de nieuwe systematiek van subsidievaststelling, zoals uiteengezet in het algemeen deel van deze toelichting.

Om in aanmerking te komen voor het in artikelonderdeel 13.c genoemde deel van de subsidie, dient er niet alleen een plaatsingsresultaat gerealiseerd te zijn maar tevens een opleidingsresultaat.

Artikel I, onderdeel E

Omdat de aanvraagtermijn voor een subsidie voor de jaren 2006 tot en met 2008 reeds is verstreken, kan artikel 14 vervallen.

Artikel I, onderdeel F

Dit artikel onderdeel stelt een nieuwe bijlage bij de Subsidieregeling vast.

In de nieuwe bijlage is een aantal omschrijvingen op voorstel van de scholingsinstellingen en UWV aangepast aan de toepassingen in de praktijk.

De belangrijkste wijziging ten opzichte van de oude bijlage betreft de verruiming van de mogelijkheid om niet alleen kandidaten met lichamelijke beperkingen tot klasse 3 toe te laten, maar ook kandidaten met psychosociale problematiek. Dit komt met name tot uitdrukking in de omschrijving bij ‘de verzorging in opleiding en verblijfsvoorziening’.

Artikel II

Met dit artikel wordt vastgelegd vanaf welke datum subsidie kan worden verleend op titel van de gewijzigde regeling. Tot 1 januari 2009 kan nog subsidie worden verleend op titel van de oorspronkelijke regeling.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Naar boven