Mededeling o.g.v. artikel 65, tweede lid Mededingingswet

Zaaknummer 5210 ‐ Roosters

1. De directeur van de Juridische Dienst deelt namens de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit het volgende mede:

De Raad van Bestuur van Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna te noemen: de Raad) heeft in januari 2006 een onderzoek ingesteld naar de gedragingen van de ondernemingen Dejo Metaalindustrie B.V., Arco Reuver B.V., Thielco staalindustrie B.V., B.V. Las Pers en RST Meiser Nederland B.V. Voornoemde ondernemingen verrichten activiteiten op het gebied van de productie of verkoop van metalen roosters. Op 20 december 2006 heeft de Raad een rapport in de zin van artikel 59, eerste lid, Mededingingswet (hierna: Mw) doen opmaken in verband met een redelijk vermoeden dat artikel 6, eerste lid, Mw en artikel 81, eerste lid, EG-Verdrag is overtreden door genoemde partijen.

2. De conclusie van het rapport luidt, kort en zakelijk weergegeven, dat de betrokken ondernemingen artikel 6, eerste lid, Mw en artikel 81, eerste lid, EG-Verdrag hebben overtreden door middel van een overeenkomst dan wel onderling afgestemde feitelijke gedraging die erop was gericht de onderlinge concurrentie te beperken of uit te sluiten. Om elkaar te ‘beschermen’ tegen onderlinge concurrentie kwamen de ondernemingen regelmatig bij elkaar om de prijzen voor roosters onderling af te stemmen via prijslijsten. Bij grotere opdrachten werd onderling bepaald welke onderneming het werk kreeg en tegen welke prijs. Daarnaast maakten de ondernemingen jaarlijks afspraken over de verdeling van de onderlinge marktaandelen. Daartoe werden maandelijks de actuele omzetgegevens uitgewisseld. Om het kartel goed te laten functioneren, maakten de karteldeelnemers gebruik van een secretaris. Deze gedragingen strekten ertoe de mededinging te verhinderen, beperken of vervalsen en vormden één voortgezette inbreuk in de zin van artikel 6, eerste lid, Mw en artikel 81, eerste lid, EG-Verdrag.

3. Bij besluit van 10 december 2007 heeft de Raad vastgesteld dat de in het rapport omschreven gedragingen een overtreding vormen van artikel 6, eerste lid, Mw en artikel 81, eerste lid EG-Verdrag. De Raad rekent de overtreding van Arco Reuver B.V. mede toe aan Roto Interholding II B.V. en Roto B.V., en de overtreding van Thielco staalindustrie B.V. mede toe aan Heldens Holding B.V. Wegens voornoemde overtredingen legt de Raad een boete op van EUR 1.576.000,00 aan Thielco Staalindustrie B.V. en Heldens Holding B.V., van EUR 611.000,00 aan B.V. Las Pers, en een boete van EUR 562.000,00 aan RST Meiser Nederland B.V.

4. Roto B.V. met haar twee dochtervennootschappen, Arco Reuver B.V. en Dejo Metaalindustrie B.V. heeft als eerste en voordat de NMa met het onderzoek was begonnen, vrijwillig informatie verstrekt aan de NMa. De Raad heeft daar overeenkomstig de Richtsnoeren Clementietoezegging een boetevermindering van 100% (boete-immuniteit) tegenover gesteld, waardoor de drie ondernemingen de boete van ruim EUR 10 miljoen kregen kwijtgescholden. RST Meiser Nederland B.V. en Thielco staalindustrie B.V. dienden nadien en eerst tijdens het onderzoek een clementieverzoek in. In ruil daarvoor kregen zij een boetevermindering op hun boete van respectievelijk 15% en 10%.

5. Op grond van artikel 65, eerste lid, Mw, ligt de openbare versie van het bovengenoemde besluit, met zaaknummer 5210_1/124, ter inzage ten kantore van de NMa, Wijnhaven 24 te Den Haag. Wanneer u dit besluit wilt inzien, wordt u verzocht tussen 9.00 en 12.00 uur telefonisch een afspraak te maken met de griffier van de NMa, telefoon 070 - 3303330. Het openbare besluit wordt tevens gepubliceerd op de website van de NMa: www.nmanet.nl.

6. Tegen dit besluit kan degene wiens belang daarbij rechtstreeks betrokken is, binnen 6 weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. In dit bezwaarschrift kan een belanghebbende op basis van artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter. Indien een belanghebbende eerst door bovenstaande mededeling op de hoogte is gekomen van de mogelijkheid een bezwaarschrift te dienen en de termijn van 6 weken is verstreken, dient het bezwaarschrift zo snel mogelijk te worden ingediend. In de rechtspraak wordt daarvoor een termijn van 14 dagen aangehouden. Een bezwaarschrift kan worden gezonden naar de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

Naar boven