Besluit Herregistratie Tandarts-specialisten

Besluit 2007-1

Het Centraal College voor de erkenning en registratie van tandheelkundig specialisten, in vergadering bijeen op 10 december 2007,

gehoord het hoofdbestuur en het bestuur van de Sectie Tandarts-specialisten van de NMT, alsmede de besturen van de Vereniging van Orthodontisten (VVO) en de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA),

en na raadpleging van de Specialisten Registratie Commissie (SRC),

overwegende:

- dat de tandarts-specialisten zich verantwoordelijk voelen voor zorg van hoge kwaliteit;

- dat een registratie van beperkte duur leidt tot een grotere transparantie van bekwaamheid;

- dat een registratie van beperkte duur stimuleert tot deelnemen aan geregistreerde cursussen en/of congressen, waardoor prikkels ontstaan tot toetsing van de eigen normen aan de steeds hogere professionele standaard;

- dat relevante nieuwe ontwikkelingen hiermee eerder door de tandarts-specialisten zullen worden geaccepteerd en sneller worden opgenomen in de professionele standaard, waardoor het geaccepteerde minimumniveau van professionele zorg omhoog wordt gestuwd, hetgeen naar verwachting het behandelingsproces en de behandelingsresultaten ten goede zal komen;

heeft besloten, op grond van artikel 7 lid 1. sub d. van de ‘Regeling inzake de opleiding en registratie van specialisten’ van de NMT, tot vaststelling van onderstaand

Besluit Herregistratie Tandarts-specialisten

Artikel 1: Eindigheid registratie

Inschrijving in een specialistenregister geschiedt voor een termijn van vijf jaar; deze termijn kan telkens worden verlengd met ten hoogste vijf jaar door een daartoe strekkend besluit van de SRC.

Artikel 2: Eisen herregistratie

1. De SRC herregistreert een tandarts-specialist in een specialistenregister, als bedoeld in het reglement van de SRC, als de tandarts-specialist in de periode van vijf jaar, onmiddellijk volgend op het besluit van de SRC tot registratie van betrokkene, c.q. de periode van vijf jaar na de datum waarop de lopende herregistratie van kracht is geworden, heeft voldaan aan de volgende eisen:

a. hij heeft zijn tandheelkundig specialisme regelmatig uitgeoefend, en

b. hij heeft in voldoende mate deelgenomen aan deskundigheidsbevorderende activiteiten op het terrein van het betreffende tandheelkundig specialisme, en

c. hij heeft deelgenomen aan het visitatieprogramma van de VVO of de NVMKA volgens de systematiek van de betreffende wetenschappelijke vereniging, dan wel aan de visitatie van de SRC in het kader van erkenning van een opleidingsinrichting.

Bovenstaande eisen worden uitgewerkt in achtereenvolgens de artikelen 3, 4 en 5.

2. De SRC kan dispensatie verlenen, indien wegens zeer bijzondere omstandigheden niet voldaan wordt aan één van de eisen gesteld in lid 1. van dit artikel.

Artikel 3: Regelmatige uitoefening specialisme

1. Van regelmatige uitoefening van het tandheelkundig specialisme, bedoeld in artikel 2 lid 1., onder a., is sprake indien de tandarts-specialist gemiddeld over een periode van vijf jaar ten minste zestien uur per week patiëntgebonden zorg verleent, waaronder worden verstaan: (poli)klinische werkzaamheid, uitvoeren van consulten, patiëntgebonden opleidingsactiviteiten en/of patiëntbesprekingen.

2. Binnen genoemde periode van vijf jaar mag maximaal één aansluitende periode van twee jaar onderbreking plaatsvinden.

3. Indien de tandarts-specialist niet voldoet aan de in lid 1. genoemde eis kan de SRC besluiten tot een nader onderzoek naar de kennis en kunde van betrokkene. Naar aanleiding van het resultaat van dit onderzoek kan de SRC besluiten

- betrokkene alsnog te herregistreren;

- niet tot herregistratie over te gaan;

- betrokkene een voorlopige herregistratie toe te kennen, onder de voorwaarde dat deze direct na de expiratie van de lopende registratie een, door de SRC vast te stellen, individueel scholingsprogramma, bedoeld in Bijlage A, artikel I, volgt en met goed gevolg afsluit.

Wanneer de SRC vaststelt dat betrokkene niet heeft voldaan aan de gestelde voorwaarde wordt zijn inschrijving in het register doorgehaald.

4. Indien de tandarts-specialist niet voldoet aan de in artikel 2 lid 1., onder a., genoemde eis en er tevens sprake is van ziekte (waarbij jaarlijks maximaal 6 x de wekelijkse arbeidsduur in aanmerking wordt genomen), zwangerschap (waarvoor de wettelijke periode voor vrijstelling van arbeid wordt geteld), medezeggenschap en/of het voldoen aan wettelijke verplichtingen dat leidt tot vrijstelling van arbeid, dan wel anderszins recht op zodanige vrijstelling is verkregen, kan de SRC de periode van vijf jaar dienovereenkomstig verlengen; gedurende die verlengingsperiode is sprake van verlengde registratie.

Artikel 4: Deskundigheidsbevorderende activiteiten

1. De omvang van de deskundigheidsbevorderende activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b., bedraagt gemiddeld over een periode van vijf jaar ten minste een door de wetenschappelijke vereniging nader te bepalen aantal punten per jaar.

2. In specifieke besluiten kunnen voor tandarts-specialisten, op voorstel van de betreffende weten- schappelijke vereniging, aan het eerste lid aanvullende eisen worden gesteld.

3. Indien de tandarts-specialist niet voldoet aan de in lid 1. van dit artikel gestelde eis kan de SRC besluiten betrokkene een voorlopige herregistratie van maximaal een jaar toe te kennen onder de voorwaarde dat deze binnen genoemde termijn alsnog het benodigd aantal punten behaalt. Wanneer de SRC vaststelt dat betrokkene niet heeft voldaan aan de gestelde voorwaarde wordt zijn inschrijving in het register doorgehaald.

Artikel 5: Visitatieprogramma

1. De tandarts-specialist toont aan dat hij, c.q. zijn praktijk of afdeling, aan een visitatie onderworpen is geweest, bedoeld in artikel 2 lid 1., onder c.

2. Indien de tandarts-specialist niet voldoet aan de in lid 1. van dit artikel gestelde eis kan de SRC besluiten betrokkene een voorlopige herregistratie van maximaal een jaar toe te kennen onder de voorwaarde dat deze binnen genoemde termijn alsnog gevisiteerd wordt. Wanneer de SRC vaststelt dat betrokkene niet heeft voldaan aan de gestelde voorwaarde wordt zijn inschrijving in het register doorgehaald.

Artikel 6: Bewijsstukken

De tandarts-specialist overlegt ten behoeve van de herregistratie de schriftelijke bewijzen van de regelmatige uitoefening van het specialisme, van zijn deskundigheidsbevorderende activiteiten en van het feit dat hij, c.q. zijn praktijk of afdeling, aan visitatie onderworpen is geweest, aan de SRC.

Artikel 7: Gelijkgestelde werkzaamheden

1. Voor zover de tandarts-specialist niet als zodanig werkzaam is, kan de SRC besluiten de tandarts- specialist te herregistreren indien ten minste zestien uur per week sprake is van gelijkgestelde werkzaamheden, al dan niet gecombineerd met uitoefening van het specialisme.

De bevoegdheid tot het verlenen van specialistische patiëntgebonden zorg is echter afhankelijk van het voldoen aan het gestelde in artikel 2.

2. De uitoefening van bepaalde functies wordt als gelijkgestelde werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt indien het behouden van de titel voor het betreffende tandheelkundig specialisme van belang is voor de beroepsuitoefening, zoals:

a. hoogleraar in een tandheelkundig specialisme, c.q. wetenschappelijk medewerker in een academische instelling;

b. beleids- of stafmedewerker bij een beroepsvereniging of wetenschappelijke vereniging van tandarts-specialisten;

c. wetenschappelijk onderzoeker op een voor de specialistische tandheelkunde relevant gebied;

d. managementfunctionaris op het terrein van de specialistische tandheelkunde;

e. inspecteur voor de gezondheidszorg, c.q. functionaris bij de overheid of een bestuursorgaan op een terrein dat relevant is voor de gezondheidszorg.

3. Artikel 2 lid 1., onder c., is niet van toepassing op de hierboven in lid 2., onder b. t/m e, genoemde personen.

4. Zodra de gelijkgestelde werkzaamheden worden beëindigd, dient de tandarts-specialist hiervan kennis te geven aan de SRC. Het gestelde onder artikel 3 lid 3. is vervolgens van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8: Duur herregistratie

1. De tandarts-specialist die in aanmerking wenst te komen voor herregistratie levert de daartoe benodigde gegevens in bij de SRC, niet eerder dan vier jaar na aanvang van de lopende periode van registratie, c.q. herregistratie, en niet later dan een maand na afloop van deze periode.

2. In alle gevallen waarin de SRC nog geen besluit heeft genomen omtrent herregistratie op de expiratiedatum van de lopende registratie, c.q. herregistratie, wordt een voorlopige herregistratie toegekend tot het moment waarop de SRC ter zake een besluit neemt.

3. Indien een maand na toekenning van een voorlopige herregistratie nog geen gegevens ter verkrijging van herregistratie bij de SRC zijn ingeleverd, wordt de registratie van de betreffende tandarts-specialist doorgehaald.

4. Indien de tandarts-specialist voldoet aan de eisen, genoemd in artikel 2, en de door de SRC in rekening gebrachte kosten heeft betaald, vindt herregistratie voor een periode van vijf jaar plaats, ingaande op de expiratiedatum van de lopende registratie, c.q. herregistratie. Dit geldt ook ingeval een voorlopige herregistratie, als bedoeld in de artikelen 3 lid 3., 4 lid 3., en 5 lid 2., heeft plaatsgehad. Ingeval van toepassing van artikel 7 lid 4. is de ingangsdatum van herregistratie - als de SRC daartoe besluit - de dag van het besluit.

5. Bij voorlopige herregistratie als bedoeld in de artikelen 3 lid 3., 4 lid 3., 5 lid 2. en 7 lid 4. is de SRC gerechtigd kosten in rekening te brengen.

6. In het geval herregistratie heeft plaatsgevonden na het succesvol afronden van een individueel scholingsprogramma, bedoeld in artikel 3 lid 3., gaat het vereiste van gemiddeld minimaal zestien uur per week patiëntgebonden zorg verlenen - in afwijking van het hierboven in lid 4. gestelde - pas in op de datum van het besluit van de SRC tot herregistratie van betrokkene.

7. Bij toepassing van artikel 4 lid 3. of artikel 5 lid 2. worden de activiteiten gedurende de voorlopige herregistratie, bedoeld om alsnog in aanmerking te komen voor herregistratie, niet meegerekend voor de aansluitende periode van herregistratie.

Artikel 9: Horen en bezwaar

1. Alvorens de SRC een besluit tot geen herregistratie, c.q. voorlopige herregistratie als bedoeld in de artikelen 3 lid 3., 4 lid 3., 5 lid 2., of 7 lid 4. neemt, wordt betrokkene in de gelegenheid gesteld mondeling of schriftelijk, naar keuze van betrokkene, te worden gehoord. Hij kan zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen.

2. Tegen een besluit van de SRC, waardoor een tandarts-specialist in zijn belang wordt getroffen, kan deze een bezwaarschrift bij de SRC indienen.

3. Het gestelde in artikel 21 lid 3. van de ‘Regeling inzake de opleiding en registratie van specialisten’ van de NMT, alsmede dat in hoofdstuk II.: ‘Rechtsmiddelen’ van voornoemde Regeling is van toepassing.

Artikel 10: Overgangsbepaling

1. Bij inwerkingtreding van dit Besluit dient de zinsnede in artikel 2 lid 1.: ‘de periode van vijf jaar, onmiddellijk volgend op het besluit van de SRC tot registratie van betrokkene, c.q. de periode van vijf jaar na de datum waarop de lopende herregistratie van kracht is geworden’, te worden gelezen als: ‘de periode van vijf jaar onmiddellijk volgend op de datum van inwerkingtreding van dit Besluit.’.

2. De bestaande inschrijvingen in een specialistenregister, ten tijde van het in werking treden van het Besluit Herregistratie Tandarts-specialisten, blijven nog vijf jaar in stand, gerekend vanaf de datum van inwerkingtreding van het Besluit, tenzij reeds eerder, om een andere reden, beëindiging plaatsvindt.

Procedure herregistratie

Bijlage A Individueel scholingsprogramma

Artikel I: Individueel scholingsprogramma

1. Een individueel scholingsprogramma heeft tot doel een tandarts-specialist zodanig op te leiden of bij te scholen dat hij de tandheelkundige zorg in het betreffende tandheelkundig specialisme zelfstandig en op verantwoorde wijze kan uitvoeren.

2. De duur van het individueel scholingsprogramma bedraagt ten hoogste een jaar.

3. Het is de verantwoordelijkheid van de betreffende tandarts-specialist een door de SRC erkende opleider bereid te vinden het individueel scholingsprogramma te begeleiden. Deze opleider dient in een zodanige relatie tot de tandarts-specialist te staan dat hij geacht mag worden zich objectief jegens de tandarts-specialist op te stellen. De kosten van het volgen van het individueel scholingsprogramma komen voor rekening van de betreffende tandarts-specialist.

Artikel II: Inhoud individueel scholingsprogramma

1. De SRC stelt, daartoe geadviseerd door een toetsingscommissie, de onderwerpen vast waarvoor de tandarts-specialist na- of bijscholing behoeft en bericht hiervan aan de opleider die de tandarts-specialist gaat begeleiden.

2. De opleider stelt het individueel scholingsprogramma op en houdt daarbij rekening met de uitgangssituatie van de betreffende tandarts-specialist; hij maakt gebruik van de voor de opleiding geldende toetsmethoden.

3. Nadat de opleider het individueel scholingsprogramma heeft opgesteld, vraagt deze ter zake vaststelling door de SRC.

Artikel III: Beoordeling individueel scholingsprogramma

1. Indien het individueel scholingsprogramma zes maanden of langer duurt, beoordeelt de opleider iedere drie maanden de voortgang van de tandarts-specialist. De conclusies van deze beoordelingen worden - voor akkoord meeondertekend door de tandarts-specialist - schriftelijk vastgelegd.

2. Aan het eind van het individueel scholingsprogramma beoordeelt de opleider of de betreffende tandarts-specialist in staat geacht kan worden de zorg in het betreffende tandheelkundig specialisme zelfstandig en op verantwoorde wijze uit te voeren.

3. De opleider geeft over de beoordeling, bedoeld in lid 2, een verklaring aan de tandarts-specialist af voor de SRC ten behoeve van de herregistratie.

4. De SRC neemt, geadviseerd door de toetsingscommissie, genoemd in artikel II, lid 1., een besluit inzake herregistratie van de betreffende tandarts-specialist. Indien dit besluit afwijkt van de beoordeling door de opleider dient dit besluit schriftelijk gemotiveerd te worden.

N.B.: Waar in de tekst hij staat, kan ook zij gelezen worden.