Gemiddeld belastbaar loon ministers 2007

Mededeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 februari 2008, nr. 2008-0000055709, CS/CZW/WVOB, van het gemiddelde belastbare loon van ministers over 2007

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens;

Deelt mede:

Enig artikel

Het gemiddelde belastbare loon van ministers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens, over het jaar 2007 bedraagt € 169.000.

Deze mededeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,G. ter Horst.

Toelichting

Het gemiddelde belastbare jaarloon van ministers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens, is - na toepassing van de correcties overeenkomstig artikel 2 van de Regeling berekening gemiddeld belastbaar loon ministers - voor 2007 berekend op € 169.000.

De berekening van dit bedrag is als volgt tot stand gekomen.

In 2007 zijn op 22 februari veertien ministers nieuw aangetreden. Door het belastbare jaarloon van deze veertien ministers te vermenigvuldigen met 365/313, is het belastbare jaarloon van deze ministers omgerekend naar een volledig jaar. Vervolgens is het belastbare loon van de individuele ministers opgeteld en gedeeld door het aantal ministers. Het aldus verkregen gemiddelde bedraagt € 178.403.

Dit bedrag is, overeenkomstig artikel 2, derde lid, van de Regeling berekening gemiddeld belastbaar loon ministers, verhoogd met een bedrag van € 23.579 als fictieve pensioenbijdrage. Dit bedrag is voor alle ministers gelijk, omdat dit bedrag wordt berekend over een vaste grondslag. Het bedrag is berekend overeenkomstig de door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) gehanteerde berekening van de pensioenbijdrage voor ambtenaren in de sector Rijk op basis van de aanspraken krachtens de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). De pensioenbijdrage is gebaseerd op een pensioengrondslag van € 126.605, een premie van 19,2% ouderdomspensioen/nabestaandenpensioen en van 1,5% partnerpensioen met een franchise van € 9850 en een vermenigvuldigingsfactor van 2/2,05 (97,56%) wegens het verschil tussen de pensioenopbouw op grond van de Appa en de opbouw zoals het ABP die hanteert (2 jaar tegen 2,05 jaar).

Vervolgens is, overeenkomstig artikel 2, vierde lid, van de Regeling berekening gemiddeld belastbaar loon ministers, op het gemiddelde belastbare jaarloon in mindering gebracht: de gemiddelde loonbelasting voor het verplichte privé-gebruik van de dienstauto en de gemiddelde vergoeding van de loonbelasting voor het verplichte privé-gebruik van de dienstauto. Deze gemiddelden bedragen respectievelijk € 23.611 en € 27.221. Vervolgens is het gemiddeld belastbare loon van ministers verhoogd met een forfaitair bedrag van € 17.600.

Het gemiddelde belastbaar jaarloon van ministers bedraagt als gevolg van de correcties € 168.751. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens wordt dit bedrag afgerond op € 169.000.

Er zij nog eens op gewezen dat het aldus berekende gemiddelde een fictief bedrag is. Het bruto maandsalaris van ministers bedraagt over 2007 € 9924 per maand.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst.

Naar boven