Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit Nederland (KCOU)

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

de wet: de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek;

betrokkene: degene die voornemens is zich in te schrijven bij de Open Universiteit Nederland en gebruik wil maken van deze regeling;

partner: degene met wie betrokkene gehuwd is of een geregistreerd partnerschap heeft en van wie betrokkene niet duurzaam gescheiden leeft, dan wel degene met wie betrokkene ongehuwd duurzaam een gezamenlijke huishouding voert;

ouder: de ouder(s) of stiefouder(s), voorzover gehuwd of verbonden door een geregistreerd partnerschap met een ouder, van een betrokkene die op 1 januari van het berekeningsjaar de leeftijd van een en twintig jaren niet heeft bereikt;

berekeningsjaar: het kalenderjaar waarop de gedeeltelijke korting van het cursusgeld betrekking heeft;

toetsingsinkomen: het verzamelinkomen zoals dat over het berekeningsjaar in de in aanmerking te nemen (navorderings)aanslag(en) inkomstenbelasting is of wordt vastgesteld of het over het berekeningsjaar in aanmerking te nemen belastbare loon bedoeld in artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964 vermeerderd met het belastbare loon van het berekeningsjaar waarover loonbelasting is nageheven en het niet in Nederland belastbaar inkomen;

inschrijving: het inschrijven als student bij de Open Universiteit Nederland overeenkomstig de inschrijvingsvoorwaarden;

cursusgeld: de voor de inschrijving bij de Open Universiteit Nederland verschuldigde geldsom inclusief eventueel verschuldigde toeslag, alsmede de vergoeding verschuldigd voor de aankoop van extra tentamenkansen;

cursus: een programmaonderdeel van een wo-opleiding van de Open Universiteit Nederland bestaande uit één of meer modulen.

Artikel 2. Werkingssfeer

Degene die, op grond van artikel 7.24 lid 3 j( 7.32 lid 5 van de wet toelaatbaar is tot èn voornemens is zich in te schrijven voor cursussen behorend tot de reguliere wo-opleidingen bij de Open Universiteit Nederland, kan in aanmerking komen voor een gedeeltelijke korting van het cursusgeld, indien hij aan de verdere voorwaarden gesteld in deze regeling voldoet.

Artikel 3. Uitzonderingen regeling

Betrokkene komt niet in aanmerking voor deze regeling indien:

a. hij een aanspraak kan doen gelden op (gedeeltelijke) studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 of;

b. bij hem, en diens eventuele partner of ouder, in het berekeningsjaar voordeel uit sparen en beleggen als bedoeld in artikel 5.2 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 in aanmerking wordt genomen, dan wel in aanmerking zou worden genomen indien geen rekening wordt gehouden met de vrijstellingen bedoeld in afdeling 5.3 en 5.3A van de Wet Inkomstenbelasting 2001.

Artikel 4. Toetsingsinkomen

1. Indien betrokkene, en diens eventuele partner of ouder, in het berekeningsjaar een (gezamenlijk) toetsingsinkomen heeft c.q. hebben dat niet meer bedraagt dan 0,5 maal het belastbaar minimumloon, komt deze in aanmerking voor een kortingspercentage van 80% van het cursusgeld.

2. Indien betrokkene, en diens eventuele partner of ouder, in het berekeningsjaar een (gezamenlijk) toetsingsinkomen heeft c.q. hebben dat niet meer bedraagt dan 1,10 maal het belastbaar minimumloon, komt deze in aanmerking voor een kortingspercentage van 50% van het cursusgeld.

3. Bij de bepaling van dit toetsingsinkomen worden de volgende posten buiten beschouwing gelaten:

a. verleende toeslagen;

b. heffingskortingen Inkomstenbelasting;

c. kinderbijslag en pleegzorgvergoeding;

d. alimentatie kinderen;

e. een toekenning van een persoonsgebonden budget;

f. een belastingvrije vergoeding vrijwilligerswerk.

4. Op verzoek van betrokkene wordt, bij beëindiging van een partnerschap respectievelijk het bereiken van de leeftijd van 21 jaar, over de periode in het berekeningsjaar dat het partnerschap is beëindigd of betrokkene 21 jaar is geen rekening meer gehouden met het vermogen respectievelijk inkomen van de partner of ouder.

Artikel 5. Verstrekking gegevens

1. Opgave van het vermogen over het berekeningsjaar dient te geschieden door overlegging van bank- of overige vermogensbescheiden, belastingaangifte(n) Inkomstenbelasting, (navorderings)aanslag(en) Inkomstenbelasting.

2. Opgave van het inkomen over het berekeningsjaar dient te geschieden door overlegging van afschriften van loongegevens, bewijsstukken van uitkerende instanties, jaaropgave(n), belastingaangifte(n) Inkomstenbelasting, (navorderings)aanslag(en) Inkomstenbelasting of andere bewijsstukken waaruit een getrouw beeld blijkt van het (te verwachten) inkomen over het berekeningsjaar.

3. Wordt het inkomen genoten in buitenlandse valuta dan vindt omrekening plaats naar de Euro door toepassing van de gemiddelde jaarkoers van de buitenlandse valuta.

Artikel 6. Gebruik voorlopige beschikking

1. De betrokkene die meent recht te hebben op een gedeeltelijke korting van het cursusgeld dient een aanvraag in voor een voorlopige beschikking omtrent het kortingspercentage.

2. De in het eerste lid bedoelde beschikking gaat in op 1 januari van het jaar waarvoor de aanvraag is ingediend dan wel de dag van afgifte van de beschikking indien dat jaar reeds is aangevangen en is steeds geldig tot en met 31 december van het betreffende jaar.

3. Indien betrokkene voor een gedeeltelijke korting in aanmerking wil komen dient in het verzoek tot inschrijving, dat aan de Open Universiteit Nederland wordt gericht, het nummer van de beschikking, als bedoeld in het eerste lid, te worden vermeld.

4. Op een reeds tot stand gekomen inschrijving wordt geen gedeeltelijke korting van het cursusgeld verleend.

Artikel 7. Definitieve beschikking

1. Na afloop van het jaar, wanneer betrokkene de definitieve (navorderings)aanslag(en) Inkomstenbelasting van het berekeningsjaar heeft ontvangen of indien hij geen aangifte doet wanneer hij zijn jaaropgave(n) heeft ontvangen dient hij deze in kopie toe te sturen ter definitieve vaststelling van zijn beschikking omtrent het kortingspercentage.

2. Als op grond van lid 1 de beschikking omtrent het kortingspercentage wordt aangepast, wordt een verleende te hoge korting op betrokkene verhaald respectievelijk een te lage korting alsnog, binnen een maand na het definitief vaststellen van de beschikking, uitbetaald.

Artikel 8. Terugbetaling korting

1. Betaling van te hoog verleende korting kan op de volgende wijze plaatsvinden:

a. ineens via het verlenen van een éénmalige machtiging of met gebruikmaking van de daarvoor beschikbaar gestelde acceptgiro;

b. in termijn(en) via het verlenen van een éénmalige machtiging; het minimum termijnbedrag is € 13,-.

2. Indien bij (termijn)betaling enige financiële verplichting niet of niet op tijd wordt voldaan dan wordt de totale vordering (bij termijnbetaling: inclusief de nog resterende termijnen) in zijn geheel direct opeisbaar. Indien de aldus ontstane vordering wordt overgedragen ter incasso komen de daarvoor te maken kosten voor rekening van degene die niet of niet op tijd aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan.

Artikel 9. Maximaal aantal cursussen met beschikking

1. Een positieve beschikking die op basis van deze regeling is afgegeven, geeft betrokkene recht op een gedeeltelijke korting van het cursusgeld. De korting kan tegelijkertijd gelden voor maximaal zes cursussen.

2. Zodra een betrokkene maximaal twee cursussen nog niet heeft afgerond kunnen op basis van de positieve beschikking nieuwe cursussen besteld worden tot wederom het maximum van zes cursussen mits, de opeisbare termijnen van, het cursusgeld en eventuele administratiekosten terzake de eerdere inschrijving(en) zijn voldaan.

3. Niet afgeronde cursussen uit eerdere inschrijvingen blijven in het kader van deze regeling meetellen tot de betreffende cursussen niet meer getentamineerd worden.

4. Indien bij inschrijving het in de vorige leden bedoelde maximum aantal cursussen wordt overschreden, heeft betrokkene voor dit meerdere geen recht op een gedeeltelijke korting van het cursusgeld.

Artikel 10. Bezwaar en beroep

1. Betrokkene die het niet eens is met een beschikking omtrent een verlaagd cursusgeld kan een bezwaarschrift indienen bij het daartoe bevoegde orgaan van de Open Universiteit Nederland.

2. Tegen een beschikking genomen op een bezwaarschrift bedoeld in het eerste lid staat beroep open bij het College van beroep voor het hoger onderwijs.

Artikel 11. Hardheidsclausule

In die gevallen waarin deze regeling niet, niet duidelijk of niet naar billijkheid voorziet, wordt door of namens het College van bestuur van de Open Universiteit Nederland beslist.

Artikel 12. Bekendmaking en inzage

1. De Open Universiteit Nederland draagt zorg voor een bekendmaking van deze regeling op in ieder geval de in artikel 7.50 lid drie van de wet voorgeschreven wijze, alsmede van elke wijziging van deze regeling.

2. Elke belangstellende kan op een daartoe strekkend verzoek een exemplaar van deze regeling inzien in een van de studiecentra of steunpunten van de Open Universiteit Nederland.

Artikel 13. Overgangsregeling 2008-2009

1. Een betrokkene die op basis van de Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit van 23 mei 2006 een beschikking heeft ontvangen met betrekking tot het studiejaar 2008-2009 kan met deze beschikking tot de einddatum van de betreffende beschikking inschrijven voor nieuwe cursussen onder de in artikel 6 en 7 van deze regeling gestelde voorwaarden.

2. Van een betrokkene, die op basis van de Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit van

23 mei 2006 een beschikking heeft ontvangen tot en met 31 juli 2008 of later, zal op het moment dat hij een nieuwe aanvraag indient gedurende de periode dat deze regeling nog niet in de systemen geïmplementeerd is de beschikking worden verlengd tot en met 31 oktober 2008, zodat betrokkene niet wordt geschaad in zijn studieproces en hij zich kan inschrijven voor nieuwe cursussen onder de in artikel 6 en 7 van deze regeling gestelde voorwaarden.

Artikel 14. Citeertitel en inwerkingtreding

1. Dit is de regeling als bedoeld in artikel 7.50 lid 2 van de wet. Zij wordt aangehaald als Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit Nederland (KCOU).

2. Deze regeling is vastgesteld door het College van bestuur op 26 augustus 2008, treedt in werking op 1 september 2008 en is geldig tot 1 maart 2009.

3. Met de inwerkingtreding van deze regeling vervalt de Kortingsregeling Cursusgeld Open Universiteit van 23 mei 2006, met kenmerk U2006/3116 rsg, die op 1 juli 2006 in werking is getreden.

Naar boven