Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN-A 2008/2)

Aan: De Minister van Volksgezondheid, Milieu, Administratieve- en Vreemdelingenzaken van Aruba

i.a.a:

- – De Gouverneur van Aruba

- – de Gevolmachtigde Minister van Aruba

- – Directeur DIMAS

- – Hoofd IND

Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid

Datum: 18 augustus 2008

Ons kenmerk: INDUIT 08-3227 (AUB)

Aard: Bekendmaking van voorschriften

Juridische achtergrond: Rijkswet op het Nederlanderschap; Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op het gebruik in Aruba

Bijlagen: 4 (tabel oproepen en uitreiken + 3 modellen)

Geldigheidsduur: Een jaar ingaande twee dagen na publicatie in de Staatscourant en in het Afkondigingsblad Aruba

Onderwerpen: TBN A Naturalisatieceremonie

Inleiding

In dit Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN) wordt het volgende onderwerp behandeld:

I Invoering naturalisatieceremonie

Bij Besluit van 19 mei 2006 (Staatsblad 2006, 250) is het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (BvvN) zo gewijzigd dat in de regel de optant of naturalisandus alleen Nederlander zal kunnen worden door tijdens een ceremonie het besluit tot bevestiging van de optieverklaring of het uittreksel uit het besluit tot verlening van het Nederlanderschap in ontvangst te nemen. Bij Besluit van 31 maart 2008 (Staatsblad 2008, 102) treedt het Besluit tot wijziging van het BvvN van 19 mei 2006 ook voor Aruba in werking op 1 augustus 2008. Ten behoeve van de invoering van de verplichte naturalisatieceremonie in Aruba is bij Regeling van de Minister van Justitie van 10 april 2008 (Staatscourant 2008, 77) ook de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RvvN) van 13 maart 2003 gewijzigd. Naar aanleiding van deze nieuwe regelgeving behoeft de tekst van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap toegespitst op het gebruik in Aruba (hierna: de Handleiding Aruba) op de volgende onderdelen aanvulling en/of wijziging.

I Invoering naturalisatieceremonie

Artikel 6

Voorafgaande aan de toelichting bij artikel 6 RWN, onder Algemeen, wordt de tekst van de tweede alinea, beginnend met “Sinds (…)” en eindigend op “bevestigd.”, vervangen door de volgende tekst:

“De verkrijging van de Nederlandse nationaliteit door optie is niet meer een eenzijdige, vormvrije rechtshandeling. De optant moet immers in beginsel in persoon bij de Gouverneur verschijnen en de optieverklaring kan alleen nog maar schriftelijk worden uitgebracht. Voor het uitbrengen en voor de behandeling van een optieverklaring zijn optiegelden verschuldigd (zie artikel 13, eerste lid, RWN). Het Nederlanderschap wordt eerst verkregen nadat het daartoe bevoegde bestuursorgaan de verkrijging van de Nederlandse nationaliteit schriftelijk heeft bevestigd. Met ingang van 1 augustus 2008 treedt in Aruba het besluit tot bevestiging pas in werking nadat het als regel op een naturalisatieceremonie is uitgereikt. Zie het Besluit van 31 maart 2008, houdende vaststelling van het tijdstip van het Besluit van 19 mei 2006 tot wijziging van het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap, voor Aruba (Staatsblad 2008, 102) en de Wijziging Regeling Verkrijging en verlies Nederlanderschap van 10 april 2008 ter invoering van de verplichte naturalisatieceremonie (Staatscourant 2008, 77). Zie verder voor de naturalisatieceremonie artikel 60a BvvN en de toelichting in de Handleiding bij artikel 6, tweede lid RWN en artikel 7 RWN.”

Artikel 6 lid 2

In de toelichting bij artikel 6 lid 2 RWN wordt de tekst van paragraaf 1 (Algemeen) vervangen door de volgende tekst:

“1. Algemeen

In artikel 21 RWN is bepaald dat bij algemene maatregel van rijksbestuur de autoriteiten en ambtenaren worden aangewezen die bevoegd zijn tot het in ontvangst nemen van optieverklaringen tot verkrijging van het Nederlanderschap. Voorts is bepaald dat bij algemene maatregel van rijksbestuur nadere voorschriften kunnen worden gesteld betreffende de wijze van inontvangstneming van de verklaringen en de bevestigingen van de verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede betreffende de verdere administratieve behandeling van de verkrijging van het Nederlanderschap. In het BvvN zijn deze voorschriften opgenomen en vorenbedoelde autoriteiten en ambtenaren aangewezen. In artikel 2, aanhef en onder c, BvvN is bepaald dat in Aruba, de Gouverneur bevoegd is tot het in ontvangst nemen van de optieverklaringen. De vormvoorschriften, procedurele vereisten en administratieve behandeling van de verklaringen zijn voor Aruba geregeld in de artikelen 3 tot en met 6, 19 tot en met 24 en 60a BvvN. In de hierna opgenomen procedurebeschrijving is de volgorde van het BvvN aangehouden. Hierop wordt echter een uitzondering gemaakt voor de eerste procedurestap: ‘Informatieverstrekking’ die zich naar zijn aard niet leent voor opname in het BvvN, maar in de uitvoeringspraktijk over het algemeen wel aan het afleggen van de optieverklaring vooraf zal gaan.”

In de toelichting bij artikel 6 lid 2 RWN wordt de tekst van de eerste alinea van paragraaf 2.1 (Informatieverstrekking), beginnend met “Het afleggen (…)” en eindigend op “(…) naturalisatie.”, vervangen door de volgende tekst:

“Het afleggen van een optieverklaring zal worden voorafgegaan door informatieverstrekking aan de aspirant-optant door de Gouverneur. Voor een deel zal daarbij gebruik kunnen worden gemaakt van IND-brochures. Verder kan in deze fase aan de aspirant-optant bijvoorbeeld opgave worden gedaan van de bij het afleggen van de optieverklaring te verstrekken gegevens en over te leggen documenten. Ook kan de aspirant-optant erop worden gewezen dat de eventuele optiebevestiging als regel door uitreiking in persoon tijdens een ceremoniële bijeenkomst in werking treedt.

Indien al onmiddellijk blijkt dat niet wordt voldaan aan de vereisten voor optie, kan de betrokkene worden gewezen op de eventuele mogelijkheid en voorwaarden voor verlening van de Nederlandse nationaliteit door naturalisatie.

In de toelichting bij artikel 6 lid 2 RWN wordt de tekst van paragraaf 2.5 (Bevestiging) vervangen door de volgende tekst:

“2.5 Bevestiging

Nadat de Gouverneur heeft vastgesteld dat aan de optievoorwaarden is voldaan, bericht hij de optant schriftelijk de wijze waarop de bevestiging van de verkrijging van het Nederlanderschap bekendgemaakt zal worden onder vermelding van de namen van de personen die in deze bekendmaking betrokken zullen zijn. De bevestiging vermeldt de naam, woonplaats en geboortedatum van de optant en van de personen die in de verkrijging delen. Indien de minderjarige kinderen in de optieverklaringen van beide ouders zijn opgenomen en de verkrijging van het Nederlanderschap ten aanzien van beide ouders wordt bevestigd, worden de personalia van de minderjarige kinderen die in de verkrijging delen in de bevestiging van zowel de vader als de moeder opgenomen. De Gouverneur bericht gelijktijdig ten aanzien van welke personen hij de bevestiging weigert (artikel 23, eerste lid, BvvN). De bevestiging wordt als regel aan de optant uitgereikt tijdens een ceremonie. Onder uitzonderlijke omstandigheden wordt de bevestiging tijdens een ceremonie uitgereikt aan een gemachtigde van de optant dan wel – indien uitzonderlijke omstandigheden daartoe noodzaken en geen gemachtigde kan worden aangewezen door betrokkene – per post aan de optant verzonden. (Zie voor de uitreiking van de bevestiging en de uitzonderingen daarop paragraaf 2.12.) Indien sprake is van een (gedeeltelijke) weigering dan wordt de bevestiging uitgereikt op een naturalisatieceremonie en de gedeeltelijke weigering bekendgemaakt.”

In de toelichting bij artikel 6 lid 2 RWN wordt de tekst van paragraaf 2.11 (Verhuizing van de optant tijdens de procedure) vervangen door de volgende tekst:

“2.11 Verhuizing van de optant tijdens de procedure

De Gouverneur blijft verantwoordelijk voor de verdere afhandeling van het verzoek. Ook indien de optant tijdens de procedure zijn hoofdverblijf verlegt naar Nederland, de Nederlandse Antillen of het buitenland is uitsluitend hij bevoegd tot de bevestiging/weigering van de verkrijging van het Nederlanderschap. Heeft de optant ná de bevestiging niet langer hoofdverblijf in Aruba, dan zal de Gouverneur in het algemeen de uitreiking van de bevestiging door middel van een machtiging overdragen aan de Gezaghebber van het eilandgebeid, burgemeester van de nieuwe gemeente van de optant of het hoofd van de diplomatieke en/of consulaire post van het ressort waar de optant zijn nieuwe woonplaats heeft. Indien de Gouverneur, ondanks verhuizing van de optant naar Nederland, de Nederlandse Antillen of het buitenland toch besluit de bevestiging zelf uit te reiken, zal hij de Gezaghebber van het eilandgebied, burgemeester van de nieuwe woonplaats van de optant of het hoofd van de diplomatieke en/of consulaire post van het ressort waar de optant zijn nieuwe woonplaats heeft, daarvan in kennis stellen. (Zie ook paragraaf 2.12.2.)”

In de toelichting bij artikel 6 lid 2 RWN wordt in paragraaf 2 (Procedure) de nieuwe subparagraaf 2.12 toegevoegd met de volgende onderverdeling en tekst:

“2.12 Naturalisatieceremonie

Vanaf 1 augustus 2008 is de Gouverneur verplicht de persoon aan wie het Nederlanderschap is verleend uit te nodigen voor een ceremonie waarin de verkrijging van het Nederlanderschap wordt gevierd. De optiebevestiging treedt pas in werking door uitreiking daarvan. Deze uitreiking vindt in de regel plaats op de naturalisatieceremonie. Dit betekent dat vanaf die datum de optant daadwerkelijk op de naturalisatieceremonie moet verschijnen om rechten te kunnen ontlenen aan de bevestiging van de verkrijging van het Nederlanderschap. Het besluit tot bevestiging van de optieverklaring werkt terug tot de dag van de dagtekening.

Op grond van artikel 60a, eerste lid BvvN jo. artikel 2 BvvN is in Aruba de Gouverneur bevoegd tot uitreiking van de optiebevestiging. Hij roept de optant tijdig op voor een naturalisatieceremonie. Verschijnt de opgeroepen persoon niet dan vindt geen uitreiking plaats en wordt een oproeping voor de volgende ceremonie toegezonden. Zonodig wordt een derde oproep per aangetekende post verzonden. Wordt de optiebevestiging niet binnen een jaar na de dag waarop zij is gedagtekend, uitgereikt, dan vervalt zij in de regel. De optant is dan geen Nederlander geworden, en dient daarvoor een nieuwe optieverklaring af te leggen.

Optiebevestigingen van vóór 1 augustus 2008

De bevestiging die vóór 1 augustus 2008 is vastgesteld, treedt nog op de tot dan toe gebruikelijke wijze in werking, dat wil zeggen door bekendmaking daarvan aan de betrokkene. Uitreiking op een naturalisatieceremonie is in dit geval niet nodig. Voor de bepaling of de betrokken persoon opgeroepen moet worden of niet, geldt de datum waarop de bevestiging is vastgesteld.

2.12.1 De oproeping

De op te roepen personen (artikel 60a, tweede lid BvvN)

De Gouverneur roept de optant en mede-optant die ten tijde van het afleggen van de optieverklaring 16 jaar of ouder was (waren) op te verschijnen. Was de optant jonger dan 16 jaar dan roept de Gouverneur zijn wettelijke vertegenwoordiger op. De oproeping vindt plaats door middel van een schriftelijke uitnodiging aan de optant of zijn wettelijke vertegenwoordiger. In beginsel wordt die wettelijk vertegenwoordiger opgeroepen die namens de minderjarige optant de optieverklaring heeft afgelegd. Zie ook bijlage 1 bij toelichting artikel 7 RWN (tabel: oproepen en uitreiken).

De termijn van oproeping

De oproeping vindt plaats tijdig voor de uitreiking (artikel 60a, tweede lid BvvN).

Indien de opgeroepen persoon niet verschijnt, en hij heeft geen (succesvol) beroep op zwaarwegende redenen gedaan, wordt hij opnieuw opgeroepen. Na de eerste afwezigheid kan worden nagegaan of de uitnodiging aan het juiste adres is gestuurd. Daarbij mag ervan worden uitgegaan dat de bevolkingsadministratie het juiste adres bevat. Is de betrokkene ook na de tweede oproep niet verschenen, dan verzendt de Gouverneur een derde oproep per aangetekende post. Wie geen van deze drie keren verschijnt, zal zich daarna alsnog voor een uitreiking kunnen melden. De betrokken persoon zal dan voor een (eerst)volgende ceremonie worden uitgenodigd, tenzij de bevestiging – behoudens een eerdere rechterlijke vernietiging van het besluit inzake de wijze van uitreiking – alsdan zou worden uitgereikt één jaar na haar dagtekening.

In de oproeping dient de betrokkene in ieder geval ook gewezen te worden op de (automatische) vervaltermijn van een jaar. (Zie paragraaf 2.12.2).

2.12.2 De uitreiking/naturalisatieceremonie

Algemeen

De optiebevestiging treedt als regel in werking door de uitreiking in persoon tijdens een ceremoniële bijeenkomst. Slechts in bijzondere gevallen kan de Gouverneur hiervan afwijken. Onder zeer bijzondere omstandigheden wordt de bevestiging buiten de naturalisatieceremonie om uitgereikt of toegezonden aan de betrokkene. (Zie hiervoor paragraaf 2.12.3). Het besluit werkt na bekendmaking terug tot het moment waarop het besluit is gedagtekend (artikel 60a, eerste lid BvvN). Dit betekent dat een nieuw feit dat zich heeft voorgedaan in de periode tussen het besluit tot bevestiging van de optieverklaring en de bekendmaking daarvan, geen reden vormt de optiebevestiging opnieuw te beoordelen. Wie in deze tussenliggende periode in strijd met de openbare orde handelt, verkrijgt niettemin het Nederlanderschap. Ook de als minderjarige aangemelde persoon die in de tussenliggende periode meerderjarig is geworden, wordt niet opnieuw aan de voorwaarden getoetst. Hoewel een op of na de dagtekening overleden persoon niet meer in persoon kan verschijnen, zal ook deze persoon Nederlander worden zodra de optiebevestiging aan een belanghebbende is uitgereikt of bekendgemaakt. Overigens dient als regel de betrokken optant in de tussenliggende periode wel te voldoen aan zijn vreemdelingrechtelijke verplichtingen; hij is tot de uitreiking immers geen Nederlander. Het niet voldoen aan deze verplichtingen heeft echter geen gevolgen voor de uitreiking van het besluit.

De terugwerkende kracht is niet nieuw. Ook tot 1 augustus 2008 treedt het besluit tot bevestiging in werking door bekendmaking, die op dit moment niet door uitreiking maar door toezending per post geschiedt. Ook 1 augustus 2008 werkt de inwerkingtreding terug tot het moment van ondertekening. En ook 1 augustus 2008 hebben feiten die zich na de ondertekening voordoen geen invloed op de verkrijging van het Nederlanderschap en treedt het rechtsgevolg in vanaf de dag van dagtekening.

Is een jaar na de dag van de ondertekening van de optiebevestiging verstreken zonder dat de optant op een naturalisatieceremonie is verschenen, dan vervalt zij, tenzij in beroep bij rechterlijke beslissing (al dan niet in voorlopige voorziening) het besluit omtrent de wijze van bekendmaking is vernietigd (artikel 60a, achtste lid BvvN). Concreet speelt dit indien betrokkene een beroep op zwaarwegende redenen heeft gedaan om niet te verschijnen, en dit door de Gouverneur is afgewezen. De optant die niet is verschenen en wiens besluit tot bevestiging is vervallen, kan dan desgewenst een nieuwe optieverklaring afleggen. Tegen het verstrijken van de vervaltermijn van een jaar na de dagtekening van de bevestiging staat geen bezwaar of beroep open.

Termijn van uitreiking

De Gouverneur reikt het besluit tot bevestiging van de optieverklaring uit binnen negen weken nadat is vastgesteld dat de optant heeft voldaan aan alle voorwaarden voor optie. Wegens bijzondere omstandigheden kan deze termijn met een redelijke periode worden verlengd. Zie artikel 60a, vierde lid BvvN.

De personen aan wie het besluit wordt uitgereikt

De Gouverneur reikt het optiebesluit uit aan de optant die ten tijde van het indienen van de optieverklaring zestien jaar of ouder was. Was de optant op dat tijdstip jonger dan zestien jaar dan wordt het besluit uitgereikt aan zijn wettelijke vertegenwoordiger (artikel 60a, vijfde lid BvvN). Zie ook bijlage 1 bij toelichting artikel 7 RWN (tabel oproepen en uitreiken).

De optant en zij die in de verkrijging van het Nederlanderschap door optie delen, zijn in één bevestiging genoemd. Deze personen worden dan ook – indien zestien jaar of ouder op het moment van het afleggen van de optieverklaring – tezamen opgeroepen te verschijnen. Indien de hoofdoptant niet aanwezig is, kan de bevestiging niet worden uitgereikt. In dat geval wordt de hoofdoptant voor de volgende ceremonie opgeroepen, op de wijze die hierboven is beschreven bij ‘termijn van oproeping’.

De persoon aan wie het besluit wordt uitgereikt, dient ter identificatie van hemzelf (en, indien van toepassing, de personen die in de bevestiging worden genoemd) een (geldig) identiteitsbewijs te overleggen.

Verhuizing

De uitreiking van de optiebevestiging ligt in handen van de Gouverneur. Heeft de optant na de bevestiging niet langer hoofdverblijf in Aruba, dan zal de Gouverneur in het algemeen de uitreiking van de bevestiging door middel van een machtiging overdragen aan de Gezaghebber van een eilandgebied, burgemeester van de nieuwe woonplaats van de optant of het hoofd van de diplomatieke en/of consulaire post van het ressort waar de optant zijn nieuwe woonplaats heeft. Indien de Gouverneur, ondanks verhuizing van de optant naar Nederland, de Nederlandse Antillen of het buitenland, toch besluit de bevestiging zelf uit te reiken, zal hij de Gezaghebber van het eilandgebied, burgemeester van de nieuwe woonplaats van de optant of het hoofd van de diplomatieke en/of consulaire post van het ressort waar de optant zijn nieuwe woonplaats heeft, van deze uitreiking in kennis stellen.

2.12.3 Zwaarwegende redenen (artikel 60a, zesde lid BvvN)

Algemeen

Het besluit tot bevestiging treedt als regel in werking door uitreiking ervan in persoon aan de opgeroepen optant/wettelijk vertegenwoordiger. Dit is een wettelijk gegeven, waartegen geen rechtsmiddel openstaat. Van de regel om in persoon te verschijnen kan slechts in bijzondere omstandigheden wegens zwaarwegende redenen worden afgeweken. In zulke uitzonderingsgevallen kan de betrokkene, nadat een daartoe strekkend besluit door de Gouverneur is genomen, door een gemachtigde worden vertegenwoordigd. Ook kan in die gevallen de Gouverneur besluiten de uitreiking op een aan de omstandigheden aangepaste wijze te doen, waarbij te denken valt aan een uitreiking buiten de naturalisatieceremonie om of aan toezending per post van de bevestiging. Om uitgezonderd te worden van de regel in persoon te verschijnen, dient betrokkene een daartoe strekkend verzoek in te dienen.

De beoordeling of sprake is van zwaarwegende redenen ligt geheel bij de Gouverneur.

Bij zwaarwegende redenen kan worden gedacht aan de fysieke en/of psychische onmogelijkheid in persoon te verschijnen (zie toelichting in de Handleiding bij artikel 2, tweede lid RWN). Deze zwaarwegende redenen dienen te worden aangetoond aan de hand van een verklaring van een onafhankelijk arts. Als dit voldoende is aangetoond, kan betrokkene zich laten vertegenwoordigen door een daartoe schriftelijk gemachtigde meerderjarige persoon, mits voldoende zekerheid kan worden verkregen over de identiteit van de gemachtigde en de betreffende optant (artikel 3, tweede lid BvvN is van overeenkomstige toepassing). De gemachtigde dient in persoon te verschijnen en verschaft de nodige zekerheid over zijn identiteit door het overleggen van een geldig identiteitsbewijs. De machtiging dient op schrift te zijn gesteld en ondertekend te zijn door de persoon wiens verschijning in persoon is vereist. De gemachtigde dient ter identificatie een geldig identiteitsbewijs van de betrokken persoon te overleggen (en tevens de andere gegevens die nodig zijn voor de beoordeling van het geval). Onder zwaarwegend wordt niet verstaan strikt tijdelijke omstandigheden zoals het hebben van vakantie, het volgen van een cursus, het niet vrij kunnen krijgen van werk, enz. Bij een tijdelijke belemmering wordt in eerste instantie, in overleg met betrokkene, onderzocht of deelname aan een volgende naturalisatieceremonie uitkomst biedt. Onder zwaarwegend wordt bijvoorbeeld verstaan een langdurige zware depressie of een andere, ernstige psychologische belemmering.

Belangenafweging

Uitgangspunt van de regelgeving is dat de optant zoveel mogelijk op een naturalisatieceremonie verschijnt. Dit betekent dat het de Gouverneur vrij staat, op verzoek van de betrokkene zelf, in overleg met hem een andere datum te bepalen waarop een ceremonie wordt gehouden en hij toch kan verschijnen. Daarbij is het overigens wel van belang dat de duur van de periode die ligt tussen de bevestiging en de uitreiking daarvan, zo beperkt mogelijk blijft, in ieder geval niet langer dan een jaar.

Procedure

Bij een beroep op zwaarwegende redenen overweegt de Gouverneur eerst of sprake is van een tijdelijke dan wel blijvende reden om niet te verschijnen. Bij een tijdelijke reden onderzoekt de Gouverneur of betrokkene binnen een redelijke termijn toch aanwezig kan zijn op een naturalisatieceremonie. Als dat het geval is, wordt in overleg met hem een nieuwe datum bepaald.

Bij een blijvende reden om niet te verschijnen, dan wel ingeval de volgende ceremonie pas na lange tijd plaatsvindt, wordt als volgt gehandeld. Als betrokkene niet binnen een redelijke termijn aanwezig kan zijn, bijvoorbeeld vanwege een blijvende lichamelijke handicap, bepaalt de Gouverneur of het beroep op zwaarwegende redenen gegrond is. Als dit het geval is, beslist de Gouverneur dat betrokkene zich laat vertegenwoordigen door een daartoe schriftelijk gemachtigde, meerderjarige persoon. Ingeval dit laatste niet mogelijk is, kan de Gouverneur het besluit op een andere wijze bekendmaken bijvoorbeeld door uitreiking buiten de naturalisatieceremonie om of toezending per post van de bevestiging. Als het beroep op zwaarwegende redenen niet gegrond is, dan wijst de Gouverneur dit beroep af. Tegen deze beslissing staat bezwaar en beroep open.

Indien de opgeroepen persoon op of na de dag waarop het besluit tot bevestiging is gedagtekend, is overleden, wordt dit besluit aan een andere belanghebbende, al naar gelang de omstandigheden, uitgereikt of toegezonden. Een belanghebbende kan in dit geval zijn een kind dat na de dag van dagtekening van het besluit, is geboren. Onder belanghebbende kan ook worden verstaan een (voormalige) (huwelijks-)partner of een familielid van de overleden persoon.

2.12.4 Procedurele aspecten na uitreiking

Terugmelding

Om te bevorderen dat de Minister van Justitie van het Koninkrijk ervan op de hoogte is dat een persoon op grond van een bevestigde optieverklaring het Nederlanderschap heeft verkregen, stuurt de Gouverneur aan de minister een bericht van de bekendmaking (artikel 60a, negende lid BvvN). (Zie ook paragraaf 2.6). Met het oog op het correct bijhouden van het nationaliteitenregister (artikel 24, eerste lid BvvN) zal bij iedere optiebevestiging van op of na 1 augustus 2008 moeten zijn vermeld op welke datum deze optiebevestiging is uitgereikt of anderszins is bekendgemaakt. Immers, het Nederlanderschap zal pas op die datum van uitreiking of bekendmaking ingaan met terugwerkende kracht tot aan de datum van de optiebevestiging. Terugmelding kan in dit geval plaatsvinden door middel van het toesturen aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van een (gewaarmerkte) kopie van de optiebevestiging, voorzien van een uitreikingsdatum en een dienststempel.”

Nadat betrokkene op de naturalisatieceremonie is verschenen, worden de gegevens ten aanzien van de verkrijging van het Nederlanderschap door de Gouverneur ook aan het bevolkingsregister verstrekt.

Artikel 6 lid 5

In de toelichting bij artikel 6 lid 5 RWN wordt de tekst van de laatste alinea (Bezwaar) vervangen door de volgende tekst:

“Bezwaar

Indien de optant het niet eens is met de wijze waarop zijn namen of die van zijn minderjarige kinderen zijn vastgesteld in de bevestiging van de optieverklaring, kan hij daartegen bezwaar maken bij de Gouverneur. De bezwaartermijn van zes weken vangt aan met ingang van de dag na die waarop de bevestiging is uitgereikt dan wel is toegezonden aan de betrokkene. Indien het bezwaar gegrond wordt verklaard, wordt de juiste naam in een separaat besluit vastgesteld. Een gewaarmerkte kopie van dit besluit wordt gestuurd naar de instanties die ook een gewaarmerkte kopie van de oorspronkelijke bevestiging hebben ontvangen.”

Artikel 7

Voorafgaande aan de toelichting bij artikel 7 RWN wordt onder ‘Overgangsrecht‘, aan het eind van de paragraaf, een nieuwe alinea toegevoegd met de volgende tekst en kop:

“Naturalisatieceremonie

Vanaf 1 augustus 2008 treden de optiebevestiging en het naturalisatiebesluit in werking door de uitreiking ervan aan de betrokkene. Voor het naturalisatiebesluit dat op of na 1 augustus 2008 is vastgesteld, geldt dat dit wordt uitgereikt op de naturalisatieceremonie. Zie artikel II van het Besluit van 19 mei 2006, Staatsblad, 250, tot wijziging van het BvvN. Dit Besluit is per 1 augustus 2008 ook in werking getreden voor Aruba ( Besluit van 31 maart 2008, Staatsblad 2008, 102). Zie verder ook de bij Besluit van 10 april 2008 (Staatscourant 2008, 77) gewijzigde Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RvvN,) artikel 60b BvvN en hieronder paragraaf 3.13.”

In de toelichting bij artikel 7 RWN wordt in subparagraaf 3.1 (Voorlichtingsfase) voorafgaande aan het laatste gedachtestreepje een nieuw gedachtestreepje ingevoegd met de volgende tekst:

“Tevens wordt verzoeker erop geattendeerd dat het besluit tot verlening van het Nederlanderschap als regel door uitreiking in persoon op een naturalisatieceremonie in werking treedt (artikel 60b, eerste lid BvvN). Zie ook paragraaf 3.13.”

In de toelichting bij artikel 7 RWN wordt de tekst van subparagraaf 3.10 (Beslissing op het verzoek) vervangen door de volgende tekst:

“Op het verzoek wordt beslist binnen één jaar na de betaling van de naturalisatiegelden, of na de beslissing tot ontheffing daarvan, dan wel nadat de gevraagde stukken, noodzakelijk voor de beoordeling van het verzoek, zijn ontvangen (artikel 9, vierde lid, RWN). De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) informeert de verzoeker over de beslissing tot afwijzing (artikel 50, eerste lid, BvvN). Beslissingen tot afwijzing, tot buitenbehandelingstelling of tot aanhouding van verzoeken worden aan verzoeker door tussenkomst van de Gouverneur bekendgemaakt. In geval van een positieve beslissing stuurt de IND het de verzoeker betreffende uittreksel van het besluit tot verlening van het Nederlanderschap zo snel mogelijk aan de Gouverneur. De Gouverneur draagt zorg voor het bekendmaken van het besluit. (Zie ook paragraaf 3.13.) Het uittreksel vermeldt de naam van de persoon die is genaturaliseerd. Ook de mee-genaturaliseerde minderjarige kinderen worden in het uittreksel genoemd. Benadrukt wordt dat kinderen slechts hebben gedeeld in de naturalisatie, indien dit uitdrukkelijk is vermeld in het besluit tot verlening van het Nederlanderschap. Voor zover van toepassing blijkt uit de bekendmaking tevens de bij het naturalisatiebesluit totstandgekomen naamsvaststelling c.q. naamswijziging.”

In de toelichting bij artikel 7 RWN wordt in paragraaf 3 (Procedure naturalisatie) een nieuwe subparagraaf toegevoegd met de volgende onderverdeling en tekst:

“3.13 Naturalisatieceremonie

Vanaf 1 augustus 2008 is de Gouverneur verplicht de persoon aan wie het Nederlanderschap is verleend uit te nodigen voor een ceremonie waarin de verlening van het Nederlanderschap wordt gevierd. Het naturalisatiebesluit voor een daarin genoemde persoon treedt pas in werking door uitreiking van het hem betreffende uittreksel daarvan. Deze uitreiking vindt in de regel plaats op de naturalisatieceremonie. Dit betekent dat vanaf die datum de naturalisandus daadwerkelijk op de naturalisatieceremonie moet verschijnen om rechten te kunnen ontlenen aan het naturalisatiebesluit. Het naturalisatiebesluit werkt terug tot de dag van de dagtekening.

Op grond van artikel 60b, tweede en vierde lid BvvN is in Aruba de Gouverneur bevoegd tot bekendmaking van het naturalisatiebesluit. Hij roept de naturalisandus tijdig op voor een naturalisatieceremonie. Verschijnt de opgeroepen persoon niet, dan vindt geen uitreiking plaats en wordt een oproeping voor de volgende ceremonie toegezonden. Zonodig wordt een derde uitnodiging per aangetekende post verzonden. Wordt het besluit niet binnen een jaar na de dag waarop het is gedagtekend, bekendgemaakt, dan vervalt het in de regel. De naturalisandus is dan geen Nederlander geworden, en dient daarvoor een nieuw verzoek tot naturalisatie of mogelijk een optieverklaring in te dienen dan wel af te leggen.

Naturalisatiebesluiten van vóór 1 augustus 2008

Het naturalisatiebesluit dat vóór 1 augustus 2008 is getekend door Hare Majesteit de Koningin, treedt nog op de tot dan toe gebruikelijke wijze in werking, dat wil zeggen door toezending door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van de kennisgeving betreffende naturalisatie.

Naturalisatiebesluiten van ná 1 augustus 2008

Zodra een betrokkene wordt voorgedragen voor naturalisatie meldt de Minister van Justitie van het Koninkrijk dit aan de Gouverneur. Met behulp van dit bericht verkrijgt de Gouverneur inzicht in het aantal naturalisandi dat hij voor een bepaalde naturalisatieceremonie zal moeten uitnodigen. Ook betrokkene ontvangt een bericht over de voortgang van zijn naturalisatieverzoek.

Na ondertekening van het Koninklijk Besluit tot naturalisatie zendt de Minister van Justitie van het Koninkrijk de Gouverneur zo spoedig mogelijk het desbetreffende uittreksel van het besluit tot verlening van het Nederlanderschap en het bijbehorend terugmeldformulier (artikel 50 BvvN).

3.13.1 De oproeping

De op te roepen personen

De Gouverneur roept de persoon op te verschijnen die ten tijde van het indienen van het naturalisatieverzoek 16 jaar of ouder was. Was de naturalisandus of mede-naturalisandus jonger dan 16 jaar dan roept de Gouverneur zijn wettelijke vertegenwoordiger op (artikel 60b, tweede lid BvvN). De oproeping vindt plaats door middel van een schriftelijke uitnodiging aan de naturalisandus of zijn wettelijke vertegenwoordiger. In beginsel wordt die wettelijk vertegenwoordiger opgeroepen die namens de minderjarige naturalisandus het naturalisatieverzoek heeft ingediend (artikel 2, derde lid RWN). Zie ook bijlage 1 (tabel oproepen en uitreiken).

De termijn van oproeping

De oproeping vindt tijdig voor de uitreiking plaats binnen zes weken na de dag van dagtekening van het naturalisatiebesluit. Wegens bijzondere omstandigheden kan deze termijn met een redelijke periode worden verlengd (artikel 60b, tweede lid BvvN).

Indien de opgeroepen persoon niet verschijnt, en hij heeft geen (succesvol) beroep op zwaarwegende redenen gedaan, wordt hij opnieuw opgeroepen. Na de eerste afwezigheid kan worden nagegaan of de uitnodiging aan het juiste adres is gestuurd. Daarbij mag ervan worden uitgegaan dat de bevolkingsadministratie het juiste adres bevat. Is de betrokkene ook na de tweede oproep niet verschenen, dan verzendt de Gouverneur een derde oproep per aangetekende post. Wie geen van deze drie keren verschijnt, zal zich daarna alsnog voor een uitreiking kunnen melden. De betrokken persoon zal dan voor een (eerst)volgende ceremonie worden uitgenodigd, tenzij het desbetreffende uittreksel – behoudens een eerdere rechterlijke vernietiging van het besluit inzake de wijze van uitreiking – alsdan zou worden uitgereikt één jaar na dagtekening ervan.

In de oproeping dient de betrokkene in ieder geval ook gewezen te worden op de (automatische) vervaltermijn van een jaar. (Zie paragraaf 3.13.2).

3.13.2 De uitreiking/naturalisatieceremonie

Algemeen

Het naturalisatiebesluit treedt als regel in werking door uitreiking in persoon tijdens een ceremoniële bijeenkomst van het desbetreffende uittreksel daarvan. Slechts in bijzondere gevallen kan de Gouverneur hiervan afwijken. Onder zeer bijzondere omstandigheden wordt het uittreksel buiten de naturalisatieceremonie om uitgereikt of toegezonden aan de betrokkene. (Zie hiervoor paragraaf 3.13.3). Het besluit werkt na bekendmaking terug tot het moment waarop het besluit is gedagtekend (artikel 60b, eerste lid BvvN). Dit betekent dat een nieuw feit dat zich heeft voorgedaan in de periode tussen de ondertekening van het besluit en de bekendmaking daarvan, geen reden vormt het naturalisatiebesluit opnieuw te beoordelen. Wie in deze tussenliggende periode in strijd met de openbare orde handelt, verkrijgt niettemin het Nederlanderschap. Ook de als minderjarige aangemelde persoon die in de tussenliggende periode meerderjarig is geworden, wordt niet opnieuw aan de voorwaarden getoetst. Hoewel een op of na de dagtekening overleden persoon niet meer in persoon kan verschijnen, zal ook deze persoon Nederlander worden zodra het naturalisatiebesluit aan een belanghebbende is uitgereikt of bekendgemaakt. Overigens dient als regel de betrokken naturalisandus in de tussenliggende periode wel te voldoen aan zijn vreemdelingrechtelijke verplichtingen; hij is tot de uitreiking immers geen Nederlander. Het niet voldoen aan deze verplichtingen heeft echter geen gevolgen voor de uitreiking van het besluit.

De terugwerkende kracht is niet nieuw. Ook tot 1 augustus 2008 treedt het naturalisatiebesluit in werking door bekendmaking, die niet door uitreiking maar door toezending per post geschiedt. Tot 1 augustus 2008 vindt de schriftelijke bekendmaking plaats omstreeks acht weken nadat het besluit ondertekend is. Ook tot 1 augustus 2008 werkt de inwerkingtreding terug tot het moment van die ondertekening. En ook tot 1 augustus 2008 hebben feiten die zich na de ondertekening voordoen geen invloed op de verkrijging van het Nederlanderschap en treedt het rechtsgevolg in vanaf de dag van dagtekening.

Is een jaar na de dag van de ondertekening van het naturalisatiebesluit verstreken zonder dat de naturalisandus op een naturalisatieceremonie is verschenen, dan vervalt het, tenzij in beroep bij rechterlijke beslissing (al dan niet in voorlopige voorziening) het besluit omtrent de wijze van bekendmaking is vernietigd (artikel 60b, achtste lid BvvN). Concreet speelt dit indien betrokkene een beroep op zwaarwegende redenen heeft gedaan om niet te verschijnen, en dit door de burgemeester is afgewezen. De naturalisandus die niet is verschenen en wiens besluit is vervallen, kan dan desgewenst een nieuw naturalisatieverzoek indienen. Tegen het verstrijken van de vervaltermijn van een jaar na de dagtekening van het besluit staat geen bezwaar of beroep open.

Termijn van uitreiking

De Gouverneur reikt het desbetreffende uittreksel uit binnen zes weken na de verzending van de oproeping (artikel 60b, vierde lid BvvN). Ingeval het uittreksel niet tijdig is aangeleverd bij de Gouverneur of is zoekgeraakt voordat dit is uitgereikt, volstaat een kopie of een fax voor de uitreiking.

De personen aan wie het besluit wordt uitgereikt

De Gouverneur reikt het desbetreffende uittreksel van het besluit uit aan de naturalisandus of medenaturalisandus die ten tijde van het indienen van het naturalisatieverzoek 16 jaar of ouder was. Was de betrokkene op dat tijdstip jonger dan 16 jaar dan wordt het uittreksel uitgereikt aan zijn wettelijke vertegenwoordiger (artikel 60b, vijfde lid BvvN). Zie ook bijlage 1 (tabel oproepen en uitreiken).

Bij een verzoek om medeverlening dient de hoofdpersoon in wiens naturalisatie wordt gedeeld, op de ceremonie aanwezig te zijn. Indien deze persoon niet aanwezig is, dan wordt het uittreksel, waarop zowel de hoofdnaturalisandus als het in diens naturalisatie delende minderjarig kind vermeld staan, niet aan het eventueel aanwezige kind uitgereikt. Dit kind noch de hoofdnaturalisandus worden op dat moment Nederlander. In dat geval wordt de hoofdnaturalisandus voor de volgende ceremonie opgeroepen, op de wijze die hierboven is beschreven bij ‘termijn van oproeping’.

De persoon aan wie het besluit wordt uitgereikt, dient ter identificatie van hemzelf (en, indien van toepassing, de persoon die hij vertegenwoordigt) een (geldig) identiteitsbewijs te overleggen.

Verhuizing

De bekendmaking van het besluit is opgedragen aan de Gouverneur. Verhuist de betrokkene daarna, dan kan de Gouverneur de uitreiking zelf verrichten of deze (door middel van een machtiging) overdragen aan de Gezaghebber van een eilandgebied, de burgemeester van de nieuwe woonplaats van betrokkene of het hoofd van de diplomatieke en/of consulaire post van het ressort waar de optant zijn nieuwe woonplaats heeft. Indien de Gouverneur aan wie het desbetreffende uittreksel is toegezonden, ondanks verhuizing van de naturalisandus naar Nederland, de Nederlandse Antillen of het buitenland, de uitreiking zelf verricht, dan stelt hij de Gezaghebber van het eilandgebied, de burgemeester van de nieuwe woonplaats van de naturalisandus of het hoofd van de diplomatieke en/of consulaire post van het ressort waar de naturalisandus zijn nieuwe woonplaats heeft van deze uitreiking in kennis.

3.13.3 Zwaarwegende redenen (artikel 60b, zesde lid BvvN)

Algemeen

Het naturalisatiebesluit treedt als regel in werking door uitreiking in persoon van het desbetreffende uittreksel aan de opgeroepen persoon. Dit is een wettelijk gegeven, waartegen geen rechtsmiddel openstaat. Van de regel om in persoon te verschijnen kan slechts in bijzondere omstandigheden wegens zwaarwegende redenen worden afgeweken. In zulke uitzonderingsgevallen kan de betrokkene, nadat een daartoe strekkend besluit door de Gouverneur is genomen, door een gemachtigde worden vertegenwoordigd. Ook kan in die gevallen de Gouverneur besluiten de uitreiking op een aan de omstandigheden aangepaste wijze te doen, waarbij te denken valt aan een uitreiking buiten de naturalisatieceremonie om of aan toezending per post van het uittreksel. Om uitgezonderd te worden van de regel in persoon te verschijnen, dient betrokkene een daartoe strekkend verzoek in te dienen.

De beoordeling of sprake is van zwaarwegende redenen ligt geheel bij de Gouverneur.

Bij zwaarwegende redenen kan worden gedacht aan de fysieke en/of psychische onmogelijkheid in persoon te verschijnen (zie toelichting in de Handleiding bij artikel 2, tweede lid RWN). Deze zwaarwegende redenen dienen te worden aangetoond aan de hand van een verklaring van een onafhankelijk arts. Als dit voldoende is aangetoond, kan betrokkene zich laten vertegenwoordigen door een daartoe schriftelijk gemachtigde meerderjarige persoon, mits voldoende zekerheid kan worden verkregen over de identiteit van de gemachtigde en de betreffende opgeroepen persoon (artikel 3, tweede lid BvvN is van overeenkomstige toepassing). De gemachtigde dient in persoon te verschijnen en verschaft de nodige zekerheid over zijn identiteit door het overleggen van een geldig identiteitsbewijs. De machtiging dient op schrift te zijn gesteld en ondertekend te zijn door de persoon wiens verschijning in persoon is vereist. De gemachtigde dient ter identificatie een geldig identiteitsbewijs van de betrokken persoon te overleggen (en tevens de andere gegevens die nodig zijn voor de beoordeling van het geval). Onder zwaarwegend wordt niet verstaan strikt tijdelijke omstandigheden zoals het hebben van vakantie, het volgen van een cursus, het niet vrij kunnen krijgen van werk, enz. Bij een tijdelijke belemmering wordt in eerste instantie, in overleg met betrokkene, onderzocht of deelname aan een volgende naturalisatieceremonie uitkomst biedt. Onder zwaarwegend wordt bijvoorbeeld verstaan een langdurige zware depressie of een andere, ernstige psychologische belemmering.

Belangenafweging

Uitgangspunt van de regelgeving is dat de opgeroepen persoon zoveel mogelijk op de naturalisatieceremonie verschijnt. Dit betekent dat het de Gouverneur vrijstaat, op verzoek van de betrokkene zelf, in overleg met hem een andere datum te bepalen waarop een ceremonie wordt gehouden en hij toch kan verschijnen. Daarbij is het overigens wel van belang dat de duur van de periode die ligt tussen de vaststelling van het naturalisatiebesluit en de uitreiking van het desbetreffende uittreksel, zo beperkt mogelijk blijft, in ieder geval niet langer dan een jaar.

Procedure

Bij een beroep op zwaarwegende redenen overweegt de Gouverneur eerst of sprake is van een tijdelijke dan wel blijvende reden om niet te verschijnen. Bij een tijdelijke reden onderzoekt de Gouverneur of betrokkene binnen een redelijke termijn toch aanwezig kan zijn op een naturalisatieceremonie. Als dat het geval is, wordt in overleg met hem een nieuwe datum bepaald.

Bij een blijvende reden om niet te verschijnen, dan wel ingeval de volgende ceremonie pas na lange tijd plaatsvindt, wordt als volgt gehandeld. Als betrokkene niet binnen een redelijke termijn aanwezig kan zijn, bijvoorbeeld vanwege een blijvende lichamelijke handicap, bepaalt de Gouverneur of het beroep op zwaarwegende redenen gegrond is. Als dit het geval is, beslist de Gouverneur dat betrokkene zich laat vertegenwoordigen door een daartoe schriftelijk gemachtigde, meerderjarige persoon. Ingeval dit laatste niet mogelijk is, kan de Gouverneur het besluit op een andere wijze bekendmaken bijvoorbeeld door uitreiking buiten de naturalisatieceremonie om of toezending per post van het desbetreffende uittreksel. Als het beroep op zwaarwegende redenen niet gegrond is, dan wijst de Gouverneur het beroep af. Tegen deze beslissing staat bezwaar en beroep open.

Indien de opgeroepen persoon op of na de dag waarop het naturalisatiebesluit is gedagtekend, is overleden, wordt het desbetreffende uittreksel aan een andere belanghebbende, al naar gelang de omstandigheden, uitgereikt of toegezonden. Een belanghebbende kan in dit geval zijn een kind dat na de dag van dagtekening van het besluit, is geboren. Onder belanghebbende kan ook worden verstaan een (voormalige) (huwelijks-)partner of een familielid van de overleden persoon.

3.13.4 Procedurele aspecten na uitreiking

Terugmelding

Na uitreiking van het desbetreffende uittreksel stuurt de Gouverneur door middel van het terugmeldformulier (model 2.29 NA&A) daarvan zo spoedig mogelijk een bericht aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) (artikel 60b, negende lid BvvN). Op het terugmeldformulier vermeldt de Gouverneur onder andere de datum waarop het besluit is bekendgemaakt en de wijze van bekendmaking. Ook vermeldt de Gouverneur of hij na herhaalde oproepingen het besluit niet heeft kunnen bekendmaken, als gevolg waarvan het besluit is vervallen. De uittreksels die de Gouverneur niet heeft kunnen uitreiken, stuurt hij terug aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Nadat betrokkene op de naturalisatieceremonie is verschenen, worden de gegevens ten aanzien van de verlening van het Nederlanderschap door de Gouverneur aan het Bevolkingsregister verstrekt.

Aan de hand van het terugmeldformulier stelt de minister vast of de betrokken naturalisandus Nederlander is geworden en zijn procedure kan worden afgesloten. Is betrokkene Nederlander geworden, dan worden de gegevens ten aanzien van deze verlening in het nationaliteitenregister opgenomen. Ook wordt na terugmelding de eventuele afstandsprocedure opgestart.

Eventuele onjuistheden in het desbetreffende uittreksel

De Gouverneur wordt verzocht eventuele onjuistheden in het besluit zo spoedig mogelijk te melden aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) draagt (zonodig) in dat geval zorg voor een nieuw besluit.

De Gouverneur hoeft een eerder uitgereikt uittreksel niet door middel van een verbeterd exemplaar opnieuw tijdens een naturalisatieceremonie uit te reiken. Ingeval het besluit reeds is bekendgemaakt, mag het verbeterd exemplaar zonder ceremonie aan betrokkene worden uitgereikt. Wanneer de Gouverneur nog in het bezit is van het onjuiste uittreksel is het wenselijk dat hij dit, ter voorkoming van fraude, terugstuurt aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), alwaar het wordt vernietigd.

Bijlage 1 tabel oproepen en uitreiken

Kolom I

Optie en Naturalisatie

Kolom II

Meerderjarige dan wel zelfstandig minderjarige van 16 jaar of ouder

Kolom III

Zelfstandig minderjarige jonger dan 16 jaar

Kolom IV

Mede-optie en Mede-naturalisatie

   

Jonger dan 16 jaar

16 jaar of ouder

Oproepen

(artikelen 60a en 60b lid 2 BVVN)

Betrokkene

Wettelijk vertegenwoordiger

Mede-naturalisatie: wettelijk vertegenwoordiger (meestal de hoofd-naturalisandus)

Mede-optie: hoofdoptant

Betrokkene (samen met de hoofdoptant of hoofd-naturalisandus)

Uitreiken

(artikelen 60a en 60b lid 5 BVVN)

Betrokkene

Wettelijk vertegenwoordiger

Mede-naturalisatie: wettelijk vertegenwoordiger (meestal de hoofd-naturalisandus)

Mede-optie: hoofdoptant

Mede-naturalisatie: betrokkene

Mede-optie: hoofdoptant

stcrt-2008-170-p12-SC87344-1.gifstcrt-2008-170-p12-SC87344-2.gifstcrt-2008-170-p12-SC87344-3.gif

Toelichting

De naturalisatieceremonie dient cachet te geven aan de bijzondere band die door de optie c.q. de naturalisatie tot stand komt tussen het Koninkrijk en de nieuwe staatsburger en zal een bevestiging zijn van het feit dat de nieuwe staatsburger met zijn verkrijging van het Nederlanderschap alle rechten en plichten verwerft en aanvaardt die aan het Nederlanderschap verbonden zijn. Tijdens deze ceremonie worden aan de betrokkenen de besluiten tot bevestiging van de optieverklaring en de uittreksels van de besluiten tot verlening van het Nederlanderschap uitgereikt. De gezaghebber, die deze uitreikingen verricht, is verder in grote mate vrij de ceremonie naar eigen goeddunken in te richten.

Bij Besluit van 19 mei 2006 (Staatsblad 2006, 250) is het Besluit verkrijging en verlies Nederlanderschap (BvvN) zo gewijzigd dat in de regel de optant of naturalisandus alleen Nederlander zal kunnen worden door tijdens een ceremonie het besluit tot bevestiging van de optieverklaring of het uittreksel uit het besluit tot verlening van het Nederlanderschap in ontvangst te nemen. Deze wijziging was alleen van toepassing op optieverklaringen en verzoeken om naturalisatie ingediend in Nederland of op een diplomatieke of consulaire post. Echter, bij Besluit van 31 maart 2008 (Staatsblad 2008, 102) treedt het Besluit van 19 mei 2006 ook voor Aruba in werking op 1 augustus 2008. Ten behoeve van de invoering van de verplichte naturalisatieceremonie in Aruba is bij Regeling van de Minister van Justitie van 10 april 2008 (Staatscourant 2008, 77) ook de Regeling verkrijging en verlies Nederlanderschap (RvvN) van 13 maart 2003 gewijzigd.

Tot slot

Dit TBN-A treedt in werking twee dagen na publicatie in de Staatscourant en in het Afkondigingsblad van Aruba en heeft terugwerkende kracht tot 1 augustus 2008.

De tekst van dit TBN wordt, voor zover relevant, zo spoedig mogelijk verwerkt in de aangekondigde geactualiseerde Handleiding voor de toepassing van de RWN toegespitst op gebruik in Aruba.

De Minister van Justitie in zijn hoedanigheid van Minister van het Koninkrijk

namens deze:

de directeur-generaalWetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser

Naar boven