Wijziging Besluit Borgstellingsfonds

Besluit van het bestuur van de Stichting Borgstellingsfonds voor de Landbouw van 15 juli 2008, houdende wijziging van het Besluit Borgstellingsfonds

Het bestuur van de Stichting Borgstellingsfonds voor de Landbouw,

Gelet op de overwegingen 15, 29 en 196 van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector 2007-2013 (PbEG C 319), de artikelen 2 en 4 van verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van verordening (EG) nr. 70/2001 (PbEG L 358/3), artikel 181 van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van de Europese Unie van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (PbEG L 299/1), alsmede gelet op artikel 3 van de statuten;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit Borgstellingsfonds1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel e, komt te luiden:

e. landbouw: primaire productie van goederen als bedoeld in bijlage I bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met uitzondering van de goederen genoemd in hoofdstuk 3 van die bijlage.

B

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

2. Geen borgstelling wordt verleend voor:

- de herfinanciering van schulden, behoudens in geval van overmacht;

- de aankoop van productierechten;

- vervangingsinvesteringen als bedoeld in artikel 2, onderdeel 17, en artikel 4 van verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van verordening (EG) nr. 70/2001 (PbEG L 358/3).

Artikel II

Het recht zoals dat gold voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit blijft van toepassing:

a. op een aanvraag tot subsidieverlening die is ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit;

b. met betrekking tot een subsidie die is of wordt verleend op een aanvraag tot subsidieverlening als bedoeld in onderdeel a, alsmede op uit die subsidieverlening voortvloeiende rechten, aanspraken en verplichtingen.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De plaatsvervangend voorzitter,
C.A.C.J. Oomen.
De secretaris,
J.G.M. Wijering.

1 Stcrt. 1993, 54; (laatstelijk) gewijzigd bij besluit van 28 oktober 2003 (Stcrt. 208).

Toelichting

Vanaf 1 januari 2008 gelden nieuwe regels voor subsidieverlening in de landbouwsector. De Stichting Borgstellingfonds voor de Landbouw verleent subsidie aan landbouwers door borg te staan voor de terugbetaling van leningen. Vanwege de nieuwe subsidieregels moet het Besluit Borgstellingsfonds worden aangepast. Dat gebeurt via dit wijzigingsbesluit.

De nieuwe regels bieden geen grondslag meer voor borgstellingen voor het kweken van vis voor menselijke consumptie (zoals forel, paling en meerval). Door middel van dit wijzigingsbesluit wordt deze mogelijkheid ingetrokken. Na de inwerkingtreding van dit besluit kunnen dus geen aanvragen voor borgstellingen hiervoor worden ingediend (artikel I, onderdeel A).

Op grond van de nieuwe regels mogen verder geen borgstellingen worden gegeven voor investeringen in producten die alleen op basis van prijs, hoeveelheid of productiewijze worden toegekend. Voorbeelden van deze zogenaamde productierechten zijn varkens- en pluimveerechten en het melkquotum. Borgstellingen voor bovenstaande investeringen verbeteren namelijk alleen de financiële situatie van landbouwondernemingen, maar dragen niet bij tot ontwikkeling van de landbouwsector. Deze subsidiemogelijkheden worden daarom ingetrokken. Na de inwerkingtreding van dit besluit kunnen dus geen aanvragen voor borgstellingen hiervoor worden ingediend (artikel I, onderdeel B).

De plaatsvervangend voorzitter,

C.A.C.J. Oomen.

De secretaris,

J.G.M. Wijering.

Naar boven