Procesreglement kort gedingen rechtbanken sector civiel/familie

Considerans

Voor u ligt het Procesreglement kort gedingen ten behoeve van de civiele sectoren en, in voorkomende gevallen, van de sectoren familie, van de rechtbanken.

Dit procesreglement vindt zijn oorsprong in een initiatief vanuit het Landelijk Overleg Voorzitters van de Civiele Sectoren van de rechtbanken (LOVC), dat vervolgens is ondergebracht in het Project procesreglementen dat onderdeel uitmaakt van het Programma Civiele Sectoren. Het procesreglement is ontwikkeld door een door het LOVC geïnitieerde en het Project Procesreglementen gefaciliteerde werkgroep en is ter reflectie voorgelegd aan de Nederlandse Orde van Advocaten. Het LOVC en het Landelijk Overleg van Voorzitters van de Familie- en Jeugdsectoren en -units (LOVF) hebben dit procesreglement op 28 september 2007, respectievelijk 12 oktober 2007 goedgekeurd, waarna de besturen van alle rechtbanken het reglement als eigen reglement hebben vastgesteld. De tekst van het reglement is inmiddels aangepast aan de afschaffing van de verplichte procuraten per 1 september 2008. Het reglement en de wijzigingen daarvan zijn gepubliceerd in de Staatscourant.

Met het ontwikkelen van het procesreglement is beoogd een verdere bijdrage te leveren aan het harmoniseren van de werkwijze en werkprocessen van de verschillende rechtbanken op het punt van de kort gedingprocedure. Hierbij is het belang van de justitiabele voorop gesteld, en is daarnaast gestreefd naar een zo goed mogelijke interne werkbaarheid en - waar mogelijk - naar verkorting van de doorlooptijden.

Mocht u de gedrukte uitgave van het procesreglement raadplegen, dan maken wij u erop attent dat dit niet het brondocument is. Vanwege de wijzigingen die met enige regelmaat in de tekst worden aangebracht, is het brondocument, behalve in de Staatscourant, te vinden op de website www.rechtspraak.nl/Naar+de+rechter/Landelijke+regelingen/Sector+civiel+recht. Op de website staat altijd de meest recente versie van dit reglement, inclusief de inhoud van de hyperlinks die in de gedrukte versie niet is weergegeven.

Tweede versie, september 2008

1. Algemene bepalingen

1.1. Strekking reglement

Dit reglement bevat regels voor alle kort gedingen die worden behandeld door de sector civiel of, indien van toepassing {hyperlink behandeling in sector familie}, de sector familie van de rechtbanken,1 met uitzondering van het kort geding als bedoeld in artikel 438 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).2

Partijen zijn gebonden aan de wijze en termijnen van procesvoering als in dit reglement voorzien. Bij niet naleving van een in dit reglement gegeven voorschrift zal de voorzieningenrechter daaraan het gevolg verbinden dat hem met het oog op de aard van het voorschrift en de ernst van het verzuim passend voorkomt.

1.2. Afwijking van reglement

De voorzieningenrechter kan, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, afwijken van dit reglement.

1.3. Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. aanhouding: het vaststellen van een dag en tijdstip voor de voortzetting van de terechtzitting, nadat de zaak ter terechtzitting is uitgeroepen;

b. aanhouding pro forma: aanhouding van een terechtzitting tot een uiterste dag en tijdstip waarop partijen in de gelegenheid zijn een bepaalde handeling te verrichten, zonder dat zij ter terechtzitting behoeven te verschijnen;

c. aanvraag: de aanvraag als bedoeld in artikel 254 Rv;

d. berichten: de aanvraag, voorstellen, verzoeken, opgaven en mededelingen van andere aard betreffende de procesvoering in een zaak;

e. (werk-)dagen: maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de dagen als bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet;

f. gedaagde (partij): de partij die is gedagvaard en de partij die vrijwillig ter terechtzitting verschijnt of, in reconventie, zich verweert tegen de eis in reconventie;

g. pro forma datum en tijdstip: uiterste dag en tijdstip waarop partijen in de gelegenheid zijn een bepaalde handeling te verrichten, zonder dat zij ter terechtzitting behoeven te verschijnen;

h. terechtzitting: de mondelinge behandeling van de zaak;

i. verplaatsing: het uitstellen van een terechtzitting door het bepalen van een andere dag en tijdstip voor de terechtzitting, voordat de zaak ter terechtzitting is uitgeroepen;

j. de zaak: de kort gedingzaak;

k. zaken betreffende het personen- en familierecht: zaken die een onderwerp betreffen als geregeld in titel 6 van boek 3 Rv.

1.4. Indiening van berichten en stukken

Indiening van de aanvraag, de (concept-)dagvaarding en overige berichten en stukken geschiedt als volgt:

- door toezending per post aan de griffie van de rechtbank {hyperlink naar de rechtbanken};

- door afgifte aan de Centrale Balie van de rechtbank {hyperlink naar de rechtbanken}, of

- per telefax {hyperlink telefoon- en faxnummers administratie kort gedingen}, mits het faxbericht niet meer dan in totaal 20 pagina’s omvat. In bijzonder spoedeisende gevallen kan toestemming worden verleend voor het versturen per telefax van meer dan 20 pagina’s. Berichten en stukken die per telefax zijn ingediend, behoeven niet nogmaals op andere wijze te worden ingediend.

Berichten en stukken worden in alle hiervoor genoemde gevallen geadresseerd aan: administratie kort geding, sector civiel, of - indien van toepassing {hyperlink behandeling in sector familie} - sector familie.

Indiening van berichten en stukken per e-mail is niet mogelijk.

De griffie is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 8.30 tot 17.00 uur {hyperlink telefoon- en faxnummers administratie kort gedingen}.

In bijzonder spoedeisende gevallen kunnen berichten en stukken buiten de openingstijden van de griffie bij de behandelend voorzieningenrechter worden ingediend. Bij een aantal rechtbanken gelden piketregelingen {hyperlink piketregelingen}.

1.5. Afschrift aan wederpartij

Indien een partij na de aanvraag enig bericht aan de voorzieningenrechter doet of enig stuk bij de voorzieningenrechter indient, verzendt deze partij gelijktijdig een afschrift van het bericht of het stuk aan de wederpartij en eventuele overige partijen. De verzending geschiedt op zodanige wijze dat kan worden aangenomen dat deze partijen het bericht of stuk niet later dan de voorzieningenrechter ontvangen. Uit het bericht aan de voorzieningenrechter dient te blijken dat hieraan is voldaan.

1.6. Vermelding zaak- en kort gedingnummer

Op alle correspondentie met en van de voorzieningenrechter wordt het zaak- en kort gedingnummer vermeld, voor zover bekend.

2. Aanvraag

2.1. Indiening aanvraag

Een aanvraag wordt ingediend door een advocaat. De aanvraag wordt schriftelijk gedaan door indiening van een ingevuld aanvraagformulier {hyperlink aanvraagformulier}.

Indien de zaak zodanig spoedeisend is dat de aanvraag niet binnen de openingstijden van de griffie schriftelijk kan worden ingediend, kan de aanvraag mondeling worden gedaan aan de voorzieningenrechter. Bij een aantal rechtbanken gelden piketregelingen {hyperlink piketregelingen}.

2.2. Inhoud aanvraag

De aanvraag vermeldt:

- de naam van de eisende en de gedaagde partij;

- de naam en het telefoon- en faxnummer van de behandelend advocaat van de eisende partij;

- de naam en het telefoon- en faxnummer van de behandelend advocaat van de gedaagde partij, voor zover bekend;

- de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) partijen over een periode van zes weken na indiening van de aanvraag;

- het eventuele verzoek tot verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv, en

- het eventuele verzoek tot verlenging van de zittingsduur als bedoeld in artikel 11.8.

Indien de eisende partij meent dat de zaak een zodanig spoedeisend karakter heeft dat een afwijking van de in dit reglement opgenomen procesregels is gerechtvaardigd, wordt dit gemotiveerd in de aanvraag vermeld.

Indien de eisende partij verzoekt om bepaling van de terechtzitting op een dag die zodanig kort na de indiening van de aanvraag is gelegen dat de wettelijke dagvaardingstermijn niet in acht kan worden genomen, wordt dit verzoek tevens beschouwd als een verzoek om verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv.

2.3. Bijvoeging stukken

Bij de aanvraag wordt in drievoud een (concept-)dagvaarding gevoegd.

3. Dagbepaling

3.1. Zaak- en kort gedingnummer

Na ontvangst van de aanvraag wordt de zaak ter griffie ingeschreven. Aan de zaak wordt een zaak- en kort gedingnummer toegekend.

3.2. Dagbepaling

De voorzieningenrechter bepaalt zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag dag en tijdstip van de terechtzitting. De voorzieningenrechter houdt hierbij zoveel mogelijk rekening met de door de eisende partij opgegeven verhinderdata van (de behandelend advocaten van) partijen. In bijzonder spoedeisende gevallen kan aan de verhinderdata van (de behandelend advocaat van) de gedaagde partij worden voorbijgegaan. Indien geen verhinderdata zijn opgegeven, is de voorzieningenrechter in de dagbepaling vrij.

De voorzieningenrechter kan aan de dagbepaling voorwaarden verbinden.

3.3. Mededeling dagbepaling

De voorzieningenrechter meldt de dag en het tijdstip die hij voor de terechtzitting heeft bepaald en het aan de zaak toegekende zaak- en kort gedingnummer zo spoedig mogelijk aan de advocaat van de eisende partij. De eisende partij deelt zo spoedig mogelijk na ontvangst van de dagbepaling de dag en het tijdstip van de terechtzitting mee aan de gedaagde partij en zendt haar de (concept-)dagvaarding toe.

3.4. Verkorting dagvaardingstermijn

Indien de terechtzitting is bepaald op een dag die zodanig kort na de mededeling van de dagbepaling aan de eisende partij is gelegen dat de wettelijke dagvaardingstermijn niet in acht kan worden genomen, geldt de dagbepaling tevens als beslissing tot verkorting van de dagvaardingstermijn als bedoeld in artikel 117 Rv. De voorzieningenrechter bepaalt de dag en het tijdstip waarop de dagvaarding uiterlijk wordt betekend.

4. Vaste zittingsdag

4.1. Toepassingsgebied

Dit hoofdstuk geldt alleen voor zaken die voldoen aan de volgende voorwaarden:

- de zaak wordt aangebracht bij een rechtbank die algemeen verlof heeft verleend voor het aanbrengen van zaken op een vaste zittingsdag {hyperlink aanbrengen zaken op vaste zittingsdag};

- de zaak betreft een vordering die niet wordt betwist of in redelijkheid niet kan worden betwist of waarin in redelijkheid niet valt te verwachten dat de gedaagde partij ter terechtzitting zal verschijnen, en

- de eisende partij heeft de gedaagde partij in de betreffende zaak bij exploot of aangetekend schrijven, onder aanzegging van de dag en het tijdstip van de terechtzitting waartegen de dagvaarding zal worden uitgebracht, gesommeerd zijn vordering te voldoen en de gedaagde partij heeft aan deze sommatie niet voldaan.

4.2. Geen aanvraag

In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2, behoeft geen aanvraag te worden ingediend. De eisende partij kan de dagvaarding met inachtneming van de wettelijke dagvaardingstermijn betekenen tegen de onder 4.4 bedoelde vaste zittingsdag.

4.3. Indiening stukken

In afwijking van het bepaalde in artikel 5.3 en hoofdstuk 6, worden de dagvaarding en de overige stukken uiterlijk drie werkdagen voorafgaande aan de terechtzitting ingediend.

4.4. Terechtzitting

De terechtzitting vindt plaats op een vaste dag en een vast tijdstip {hyperlink aanbrengen zaken op vaste zittingsdag}.

Indien de gedaagde partij ter terechtzitting verschijnt en inhoudelijk verweer tegen de vordering wenst te voeren, kan de voorzieningenrechter een andere dag en tijdstip voor de terechtzitting bepalen.

5. Dagvaarding

5.1. Inhoud dagvaarding

De dagvaarding vermeldt in ieder geval de volgende gegevens:

- aan het hoofd van het exploit: de expliciet of impliciet gegeven beschikking als bedoeld in artikel 117 Rv (verkorte termijn);

- de eventuele voorwaarden die de voorzieningenrechter aan de dagbepaling en aan de beschikking als bedoeld in artikel 117 Rv heeft verbonden;

- indien de voorzieningenrechter een uiterste dag en tijdstip voor betekening heeft bepaald: het tijdstip van betekening;

- de mededeling dat bij verschijning een vast recht zal worden geheven, alsmede de hoogte daarvan {hyperlink griffierechten}, en dat aan on- en minvermogenden vermindering van dit vast recht kan worden verleend;

- een uitdrukkelijke verwijzing naar eventuele bijlagen.

5.2. Betekening dagvaarding

De eisende partij doet de dagvaarding aan de gedaagde partij betekenen, tenzij partijen vrijwillig verschijnen. Indien de voorzieningenrechter een uiterste dag en tijdstip voor betekening heeft bepaald, wordt de dagvaarding uiterlijk op deze dag en dit tijdstip betekend.

5.3. Indiening dagvaarding

De eisende partij dient uiterlijk ter terechtzitting een afschrift van de dagvaarding in. Indien de uitgebrachte dagvaarding afwijkt van de concept-dagvaarding waarop de dagbepaling heeft plaatsgevonden, dient de eisende partij zo spoedig mogelijk na het uitbrengen van de dagvaarding een afschrift van de uitgebrachte dagvaarding in.

6. Indiening stukken

6.1. Indiening

Stukken waarop een partij zich wil beroepen, worden in tweevoud ingediend.

Indien de gedaagde partij niet ter terechtzitting is verschenen, wordt op door deze partij ingediende stukken geen acht geslagen.

De stukken worden genummerd. Indien het gaat om 10 of meer stukken wordt bovendien een overzicht bijgevoegd.

6.2. Termijn voor indiening

Stukken worden zo spoedig mogelijk ingediend. Stukken die niet dienovereenkomstig zijn ingediend, kunnen door de voorzieningenrechter buiten beschouwing worden gelaten. Stukken die binnen 24 uur (één werkdag) vóór de terechtzitting worden ingediend, worden in beginsel buiten beschouwing gelaten.3

7. Reconventie en incidenten

7.1. Verschijning bij advocaat

Een eis in reconventie en een incidentele vordering kunnen alleen worden gedaan door een partij die bij advocaat is verschenen.

7.2. Voorafgaande mededeling eis of incident

Een partij die een eis in reconventie of een incidentele vordering wenst in te stellen, deelt de eis respectievelijk de vordering en de gronden daarvan zo spoedig mogelijk, uiterlijk 24 uur vóór de terechtzitting schriftelijk mee aan de wederpartij, aan eventuele overige partijen en aan de voorzieningenrechter.4

7.3. Indiening

Een eis in reconventie en een incidentele vordering worden op schrift gesteld5 en ter terechtzitting ingediend.6 Indien een eis in reconventie of een incidentele vordering een bijlage of bijlagen bevat, wordt daarnaar uitdrukkelijk verwezen.

7.4. Aantal in te dienen exemplaren

Een eis in reconventie en een incidentele vordering worden in tweevoud ingediend.

7.5. Beslissing

De voorzieningenrechter beslist ter terechtzitting over de toelaatbaarheid van de eis in reconventie en over de incidentele vordering.

8. Vast recht en toevoeging

8.1. Vast recht

De eisende partij is bij de eerste uitroeping van de zaak ter terechtzitting vast recht verschuldigd.

De gedaagde partij is vast recht verschuldigd, indien hij ter terechtzitting verschijnt {hyperlink griffierechten}.

8.2. Indiening toevoeging

Indien een toevoeging is verleend, wordt een afschrift van de toevoeging uiterlijk ter terechtzitting ingediend.

Indien een toevoeging is aangevraagd maar nog niet of nog niet definitief is verleend, wordt een afschrift van de aanvraag uiterlijk ter terechtzitting ingediend.

8.3. Vermindering van vast recht

Indien de toevoeging of de toevoegingsaanvraag is ingediend overeenkomstig het bepaalde onder 8.2, wordt hiermee bij het bepalen van het vast recht rekening gehouden.

Indien de toevoeging of de toevoegingsaanvraag niet is ingediend overeenkomstig het bepaalde onder 8.2, wordt het volledige vast recht in rekening gebracht, tenzij de niet-tijdige overlegging is uitgebleven ten gevolge van omstandigheden die redelijkerwijs niet aan de betrokkene zijn toe te rekenen.

8.4. Overlegging definitieve toevoeging en uitstel

De definitieve toevoeging wordt binnen vier weken na de uitspraak of doorhaling ingediend, tenzij na een daartoe strekkend verzoek aan de griffie uitstel is verkregen voor het indienen van de toevoeging. Indien bij het bepalen van het vast recht rekening is gehouden met een toevoeging of de aanvraag daarvan maar de definitieve toevoeging niet tijdig is ingediend, zal vast recht worden bijgeheven.

9. Intrekking

9.1. Intrekking procedure

De eisende partij kan de procedure intrekken tot het moment dat de zaak is uitgeroepen.7 In dat geval spreekt de voorzieningenrechter geen proceskostenveroordeling uit.

9.2. Wijze van intrekking

De intrekking wordt gedaan door een schriftelijk bericht aan de voorzieningenrechter, tenzij de spoedeisendheid zich daartegen verzet. Indien de intrekking mondeling is gedaan, wordt deze zo spoedig mogelijk nadien schriftelijk bevestigd. Indien de eisende partij de gedaagde partij en eventuele overige partijen reeds op de hoogte heeft gesteld van de datum het tijdstip van de terechtzitting, deelt zij de intrekking gelijktijdig aan deze partijen mee.

9.3. Voortzetting na intrekking

Een eenmaal ingetrokken procedure kan niet worden voortgezet.

10. Verplaatsing zitting8

10.1. Verplaatsingsverzoek

Een verzoek om verplaatsing van de terechtzitting wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) alle partijen. Een verplaatsingsverzoek kan in een procedure in totaal maar één maal worden gedaan.

10.2. Gronden

Verplaatsing kan alleen worden toegestaan:

- op eenstemmig verzoek van alle partijen;

- op verzoek van een partij op grond van klemmende redenen, of

- op verzoek van de gedaagde partij, indien de eisende partij de verhinderdata van (de behandelend advocaat van) de gedaagde partij niet heeft opgegeven.

Een verzoek om verplaatsing op grond van klemmende redenen wordt gemotiveerd.

10.3. Mededeling beslissing

De beslissing op het verzoek wordt schriftelijk medegedeeld aan de behandelend advocaten van partijen, voor zover bekend. Indien de naam van de behandelend advocaat van een partij niet is vermeld op het aanvraagformulier, maar wel bekend is bij de verzoekende partij, bericht de verzoekende partij deze advocaat zo spoedig mogelijk over de beslissing. Indien geen advocaat van de partij bekend is, verzendt de verzoekende partij het bericht rechtstreeks aan deze partij.

10.4. Oproeping

Indien een verplaatsingsverzoek van de eisende partij wordt verleend op grond van klemmende redenen en de gedaagde partij meedeelt niet vrijwillig op de nader bepaalde terechtzitting te zullen verschijnen, roept de eisende partij de gedaagde partij bij exploot op voor de nader bepaalde terechtzitting.

11. Terechtzitting

11.1. Eisverandering of -vermeerdering

Een partij die een eis wenst te veranderen of vermeerderen, deelt de inhoud van deze verandering of vermeerdering zo spoedig mogelijk en bij voorkeur vóór de terechtzitting schriftelijk mee aan de wederpartij, aan de eventuele overige partijen en aan de voorzieningenrechter.

De eisverandering of -vermeerdering wordt op schrift gesteld9 en ter terechtzitting ingediend.

11.2. Verschijning gedaagde partij

De gedaagde partij kan ter terechtzitting alleen bij advocaat of in persoon verschijnen. Indien de gedaagde partij in persoon verschijnt en zich ter terechtzitting wil doen bijstaan door een persoon die geen advocaat is, kan de voorzieningenrechter dit weigeren op grond van de eisen van de goede procesorde.

11.3. Vertegenwoordiging rechtspersoon

Een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door het bestuur, voor zover de wet niet anders bepaalt, of door een andere hiertoe in de statuten aangewezen persoon.

11.4. Aanwezigheid tolk

Indien een partij de aanwezigheid van een tolk ter terechtzitting gewenst acht, draagt deze partij zorg voor de aanwezigheid van de tolk ter terechtzitting.

11.5. Aanwezigheid gedetineerde

Indien een partij op de voor de terechtzitting bepaalde dag en tijdstip is gedetineerd en deze partij haar aanwezigheid ter terechtzitting gewenst acht, verzoekt zij de voorzieningenrechter tijdig schriftelijk haar aanwezigheid ter terechtzitting te bevorderen.

Dit verzoek bevat tenminste de volgende gegevens:

- de voor- en achternamen van de gedetineerde (voluit);

- de geboortedatum van de gedetineerde;

- de geboorteplaats van de gedetineerde, en

- de huidige verblijfplaats van de gedetineerde.

11.6. Aanwezigheid parketpolitie

Indien een partij de aanwezigheid van parketpolitie ter terechtzitting gewenst acht, dient zij hiertoe tijdig schriftelijk een gemotiveerd verzoek bij de voorzieningenrechter in.

11.7. Aanspreektitel

De voorzieningenrechter draagt gedurende de terechtzitting de aanspreektitel van president in kort geding.

11.8. Duur terechtzitting

Voor de terechtzitting wordt de bij de rechtbank gebruikelijke tijd gereserveerd {hyperlink gebruikelijke duur terechtzitting}.

Indien een partij voorziet dat deze gebruikelijke tijd onvoldoende is, kan zij de voorzieningenrechter verzoeken voor de terechtzitting meer tijd te reserveren.

11.9. Openbaarheid terechtzitting in zaken betreffende personen- en familierecht

De behandeling van zaken betreffende het personen- en familierecht geschiedt in beginsel met gesloten deuren.

11.10. Pleitnotities

Partijen kunnen ter terechtzitting een pleitnotitie voordragen en overleggen.

11.11. Aanhouding en voortzetting

De behandeling van de zaak kan ter terechtzitting op verzoek van een partij of ambtshalve worden aangehouden tot een bepaalde dag en tijdstip of een pro forma datum en tijdstip {hyperlink pro forma data en tijdstippen}.

Een verzoek tot voortzetting van de behandeling wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) alle verschenen partijen.

12. Verstek

12.1. Verstek

Indien de gedaagde partij niet ter terechtzitting verschijnt en alle wettelijke formaliteiten in acht zijn genomen, wordt verstek tegen haar verleend.

12.2. Verstek zuiveren

Tot aan de uitspraak van het eindvonnis kan de gedaagde partij het verstek zuiveren door indiening van een hiertoe strekkend schriftelijk bericht. Het bepaalde in artikel 13.3 is op een dergelijk bericht niet van toepassing.

12.3. Voortzetting procedure na zuivering

Indien het verstek is gezuiverd, verzoekt de eisende partij zo spoedig mogelijk om bepaling van een dag en tijdstip voor voortzetting van de terechtzitting. Het verzoek wordt schriftelijk gedaan, onder vermelding van de verhinderdata van (de behandelend advocaten van) alle partijen.

13. Uitspraak vonnis

13.1. Dag uitspraak

De uitspraak kan worden gedaan op een vaste dag en vast tijdstip {hyperlink vaste uitspraakdagen en uitspraaktijdstippen}.

De dag en het tijdstip van de uitspraak worden tijdens de terechtzitting aan partijen medegedeeld.

13.2. Aanhouding uitspraak

Op eenstemmig schriftelijk verzoek van partijen wordt de uitspraak één maal uitgesteld tot een nader bepaalde dag en een nader bepaald tijdstip.

13.3. Berichten na dagbepaling uitspraak

De voorzieningenrechter neemt geen kennis van berichten van een partij die hem bereiken nadat uitspraak is bepaald, tenzij blijkt dat de wederpartij en de eventuele overige partijen ermee hebben ingestemd dat het bericht ter kennis van de voorzieningenrechter wordt gebracht.

13.4. Verstrekking vonnis

De griffer verstrekt bij de uitspraak een afschrift van het vonnis aan de in de procedure verschenen partijen.

In bijzonder spoedeisende gevallen kan een afschrift van een verkort vonnis worden afgegeven, dat zo spoedig mogelijk nadien wordt gevolgd door afgifte van een afschrift van de uitgewerkte versie daarvan.

Indien mondeling uitspraak is gedaan, wordt zo spoedig mogelijk nadien een proces-verbaal verstrekt van de terechtzitting waarop de uitspraak is gedaan of een afschrift van een verkort vonnis.

13.5. Telefonische informatieverstrekking uitspraak

Bij een aantal rechtbanken is het voor de behandelend advocaten van partijen, of voor partijen zelf indien zij zich niet hebben doen bijstaan door een advocaat, mogelijk telefonisch naar de beslissing te informeren {hyperlink overzicht rechtbanken telefonische informatie uitspraak}.

14. Doorhaling

14.1. Doorhaling op verzoek

Nadat de zaak is uitgeroepen, kan de procedure op eenstemmig verzoek van de verschenen partijen of ambtshalve worden doorgehaald.

14.2. Ambtshalve doorhaling

Indien de behandeling van de zaak of de uitspraak is aangehouden tot een pro forma datum en tijdstip en partijen uiterlijk op die dag geen verzoek tot voortzetting van de procedure of tot het wijzen van vonnis hebben gedaan, wordt de procedure ambtshalve doorgehaald.

14.3. Voortzetting na doorhaling

Een eenmaal doorgehaalde procedure geldt als geëindigd en kan niet worden voortgezet.

15. Persregeling

15.1. Persrichtlijn Gerechten

Voor de pers gelden de regels zoals vermeld in de landelijke Persrichtlijn Gerechten {hyperlink Persrichtlijn Gerechten}.

16. Slotbepaling

16.1. Vaststelling en inwerkingtreding

Dit reglement is in de vergaderingen van het Landelijk Overleg Voorzitters van de Civiele Sectoren van de rechtbanken (LOVC) van 28 september 2007 en van het Landelijk Overleg van Voorzitters van de Familie- en Jeugdsectoren en -units (LOVF) van 12 oktober 2007 goedgekeurd en door de besturen van alle rechtbanken als eigen reglement vastgesteld.

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2008.

16.2. Overgangsbepaling

Het reglement is van toepassing op alle kort gedingen waarvan de aanvraag is ingediend na 1 januari 2008.

16.3. Vervanging

Dit reglement vervangt de bestaande reglementen.

17. Bijlagen

17.1. Bijlage I: behandeling kort gedingen in sector familie

Op dit moment vindt bij geen enkele rechtbank met een afzonderlijke sector familierecht de administratieve behandeling van familierechtelijke kort gedingen plaats door de administratie van de sector familierecht.

17.2. Bijlage II: telefoon- en faxnummers administratie kort gedingen

– rechtbank Alkmaar

telefoonnummer

(072) 527 47 90

 

faxnummer

(072) 527 47 22

– rechtbank Almelo

telefoonnummers

(0546) 83 21 24 / (0546) 83 21 95

 

faxnummer

(0546) 85 22 57

– rechtbank Amsterdam

telefoonnummer

(020) 541 28 08

 

faxnummer

(020) 541 30 90

– rechtbank Arnhem

telefoonnummer

(026) 359 26 05

 

faxnummer

(026) 359 26 99

– rechtbank Assen

telefoonnummer

(0592) 33 94 83

 

faxnummer

(0592) 33 96 70

– rechtbank Breda

telefoonnummer

(076) 531 12 88

 

faxnummer

(076) 531 15 79

– rechtbank Dordrecht

telefoonnummer

(078) 639 14 08

 

faxnummer

(078) 639 15 55

– rechtbank ’s-Gravenhage

telefoonnummers

(070) 381 35 11 /

(070) 381 35 09 /

(070) 381 21 86 /

(070) 381 15 91 /

(070) 381 38 56

 

faxnummer

(070) 381 30 91

– rechtbank Groningen

telefoonnummer

(050) 316 61 72

 

faxnummer

(050) 316 61 79

– rechtbank Haarlem

telefoonnummers

(023) 888 45 90 /

(023) 888 45 91

 

faxnummer

(023) 888 46 31

– rechtbank ’s-Hertogenbosch

telefoonnummers

(073) 620 23 90 /

(073) 620 23 91

 

faxnummer

(073) 620 23 82

– rechtbank Leeuwarden

telefoonnummer

(058) 234 14 35

 

faxnummer

(058) 234 14 75

– rechtbank Maastricht

telefoonnummer

(043) 346 51 04

 

faxnummer

(043) 343 53 80

– rechtbank Middelburg

telefoonnummer

(0118) 67 75 17

 

faxnummer

(0118) 67 72 45

– rechtbank Roermond

telefoonnummer

(0475) 35 22 28

 

faxnummer

(0475) 35 25 89

– rechtbank Rotterdam

telefoonnummers

(010) 297 21 17 /

(010) 297 21 27 /

(010) 297 21 58 /

(010) 297 21 77 /

(010) 297 22 06

 

faxnummer

(010) 297 25 01

– rechtbank Utrecht

telefoonnummers

(030) 223 32 60 /

(030) 223 32 61

 

faxnummer

(030) 223 30 99

– rechtbank Zutphen

telefoonnummer

(0575) 59 36 95

 

faxnummer

(0575) 59 38 33

– rechtbank Zwolle-Lelystad

telefoonnummer

(038) 888 48 63

vestiging Zwolle

faxnummer

(038) 888 48 80

vestiging Lelystad

telefoonnummers

(0320) 74 12 80 /

(0320) 74 12 87

 

faxnummer

(0320) 74 12 75

17.3. Bijlage III: aanvraagformulier

stcrt-2008-148-p19-SC87023-1.gif

17.4. Bijlage IV: piketregelingen

Op dit moment hebben de volgende rechtbanken piketregelingen:

‐ rechtbank Alkmaar

De advocaten kunnen zich wenden tot de dienstdoende rechter-commissaris in strafzaken.

‐ rechtbank Almelo

Bij de wachtcommandant van politie kan worden opgevraagd welke rechter-commissaris in strafzaken dienst heeft. De desbetreffende rechter-commissaris in strafzaken zal het kort geding verder regelen.

‐ rechtbank Amsterdam

Het telefoonnummer voor spoedeisende gevallen staat vermeld op rechtspraak.nl.

http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Amsterdam/Voor+juristen/Rechtsgebieden/Sector+Civiel.htm

‐ rechtbank Arnhem

Het telefoonnummer van de beveiliging kan worden gebeld. Beveiliging neemt zonodig contact op met één van de vice-presidenten indien tijdens avonduren of weekenden een kort geding met spoed moet worden behandeld.

Zie bereikbaarheidregeling op rechtspraak.nl

http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Arnhem/Telefoon+en+faxnummers/Bereikbaarheidsregeling.htm

‐ rechtbank Breda

De bodedienst neemt zonodig contact op met één van de vice-presidenten indien tijdens avonduren of weekenden een kort geding moet spoed moet worden behandeld.

‐ rechtbank ‘s-Gravenhage

Op de website van de Orde van Advocaten te ’s-Gravenhage staan de telefoonnummers van voorzieningenrechters die benaderbaar zijn.

‐ rechtbank Haarlem

De piketregeling staat vermeld op rechtspraak.nl.

http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Haarlem/Voor+juristen/Informatie+civiel+voor+de+advocatuur/Huisregels+kort+geding+en+beslag.htm, onder “Piketregeling buiten kantoortijden griffie”.

‐ rechtbank Leeuwarden

Het telefoonnummer voor spoedeisende gevallen is (058) 234 15 10.

‐ rechtbank Maastricht

De advocaten kunnen zich wenden tot de dienstdoende rechter-commissaris strafzaken die is te bereiken op telefoonnummer 06-51299757.

‐ rechtbank Middelburg

De advocaten binnen het arrondissement Middelburg beschikken over de telefoonnummers van kort gedingrechters.

‐ rechtbank Rotterdam

In de circulaire van de Orde van Advocaten te Rotterdam wordt de piketregeling, met de telefoonnummers van een aantal rechters gepubliceerd.

‐ rechtbank Zutphen

Op rechtspraak.nl staat een protocol.

http://www.rechtspraak.nl/Gerechten/Rechtbanken/Zutphen/Voor+juristen/Regelingen/Protocol+spoedzaken+voorlopige+voorzieningen.htm

Bij andere rechtbanken beschikt de (Raad van Toezicht van de) Orde van Advocaten dan wel de deken veelal over een lijst met op dit punt relevante telefoonnummers.

17.5. Bijlage V: aanbrengen zaken op vaste zittingsdag

De volgende rechtbanken hebben algemeen verlof verleend voor het aanbrengen van kort gedingzaken op een vaste zittingsdag als bedoeld in artikel 254 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering:

‐ rechtbank Almelo

Vaste zittingsdagen voor incasso kort gedingen:

• maandag, dinsdag, woensdag en donderdag om 13.30 uur en om 14.30 uur, en

• vrijdag om 9.30 uur en om 10.30 uur.

‐ rechtbank Amsterdam

Vaste zittingsdag voor incasso kort gedingen: dinsdag om 10.00 uur.

‐ rechtbank Dordrecht

Vaste zittingsdag voor incasso kort gedingen: donderdag om 9.30 uur, 11.00 uur, 13.30 uur en 15.00 uur.

‐ rechtbank Haarlem

Vaste zittingsdag voor incasso kort gedingen: woensdag om 9.30 uur.

‐ rechtbank Utrecht

Vaste zittingsdag voor incasso kort gedingen: dinsdag om 13.30 uur.

17.6. Bijlage VI: gebruikelijke duur terechtzitting

Onderstaande rechtbanken hanteren de hierna te noemen gebruikelijke tijd voor de terechtzitting:

rechtbank Alkmaar

60 minuten

rechtbank Almelo

60 minuten

rechtbank Amsterdam

60 minuten

rechtbank Arnhem

120 minuten

rechtbank Assen

90 minuten

rechtbank Breda

90 minuten

rechtbank Dordrecht

90 minuten

rechtbank ’s-Gravenhage

 
 

voor familierechtelijke kort gedingen

45 minuten

 

voor overige zaken

60 minuten

rechtbank Groningen

60 tot 90 minuten

rechtbank Haarlem

90 minuten

rechtbank ’s-Hertogenbosch

90 minuten

rechtbank Leeuwarden

90 minuten

rechtbank Maastricht

60 minuten

rechtbank Middelburg

60 minuten

rechtbank Roermond

90 minuten

rechtbank Utrecht

90 minuten

rechtbank Zutphen

75 minuten

rechtbank Zwolle-Lelystad

90 minuten

De overige rechtbanken beoordelen per zaak welke tijd voor de terechtzitting wordt gereserveerd.

17.7. Bijlage VII: pro forma data en tijdstippen

De volgende rechtbanken hanteren vaste pro forma data en tijdstippen:

- rechtbank ’s-Gravenhage: iedere zaterdag, afhankelijk van de afspraken ter zitting

- rechtbank Utrecht: de eerste zaterdag van de eerstvolgende maand om 12.00 uur

17.8. Bijlage VIII: vaste uitspraakdagen en uitspraaktijdstippen

Bij de volgende rechtbanken wordt op vaste dagen en/of vaste tijdstippen en/of in beginsel op de volgende termijn uitspraak gedaan:

‐ rechtbank Alkmaar

Vaste uitsprakendag en uitspraaktijdstip: donderdag in de week volgend op de zitting om 13.30 uur.

‐ rechtbank Almelo

Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is een week na de zitting.

‐ rechtbank Amsterdam

Vaste uitsprakendag en uitspraaktijdstip: donderdag om 15.00 uur. Van een zitting op de maandag of de dinsdag, volgt de uitspraak op de donderdag in de daaropvolgende week; van een zitting op de woensdag, de donderdag of de vrijdag, volgt de uitspraak op de donderdag twee weken na de zitting.

‐ rechtbank Almelo

Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting.

‐ rechtbank Assen

Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting.

‐ rechtbank Breda

Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is tien dagen na de zitting.

‐ rechtbank Dordrecht

Vaste uitsprakendag en uitspraaktijdstip: donderdag om 10.00 uur.

‐ rechtbank ’s-Gravenhage

Geen vaste uitspraakdag. Vast uitspraaktijdstip: 10.00 uur. Vonnistermijn is een week na de zitting.

‐ rechtbank Groningen

Vaste uitsprakendag en uitspraaktijdstip: vrijdag om 10.00 uur. Vonnistermijn is een week na de zitting.

‐ rechtbank Haarlem

Geen vaste uitspraakdag. Vast uitspraaktijdstip: 14.00 uur. Vonnistermijn is twee weken na de zitting.

‐ rechtbank ’s-Hertogenbosch

Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting.

‐ rechtbank Leeuwarden

Vaste uitsprakendag: woensdag om 13.30 uur. Vonnistermijn is twee weken na de zitting.

‐ rechtbank Maastricht

Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting.

‐ rechtbank Middelburg

Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is een week na de zitting.

‐ rechtbank Roermond

Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is een week na de zitting.

‐ rechtbank Rotterdam

Vaste uitsprakendagen en uitspraaktijdstip: dinsdag, donderdag en vrijdag om 14.00 uur. Vonnistermijn is twee weken na de zitting.

‐ rechtbank Utrecht

Vaste uitsprakendagen en uitspraaktijdstip: woensdag en vrijdag om 10.00 uur. Vonnistermijn is twee weken na de zitting.

‐ rechtbank Zutphen

Geen vaste uitspraakdag en uitspraaktijdstip. Vonnistermijn is twee weken na de zitting.

‐ rechtbank Zwolle-Lelystad

Geen vaste uitspraakdag. Vast uitspraaktijdstip: 14.00 uur. Vonnistermijn is een of twee weken na de zitting.

17.9. Bijlage IX: telefonische informatie uitspraak

Bij de volgende rechtbanken is het mogelijk telefonisch naar de beslissing te informeren:

– rechtbank Alkmaar

telefoonnummer

(072) 527 47 90

– rechtbank Almelo

telefoonnummers

(0546) 83 21 24 /

(0546) 83 21 95

– rechtbank Arnhem

telefoonnummer (vanaf 12.00 uur)

(026) 359 26 05

– rechtbank Assen

telefoonnummer

(0592) 33 94 83

– rechtbank Breda

telefoonnummer

(076) 531 12 88

– rechtbank Dordrecht

telefoonnummer

(078) 639 14 08

– rechtbank ’s-Gravenhage

telefoonnummers

(070) 381 35 11 /

(070) 381 35 09 /

(070) 381 21 86 /

(070) 381 15 91 /

(070) 381 38 56

– rechtbank Haarlem

telefoonnummers

(023) 888 45 90 /

(023) 888 45 91

– rechtbank ’s-Hertogenbosch

telefoonnummers

(073) 620 23 90 /

(073) 620 23 91

– rechtbank Leeuwarden

telefoonnummer

(058) 234 14 35

– rechtbank Middelburg

telefoonnummer

(0118) 67 75 17

– rechtbank Roermond

telefoonnummer

(0475) 35 22 28

– rechtbank Rotterdam

telefoonnummer

(010) 297 21 31

– rechtbank Utrecht

telefoonnummer

(030) 223 31 11

 

(uitsluitend door advocaten op de uitspraakdata tussen 10.00 uur en 10.30 uur)

 

– rechtbank Zutphen

telefoonnummer

(0575) 59 36 95

 

(vanaf 11.00 uur)

 

– rechtbank Zwolle-Lelystad

  

vestiging Zwolle

telefoonnummer

(038) 888 48 63

vestiging Lelystad

telefoonnummers

(0320) 74 12 80 /

(0320) 74 12 87

1 De kort gedingen die bij de sector kanton worden gevoerd en de verzoekschriftprocedures die worden behandeld door de voorzieningenrechter van de sector civiel/familie, vallen niet onder de reikwijdte van dit reglement.

2 In verband met het bijzondere karakter en de afwijkende procedure van het deurwaarders-kort geding als bedoeld in artikel 438 lid 4 Rv, valt deze procedure buiten de reikwijdte van dit reglement.

3 Vgl. Hoge Raad 29 november 2002, LJN AF1210, NJ 2004, 172 en HR 17 februari 2006, LJN AU4616, NJ 2006, 156.

4 De eisen van een goede procesorde en het beginsel van hoor en wederhoor brengen mee dat een reconventionele eis en een incidentele vordering tijdig worden aangekondigd. Artikel 1.1, laatste zin, voorziet in een mogelijke sanctie. Wat de concrete sanctie moet zijn op het niet-tijdig aankondigen van een eis in reconventie of van een incidentele vordering, valt in algemene zin niet te zeggen. Het hangt af van de aard van deze eis of vordering of de eisen van een goede procesorde en het beginsel van hoor en wederhoor zijn geschonden. Als de eisen van een goede procesorde en het beginsel van hoor en wederhoor hieraan niet in de weg staan, kan het indienen van een niet-tijdig aangekondigde, maar in omvang geringe eis in reconventie of eenvoudig te beoordelen incidentele vordering toch worden toegestaan.

5 Het moet volstrekt duidelijk zijn hoe de reconventionele eis of de incidentele vordering precies luidt. Daarom is voorgeschreven dat de eis of de vordering op schrift wordt gesteld.

De term “op schrift gesteld” brengt tot uitdrukking dat de reconventionele eis of de incidentele vordering ook nog ter terechtzitting op schrift kan worden gesteld, al dan niet met gebruikmaking van pen en papier, zonder dat ondertekening door een advocaat is vereist, mits wel advocaat is gesteld.

6 De eis in reconventie of de incidentele vordering kan pas worden ingesteld als de partij in het geding is verschenen. In kort geding vindt dit verschijnen ter terechtzitting plaats. Met deze bepaling wordt duidelijk gemaakt dat de vordering niet kan worden ingesteld als de eisende partij de zaak (vóór de zitting) intrekt.

7 Indien de eisende partij de zaak nadien wil intrekken, moet zij om doorhaling verzoeken overeenkomstig het bepaalde in Hoofdstuk 14.

8 Gekozen is voor de term “verplaatsing”, in plaats van voor de term “uitstel”, om tot uitdrukking te brengen dat de procedure voor uitstel van zittingen in kort gedingen afwijkt van die in bodemzaken. Dit heeft onder meer ermee te maken dat in kort gedingen het uitroepen van de zaak pas plaatsvindt bij aanvang van de (eerste) zitting; in bodemzaken daarentegen wordt de zaak uitgeroepen op de eerste rolzitting na ontvangst van de dagvaarding. De term “verplaatsing” brengt voorts beter tot uitdrukking dat, indien het verplaatsingsverzoek wordt gehonoreerd, geen uitroeping van de zaak plaatsvindt op de oorspronkelijk bepaalde zittingsdatum.

Deze term “verplaatsing”, zoals gedefinieerd in artikel 1.3 aanhef en onder i., moet verder worden onderscheiden van de term “aanhouding”, zoals gedefinieerd in artikel 1.3 aanhef en onder a.

9 In deze bepaling is voor de term “op schrift gesteld” gekozen ‐ en niet voor de term “schriftelijk” ‐ om tot uitdrukking te brengen dat de vordering ook nog ter terechtzitting op schrift kan worden gesteld, al dan niet met gebruikmaking van pen en papier, zonder dat ondertekening door een advocaat is vereist.

Naar boven