Samenwerkingsprotocol tussen Agentschap Telecom en Staatstoezicht op de Mijnen

Samenwerkingsprotocol tussen Agentschap Telecom, werkend binnen het wettelijk kader van de Telecommunicatiewet en Staatstoezicht op de Mijnen, het bevoegd gezag krachtens de Mijnbouwwet, inzake de uitvoering van het toezicht op mijnbouwinstallaties

Partijen:

Agentschap Telecom, gevestigd in Groningen, vertegenwoordigd door de Directeur-hoofdinspecteur,

Staatstoezicht op de Mijnen (hierna: SodM), gevestigd in Voorburg, vertegenwoordigd door de Inspecteur-Generaal der Mijnen,

Overwegende:

1. dat Agentschap Telecom onder meer verantwoordelijk is voor het beheer van het frequentiespectrum;

2. dat Agentschap Telecom als toezichthouder verantwoordelijk is voor de naleving van de Telecommunicatiewet;

3. dat Agentschap Telecom inspecties moet uitvoeren aan boord van mijnbouwinstallaties op het Nederlands deel van het continentaal plat ten aanzien van de naleving van de Telecommunicatiewet;

4. dat SodM verantwoordelijk is voor het toezicht op en de uitvoering van de Mijnbouwwet, het Mijnbouwbesluit en andere mijnbouwregelgeving op mijnbouwinstallaties;

5. dat SodM een signalerende functie uitoefent ten aanzien van de naleving van de wet- en regelgeving op mijnbouwinstallaties die buiten de reikwijdte van de Mijnbouwwet, het Mijnbouwbesluit en de mijnbouwregelgeving vallen;

6. dat Agentschap Telecom en SodM in het kader van het programma Vernieuwing Toezicht streven naar vermindering van de toezichtslast voor bedrijven en een hogere effectiviteit en efficiency van het toezicht;

7. dat Agentschap Telecom en SodM grote waarde hechten aan een goede onderlinge samenwerking;

8. dat deze samenwerking mede is gericht op het zoveel mogelijk beperken van de toezichtslasten voor de onder toezichtgestelden die voortvloeien uit de hiervoor genoemde wetgeving respectievelijk beleidsprogramma’s. Om bij te dragen aan dit doel zal SodM onder verantwoordelijkheid van Agentschap Telecom onderdelen van de inspecties van Agentschap Telecom bij haar offshore inspecties meenemen of - zonodig - gezamenlijk met Agentschap Telecom uitvoeren;

9. dat er overleg is gevoerd tussen Agentschap Telecom en SodM over de taakverdeling en -uitvoering tussen beide partijen voor wat betreft toezicht op mijnbouwinstallaties;

10. dat het wenselijk en nuttig wordt geacht dat Agentschap Telecom en SodM onderling afspraken maken ter verwezenlijking van de onder 8 genoemde samenwerking en deze afspraken vastleggen in dit samenwerkingsprotocol. Dit alles voor zover dit het toezichtsveld betreft waarop Agentschap Telecom en SodM beiden bevoegd zijn (te weten, de mijnbouwinstallaties).

komen, uitgaande van hun wettelijk bevoegdheden en verantwoordelijkheden, het volgende overeen:

Ten aanzien van de uitvoering van het toezicht op mijnbouwinstallaties

Artikel 1

Agentschap Telecom en SodM, beide ieder voor zich op zijn wettelijk terrein verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van betreffende regelgeving, geven uitvoering aan de samenwerking bij het toezicht op mijnbouwinstallaties; dit houdt in:

1. Het agentschap houdt toezicht op de naleving van de Telecommunicatiewet, en op de naleving van de Mijnbouwwet met betrekking tot communicatieapparatuur als bedoeld in artikel 52, tweede lid Mijnbouwbesluit.

2. SodM houdt toezicht op de naleving van de Mijnbouwwet, het Mijnbouwbesluit en de Mijnbouwregeling op mijnbouwinstallaties.

3. Het agentschap baseert zich bij zijn toezichts- en handhavingsbevoegdheid voor wat betreft de vaststelling en interpretatie van de feiten bij toezicht op mijnbouwinstallaties op het door SodM op de mijnbouwinstallaties gehouden onderzoek.

4. SodM doet ten behoeve van de toezichtstaak van het agentschap periodiek representatief onderzoek naar de naleving van de Telecommunicatiewet en rapporteert hierover aan het agentschap. SodM is verantwoordelijk voor de vergaring van de feiten en voor de juistheid van de rapportage. De bepalingen die relevant zijn voor de controle op de naleving staan vermeld in de Telecommunicatiewet, het Frequentiebesluit, de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008, de Mijnbouwwet, het Mijnbouwbesluit en de Mijnbouwregeling .

5. Het agentschap stelt na ontvangst van het rapport van SodM een Rapport van Bevindingen vast op basis van het Rapport van SodM

6. Het agentschap kan, in overleg met SodM, ambtshalve of schriftelijk het SodM verzoeken om onderzoek te doen naar de naleving van de Telecommunicatiewet op mijnbouwinstallaties. SodM stelt binnen een redelijke termijn het agentschap van zijn bevindingen op de hoogte. Het agentschap kan om wijzigingen of aanvullingen van het rapport van SodM verzoeken.

7. Het agentschap houdt SodM op de hoogte van de uitoefening van zijn handhavende bevoegdheid ten aanzien van mijnbouwinstallaties.

8. Indien het SodM bij de uitvoering van het onderzoek naar de naleving van de Telecommunicatiewet en aanverwante regelgeving zijn expertise onvoldoende acht, wordt het agentschap daarvan tijdig op de hoogte gesteld. Vervolgens neemt het agentschap de uitvoering van het onderzoek naar de naleving van de Telecommunicatiewet en aanverwante regelgeving over.

Ten aanzien van samenwerking

Artikel 2

Agentschap Telecom en SodM geven, naast het bepaalde in artikel 1, uitvoering aan samenwerking door middel van de volgende activiteiten:

1. Het uitwisselen van de (meer)jaarlijkse prioriteiten voor wat betreft toezicht op mijnbouwinstallaties.

2. Het maken van samenwerkingsafspraken ten behoeve van kwaliteitsverbetering van het toezicht (strategie, effectiviteit, efficiëntie);

3. Een oog en oor functie voor elkaar vervullen;

4. Het instellen of benoemen van vaste contactpersonen.

Ten aanzien van expertise ten behoeve van toezicht op de Telecommunicatiewet

Artikel 3

1. Tijdens een eerste gezamenlijke controle wordt de inspectietaak gezamenlijk doorgelopen;

2. Het Agentschap Telecom stelt een voorbeeldrapportage op voor SodM om te gebruiken voor de rapportage activiteiten ten aanzien van de Telecommunicatiewet.

3. Het Agentschap Telecom biedt voldoende inhoudelijke ondersteuning om het feitelijke toezicht correct te laten uitvoeren.

Ten aanzien van het uitwisselen van informatie

Artikel 4

Agentschap Telecom en SodM wisselen op een hierna nader omschreven wijze informatie uit met betrekking tot het toezicht op de ondertoezichtgestelden die zowel onder de Telecommunicatie als onder de Mijnbouwwet vallen:

1. Het uitwisselen van de jaarplannen;

2. Het beschikbaar stellen van rapporten met betrekking tot inspecties;

3. Het uitwisselen van jaarverslagen;

4. Het (proactief) verstrekken van informatie aangaande wet-, besluit- en regelingwijzigingen voor zover dit de gedeelten betreft van de telecommunicatieregelgeving en mijnbouwregelgeving die relevant zijn voor de ander;

5. Het verstrekken van informatie op het gebied van nieuwe of gewijzigde inspectieprocedures.

Wijziging afspraken

Artikel 5

Wijzigingen in deze samenwerkingsprotocol behoeven de instemming van de Directeur-hoofdinspecteur Agentschap Telecom en de Inspecteur-Generaal der Mijnen.

Looptijd

Artikel 6

Deze samenwerkingsprotocol treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en heeft een looptijd van 2 jaar. Aan het eind van deze periode zal een evaluatie plaatsvinden ten einde te bepalen of en op welke wijze de overeenkomst zal worden verlengd.

Wijziging, beëindiging en geschillen

Artikel 7

1. Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat deze samenwerkingsprotocol redelijkerwijze behoort te worden gewijzigd, dan treden partijen hierover in overleg. Mocht dit overleg niet tot overeenstemming leiden, dan kan elke partij deze overeenkomst schriftelijk opzeggen.

2. Deze samenwerkingsprotocol is niet in rechte afdwingbaar.

Publicatie

Artikel 8

Binnen 10 dagen na ondertekening van deze samenwerkingsprotocol wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

1 juli 2008.
De Directeur-hoofdinspecteur Agentschap Telecom,
M.G. Schreur.
De Inspecteur-Generaal der Mijnen,
J.W. de Jong.

Naar boven