Wijziging Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 april 2007, nr. WJZ 7042994, tot wijziging van de Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen d en e komen te luiden:

d. adviescommissie: adviescommissie die wordt ingesteld in het kader van een IOP;

e. kaderregeling: de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten;

2. Onderdeel j komt te luiden:

j. Technologisch Topinstituut of TTI: een rechtspersoon bestemd voor de uitvoering van een strategisch onderzoeksprogramma en waarin ondernemers en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties krachtens een partnerovereenkomst participeren, waaronder tenminste drie Nederlandse ondernemers en tenminste drie Nederlandse publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties;

B

1. In de artikelen 1, eerste lid, onderdelen g, h en m, 4, eerste lid, onderdeel c, 20, eerste lid, onderdeel b, en 27, onderdeel c, wordt ‘preconcurrentiële ontwikkeling’ telkens vervangen door: experimentele ontwikkeling.

2. In de artikelen 1, eerste lid, onderdelen c en i, 4, vijfde lid, en 6, eerste lid, wordt ‘publiek gefinancierde kennisinstelling’ telkens vervangen door: publiek gefinancierde onderzoeksorganisatie.

3. In de artikelen 1, eerste lid, onderdelen f, g en i, 4, derde lid, onder b, 5, eerste lid, onder a, onderdeel 7, en 29, onder e, wordt ‘publiek gefinancierde kennisinstellingen’ telkens vervangen door: publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid, eerste volzin, wordt de zinsnede ‘De subsidieontvanger kan bij de minister’ vervangen door: De subsidieontvanger, niet zijnde een ondernemer, kan bij de minister.

2. In het vijfde lid wordt ‘berekend’ vervangen door: omgerekend.

D

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot vierde tot en met zesde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

2. Voor elk IOP, genoemd in artikel 18, is er een adviescommissie die tot taak heeft om overeenkomstig artikel 6 van de kaderregeling de minister op zijn verzoek te adviseren.

3. In afwijking van artikel 6, derde lid, van de kaderregeling kunnen de voorzitter en de leden van de adviescommissie worden benoemd voor een termijn die gelijk is aan de looptijd van een IOP.

2. In artikel 6, vierde lid (nieuw), onder c, wordt ‘een pre-advies van de programmacommissie’ vervangen door: een pre-advies van de adviescommissie.

E

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde en zevende lid vervallen.

2. Het achtste lid wordt vernummerd tot zesde lid.

F

Aan artikel 18 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma en onder verlettering van onderdeel h tot onderdeel j, twee onderdelen ingevoegd, luidende:

h. oppervlaktetechnologie;

i. beeldverwerking;.

G

Artikel 26 komt te luiden:

Artikel 26

Een TTI komt slechts voor subsidie in aanmerking, indien:

a. het TTI partnerovereenkomsten met de deelnemende bedrijven en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties afsluit;

b. er voldoende mogelijkheden zijn voor derden om krachtens een partnerovereenkomst toe te treden tot het TTI;

c. het TTI gedurende de uitvoering van het onderzoeksprogramma blijft voldoen aan artikel 1, eerste lid, onderdeel j;

d. het TTI zich slechts richt op een coherent onderzoeksterrein;

e. de rechten van intellectuele eigendom in de partnerovereenkomsten in overeenstemming zijn met het Europese steunkader voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie en met artikel 12.

H

Aan artikel 33 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Artikel 23, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel II

De formulieren, bedoeld in de artikelen 6, eerste en derde lid, 14, eerste en vierde lid, en 16 van de Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies innovatieprojecten, zijn opgenomen in de bij deze regeling horende bijlagen.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Juliana van Stolberglaan 3, ’s-⁠Gravenhage.

Den Haag, 5 april 2007.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Deze regeling strekt tot een drietal wijzigingen van de Subsidieregeling IOP-TTI-module van de experimentele Kaderregeling subsidies Innovatieprojecten (Stcrt. 2005, 221) (hierna: de subsidieregeling IOP-TTI). De eerste wijziging ziet op een terminologische aanpassing aan het nieuwe Europese steunkader. De tweede wijziging betreft een technische aanpassing van de huidige adviesstructuur. En de derde wijziging ziet op de voorwaarden die worden gesteld aan het verstrekken van een subsidie aan een Technologisch Topinstituut (hierna: TTI).

Terminologie

In de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (Publicatieblad van de Europese Unie, C 323/01, 30 december 2006), wordt de term ‘preconcurrentiële ontwikkeling’ vervangen door ‘experimentele ontwikkeling’ en de term ‘kennisinstelling’ door ‘onderzoeksorganisatie’. De terminologie van de regeling wordt daarmee in overeenstemming gebracht, zonder dat daarmee een inhoudelijke wijziging optreedt.

Adviesstructuur

De subsidieregeling IOP-TTI is op 14 november 2005 in werking getreden. In deze regeling werd voor de advisering uitgegaan van de instelling van een Adviescommissie IOP-TTI. Bij de wijziging van de regeling van 12 juni 2006 (Stcrt. 2006, 113) is in artikel 6, tweede lid, onderdeel c ‘adviescommissie’ vervangen door ‘programmacommissie’. Het doel van die wijziging was om een betere aansluiting tussen het pre-advies en de beoordeling van de complete voorstellen te bereiken door de ‘programmacommissie’ beide taken te geven. Daarmee werd tevens bewerkstelligd dat alleen de (onafhankelijke) ‘programmacommissie’ adviseert over individuele gevallen aangaande de subsidiëring van onderzoeksvoorstellen.

Bij nader inzien zijn de destijds gekozen benamingen niet in overeenstemming met de gangbare benamingen. Om aansluiting te bewerkstelligen bij de terminologie die gehanteerd wordt in de Experimentele kaderregeling subsidies innovatieprojecten en de Algemene wet bestuursrecht wordt de term ‘programmacommissie’ door middel van deze wijziging vervangen door ‘adviescommissie’.

Voor een goede, onafhankelijke beoordeling van projectvoorstellen in het kader van een innovatief onderzoeksproject (hierna: IOP) is een dergelijke specifieke adviescommissie noodzakelijk. In artikel 6, tweede lid, wordt voor elke IOP een adviescommissie ingesteld. De bestaande 10 programmacommissies zullen dus voortaan ‘adviescommissies’ heten. De twee IOP’s die inmiddels in de eindfase zitten, zijn in dit verband opgenomen in artikel 18 van de regeling. Dit houdt niet in dat er nieuwe tenders voor deze IOP zullen worden opengesteld.

In dit kader zullen de feitelijke benoemingen en bezoldiging bij afzonderlijke besluiten van de Minister op basis van de gewijzigde Subsidieregeling IOP-TTI geregeld worden. Ook voor advisering over een nieuw TTI kan bij afzonderlijk besluit van de Minister een specifieke adviescommissie worden ingesteld.

Verstrekking van subsidie aan een TTI

De omschrijving van een TTI in artikel 1 is aangepast omdat het niet altijd noodzakelijk is om een nieuwe rechtspersoon op te richten voor de uitvoering van een strategisch onderzoeksprogramma. In de praktijk blijkt dat soms kan worden aangesloten bij een reeds bestaande rechtspersoon. In een dergelijk geval kan hierdoor een onnodige kostenverzwaring worden voorkomen alsmede de implementatie van plannen voor een TTI worden bekort.

Het vervangen van het woord ‘berekend’ in het woord ‘omgerekend’ in artikel 5, vijfde lid, is ingegeven door het feit dat voor het uurloon dat is berekend door de subsidieaanvrager op basis van diens eigen methodiek ook diens eigen aantal productieve uren is gehanteerd. Voor de slag die vervolgens moet worden gemaakt naar de basis van 1650 productieve uren geeft het woord ‘omrekenen’ derhalve beter aan wat de bedoeling is.

Ingevolge onderdeel E van onderhavige wijziging komen het zesde en zevende lid van artikel 11 te vervallen. Deze bepalingen hebben geen toegevoegde waarde; de overige bepalingen van de regeling zijn in beginsel afdoende om ervoor te zorgen dat de subsidie-ontvanger zich houdt aan zijn verplichtingen.

Artikel 26 is gewijzigd omdat het niet noodzakelijk wordt geacht dat de minister de statuten alsmede de partnerovereenkomsten als geheel dient goed te keuren, teneinde als TTI voor subsidie in aanmerking te kunnen komen. Bepalend is de vraag of voldaan wordt aan een aantal criteria die voor de subsidieverlening wel van belang zijn, zoals de voorwaarde dat de rechtspersoon samenwerkingsovereenkomsten onderhoudt met de ondernemers en de onderzoeksorganisaties, dat er voldoende toetredingsmogelijkheden zijn, dat het TTI zich slechts richt op een coherent onderzoeksterrein en dat de rechten van intellectuele eigendom in de partnerovereenkomsten in overeenstemming zijn met het nieuwe Europese steunkader voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie van 30 december 2006 (2006/C 323/01).

Om na te gaan of daadwerkelijk aan deze criteria is voldaan, zullen (in ieder geval) de statuten en partnerovereenkomsten op deze punten worden getoetst. Het schrappen van de voorwaarde van integrale goedkeuring van de statuten in artikel 26 laat onverlet dat een TTI als herkenbaar virtueel rechtspersoonlijkheid bezittend instituut organisatorisch gezien wordt aangestuurd vanuit een centraal punt (of fysiek is geconcentreerd).

Het tweede lid, onderdeel d, van artikel 26 wordt geschrapt: in artikel 33 wordt thans artikel 23, derde lid, van overeenkomstige toepassing verklaard.

Aangezien onderhavige wijzingen slechts betrekking hebben op enkele terminologische aanpassingen, een aanpassing van de adviesstructuur en de criteria voor de verstrekking van subsidie aan een TTI, hebben deze in het algemeen geen gevolgen voor de administratieve lasten. Verlaging van administratieve lasten is wel denkbaar als gevolg van het verdwijnen van de verplichting tot het oprichten van een nieuwe rechtspersoon bij een TTI. Het oprichten van een stichting kost aan notariskosten, inschrijving bij de Kamer van Koophandel en arbeidskosten samen ca. € 2.200,–.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

  • 1

    Stcrt. 2005, 221; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 11 december 2006 (Stcrt. 246).

Naar boven