Samenwerkingsconvenant aanpak malafide infrastructuur rond (illegale) vreemdelingen

Partijen,

1. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag handelend als bestuursorgaan namens deze W.J. Deetman, burgemeester;

2. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland handelend als bestuursorgaan namens deze J. van der Tak, burgemeester;

3. Politie Haaglanden, namens deze F. Paauw, waarnemend korpschef;

4. De Minister van Justitie, handelend als bestuursorgaan, namens deze H.J. Moraal, hoofdofficier van Justitie;

5. De Minister van Financiën, handelend als bestuursorgaan, namens deze de Belastingdienst Haaglanden, voorzitter van het Managementteam Belastingdienst Haaglanden, W.V. de Haan;

6. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend als bestuursorgaan, namens deze, het hoofd van de afdeling recherche regio West van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, C. van Dalen en de directeur van directie Arbeidsmarktfraude van de Arbeidsinspectie A. van Dijk;

hierna te noemen: partijen.

Overwegende dat,

- In de gemeenten Den Haag en Westland verblijft naar schatting een substantieel aantal vreemdelingen. Tot deze groep behoren onder meer vreemdelingen die illegaal in Nederland verblijven en vreemdelingen die rechtmatig in Nederland verblijven maar zonder tewerkstellingsvergunning arbeid verrichten en die vanwege hun kwetsbare positie kunnen worden uitgebuit.

- (Illegale) vreemdelingen verschillende barrières moeten nemen om in Nederland te kunnen werken en wonen. Hieraan verdienen de respectieve facilitators - afhankelijk van de positie/verblijfsrechtelijke status van de vreemdeling - in voorkomende gevallen grof geld. Zij verrijken zich ten koste van mensen die in een kwetsbare positie verkeren.

- Illegale vreemdelingen vatbaar zijn voor uitbuiting door mensensmokkelaars/mensenhandelaars.

- (Illegale) vreemdelingen door middel van vervalste/valse identiteitspapieren een rechtens onjuiste identiteit kunnen verkrijgen waarmee zij aanspraak kunnen maken op voorzieningen en door gebruik van valse/vervalste identiteitspapieren niet enkel jegens de overheid maar ook jegens burgers en andere maatschappelijke instellingen grote maatschappelijke schade teweeg kunnen brengen.

- (Illegale) vreemdelingen voor hun huisvesting dikwijls zijn aangewezen op de onderste trede van de woningmarkt en zijn dus subjecten voor huisjesmelkers. Huisjesmelkers verrichten in de regio Haaglanden op grote schaal activiteiten door het illegaal aanbieden van woonruimte. Omdat huisjesmelkers handelen in strijd met de bouw- en huisvestingsregelgeving veroorzaken zij brand- dan wel levensgevaarlijke situaties en overlast voor de omgeving. Daarnaast maken zij zich schuldig aan belastingfraude.

- Illegale arbeid en frauduleus handelen op de arbeidsmarkt tot oneerlijke concurrentie leidt, uitbuiting van werknemers, imagoverlies voor vele sectoren in Nederland en verlies van miljoenen Euro’s aan sociale premies en belastingen. Sinds de afschaffing van het vergunningstelsel is in de regio Haaglanden een wildgroei aan uitzendbureaus/loonbedrijven e.d. ontstaan.

Komen overeen,

Intensief samen te werken bij de aanpak van de malafide infrastructuur rond (illegale) vreemdelingen. Partijen leggen deze samenwerking vast in dit convenant, en verbinden zich jegens elkaar om dienovereenkomstig te handelen.

Artikel 1. Doelstelling

Het gestructureerd en gecoördineerd aanpakken van de malafide infrastructuur rond (illegale) vreemdelingen door gebruikmaking van de instrumenten die partijen hiertoe ter beschikking staan. Voor de gemeente en de Arbeidsinspectie betekent dit het bestuursrechtelijk instrumentarium, voor de Belastingdienst het fiscale instrumentarium en voor politie en justitie alsmede de bijzondere opsporingsdiensten (SIOD, FIOD-ECD) het strafrechtelijk instrumentarium. Door de verschillende instrumenten zo veel mogelijk gecombineerd in te zetten wordt een optimaal effect bereikt.

De door de verschillende partijen gehanteerde jaarplannen en/of specifieke convenanten vormen de basis voor de (minimaal) te behalen resultaten.

Artikel 2. Werkwijze

Algemeen

Naast het door de partijen gebruikte preventieve instrumentarium bestaat de beoogde werkwijze bestaat uit de volgende aspecten:

- Een multidisciplinaire aanpak;

- Het genereren en uitwisselen van informatie;

- Het analyseren van informatie;

- Het verrichten van handhavingsactiviteiten;

- Het afstemmen van de handhavingsacties;

- Het doen van aanbevelingen;

- Het adviseren van relevante instanties en bestuursorganen.

Specifiek

Met betrekking tot instroom/mensensmokkel/mensenhandel, identiteit- en documentfraude, illegale arbeid en illegale huisvesting en op basis van risicoanalyses geselecteerde branches komen partijen de volgende specifieke werkwijze overeen voorzover deze binnen hun bevoegdheden en werkdomein ligt:

Instroom/mensensmokkel/mensenhandel

- Partijen geven signalen van mensensmokkel alsmede van slavernijachtige uitbuitingssituaties consequent door aan de Politie Haaglanden. Bij een structurele instroom van bepaalde groepen vreemdelingen zullen partijen een signaal afgeven aan het ministerie van Buitenlandse Zaken met het oog op het invoeren van preventieve maatregelen.

Identiteit- en documentfraude

- Partijen zetten zich in om identiteit- en documentfraude terug te dringen. Voor de gemeente Den Haag liggen hieraan het samenwerkingsconvenant “terugdringen identiteit- en documentfraude” met het de politie Haaglanden en het Openbaar Ministerie, Arrondissementsparket ’s-Gravenhage ten grondslag.

Illegale arbeid

- Partijen zetten zich in om krachtig op te treden tegen illegale arbeid en belasting- en premiefraude, waar mogelijk door gezamenlijke acties en door consequent signalen terzake over en weer uit te wisselen en daar een follow-up te geven.

- Partijen werken actief samen met interventieteams zoals het Westland Interventie Team (WIT) en het Haags Economisch Interventie Team (HEIT). De bij de interventieteams beschikbare gegevens zullen door partijen worden aangewend om de malafide infrastructuur te bestrijden door het toepassen van eigen bevoegdheden en met gebruikmaking van het beschikbare instrumentarium.

- Partijen benadrukken vanuit hun reguliere contacten met branche- en werkgevers-organisaties de noodzaak dat de aangesloten werkgevers uitsluitend legale werknemers in dienst nemen.

Illegale huisvesting

- Partijen bepleiten gezamenlijk bij het Rijk dat het wetsontwerp tot wijziging van de Woningwet zo spoedig mogelijk in werking treedt. Dit wetsontwerp biedt partijen extra instrumentarium om effectiever op te treden tegen illegale kamerverhuur/onrechtmatige bewoning.

- Partijen bepleiten bij het Rijk een snelle invoering van de bestuurlijke boete bij onrechtmatige wonen/illegale kamerverhuur. Partijen beschouwen de bestuurlijke boete als een noodzakelijk - aanvullend - instrument met het oog op de aanpak van huisjesmelkers.

- Partijen gaan onrechtmatig wonen/illegale kamerverhuur tegen door middel van een strikte bestuursrechtelijke en/of fiscale en/ of strafrechtelijke handhaving.

Artikel 3. Organisatie

Verantwoordelijkheid

- De samenwerking vindt plaats op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de partijen die het convenant zijn aangegaan.

Aansturing

- De burgemeester van de gemeente Den Haag vervult een initiërende rol met betrekking tot de samenwerking tussen de partijen. De operationele aansturing wordt verricht door een projectgroep, bestaande uit onder verantwoordelijkheid van de partijen vallende medewerkers. De taak van de projectgroep is het maken van werkafspraken en het monitoren van de voortgang.

Financiën en control

- De projectgroep stelt één keer per jaar een voortgangsrapportage op. De vertegenwoordigers van partijen zijn ervoor verantwoordelijk dat deze voortgangsrapportages ter kennis worden gebracht van hun leidinggevenden c.q. politiek verantwoordelijken.

- Partijen zijn zelf verantwoordelijk voor de wijze van resultaatmeting, bewaking en beheersing van de activiteiten in het kader van het project en maken als zodanig deel uit van de reguliere evaluaties van hun organisaties.

- De kosten zijn voor rekening van partijen in het kader van hun reguliere taakuitoefening.

Artikel 4. Inzet van medewerkers en bevoegdheden

- Uitgangspunt is dat de activiteiten van het project door medewerkers van diensten en handhavingsorganen worden uitgevoerd in het kader van hun reguliere taakuitoefening.

- De personele verantwoordelijkheid voor (de inzet van) medewerkers blijft berusten bij de organisaties van partijen.

- De medewerkers van partijen gebruiken de aan hen toegekende bevoegdheden uitsluitend met het oog op de doelen waarvoor de wetgever deze heeft toegekend.

Artikel 5. Gegevensuitwisseling en geheimhouding

- Met inachtneming van de geldende privacywetgeving en wettelijke geheimhoudingsbepalingen verplichten partijen zich tot de verstrekking van gegevens die noodzakelijk zijn ter verwezenlijking van de doelstellingen van het project. Het geheel van gegevensverwerkingen dat ter uitvoering van dit convenant plaatsvindt, wordt gemeld bij het College bescherming persoonsgegevens (Cbp).

- De wederzijds verstrekte gegevens mogen niet voor andere doeleinden gebruikt worden dan die passen binnen de doelstellingen van het project en mogen daarom niet aan derden ter beschikking worden gesteld, tenzij dit voortvloeit uit een wettelijke verplichting.

- Partijen verbinden zich tot geheimhouding van de verkregen gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen c.q. redelijkerwijs moeten kennen.

Artikel 6. Voorlichting

Partijen zijn zelf verantwoordelijk voor een adequate interne en externe voorlichting waar het gaat om hun activiteiten ter uitvoering van dit convenant. Partijen zullen elkaar vooraf op de hoogte brengen van voorlichtingsactiviteiten en mediacontacten over de uitvoering van het convenant.

Artikel 7. Inwerkingtreding, looptijd en beëindiging

Dit convenant treedt na ondertekening door alle partijen in werking en heeft een looptijd van één jaar. Na het verstrijken van deze termijn wordt het convenant telkens stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar.

Tussentijdse beëindiging van dit convenant is mogelijk in goed onderling overleg.

Artikel 8. Afdwingbaarheid

Dit convenant is niet in rechte afdwingbaar.

Artikel 9. Publicatie

Binnen acht weken na inwerkingtreding van dit convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant

Artikel 10. Citeertitel

Dit convenant kan worden aangehaald als: Samenwerkingsconvenant aanpak malafide infrastructuur rond (illegale) vreemdelingen

Aldus overeengekomen te Den Haag op 23 maart 2007.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag handelend als bestuursorgaan, namens deze, W.J. Deetman, burgemeester.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland handelend als bestuursorgaan, namens deze, J. van der Tak, burgemeester.

Politie Haaglanden, namens deze, F. Paauw, waarnemend korpschef.

De Minister van Justitie, namens deze, H.J. Moraal, hoofdofficier van Justitie.

De Minister van Financiën, namens deze, de Belastingdienst Haaglanden, voorzitter van het Managementteam Belastingdienst Haaglanden, W.V. de Haan.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend als bestuursorgaan, namens deze, het hoofd van de afdeling recherche regio West van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst en de directeur van de directie Arbeidsmarktfraude van de Arbeidsinspectie, C. van Dalen en A. van Dijk.

Naar boven