Aanwijzing keuringsinstantie hijskranen

Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 februari 2007, directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/P&G/2007/949, houdende aanwijzing Liftinstituut B.V. voor het keuren van hijskranen ter uitvoering van artikel 6d van het Warenwetbesluit machines

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het bezwaarschrift van Liftinstituut B.V. te Amsterdam van 25 juli 2006 tegen de aanwijzing van Liftinstituut B.V. als keuringsinstantie voor het keuren van hijskranen van 12 juli 2006 nr. ARBO/P&G/2006/57849 (Stcrt. 2006, 150);

Overwegende, dat een instelling moet voldoen aan de criteria voor aanwijzing, die zijn vermeld in de artikelen 7a van de Warenwet, de artikelen 6g t/m 6j hoofdstuk 5 van het Warenwetbesluit machines en artikel 2b en 2c van de Warenwetregeling machines;

Overwegende dat Liftinstituut B.V. sinds 1 november 2003 de bevoegdheid heeft kranen te keuren en te certificeren als aangewezen instelling;

Overwegende dat Liftinstituut B.V. is geaccrediteerd voor het keuren en afgeven van certificaten voor mobiele kranen op basis van het certificatieschema TCVT W3-01;

Overwegende dat Liftinstituut B.V. een overeenkomst heeft gesloten met de stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport (TCVT), die het beheer voert over de specifieke certificatieschema’s mobiele kranen en (mobiele) torenkranen;

Gelet op artikel 7a, eerste lid, van de Warenwet en hoofdstuk 5 van het Warenwetbesluit machines;

Besluit:

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. wet: de Warenwet;

b. besluit: het Warenwetbesluit machines;

c. hijskraan en aangewezen instelling: hetgeen het besluit daaronder verstaat;

d. regeling: de Warenwetregeling machines.

Artikel 2

1. Liftinstituut B.V., Buikslotermeerplein 381, Postbus 36027, 1025 XE Amsterdam, wordt aangewezen als aangewezen instelling, die bevoegd is tot het verrichten van:

a. keuringen van mobiele kranen als bedoeld in artikel 6d, eerste lid, tweede zin van het besluit en artikel 2a en 2b van de regeling; en

b. het afgeven, weigeren, schorsen of intrekken van certificaten van goedkeuring overeenkomstig artikel 6e van het besluit.

2. Deze aanwijzing kan worden ingetrokken, indien Liftinstituut B.V. niet meer aan de criteria voldoet, die zijn vermeld in artikel 3 van deze aanwijzingsbeschikking of haar taken beëindigt. Het voornemen tot intrekking wordt tijdig kenbaar gemaakt.

Artikel 3

Liftinstituut B.V., verder instelling genoemd, voldoet aan de eisen gesteld in de wet, het besluit en de regeling die op aangewezen instellingen van toepassing zijn en neemt daarbij het volgende in acht:

a. De instelling deelt haar beslissingen met betrekking tot de afgifte, weigering, schorsing of intrekking van een certificaat van goedkeuring zo spoedig mogelijk mede aan de aanvrager. Daarbij wordt de in de Algemene wet bestuursrecht vermelde termijn, waarbinnen bezwaar of beroep moet worden ingesteld, in acht genomen.

b. De instelling bewaart de gegevens met betrekking tot de afgifte van certificaten van goedkeuring, weigering, schorsing of intrekking van een certificaat van goedkeuring tenminste tien jaar in haar administratie. Zij neemt met betrekking tot haar administratie beheersregels in acht, die tenminste voldoen aan de bij of krachtens de Archiefwet en het Archiefbesluit terzake gestelde regels.

c. De instelling zal de afgifte van certificaten van goedkeuring en de daaraan voorafgaande beoordeling van onderzoeksresultaten niet uitbesteden aan anderen. De instelling zorgt ervoor dat anderen, waaraan zij onderzoeks- of beproevingswerkzaamheden uitbesteedt, daarbij de in de wet, het besluit en de regeling gestelde regels in acht nemen. Zij legt de daarvoor noodzakelijke afspraken schriftelijk vast en houdt tevens een register bij, aan de hand waarvan bedoelde anderen en de door deze uit te voeren beproevingen per soort afdoende kunnen worden geïdentificeerd.

d. De instelling verleent de personen, die met het toezicht op de naleving van de wet, het besluit, de regeling en het bepaalde in deze beschikking zijn belast, toegang tot alle plaatsen waarvan de betreding voor de vervulling van hun taak nodig is en verschaft hen op hun verzoek alle voor dit toezicht van belang zijnde informatie.

e. De instelling stelt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid terstond in het bezit van de beoordelingsrapportages van de accreditatie-instelling betreffende de op haar naam gestelde accreditaties, alsmede van de daaromtrent gevoerde correspondentie, voor zover de accreditaties werkzaamheden betreffen als bedoeld in artikel 2 van deze beschikking. Tevens informeert zij genoemd ministerie onmiddellijk indien deze accreditaties hun geldigheid verliezen of dreigen te verliezen.

f. De instelling pleegt bij haar taakuitoefening overleg met de andere aangewezen instellingen over een juiste en zo veel mogelijk uniforme toepassing van relevante (certificatie)procedures, onderzoeksmaatstaven, voorschriften en normen. Daarnaast blijft de instelling zich aantoonbaar vertegenwoordigen in het georganiseerd nationaal overleg van de aangewezen certificerende instellingen voor hijskranen.

g. De instelling zendt het verslag van werkzaamheden over het afgelopen jaar, als bedoeld in artikel 7c, tweede lid van de wet en artikel 2c van de regeling, jaarlijks vóór 1 maart aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 4

De aanwijzing van 12 juli 2006 nr. ARBO/P&G/2006/57849 (Stcrt. 2006, 150) vervalt voor zover dit besluit betrekking heeft op de aanwijzing van de instelling als aangewezen instelling voor het verrichten van keuringen van mobiele kranen.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van heden.

Deze aanwijzingsbeschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 februari 2007.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,namens deze,
de directeur Arbeidsomstandigheden,
R. Feringa.

Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen deze beschikking door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt. Daartoe moet binnen zes weken na de datum van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Arbeidsinspectie, Afdeling Juridische Zaken, postbus 11563, 2502 AN Den Haag.

In het bezwaarschrift moet worden aangegeven waarom de beschikking niet juist gevonden wordt. Bij het bezwaarschrift dient een kopie van deze beschikking en van eventuele andere op de zaak betrekking hebbende stukken te worden gevoegd.

Naar boven