Contractcateringbranche

Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor werknemers geboren voor 1950

2007/2010 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 20 DECEMBER 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VRIJWILLIG VERVROEGD UITTREDEN VOOR DE CONTRACTCATERINGBRANCHE VOOR WERKNEMERS GEBOREN VOOR 1950

UAW Nr. 10729

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van Stichtingen Contractcatering namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) te ener zijde: Veneca;

Partij(en) te anderer zijde: FNV Horecabond, CNV BedrijvenBond en De Unie.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor de Contractcateringbranche voor werknemers geboren voor 19501 wordt met inachtneming van dicta II en III als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

„Artikel 3 komt te luiden als volgt:

Artikel 3 Heffing

  • 1. De werkgever is verplicht een bijdrage aan SUCON I te betalen welke bijdrage wordt uitgedrukt in een percentage van het loon voor de werknemersverzekeringen (kolom 8 van de loonstaat) vermeerderd met de werknemersaandelen in de premie ouderdoms/nabestaandenpensioen, SUCON I en SUCON II met een maximum gelijk aan 1,5 maal het maximumpremieloon in de zin van artikel 17, eerste lid van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen.

  • Tot het heffingsloon wordt ook gerekend het loon van de niet (meer) voor de wettelijke werknemersverzekeringen verplicht verzekerde werknemer welk loon mede in aanmerking zou zijn genomen als bedoelde verplichte verzekeringen voor hem zouden gelden.

  • De werkgever dient de in de vorige volzin bedoelde gegevens te vermelden op de verzamelloonstaat.

  • De werkgever is verplicht om uiterlijk vóór 1 februari van het jaar volgend op die waarop de loonsomopgave betrekking heeft, aan SUCON I of de door SUCON I aangewezen administrateur, opgave te doen van de loonsom bedoeld in dit lid. De loonsomopgave moet zijn voorzien van een verklaring van een register accountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid.

  • Voorts is de werkgever verplicht om uit eigen beweging mededeling te doen van elke verandering in de loonsom gedurende het premiebetalingstijdvak, welke ertoe leidt dat het feitelijk verloonde bedrag meer dan 5%, doch ten minste een bedrag van € 2269,– hoger is dan het loonbedrag waarop de voorschotnota is gebaseerd. Deze mededeling dient te geschieden binnen drie maanden na bedoelde verandering doch uiterlijk op 31 december van het desbetreffende jaar.

  • Indien de werkgever niet voldoet aan de hiervoor genoemde verplichtingen is hij in verzuim, zonder dat er sprake is van opzet of grove schuld.

  • Indien de werkgever niet voldoet aan de hiervoor genoemde verplichtingen en dit aan zijn opzet of grove schuld is te wijten, is er sprake van een vergrijp.

  • SUCON I is bevoegd om bij verzuim een boete op te leggen aan de werkgever van 5% van het verschuldigde of het alsnog verschuldigde bedrag aan premie of voorschotpremie met inachtname van maxima zoals weergegeven in het Reglement Ambtshalve aanslagen, Boeten en Invordering. Na de 1e overtreding gelden hogere percentages.

  • SUCON I is bevoegd om bij vergrijp een boete op te leggen aan de werkgever van 25% van het verschuldigde bedrag aan premie of voorschotpremie met inachtname van maxima zoals weergegeven in het Reglement Ambtshalve aanslagen, Boeten en Invordering. Na de 1e overtreding gelden hogere percentages.

  • Indien de werkgever, ook na minimaal 2 aanmaningen, niet aan de verplichting voldoet om de gevraagde loonsom op te geven, is SUCON I bevoegd de loonsom en in verband daarmee het verschuldigde of het alsnog verschuldigde bedrag aan premie naar beste weten vast te stellen en een ambtshalve aanslag op te leggen. Deze aanslag kan worden gevolgd door een boete als hiervoor genoemd.

  • De werkgever en de werknemers zijn verplicht om verder de inlichtingen te verschaffen die de Stichting noodzakelijk acht voor een goede uitvoering van de regeling.

  • Indien de werkgever of de werknemers, ook na aanmaning niet aan deze verplichting voldoen, is SUCON I bevoegd deze gegevens naar beste weten vast te stellen.

  • 2. De door de werkgever aan SUCON I te betalen bijdrage bedraagt met ingang van 1 januari 2006 2,46% van het loon voor de werknemersverzekeringen (kolom 8 van de loonstaat) vermeerderd met de werknemersaandelen in de premie ouderdoms/nabestaandenpensioen, SUCON I en SUCON II met een maximum gelijk aan 1,5 maal het maximumpremieloon in de zin van artikel 17, eerste lid van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen.

  • De werknemer is met ingang van 1 januari 2006 als zijn aandeel in deze bijdrage 1,2% verschuldigd van zijn loon voor de werknemersverzekeringen (kolom 8 van de loonstaat) vermeerderd met de werknemersaandelen in de premie ouderdoms/nabestaandenpensioen, SUCON I en SUCON II met een maximum gelijk aan 1,5 maal het maximumpremieloon in de zin van artikel 17, eerste lid van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen.

  • Met ingang van 1 januari 2008 bedraagt de door de werkgever aan SUCON I te betalen bijdrage 3,26% van het loon voor de werknemersverzekeringen (kolom 8 van de loonstaat) vermeerderd met de werknemersaandelen in de premie ouderdoms/nabestaandenpensioen en SUCON I met een maximum gelijk aan 1,5 maal het maximumpremieloon in de zin van artikel 17, eerste lid van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen.

  • De werknemer is met ingang van 1 januari 2008 als zijn aandeel in deze bijdrage 1,5% verschuldigd van zijn loon voor de werknemersverzekeringen (kolom 8 van de loonstaat) vermeerderd met de werknemersaandelen in de premie ouderdoms/nabestaandenpensioen en SUCON I met een maximum gelijk aan 1,5 maal het maximunpremieloon in de zin van artikel 17, eerste lid van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen.

  • 4. Het hieronder in de leden 4a t/m 4d bepaalde is met ingang van 1 januari 2007 alleen van toepassing op de werknemer met op 1 januari 2003 een dienstverband bij een werkgever in de zin van deze CAO en die geboren is in één van de geboortejaren vermeld in artikel 4 van deze CAO, die in principe kan voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 4 van deze CAO.

    • a. De werknemer is met ingang van 1 mei 2003 als extra aandeel in de totale door de werkgever af te dragen premie, bovenop de premie van 1,2% respectievelijk met ingang van 1 januari 2008 van 1,5% welke door alle werknemers middels inhouding op het loon worden betaald, verplicht een extra premie te betalen van 3,5%. Deze premie wordt eveneens door inhouding op het loon geheven en wel over het loon voor de werknemersverzekeringen (kolom 8 van de loonstaat) vermeerderd met de werknemersaandelen in de premie ouderdoms/nabestaandenpensioen, SUCON I en SUCON II met een maximum gelijk aan 1,5 maal het maximumpremieloon in de zin van artikel 17, eerste lid van de Wet Financiering Sociale Verzekeringen.

    • De werkgever is verplicht het extra aandeel van 3,5% van de werknemer te vorderen door inhouding daarvan op het periodiek te betalen loon en het aldus ingehoudene af te dragen aan SUCON I.

    • b. De werknemer die met bewijs kan aantonen dat hij nimmer zal kunnen voldoen aan de voorwaarden gesteld in het hiervoor genoemde artikel 4, is het extra aandeel van 3,5%, genoemd in lid 4a van dit artikel, niet verschuldigd.

    • c. Indien de werknemer bij voorbaat schriftelijk afstand doet van zijn (potentiële) recht op een uitkering op grond van deze CAO en dit is vastgelegd in een daartoe strekkende overeenkomst tussen SUCON I en die werknemer, dan is deze werknemer de extra premie van 3,5% niet verschuldigd en zal deze niet middels inhouding op het voornoemde loon worden gevorderd door de werkgever.

    • Het genomen afstand van recht is onvoorwaardelijk en onomkeerbaar.

    • d. Indien de werknemer bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd, geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid tot het verkrijgen van een uitkering op grond van deze CAO, welke uitkering hij had kunnen verkrijgen omdat hij formeel aan de voorwaarden voor het recht op een uitkering heeft voldaan, wordt de aan SUCON respectievelijk SUCON I betaalde extra premie te dezer zake, door SUCON I aan de werknemer gerestitueerd.

    • In geval de werknemer voortijdig overlijdt terwijl hij voordien formeel aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een uitkering op grond van deze CAO voldeed, wordt er door SUCON I niet tot premierestitutie overgegaan.

  • 5. Alle premies op grond van artikel 3 verschuldigd, zijn uitsluitend bestemd voor de werknemers die op grond van artikel 4 aanspraak op een uitkering kunnen verkrijgen.’’

„Artikel 5 komt te luiden als volgt:

Artikel 5 Hoogte van de uitkering

  • a. Hoogte voltijd VUT-uitkering

    • 1. De uitkering op grond van deze CAO wordt beschouwd als een aanvulling op het op 31 december 2005 op basis van de op dat moment geldende pensioenregeling, fictief vastgestelde vroegpensioen.

    • 2. De uitkering ingevolge dit fictief vastgestelde vroegpensioen wordt aangevuld tot 75% van de grondslag als bedoeld in artikel 5 van het reglement.

    • 3. Het bestuur van SUCON kan besluiten om een indexatie toe te passen. Om deze indexatie toe te kunnen passen dienen minimaal de financiële middelen van het fonds voldoende te zijn, meegewogen de toekomstige verplichtingen van het fonds.

    • Indien tot indexatie wordt besloten dan zal de uitkering ingevolge deze cao, gelijktijdig aan de datum van de algemene loonsverhoging op grond van de cao voor de Contractcateringbranche, ten hoogste worden geïndexeerd op basis van de consumentenprijsindex reeks alle huishoudens afgeleid (CPI afgeleid) maar nooit hoger dan de indexatie conform de loonsverhoging in de cao voor de Contractcateringbranche.

  • b. Hoogte deeltijd VUT-uitkering

  • Voor de deelnemer die van zijn recht op uitkering slechts gedeeltelijk gebruik maakt wordt de uitkering zoals die onder a is berekend (dus 75% van de pensioengrondslag minus het (fictieve) recht op vroegpensioen) vermenigvuldigd met een deeltijdfactor, waarvan de teller wordt gevormd door het aantal uren, dat de deelnemer van de regeling gebruik maakt en de noemer door het aantal uren, dat hij gemiddeld werkzaam was in de 52 weken voorafgaande aan zijn deelnemerschap.

  • De deeltijdfactor moet groter zijn dan nul.

  • c. Hoogte uitkering van deelnemer die een gedeeltelijke SV-uitkering heeft

    • 1. Voor de deelnemer, die recht heeft op een gedeeltelijke SV-uitkering en die volledig van de regeling gebruik maakt, wordt de uitkering, zoals die onder a is berekend verminderd met de SV-uitkering.

    • 2. Voor de deelnemer, die recht heeft op een gedeeltelijke SV-uitkering en die gedeeltelijk gebruik maakt van de regeling, wordt de uitkering zoals die onder a is berekend verminderd met de SV-uitkering en vervolgens vermenigvuldigd met de deeltijdfactor als bedoeld onder b.’’

„Artikel 6 VUT-reglement komt te luiden:

Artikel 6 Hoogte van de uitkering

Hoogte voltijd VUT-uitkering

  • 1. De uitkering op grond van deze CAO wordt beschouwd als een aanvulling op het op 31 december 2005 op basis van de op dat moment geldende pensioenregeling, fictief vastgestelde vroegpensioen.

  • 2. De uitkering ingevolge dit fictief vastgestelde vroegpensioen wordt aangevuld tot 75% van de grondslag als bedoeld in artikel 5 van het reglement.

  • 3. Het bestuur van SUCON kan besluiten om een indexatie toe te passen. Om deze indexatie toe te kunnen passen dienen minimaal de financiële middelen van het fonds voldoende te zijn, meegewogen de toekomstige verplichtingen van het fonds.

  • Indien tot indexatie wordt besloten dan zal de uitkering ingevolge deze cao, gelijktijdig aan de datum van de algemene loonsverhoging op grond van de cao voor de Contractcateringbranche, ten hoogste worden geïndexeerd op basis van de consumentenprijsindex reeks alle huishoudens afgeleid (CPI afgeleid) maar nooit hoger dan de indexatie conform de loonsverhoging in de cao voor de Contractcateringbranche.

  • b. Hoogte deeltijd VUT-uitkering

  • Voor de deelnemer die van zijn recht op uitkering slechts gedeeltelijk gebruik maakt wordt de uitkering zoals die onder a is berekend (dus 75% van de pensioengrondslag minus het (fictieve) recht op vroegpensioen) vermenigvuldigd met een deeltijdfactor, waarvan de teller wordt gevormd door het aantal uren, dat de deelnemer van de regeling gebruik maakt en de noemer door het aantal uren, dat hij gemiddeld werkzaam was in de 52 weken voorafgaande aan zijn deelnemerschap.

  • De deeltijdfactor moet groter zijn dan nul.

  • c. Hoogte uitkering van deelnemer die een gedeeltelijke SV-uitkering heeft

    • 1. Voor de deelnemer, die recht heeft op een gedeeltelijke SV-uitkering en die volledig van de regeling gebruik maakt, wordt de uitkering, zoals die onder a is berekend verminderd met de SV-uitkering.

    • 2. Voor de deelnemer, die recht heeft op een gedeeltelijke V-uitkering en die gedeeltelijk gebruik maakt van de regeling, wordt de uitkering zoals die onder a is berekend verminderd met de SV-uitkering en vervolgens vermenigvuldigd met de deeltijdfactor als bedoeld onder b.’’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

Dictum III

Dit besluit zal in een bijvoegsel bij de Staatscourant worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 20 december 2007

Mr. M. H. M. van der Goes.


XNoot
1

Stcrt. 2007, nr. 29.

Naar boven