Mandaatbesluit uitoefening rechtspositionele bevoegdheden raio’s

De Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal,

Gelet op de artikelen 8 en 9 van het Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. en rechterlijke ambtenaren in opleiding;

Besluiten:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Raad van opdrachtgevers: de Raad van opdrachtgevers Studiecentrum Rechtspleging (SSR) die door de Raad voor de rechtspraak is ingesteld;

b. het college van bestuur: de leiding van de dienst Studiecentrum Rechtspleging (SSR).

Artikel 2

De Raad van opdrachtgevers is bevoegd om namens de Minister van Justitie besluiten te nemen met betrekking tot de individuele rechtspositie van rechterlijke ambtenaren in opleiding.

Artikel 3

Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit dat met toepassing van dit besluit in mandaat is genomen door de Raad van opdrachtgevers of indien een verzoek wordt gedaan als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt op het bezwaarschrift respectievelijk het verzoek beslist door de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal gezamenlijk.

Artikel 4

1. De Raad van opdrachtgevers kan ondermandaat verlenen aan het college van bestuur voor wat betreft het nemen van de in artikel 2 bedoelde besluiten met uitzondering van besluiten inzake ontslag, anders dan op eigen verzoek.

2. De Raad van opdrachtgevers kan bij het verlenen van ondermandaat aan het college van bestuur bepalen dat het college van bestuur schriftelijk ondermandaat kan verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen, behoudens indien het gaat om besluiten, bedoeld in artikel 8 van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren.

Artikel 5

Indien ingevolge dit besluit door de Raad van opdrachtgevers besluiten worden genomen en stukken worden afgedaan, geschiedt de ondertekening als volgt:

De Minister van Justitie,

namens deze,

de Raad van opdrachtgevers SSR,

(handtekeningen)

(namen)

Artikel 6

De Tijdelijke regeling bevoegdheden raio’s wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant en treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit uitoefening rechtspositionele bevoegdheden raio’s.

Den Haag, 22 oktober 2007.
De Raad voor de rechtspraak,
A.H. van Delden.
Het College van procureurs-generaal,
H. Brouwer.

Toelichting

Bij besluit van de Minister van Justitie van 15 juni 2007 is het Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. en rechterlijke ambtenaren in opleiding gewijzigd. De wijziging is gepubliceerd in de Staatscourant van 21 juni 2007, nr. 117, en is in werking getreden met ingang van 23 juni 2007. Het belangrijkste doel van deze wijziging is het laten aansluiten van de bevoegdheidsverdeling ten aanzien van rechterlijke ambtenaren in opleiding op de gewenste feitelijke gezagsverhouding. Dit impliceert dat zo veel mogelijk bevoegdheden bij het college van bestuur SSR moeten komen te liggen.

Het gaat hier dus om bevoegdheden die aan de Minister van Justitie zijn geattribueerd en die vervolgens worden gemandateerd en ondergemandateerd.

De wijziging van genoemd mandaatbesluit noodzaakt tot wijziging van onder meer de Tijdelijke regeling bevoegdheden raio’s (Staatscourant 25 augustus 2003, nr. 162). Aangezien het om een groot aantal wijzigingen gaat, is de regeling ingetrokken en is een nieuw besluit vastgesteld.

In tegenstelling tot de Tijdelijke regeling bevoegdheden raio’s bevat het voorliggende besluit een bepaling over ondermandaat door het college van bestuur SSR. In het besluit wordt bepaald dat het college van bestuur SSR zijn bevoegdheden kan ondermandateren aan onder hem ressorterende functionarissen behoudens indien het gaat om de besluiten, bedoeld in artikel 8 van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren (Bora). In artikel 8 van het Bora gaat het om besluiten tot het beëindigen van de opleiding en besluiten tot het niet overgaan tot een voordracht tot benoeming. Deze besluiten leiden (vrijwel altijd) tot ontslag van de betrokken rechterlijk ambtenaar in opleiding.

Aldus beslist de Raad van opdrachtgevers SSR over ontslag, anders dan op eigen verzoek, en over de bezwaren tegen besluiten tot het beëindigen van de opleiding en tegen besluiten tot het niet overgaan tot een voordracht tot benoeming. Het is gewenst dat deze bevoegdheden bij één orgaan, en wel de Raad van opdrachtgevers SSR, worden ondergebracht.

In de Tijdelijke regeling bevoegdheden raio’s waren geen bepalingen opgenomen inzake bezwaar, verzoeken om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter en ondertekening. Voor wat betreft bezwaar was dat ook niet noodzakelijk omdat in artikel 11 van het Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. en rechterlijke ambtenaren in opleiding was geregeld dat de Minister van Justitie beslist op het bezwaarschrift, indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit, genomen door de Raad en het College gezamenlijk dan wel genomen door de Raad van opdrachtgevers SSR. Bij genoemd wijzigingsbesluit van 15 juni 2007 is dit artikel geschrapt.

In het voorliggende besluit zijn wel bepalingen opgenomen inzake bezwaar, verzoeken om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter en ondertekening (artikel 3 respectievelijk artikel 5).

In artikel 3 is geregeld dat de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal gezamenlijk beslissen op bezwaren die zijn ingediend tegen besluiten die door de Raad van opdrachtgevers SSR in mandaat zijn genomen en op verzoeken om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter. Dit is in overeenstemming met artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5 vloeit voort uit artikel 10:10 van de Algemene wet bestuursrecht, maar is voor de duidelijkheid in het besluit opgenomen.

Naar boven