129-0801
Uit: Staatscourant 9 juli 2007, nr. 129
Maandag
9 juli 2007
129
DEF, BZK
Convenant MIVD-AIVD inzake de interceptie van niet-kabelgebonden telecommunicatie
door de Nationale Sigint Organisatie
De Minister van Defensie, voor deze de directeur van de Militaire Inlichtingen-
en Veiligheidsdienst (MIVD) en De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD),
overwegende;
dat de MIVD en de AIVD, onder meer vanuit doelmatigheidsoverwegingen,
bij de uitvoering van hun wettelijke taken belang hebben bij wederzijdse technische
of andere vormen van ondersteuning bij de uitoefening van bijzondere bevoegdheden
als bedoeld in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv
2002),
dat de MIVD en de AIVD, in samenspraak met de coördinator voor de
inlichtingen- en veiligheidsdiensten, zijn overeengekomen een gezamenlijke
organisatie te ontwikkelen voor de interceptie van niet-kabelgebonden telecommunicatie,
dat het doel van deze organisatie is de behoefte die de beide diensten
hebben aan de interceptie van niet-kabelgebonden telecommunicatie zo efficiënt
mogelijk te vervullen,
dat deze organisatie, ook wel Nationale Sigint Organisatie (NSO) geheten,
wordt opgebouwd uit de afdeling Verbindingsinlichtingen van de MIVD en als
bijzondere afdeling wordt ondergebracht binnen de MIVD,
dat met de oprichting van het satellietgrondstation te Burum op 6 september
2005 de eerste fase van de NSO is gerealiseerd,
dat medio 2005 de MIVD en de AIVD gezamenlijk een voorstel hebben ontwikkeld
voor de tweede fase in de oprichting van de NSO, waarmee bij brief van 23
mei 2006 door de Minister van Algemene Zaken, de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Defensie is ingestemd,
dat met het besluit van de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van Defensie
d.d. 23 mei 2007, nr. BS/DP02007013930, het reorganisatieplan Realisatie NSO
fase 2 is goedgekeurd, de NSO als bijzondere afdeling is ondergebracht binnen
de MIVD en hiermee de tweede fase is gerealiseerd van de NSO,
dat in overeenstemming met artikel 8 van het Convenant MIVD-AIVD van 26
september 2003 (inzake het verlenen van technische ondersteuning op het gebied
van satellietinterceptie door MIVD aan de AIVD) partijen het noodzakelijk
achten dat onderhavig convenant in de plaats zal treden van voornoemd convenant,
komen met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen,
in het bijzonder de artikelen 25, 26, 27, 36, 58 en 59 van de Wet op de inlichtingen-
en veiligheidsdiensten (Wiv 2002), tot de volgende afspraken:
Artikel 1: Taakstelling NSO
De NSO is een facilitaire organisatie die verantwoordelijk is voor de
technische, materiële en personele aspecten (met inachtneming van het
beheerskader) van de interceptie van niet-kabelgebonden telecommunicatie ten
behoeve van de MIVD en AIVD.
De algemene taakstelling van de NSO is onder te verdelen in drie hoofdgebieden:
a. Interceptie, technisch beheer van het interceptiemateriaal, technische
en trafficanalyse alsmede source development gericht op de uitvoering van
de interceptietaken, het waarborgen van de continuïteit van de interceptie
op de korte en middellange termijn en het beschikken over adaptief vermogen
t.b.v. nieuwe ontwikkelingen;
b. Verrichten van toegepast onderzoek en speciale projecten gericht op
innovatie en continuïteit van de interceptie op de lange termijn;
c. Instandhouden en op verzoek beschikbaar stellen van sigint-detachementen
(personeel en materieel) ten behoeve van de ondersteuning van tenminste twee
CVH-operaties of andersoortige inzet.
Artikel 2: Aansturing NSO
De aansturing van de NSO door MIVD en AIVD gezamenlijk geschiedt volgens
het zogenaamde drie-lagenmodel, waarbij het uitgangspunt is dat de MIVD en
de AIVD de NSO aansturen op basis van gelijkwaardigheid. Dit betekent dat
aansturing plaatsvindt op:
1. Gezagsmatig niveau, middels de Commissie Gezagsmatige Aansturing;
2. Operationeel niveau, middels het Operationeel Overleg;
3. Uitvoeringsniveau.
Het operationeel niveau legt verantwoording af aan het gezagsmatig niveau,
het uitvoeringsniveau legt verantwoording af aan het operationeel niveau.
Artikel 3: Gezags- en beheersmatige aansturing van de
NSO
3.1 De NSO wordt gezagsmatig aangestuurd door de Commissie
Gezagsmatige Aansturing (CGA), bestaande uit de directeur MIVD en het hoofd
AIVD. Zij kunnen zich doen vervangen. Onder gezagsmatige aansturing wordt
verstaan de bevoegdheid om zowel planmatig als ad hoc te beslissen over de
inzet van de NSO. Uitgangspunt hierbij is dat beide diensten op gelijkwaardige
wijze door de NSO gefaciliteerd worden. Het voorzitterschap van de CGA rouleert
jaarlijks tussen beide diensten waarbij het secretariaat verzorgd wordt door
de dienst die het voorzitterschap bekleedt.
3.2 De CGA stelt de interceptiebehoefte in kwalitatieve- en
kwantitatieve zin op de langere termijn vast, alsmede kaders voor (inter)nationale
samenwerking, capaciteitsplanning, studie- en onderzoeksvoorstellen, beleids-
en investeringsvoorstellen, de begroting en het jaarplan NSO.
3.3 De NSO wordt als bijzondere afdeling beheersmatig ingebed
in de MIVD. De beheersmatige aansturing van de NSO vindt plaats door de directeur
van de MIVD, waarvoor deze ten volle verantwoordelijk is. Onder beheersmatige
aansturing wordt verstaan de dagelijkse leiding over de NSO. Dit omvat een
verzameling (ondersteunende en operationele) activiteiten met als doel het
waarborgen van de vereiste functionaliteit van middelen, zowel kwantitatief
als kwalitatief alsmede de bevoegdheid om feitelijk financiële verplichtingen
aan te gaan binnen de geaccordeerde begrotingskaders. Hiernaast omvat dit
het zijn van contractpartij namens de Staat bij het aangaan van overeenkomsten
met derden, zoals bij de verwerving of huur van bijvoorbeeld grond, hardware
of software, voor zover deze feitelijk bij de NSO zijn ondergebracht. Daarnaast
omvat beheersmatige aansturing de (functionele) aansturing van al het personeel
dat werkzaam is bij of ten behoeve van de NSO.
3.4 De NSO is verantwoordelijk voor de inzetbaarheid van de
sigint-detachementen. Inzet bij CVH-operaties geschiedt door en onder de verantwoordelijkheid
van de MIVD/Defensie. Andersoortige inzet ten behoeve van beide diensten is
mogelijk onder verantwoordelijkheid van de CGA, met dien verstande dat inzet
bij CVH-operaties altijd voorrang heeft. Tijdens operaties kan een beroep
op de NSO gedaan worden voor onderhoud aan de interceptie-apparatuur van de
sigint-detachementen.
Artikel 4: Operationele aansturing NSO
4.1 De operationele aansturing van de NSO vindt plaats in het
operationeel overleg. Het operationeel overleg bestaat uit één
of meer vertegenwoordigers van zowel de MIVD, de AIVD als de NSO. Het operationeel
overleg formuleert en evalueert de interceptie-opdrachten (interceptie en
search), geeft aan welke activiteiten in (inter)nationaal kader dienen te
worden uitgevoerd, bewaakt de uitvoering van studie- en onderzoeksvoorstellen,
toetst de bijdrage van de NSO aan beleids- en investeringsvoorstellen voor
de lange termijn op operationele noodzaak en adviseert, gevraagd en ongevraagd,
de CGA over alle bovenstaande onderwerpen, inbegrepen beleid en investeringen.
Het voorzitterschap van het operationeel overleg rouleert jaarlijks tussen
beide diensten, tegenovergesteld aan het voorzitterschap van de CGA, waarbij
het secretariaat verzorgd wordt door de dienst die het voorzitterschap bekleedt.
4.2 In geval van verschil van inzicht binnen het operationeel
overleg wordt de kwestie voorgelegd aan de CGA, die besluit op basis van de
in artikel 3.1. van dit convenant nader geregelde verantwoordelijkheid voor
de gezagsmatige aansturing.
4.3 De diensten kunnen ten behoeve van een goede taakuitvoering,
zoals bij CVH-operaties, tijdelijk af wijken van de door de CGA overeengekomen
keuzes en afspraken met betrekking tot prioriteit en capaciteit. Hierover
vindt voorafgaand overleg plaats in het operationeel overleg en een voorstel
hiertoe wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de CGA. Wanneer de afwijking
voor een van beide diensten in een concreet geval niet aanvaardbaar is en
geen consensus wordt bereikt, wordt de zaak voorgelegd aan de verantwoordelijke
ministers.
4.4 Een adequate uitvoering van de interceptie-opdrachten (interceptie
en search) wordt gewaarborgd door (fijn)afstemming tussen enerzijds de MIVD
en de AIVD en anderzijds de NSO en door een eerste evaluatie van de interceptieresultaten.
Hiertoe worden contactpersonen bij de diensten en de NSO aangesteld.
Artikel 5: Ondersteuning NSO door MIVD en AIVD
5.1 De NSO kan een beroep doen op de diensten voor linguïstische
ondersteuning ten behoeve van traffic analyse en source development. In beginsel
draagt de dienst waarvoor de hier bedoelde activiteit dient te worden verricht
zorg voor de door de NSO verlangde ondersteuning.
5.2 De NSO kan een beroep doen op de diensten voor ondersteuning
op het gebied van signaalonderzoek. In beginsel draagt de dienst waarvoor
de hier bedoelde activiteit dient te worden verricht zorg voor de door de
NSO verlangde ondersteuning.
Artikel 6: Personeel
6.1 De functies van Hoofd NSO en Plaatsvervangend Hoofd NSO,
zullen met wederzijdse instemming gevuld worden door respectievelijk MIVD
en AIVD.
6.2 AIVD-medewerkers kunnen, zonodig in afwijking van de Defensie
personeelsbeheersystematiek, in aanmerking komen voor een (staf)functie bij
de NSO.
6.3 AIVD-medewerkers die een functie bij de NSO krijgen, worden
geplaatst met behoud van rechtspositie. Zij vallen als NSO-medewerker functioneel
onder Hoofd NSO. De MIVD zal aan de AIVD de salariskosten vergoeden voor zover
deze in overeenstemming zijn met de formatie en inschaling van de NSO.
Artikel 7: Boedelbeschrijving
7.1 Tot de boedel van de NSO behoren alle installaties, apparatuur,
overige goederen, personeel en bijbehorende budgetten, als beschreven in de
bijlage die als gerubriceerde bijlage 1 bij dit convenant behoort en zoals
die op 23 mei 2007, als datum begin geldigheid van de NSO, aanwezig zijn op
de locaties Satelliet Grondstation Burum (SGS NSO), Satelliet Grondstation
Zoutkamp (SGS Zoutkamp), Verwervingscentrum Eibergen (VC Eibergen) en het
Radio Ontvangstation Eemnes, alsmede op locaties in het buitenland.
7.2 De boedelbeschrijving vormt het uitgangspunt voor actuele
en toekomstige investeringen ten behoeve van de NSO.
Artikel 8: Financiëel kader
8.1 Jaarlijks wordt door de NSO als budgethouder een begroting
ingediend bij de stafafdeling Control van de MIVD conform het reguliere beleids-,
plannings, en begrotingsproces (BPB-proces) van Defensie. Dit gebeurt nadat
afstemming over de begroting heeft plaatsgevonden binnen de CGA.
8.2 Uitgaande van het principe dat de functionaliteit, zoals
deze bestaat op 23 mei 2007, het moment van realisatie van de tweede fase
van de NSO, in stand gehouden dient te worden, is het noodzakelijk vervangingsinvesteringen
te plegen op de apparatuur. Hiervoor dient een inventarisatie gemaakt te worden
van de levensduurkosten van de verschillende componenten van apparatuur. De
vervangingsinvesteringen voor de locatie Eibergen worden opgenomen in de MIVD
begroting. De vervangingsinvesteringen voor de locatie Burum worden opgenomen
in het, in het kader van het Actieplan terrorismebestrijding en veiligheid,
exogeen ter beschikking gestelde NSO budget. Voor de locaties Zoutkamp en
Eemnes worden geen vervangingsinvesteringen opgenomen, aangezien deze locaties,
zodra dit verantwoord is, worden afgestoten.
8.3 Naar aanleiding van het jaarplan NSO, met daarin opgenomen
de meerjarenplanning, wordt bezien wat de behoefte is aan uitbreiding en innovatie
van (interceptie)apparatuur. Deze behoeftestelling wordt geaccordeerd door
de CGA.
Uitbreidings- en innovatieprojecten waarvoor een door de CGA geaccordeerde
behoefte bestaat, worden door de MIVD ingediend via het reguliere behoeftestellingsproces
bij de Defensiestaf. De benodigde investeringsgelden worden, afhankelijk van
het project en op basis van een door de CGA geaccordeerde verdeelsleutel,
verdeeld tussen beide diensten. Indien een verdeelsleutel voor de investeringsgelden
wordt vastgesteld, wordt daarbij tevens een verdeelsleutel met betrekking
tot het gebruik van de te verwerven capaciteit vastgesteld.
8.4 Innovatieprojecten die op 23 mei 2007 in uitvoering zijn,
blijven onder de betreffende dienst ressorteren tot het moment van oplevering.
Na afronding van deze projecten vindt overdracht aan de NSO plaats. Een overzicht
van deze projecten is opgenomen in het jaarplan.
Artikel 9: Materieel
De MIVD is beheersmatig verantwoordelijk voor de NSO en voert uit dien
hoofde het materieelbeheer. Al het materieel dat in gebruik is of komt bij
de NSO, wordt administratief vastgelegd in de bij de MIVD in gebruik zijnde
goederenbeheersystemen. De CGA besluit over het afstoten van materieel, na
voorstellen hiertoe van het operationeel overleg, voor zover het gaat om het
afstoten van interceptie- en verwerkingssystemen. De directeur van de MIVD
besluit over het afstoten van overig materieel.
Artikel 10: Internationale samenwerking
10.1 De AIVD en de MIVD onderhouden elk vanuit hun eigen taakstelling
internationale contacten. Het hoofd van de AIVD en de directeur MIVD lichten
elkaar periodiek in over deze internationale contacten voor zover deze de
inzet van de NSO regarderen, teneinde te waarborgen dat de belangen die de
diensten hebben te behartigen niet worden geschaad.
De NSO heeft niet de bevoegdheid zelfstandig internationale samenwerkingsverbanden
aan te gaan. Op basis van bestaande en mogelijke toekomstige sigint-behoeften
van één of beide diensten kan de NSO de noodzaak tot een technische
samenwerking kenbaar maken en het voorstel als zodanig voorleggen aan één
of beide diensten afhankelijk van de gerelateerde sigint-behoefte.
10.2 Indien door de diensten, zelfstandig dan wel gezamenlijk,
technische samenwerking op het gebied van sigint is aangegaan, zal de NSO
de werkzaamheden voortvloeiende uit deze technische samenwerking feitelijk
uitvoeren.
10.3 Indien de samenwerking door één van de diensten
is aangegaan wordt de andere dienst in de gelegenheid gesteld van de opbrengst
van deze technische samenwerking gebruik te maken mits dit niet in strijd
is met de afspraken met de internationale partner of schadelijk is voor een
goede taakuitvoering van één of beide diensten.
10.4 De NSO zal binnen het kader dat door de diensten wordt
vastgesteld de bestaande internationale technische samenwerking gaan uitvoeren,
te weten:
a. De NSO voert installatie en onderhoud uit m.b.t. interceptie-apparatuur,
peilsystemen en aanverwante apparatuur/processen in binnen- en buitenland;
b. De NSO draagt, waar vereist, bij aan de internationale componenten
van operaties met sigint-detachementen. Het betreft de materiële aspecten
van sigint-detachementen, alsmede de personele en technische aspecten van
operaties met sigint-detachementen;
c. De NSO onderhoudt in overleg met de MIVD en/of AIVD contacten met bestaande
buitenlandse partners op het gebied van de NSO werkprocessen (interceptie,
signaalanalyse, traffic analyse en source development);
d. De NSO draagt vanuit haar specifieke deskundigheid bij aan de VI-samenwerkingsverbanden
van de MIVD en/of AIVD.
Artikel 11: Wijzigingen
Indien de partijen bij dit convenant van mening zijn dat dit convenant
behoort te worden gewijzigd, treden zij met elkaar in overleg.
Artikel 12: Intrekking oude convenant
Het convenant MIVD-AIVD inzake het verlenen van technische ondersteuning
op het gebied van satellietinterceptie d.d. 26 september 2003 wordt ingetrokken.
Artikel 13: Inwerkingtreding
Dit convenant treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit convenant zal worden geplaatst in de Staatscourant.
’s-Gravenhage, 1 juni 2007. De Minister van Defensie,voor deze, Directeur Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(wnd.), J. Sikkel. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze, Hoofd Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
(wnd.), T.P.L. Bot.