Benoeming leden klachtadviescommissie Inspectie van het onderwijs

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 25 januari 2006, nr. T&H/DIR/2006/3531, houdende de benoeming van leden van de klachtadviescommissie inzake de Inspectie van het onderwijs

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende na overleg met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 23 van de Wet op het onderwijstoezicht,

Besluit:

Artikel 1. Benoeming

Voor een periode van vier jaar worden tot lid van de klachtadviescommissie benoemd:

a. mevrouw mr. P.G.H. Westerhof, en

b. mevrouw N.A. van den Nieuwboer-Langenkamp.

Artikel 2. Bekendmaking

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden verzonden aan betrokkenen.

Artikel 3. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 2005.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Artikel 23 van de Wet op het onderwijstoezicht voorziet in de instelling van een klachtadviescommissie voor de behandeling van en advisering over klachten over gedragingen van de Inspectie van het onderwijs. De klachtadviescommissie zal klachten over de inspectie behandelen volgens de in de afdelingen 9.2 en 9.3 van de Algemene wet bestuursrecht neergelegde procedure. Dit besluit strekt ter aanvulling op het besluit van 10 januari 2003, houdende de benoeming van drie leden in de klachtadviescommissie (WJZ/2002/64194(DEP)563, gepubliceerd in Uitleg, nr. 2 d.d. 5 februari 2003).

Het aantal leden (nu drie) wordt uitgebreid met twee extra leden, teneinde het reële probleem op te lossen dat de klachtadviescommissie, bij ontstentenis van een lid, de klacht niet in een volledige en adequate samenstelling kan behandelen. In het reglement van de commissie, welke commissie conform artikel 23, vierde lid, van de Wet op het onderwijstoezicht haar eigen werkwijze bepaalt, zal worden vastgelegd dat een klacht altijd door drie personen wordt behandeld en dat de voorzitter van de commissie bepaalt door welke drie personen een klacht zal worden behandeld. Er is een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht in voorbereiding, waarin onder meer is voorzien in wijziging van artikel 23, tweede lid. Deze wijziging beoogt door de toevoeging ‘ten minste’ te verduidelijken dat meer dan drie leden in de klachtadviescommissie kunnen worden benoemd (de klachtadviescommissie bestaat uit ten minste drie leden).

Bij de benoeming van de leden is rekening gehouden met artikel 23, tweede lid, van de Wet op het onderwijstoezicht, dat bepaalt dat de leden geen deel uitmaken van en niet werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de inspectie. Daarnaast is rekening gehouden met het derde lid van artikel 23 van de Wet op het onderwijstoezicht, waarin is vastgelegd dat de voorzitter en leden afzonderlijk of gezamenlijk deskundig zijn op het gebied van onderwijs, in het bijzonder op het gebied van de vrijheid van richting en inrichting, toezicht en klachtbehandeling.

Naar boven