Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2006, 40 pagina 12 | Overig |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen
Intentieverklaring Samenwerking voor een Leven Lang Leren
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
De Groene Kenniscoöperatie
Het kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Aequor
Coöperatie Cehave Landbouwbelang u.a.
De projectdirectie ‘Leren & Werken’
Partijen
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C. Veerman, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen de minister van LNV.
De Coöperatie Cehave Landbouwbelang u.a., te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur A.C.J.M. Hectors, lid Hoofddirectie, hierna te noemen Cehave.
Het kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Aequor, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur externe zaken J.A. Gravemaker, hierna te noemen Aequor.
De Groene Kennis Coöperatie, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar gemachtigde A. Bomers, hierna te noemen Groene Kenniscoöperatie.
Overwegende, dat:
• Het noodzakelijk is dat het aanpassingsvermogen van bedrijven aan de steeds dynamischer marktomstandigheden te vergroten om te kunnen inspelen op de versnelling van de innovatie, de toenemende internationalisering en de gevolgen van de prijzenoorlog in de supermarktketens.
• Technologieën steeds sneller veranderen. De invoering van nieuwe machines en technologieën (automatisering en robotisering) vereisen tevens investeringen in de ontwikkeling van het potentieel van mensen;
• Het voor bedrijven van groot belang is dat mensen flexibeler inzetbaar worden en dat dit door leren en opleiden wordt bereikt;
• De kenniseconomie steeds meer behoefte heeft aan hoger opgeleiden op alle niveaus;
• De combinatie van werken en leren een aantrekkelijke wijze van leren is voor werkenden en werkzoekenden;
• In de huidige kenniseconomie burgers minimaal een startkwalificatie nodig hebben om een redelijke kans op, blijvend, werk te hebben;
• EVC en het leren in de werkomgeving een belangrijk instrument zijn om mensen (weer) aan het leren te krijgen en eventueel aan (ander) werk te helpen. Bij werkenden gaat het om behoud van werk en doorstroom naar hogere functies. Dat verhoogt de arbeidsproductiviteit, het concurrentievermogen en innovatievermogen voor bedrijven en creëert ook ruimte voor nieuwe instroom.
• De ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een projectdirectie Leren & Werken hebben opgericht, die onder meer als taak heeft regionale initiatieven op het gebied van een leven lang leren te ondersteunen.
Komen overeen:
Deze intentieverklaring heeft tot doel het leren en werken voor werkenden en/of werkzoekenden te bevorderen door middel van activiteiten in het kader van het project Samenwerking voor een Leven Lang Leren.
Partijen spreken de intentie uit als samenwerkende onderwijsorganisaties in de groene sector (Groen Onderwijs) in samenwerking met bedrijven in de agrosector en de groene ruimte het opleidingsniveau van zittend personeel van tenminste de hieronder genoemde sectoren te verhogen en waar mogelijk de instroom in de bestaande opleidingen te doen toenemen. Daartoe nemen partijen zich het volgende voor.
• de scholen verenigd in de Groene Kennis Coöperatie zullen samenwerken bij het ontwikkelen en implementeren van EVC-methodiek(en), en de kennis over en het gebruik van EVC in de scholen en bedrijven bevorderen.
• zij zullen kennisuitwisseling bevorderen tussen opleidingsinstellingen en bedrijven en
• zij zullen voor werkenden in de sector 1000 nieuwe duale trajecten en 1000 extra EVC-trajecten starten in de periode tot 1 oktober 2007 die erop zijn gericht een certificaat of diploma te behalen behorende bij een beroepsopleiding, opgenomen in het Centraal Register Beroepsopleidingen of een opleiding opgenomen in het Centraal Register Opleidingen Hoger onderwijs. Het betreft ook trajecten die leiden naar certificering van delen van kwalificaties die door een Opleidings- en Ontwikkelingsfonds in een branche als extra kwalificatie voor de arbeidsmarkt worden erkend. Bij het totstandkomen van nieuwe duale trajecten gaat het om een aantoonbare vergroting van de instroom van personen binnen de doelgroep van werkenden, en werkzoekenden van drieëntwintig jaar en ouder.
Artikel 1. De Groene Kennis Coöperatie
1. De Groene Kennis Coöperatie zal zich inzetten om met bedrijven en opleidingsaanbieders voor 1 april 2006 projectplannen te ontwikkelen om hun intentie te verwezenlijken. Zij zullen daartoe de navolgende activiteiten ondernemen:
2. Uitwerking van de hieronder beschreven projectvoornemens naar concrete projectplannen met een bijbehorende bemensing en begroting in tenminste de sectoren paardenhouderij en paardensport, hoveniers en groenvoorziening, boomverzorging, mengvoederindustrie en groene ruimte.
3. De scholen participerend in de Groene Kennis Coöperatie zullen hun kennis over EVC en duaal leren uitwisselen en verder ontwikkelen. Zij zullen de bedrijven desgevraagd maatwerk leveren bij het opzetten en doorlopen van duale trajecten en EVC-trajecten. Zij zullen hierbij gebruik maken van het kwaliteitskader van het Kenniscentrum EVC. Zij zullen voor hun handelen een kwaliteitskeurmerk (gedragscode) ontwikkelen.
4. De Groene Kennis Coöperatie zal zorgdragen voor communicatie over de scholingsprogramma’s die de instellingen in het kader van de verschillende projecten uitvoeren.
5. De Groene Kennis Coöperatie zal in het kader van het project projectleiders aanwijzen. Deze zullen projectplannen opstellen en het project leiden, zodat genoemde doelstellingen uit de intentieverklaringen gerealiseerd zullen worden.
6. Binnen drie maanden na ondertekening van deze intentieverklaring wordt door de Groene Kennis Coöperatie, na ontvangst van een subsidiebeschikking een projectgroep opgericht voor de begeleiding van de uitvoering van de projectplannen. De projectgroep bestaat uit een voorzitter, te weten, dr. ir. B.M. Schober en vertegenwoordigers van bij deze intentieverklaring betrokken scholen en bedrijven.
Aequor zal het gebruik van EVC en duaal leren in de groene sector bevorderen. Aequor zal de bedrijfsadviseurs inzetten om de contacten met werkgevers te onderhouden en actieve acquisitie te plegen om bedrijven te stimuleren tot deelname. Aequor zal de praktijkopleiders ondersteunen in de praktijkbegeleiding.
Artikel 3. Bedrijven en organisaties
De navolgende bedrijven, verenigingen en brancheorganisaties hebben zich aangemeld voor deelname, zij zullen de door hen aangegeven intenties in samenspraak met de Groene Kenniscoöperatie verder uitwerken tot een projectplan dat voldoet aan de voorwaarden als genoemd in de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken’. Het betreft de Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie, de Federatie Nederlandse Hippische Ondernemers, de Federatie Nederlandse Ruitersportcentra en de Nederlandse Hippische Beroepsopleidingen van Helicon Opleidingen te Deurne.
De Nederlandse Vereniging van Boomverzorgers, de Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners en de Coöperatie Cehave Landbouwbelang u.a. Er kunnen zich meer organisaties en bedrijven melden voor deelname.
De minister verbindt zich aan deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:
• de Projectdirectie Leren & Werken als aanspreekpunt voor knellende regelgeving op het terrein van een leven lang leren te laten fungeren, en deze, waar nodig, binnen de Rijksoverheid aan de orde te stellen.
• de overige partijen te informeren over de mogelijkheid van subsidieverstrekking op basis van een subsidieregeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zoals op 16 december 2005 in de Staatscourant gepubliceerd;
• via de Projectdirectie Leren & Werken een blijvende betrokkenheid gedurende de looptijd van deze intentieverklaring te bevorderen;
1. De deelnemende partijen zullen zich gezamenlijk inspannen om met de hen ter beschikking staande middelen en binnen hun wettelijke bevoegdheden de bovengenoemde doelstellingen te ondersteunen, knelpunten te verhelpen en uitvoering te geven aan de nader te benoemen activiteiten om genoemde doelstellingen te kunnen realiseren. Partijen zullen de voornemens concreet uitwerken in een activiteitenplan met een begroting zoals bedoeld in de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken’. In het projectplan worden voor iedere betrokken partij de verwachte en noodzakelijke activiteiten opgenomen om de in deze intentieverklaring vastgelegde voornemens te realiseren.
2. De Groene Kenniscoöperatie heeft een coördinerende rol bij de uitvoering van het project en treedt namens partijen op als subsidieaanvrager. De Groene Kenniscoöperatie is uit dien hoofde verantwoordelijk voor de naleving van de aan de eventuele subsidieverlening verbonden voorwaarden en verplichtingen.
Deze intentieverklaring is niet (in rechte) afdwingbaar.
Artikel 7. Inwerkingtreding, looptijd en verlenging
Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en eindigt op 1 oktober 2007. Na schriftelijke toestemming van alle partijen kan de duur van de intentieverklaring worden verlengd.
1. Teneinde andere partijen dan de bij het sluiten van deze intentieverklaring betrokken partijen in zo ruim mogelijke mate te doen participeren in deze intentieverklaring, bestaat er voor hen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de intentieverklaring als partij toe te treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de intentieverklaring voortvloeien, te aanvaarden.
2. Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend bij de Projectdirectie Leren & Werken van de Ministeries Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zodra partijen schriftelijk hebben toegestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van partij bij de intentieverklaring en gelden voor die partij de voor haar uit de intentieverklaring voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.
1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken de intentieverklaring te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen 2 weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.
Elke partij kan met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden de intentieverklaring schriftelijk opzeggen, indien de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat de partij het redelijk vindt om deze intentieverklaring te beëindigen. De opzegging vermeldt de verandering van omstandigheden.
Binnen vier weken na ondertekening van deze intentieverklaring wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.
Aldus overeengekomen en in vijfvoud ondertekend,
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2006-40-p12-SC74059.html