Vaststelling Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media

22 december 2005

Nr. MLB/FTZ/2005/57.494

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. Medy C. van der Laan

Gelet op artikel 12, vierde lid, van de Mediawet;

Besluit:

Artikel 1

Vastgesteld worden de modellen en nadere voorschriften zoals opgenomen in het als bijlage bij dit besluit gevoegde ‘Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media’, dat van toepassing is op de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris voornoemd,
M.C. van der Laan.

Toelichting

In artikel 12, vierde lid van de Mediawet, is bepaald dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap regels kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag (de jaarrekening) en de aandachtspunten voor de accountantscontrole van het Commissariaat voor de Media.

In het kader van een verbetering van de transparantie van de financiële verantwoording is het wenselijk nadere regels te stellen over de financiële verantwoording van het Commissariaat voor de Media. Dit heeft ertoe geleid dat specifiek voor het Commissariaat voor de Media een Handboek Financiële Verantwoording opgesteld.

Een belangrijk onderdeel van het Handboek wordt gevormd door het controleprotocol ten behoeve van de accountant van het Commissariaat voor de Media, waarin staat voorgeschreven op welke wijze het rechtmatigheidsaspect dient te worden gecontroleerd.

Het Handboek is opgesteld in nauw overleg met het Commissariaat voor de Media en de departementale auditdienst.

Ten slotte is het Handboek geactualiseerd aan de hand van de richtlijnen van de Jaarverslaggeving.

Het Handboek treedt met terugwerkende kracht per 1 januari 2005 in werking. Hiermee is de financiële verantwoording over de jaren 2005 en verder geoptimaliseerd.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.C. van der Laan.

Bijlage

Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media

1 Inleiding

In het kader van het bepaalde in artikel 12, vierde lid, van de Mediawet kan de Minister van OCW regels stellen over de inrichting van het financieel verslag (de jaarrekening) en de aandachtspunten voor de accountantscontrole van het Commissariaat voor de Media. Dit heeft ertoe geleid dat dit Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media tot stand is gekomen.

Dit Handboek is van toepassing vanaf het boekjaar 2005. Hierbij dient opgemerkt te worden dat eventuele gevolgen voor waarderingen, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2005, opgenomen worden.

1.1 Wettelijk kader

Met artikel 9 van de Mediawet is het Commissariaat voor de Media ingesteld. In artikel 12 van de Mediawet is bepaald dat de Minister van OCW de kosten van het Commissariaat zal vergoeden. Hiertoe stelt het Commissariaat jaarlijks een begroting op die de instemming behoeft van de minister van OCW. Het Commissariaat brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening) uit, dat vergezeld gaat van een accountantsverklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid. Het financieel verslag behoeft de instemming van de minister van OCW. Artikel 12, vierde lid, van de Mediawet bepaald dat de Minister van OCW regels kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag (de jaarrekening) en aandachtspunten voor de accountantscontrole.

Doel van de hierbij nader te bepalen voorschriften en modellen met betrekking tot de presentatie van de financiële verantwoording is het bereiken van een transparante jaarverslaggeving inzake de financiële gegevens door de jaren heen. Daarbij zijn de regels van het jaarrekeningenrecht, zoals deze zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9, de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en jurisprudentie van toepassing. Wanneer hetgeen in dit Handboek vermeld afwijkt van eerdergenoemde richtlijnen, dan prevaleert het Handboek.

Er is een wetsvoorstel in voorbereiding dat consequenties zal hebben voor o.a. artikel 12, tweede lid, van de Mediawet. Als gevolg van die wijziging zal voortaan het Commissariaat vóór 1 september (is nu nog vóór 1 juni) de jaarrekening over het voorafgaande boekjaar aan Onze Minister doen toekomen. De jaarrekening behoeft de instemming van de Minister van OCW.

1.2 Informatie

De jaarrekening van het Commissariaat bevat minimaal de volgende onderdelen:

1. Balans met toelichting

2. Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting

3. Kasstroomoverzicht.

2 Jaarrekening

De jaarrekening van het Commissariaat voor de Media wordt opgesteld in euro’s en bevat minimaal de volgende onderdelen:

• Balans met toelichting (zie 2.1)

• Exploitatierekening volgens de categoriale indeling met toelichting (zie 2.2)

• Kasstroomoverzicht (zie 2.3).

Vreemde valuta worden op de balansdatum gewaardeerd tegen de dagwaarde zoals aangegeven door de Nederlandse Bank.

2.1 Balans met toelichting

Het Commissariaat neemt alleen die posten in de balans op, die voor de betrokken instelling van toepassing zijn.

Met betrekking tot de waarderingsgrondslagen zijn in aanvulling op de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek 2 Titel 9 de volgende regels van toepassing.

2.1.1 Vaste Activa

Materiële vaste activa

Waardering van materiële vaste activa geschiedt op basis van historische kosten onder aftrek van afschrijvingen. Daarbij gelden de hieronder vermelde afschrijvingspercentages.

Bedrijfsgebouwen en terreinen

stcrt-2006-3-p11-SC73355-1.gif

Overige materiële vaste activa

Aanschaffingen boven de € 2.500 dienen te worden geactiveerd; aanschaffingen tot en met € 2.500 komen direct ten laste van de exploitatierekening.

Afschrijvingspercentages per jaar:
 

% van de historische kostprijs

Inventaris en inrichting

20,00

Facilitaire apparatuur

20,00

Hardware en software

25,00

Financiële vaste activa

Overige vorderingen

Dit betreft o.a. langlopende leningen aan de omroepinstellingen.

2.1.2 Vlottende Activa

Vorderingen

Debiteuren

Dit betreft nog te vereffenen vorderingen op schuldenaars van het Commissariaat alsmede een voorziening voor oninbaarheid.

Overige vorderingen

Dit betreft vorderingen van de Stichting Etherreclame, diverse zendgemachtigden en afrekeningen subsidies van OCW.

Overlopende activa

Dit betreft posten zoals nog te ontvangen interest, te factureren opbrengsten en vooruitbetaalde kosten.

Liquide middelen

Dit betreft rekening-courant saldi, deposito’s en spaartegoeden.

2.1.3 Eigen Vermogen

Algemene reserve

Het bedrag in het eigen vermogen wat resteert na aftrek van de bestemmingsfondsen en reserves wordt verantwoord onder de algemene reserves.

Bestemmingsfondsen

Het bestemmingsfonds bestaat uit de Algemene Omroepreserve welke wordt aangehouden als buffer voor tegenvallende reclameopbrengsten van de Ster, als liquidatiereserve in geval van discontinuïteit van één van de omroepen en ter financiering van de rekening-courant met de Ster. Daarnaast kan dit fonds bestaan uit andere incidentele beschikbare fondsen.

Bestemmingsreserves

Heeft een reserve een specifieke doelbestemming dan is er sprake van bestemmingsreserves.

2.1.4 Voorzieningen

Een verloopoverzicht van iedere individuele voorziening geeft inzicht in de dotaties, onttrekkingen en overige mutaties.

Overige

Deze posten bestaan uit voorzieningen wachtgelden, voorziening Rijkswachtgeldregeling Kijk- en Luisterdienst en Adviseur, en een voorziening voor groot onderhoud.

2.1.5 Kortlopende schulden

Vooruit ontvangen

Dit betreft het nog niet bestede deel van vooruit ontvangen subsidies.

Crediteuren

Betreft schulden aan schuldeisers.

Belastingen en sociale premies

Dit betreft nog af te dragen loonbelasting en sociale premies aan de belastingdienst.

Overige schulden

Dit betreft de rekening-courantverhouding met het ministerie van OCW, de af te dragen boetes aan OCW en schulden aan zendgemachtigden en overige media-instellingen.

Overlopende passiva

Dit betreft reservering vakantiegeld en overige nog te betalen kosten.

Model Jaarrekening Commissariaat voor de Media

INHOUDSOPGAVE

Nr

Omschrijving

Pagina

1

Analyse van het resultaat

 
   

2

Jaarrekening

 

2.1

Balans per 31 december

 

2.2

Exploitatierekening

 

2.3

Kasstroomoverzicht

 

2.4

Algemene toelichting

 

2.5

Toelichting op de balans

 

2.6

Toelichting op de exploitatierekening

 
   

3

Overige gegevens

 

3.1

Gebeurtenissen na balansdatum

 

3.2

Accountantsverklaring

 

3.3

Resultaatbestemming

 

3.4

Bestuursverklaring

 
   

4

Bijlagen

 

4.1

Verantwoording Apparaat

 

4.2

Balans Apparaat per 31 december

 

4.3

Exploitatierekening Apparaat

 

4.4

Kasstroomoverzicht Apparaat

 

4.5

Toelichting op de balans Apparaat

 

4.6

Toelichting op de exploitatierekening Apparaat

 

4.7

Verantwoording Beheer

 

4.8

Balans Beheer per 31 december

 

4.9

Exploitatierekening Beheer

 

4.10

Kasstroomoverzicht Beheer

 

4.11

Toelichting op de balans Beheer

 

4.12

Toelichting op de exploitatierekening Beheer

 

4.13

Verloopoverzicht zendgemachtigden

 

1 Analyse van het resultaat

Het exploitatieresultaat wijkt in belangrijke mate af van het begrote resultaat. De verschillen zijn als volgt weer te geven:

Bedragen x (€ 1.000)

Jaar t

Begroting t

Verschil

BATEN

   

Rijksbijdragen media

   

Reclamegelden STER

   

Overige baten

   

Bijzondere baten

   

Som der baten

   
    

LASTEN

   

Verstrekte subsidies

   

Apparaatskosten

   

Overige lasten

   

Bijzondere lasten

   

Som der lasten

   
    

Bedrijfsresultaat

   
    

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

   
    

Exploitatieresultaat

   

Baten

De lagere/hogere baten zijn voornamelijk het gevolg van ...............

De lagere/hogere Ster-opbrengsten zijn het gevolg van .............

Verstrekte subsidies

De verstrekte subsidies zijn voornamelijk hoger/lager uit gevallen door de in het jaar t aan de Instellingen X en Y toegekende bedragen voor ....., welke niet in de Mediabegroting t-1 waren opgenomen. Daarnaast hebben de media-instellingen A, B en C hogere subsidies gekregen dan in de Mediabegroting t-1 waren opgenomen.

Apparaatskosten

De apparaatskosten in jaar t zijn voornamelijk hoger uit gevallen als gevolg van hogere Z-kosten. Deze hogere kosten hangen samen met .....en zijn deels het gevolg van eenmalige kosten voor .....

Overige lasten

In jaar t diverse rekeningen ten laste van de Algemene Omroepreserve gebracht welke niet in de Mediabegroting in jaar t zijn opgenomen.

Bijzondere lasten

In jaar t zijn bijzondere lasten geboekt als gevolg van correcties op in voorgaande jaren goedgekeurde en/of vastgestelde subsidies, alsmede een correctie op de rekening-courant met het Ministerie van OCW.

2 Jaarrekening

2.1 Balans per 31 december 20xx

(na resultaatsbestemming)

Bedragen x (€ 1.000)

ACTIEF

Jaar t

Jaar t-1

VASTE ACTIVA

  
   

Materiële vaste activa

  

Bedrijfsgebouwen en -terreinen

  

Installaties

  

Andere vaste bedrijfsmiddelen

  
   

Financiële vaste activa

  

Overige vorderingen

  
   

VLOTTENDE ACTIVA

  
   

Vorderingen

  

Debiteuren

  

Overige vorderingen

  

Overlopende activa

  
   

Liquide middelen

  
   

TOTAAL

  
Bedragen x (€ 1.000)

PASSIEF

Jaar t

Jaar t-1

EIGEN VERMOGEN

  

Algemene reserve

  

Bestemmingsfondsen

  

Bestemmingsreserves

  
   

VOORZIENINGEN

  

Overige

  
   

KORTLOPENDE SCHULDEN

  

Vooruit ontvangen

  

Crediteuren

  

Belastingen en sociale premies

  

Overige schulden

  

Overlopende passiva

  
   

TOTAAL

  

2.2 Exploitatierekening

Bedragen x (€ 1.000)
 

Jaar t

Begroting t

Jaar t-1

BATEN

   

Rijksbijdragen media

   

Reclamegelden STER

   

Overige baten

   

Bijzondere baten

   

Som der baten

   
    

LASTEN

   

Verstrekte subsidies

   

Apparaatskosten

   

Overige lasten

   

Bijzondere lasten

   

Som der lasten

   
    

Bedrijfsresultaat

   
    

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

   
    

Exploitatieresultaat

   
    

Bestemming van het resultaat:

   

Onttrekking Algemene reserve

   

Onttrekking Bestemmingsfondsen

   

2.3 Kasstroomoverzicht

Bedragen x (€ 1.000)

Volgens de indirecte methode

Jaar t

Jaar t-1

Kasstroom uit operationele activiteiten

  

Bedrijfsresultaat

  

Aanpassingen voor:

  

– afschrijvingen op materiele vaste activa

  

– vrijval bestemmingsfondsen

  

– vrijval bestemmingsreserves

  

– dotaties aan voorzieningen

  

– vrijval van voorzieningen

  

– onttrekkingen aan voorzieningen

  
   

Veranderingen in werkkapitaal:

  

– vorderingen

  

– kortlopende schulden

  
   

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

  

Ontvangen interest

  

Kasstroom uit operationele activiteiten

  
   

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

  

Investeringen in materiele vaste activa

  

Toe-/afname geldmiddelen

  

2.4 Algemene toelichting

Waarderingsgrondslagen

Voorzover niet anders is vermeld zijn de activa, de voorzieningen en de schulden opgenomen tegen nominale waarde.

2.4.1 Materiële vaste activa

De materiele vaste activa zijn gewaardeerd op de verkrijgingsprijs onder aftrek van daarop gebaseerde afschrijvingen op lineaire basis. Voorzover het gebouw gefinancierd is met vreemd vermogen vindt de afschrijving plaats op annuïtaire wijze tegen de afgesloten rentevoet;

indien en voorzover het gebouw gefinancierd is met eigen vermogen vindt de afschrijving plaats op annuïtaire wijze, waarbij de rentevoet bepaald wordt in het jaar van de investering overeenkomstig de op dat moment geldende langlopende hypotheekrente. De afschrijvingen vinden plaats in een termijn van 40 jaar op basis van de historische kostprijs.

2.4.2 Debiteuren

De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van nodig geachte voorzieningen voor mogelijk oninbare vorderingen.

2.4.3 Grondslagen voor de bepaling van het resultaat

Baten en lasten worden in de jaarrekening opgenomen onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid. Uitgangspunt daarbij is de toerekening van baten en lasten aan de periode waarop zij betrekking hebben, daarbij rekening houdend met het verband tussen die baten en lasten.

Winsten worden slechts opgenomen, indien zij zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het einde van het boekjaar, worden in acht genomen indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Wijzigingen in de grondslagen

Wijzigingen in de grondslagen waarop de jaarrekening wordt opgesteld dienen te worden toegelicht.

2.5 Toelichting op de balans

Bedragen x (€ 1.000)

2.5.1 Materiële vaste activa

Het verloop in jaar t is als volgt weer te geven:

 

Bedrijfsgebouwen en -terreinen

Installaties

Andere vaste bedrijfsmiddelen

Totaal

Saldo per 1 januari

    

Aanschafwaarden

    

Cumulatieve afschrijvingen

    

Boekwaarde

    
     

Mutaties in het boekjaar

    

Investeringen

    

Desinvesteringen

    

Afschrijvingen

    

Afschrijvingen over desinvesteringen

    

Saldo

    
     

Saldo per 31 december

    

Aanschafwaarden

    

Cumulatieve afschrijvingen

    

Boekwaarde

    

De bijdrage van het Ministerie van OCW uit 2001 voor de nieuwbouw is aan de creditzijde van de balans opgenomen als bestemmingsreserve nieuwbouw. Deze reserve valt in hetzelfde tempo vrij als de nieuwbouw wordt afgeschreven.

Op de gebouwen wordt annuïtair afgeschreven over een periode van 40 jaar. In mindering wordt gebracht de bestemmingsreserve bestemd voor de nieuwbouw. Hierbij wordt de lange termijn rente gehanteerd, zoals die gold in 2001 volgens opgave van de kerngegevens van het CPB. Voor de installaties, inventaris en apparatuur wordt een afschrijvingstermijn van 5 jaar gehanteerd, voor hard- en software 4 jaar. Over de grondwaarde wordt niet afgeschreven.

2.5.2 Financiële vaste activa

Overige vorderingen

Dit betreft een onderhandse lening aan .... Per 1 januari 2000 is deze aflossingsvrije lening rentedragend geworden. Het rentepercentage bedraagt voor een periode van .. jaar x%.

2.5.3 Vorderingen

 

Jaar t

Jaar t-1

Debiteuren

  

Debiteuren

  

Voorziening voor oninbaarheid

  
   

Overige vorderingen

  

Stichting Ether Reclame

  

Zendgemachtigden

  

Afrekening subsidie Apparaat 20xx

  

WAO-premie voorgaande jaren

  

Diversen

  
   

Overlopende activa

  

Te ontvangen interest

  

Te factureren opbrengsten

  

Vooruitbetaalde kosten

  

2.5.4 Liquide Middelen

Rekening-courant saldi

Deposito’s en spaartegoeden

De liquide middelen zijn vrij opvraagbaar.

2.5.5 Eigen Vermogen

Het verloop in jaar t is als volgt weer te geven:

 

Algemene reserve

Bestemmingsfondsen

Bestemmings

Totaal

reserves

Saldo per 1 januari

    

Vrijval ten gunste van resultaat

    

Resultaatsbestemming

    

Saldo per 31 december

    

Het Commissariaat voor de Media beheert een bestemmingsfonds voor het Ministerie van OCW. Dit betreft de Algemene Omroep Reserve. De Minister van OCW beschikt over de bestemming van dit fonds.

2.5.6 Voorzieningen

Overige

Het verloop in jaar t is als volgt weer te geven:

 

Wachtgeld

Rijkswachtgeldregeling

Groot onderhoud

Totaal

Saldo per 1 januari

    

Dotaties

    

Vrijval ten gunste van resultaat

    

Onttrekkingen

    

Saldo per 31 december

    

De voorziening wachtgeld is in jaar t gevormd voor x afvloeiingsregelingen. Jaarlijks worden bij de werknemers ingehouden pseudo ww-premies gedoteerd aan deze voorziening.

De voorziening Rijkswachtgeldregeling Kijk- en Luisterdienst en Adviseur is in 1994 gevormd in verband met de reorganisatie van deze afdeling per 1 december 1994. De voorziening ultimo jaar t is opgebouwd uit de bedragen welke volgens het Rijkswachtgeldbesluit 1959 moeten worden uitgekeerd aan een x-al medewerkers in de periode 20yy tot en met 20zz.

2.5.7 Kortlopende schulden

Vooruit ontvangen

Dit betreft het nog niet bestede deel van de vooruit ontvangen subsidies voor....

 

Jaar t

Jaar t-1

Belastingen en sociale premies

  

Loonbelasting

  

Sociale premies

  
   

Overige schulden

  

Rekening-courant Ministerie OCW

  

Af te dragen boetes

  

NIBG

  

Zendgemachtigden

  
   

Overlopende passiva

  

Reservering vakantiegeld

  

Nog te betalen kosten

  

2.5.8 Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Op 1 december jaar t zijn door de Staatssecretaris van Cultuur de toekenningen voor jaar t+1 verstuurd aan de Publieke Omroep ad € x en de stichting Radio Nederland Wereldomroep ad € y. Deze betalingsverplichtingen zijn in overeenstemming met voorgaande jaren niet in de balans meegenomen.

Het Commissariaat voor de Media heeft een tweetal operational lease overeenkomsten gesloten voor twee personenauto’s. De totale leaseverplichting exclusief brandstof bedraagt ultimo jaar t € z

Het Commissariaat voor de Media heeft zich onherroepelijk en onvoorwaardelijk garant gesteld voor de stipte nakoming van de verplichtingen van een aangegane lening door vereniging ...inzake de financiering van ...

tot een bedrag van maximaal € ... inclusief rente en kosten. Deze garantie vervalt op ....

2.6 Toelichting op de exploitatierekening

Bedragen x (€ 1.000)
 

Jaar t

Begroting t

Jaar t-1

2.6.1 Overige baten

   

Toezichtkosten commerciële RTV

   

Overige opbrengsten

   

In jaar t zijn de toezichtkosten over t-1 gefactureerd. De toezichtkosten in jaar t, welke in jaar t+1 gefactureerd zullen worden, zijn in tegenstelling tot voorgaande jaren als nog te factureren baten meegenomen. Dit leidt éénmalig tot een dubbele bate toezichtkosten.

 

Jaar t

Begroting t

Jaar t-1

2.6.2 Bijzondere baten

   

Vrijval reserve <naam reserve>

   

Vrijval reservering <naam reserve>

   
    

2.6.3 Verstrekte subsidies

   

Landelijke Omroepen

   

Regionale Omroepen

   

Wereldomroep

   

Muziekcentrum van de Omroep

   

Nederlands Omroepproduktie Bedrijf

   

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

   

Minderhedenprogrammering

   

Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland

   

Reorganisatiekosten Publieke- en Wereldomroep

   
    

2.6.4 Apparaatskosten

   

Lonen en salarissen

   

Sociale lasten

   

Afschrijvingen op materiele vaste activa

   

Overige bedrijfskosten

   
    

2.6.5 Overige lasten

   

Organisatie adviezen

   

Accountantskosten

   

Bankkosten

   

Diversen

   
    

2.6.6 Bijzondere lasten

   

Overdracht (inclusief rente) algemene reserve NOS

   

Diverse lasten voorgaande boekjaren

   
    

2.6.7 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

   

Rente lening u/g NPS

   

Rente deposito’s

   

Rente spaarrekeningen

   

Rente rekening-couranten

   

2.6.8 Overige informatie

In jaar t waren er gemiddeld xx (t-1: yy) personen (op basis van FTE’s) in dienst.

De bezoldiging van de bestuurders is als volgt weer te geven:

Bedragen x (€ 1.000)

Lonen en salarissen

Pensioenlasten

Sociale premies

Totaal

Commissarissen

    

3 Overige gegevens

3.1 Gebeurtenissen na balansdatum

3.2 Accountantsverklaring

De accountantsverklaring is opgenomen op de hierna volgende pagina.

3.3 Resultaatbestemming

Het bestuur stelt voor om van het exploitatieresultaat een bedrag van € x,- ten laste/gunste te brengen van de algemene reserve en € y,- ten laste/gunste van de Algemene Omroepreserve, een onderdeel van de Bestemmingsfondsen. De Minister van OCW dient hiervoor décharge te verlenen. Vooruitlopend op haar goedkeuring is de resultaatbestemming in de balans verwerkt.

3.4 Bestuursverklaring

Het College heeft de jaarrekening vastgesteld in haar vergadering d.d.

<naam>

voorzitter

<naam>

commissaris

<naam>

commissaris

4 Bijlagen

4.1 Verantwoording Apparaat

4.2 Balans Apparaat per 31 december 20xx

(na resultaatsbestemming)

Bedragen x (€ 1.000)

ACTIEF

Jaar t

Jaar t-1

VASTE ACTIVA

  
   

Materiële vaste activa

  

Bedrijfsgebouwen en -terreinen

  

Installaties

  

Andere vaste bedrijfsmiddelen

  
   

VLOTTENDE ACTIVA

  
   

Vorderingen

  

Debiteuren

  

Overige vorderingen

  

Overlopende activa

  
   

Liquide middelen

  
   

TOTAAL

  
Bedragen x (€ 1.000)

PASSIEF

Jaar t

Jaar t-1

EIGEN VERMOGEN

  

Algemene reserve

  

Bestemmingsreserves

  
   

VOORZIENINGEN

  

Overige

  
   

KORTLOPENDE SCHULDEN

  

Vooruit ontvangen

  

Crediteuren

  

Belastingen en sociale premies

  

Overige schulden

  

Overlopende passiva

  
   

TOTAAL

  

4.3 Exploitatierekening Apparaat

Bedragen x (€ 1.000)
 

Jaar t

Begroting t

Jaar t-1

BATEN

   

Bijdrage OCW

   

Overige baten

   

Som der baten

   
    

LASTEN

   

Lonen en salarissen

   

Sociale lasten

   

Afschrijvingen op materiele vaste activa

   

Overige lasten

   

Som der lasten

   
    

Bedrijfsresultaat

   
    

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

   
    

Exploitatieresultaat

   
    

Bestemming van het resultaat:

   

Onttrekking Algemene reserve

   

4.4 Kasstroomoverzicht Apparaat

Bedragen x (€ 1.000)

Volgens de indirecte methode

Jaar t

Jaar t-1

Kasstroom uit operationele activiteiten:

  

Bedrijfsresultaat

  

Aanpassingen voor:

  

– afschrijvingen op materiele vaste activa

  

– vrijval bestemmingsreserves

  

– dotaties aan voorzieningen

  

– vrijval van voorzieningen

  

– onttrekkingen aan voorzieningen

  
   

Veranderingen in werkkapitaal:

  

– vorderingen

  

– kortlopende schulden

  
   

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

  

Ontvangen interest

  

Kasstroom uit operationele activiteiten

  
   

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

  

Investeringen in materiële vaste activa

  
   

Toe-/afname geldmiddelen

  

Bedragen x (€ 1.000)

4.5 Toelichting op de balans Apparaat

Bedragen x (€ 1.000)

4.5.1 Materiële vaste activa

Het verloop in jaar t is als volgt weer te geven:

 

Bedrijfsgebouwen en -terreinen

Installaties

Andere vaste bedrijfsmiddelen

Totaal

Saldo per 1 januari

    

Aanschafwaarden

    

Cumulatieve afschrijvingen

    

Boekwaarde

    
     

Mutaties in het boekjaar

    

Investeringen

    

Desinvesteringen

    

Afschrijvingen

    

Afschrijvingen over desinvesteringen

    

Saldo

    
     

Saldo per 31 december

    

Aanschafwaarden

    

Cumulatieve afschrijvingen

    

Boekwaarde

    

De bijdrage van het Ministerie van OCW uit 2001 voor de nieuwbouw is aan de creditzijde van de balans opgenomen als bestemmingsreserve nieuwbouw. Deze reserve valt in hetzelfde tempo vrij als de nieuwbouw wordt afgeschreven.

Op de gebouwen wordt annuïtair afgeschreven over een periode van 40 jaar. In mindering wordt gebracht de bestemmingsreserve bestemd voor de nieuwbouw. Hierbij wordt de lange termijn rente gehanteerd, zoals die gold in 2001 volgens opgave van de kerngegevens van het CPB. Voor de installaties, inventaris en apparatuur wordt een afschrijvingstermijn van 5 jaar gehanteerd, voor hard- en software 4 jaar. Over de grondwaarde wordt niet afgeschreven.

4.5.2 Vorderingen

 

Jaar t

Jaar t-1

Debiteuren

  

Debiteuren

  

Voorziening voor oninbaarheid

  
   

Overige vorderingen

  

Rekening-courant Beheer

  

Diversen

  
   

Overlopende activa

  

Te ontvangen interest

  

Te ontvangen opbrengsten

  

Vooruitbetaalde kosten

  

4.5.3 Liquide middelen

Dit betreffen de rekening-courant saldi bij de ING Bank.

De liquide middelen zijn vrij opvraagbaar.

4.5.4 Eigen vermogen

Het verloop in jaar t is als volgt weer te geven:

 

Algemene reserve

Bestemmings reserve

Totaal

Saldo per 1 januari

   

Vrijval ten gunste van resultaat

   

Resultaatsbestemming

   

Saldo per 31 december

   

De bestemmingsreserve is gevormd uit de éénmalige bijdrage die door het Ministerie van OCW is verstrekt ten behoeve van de financiering van de nieuwbouw.

Van de reserve zal jaarlijks 2,5% vrijvallen ten gunste van de post afschrijving gebouwen in de exploitatierekening. Dit percentage is gelijk aan het afschrijvingspercentage van de nieuwbouw.

4.5.5 Voorzieningen

Overige

Het verloop in jaar t is als volgt weer te geven:

 

Wachtgeld

Rijkswachtgeldregeling

Groot onderhoud

Totaal

     

Saldo per 1 januari

    

Dotaties

    

Vrijval ten gunste van resultaat

    

Onttrekkingen

    

Saldo per 31 december

    

De voorziening wachtgeld is in jaar t gevormd voor x afvloeiingsregelingen. Jaarlijks worden bij de werknemers ingehouden pseudo ww-premies gedoteerd aan deze voorziening.

De voorziening Rijkswachtgeldregeling Kijk- en Luisterdienst en Adviseur is in 1994 gevormd in verband met de reorganisatie van deze afdeling per 1 december 1994. De voorziening ultimo jaar t is opgebouwd uit de bedragen welke volgens het Rijkswachtgeldbesluit 1959 moeten worden uitgekeerd aan een zevental medewerkers in de periode 2005 tot en met 2012.

De voorziening voor groot onderhoud is met ingang van 2004 komen te vervallen als gevolg van een doorgevoerde stelselwijziging. De kosten voor groot onderhoud zullen in de toekomst geactiveerd worden en afgeschreven conform hun levensduur.

4.5.6 Kortlopende schulden

Vooruit ontvangen

Dit betreft het nog niet bestede deel van de vooruit ontvangen subsidie voor Mediaconcentraties.

 

Jaar t

Jaar t-1

Belastingen en sociale premies

  

Loonbelasting

  

Sociale premies

  

Overige schulden

  

Dit betreft de aan het Ministerie van OCW af te dragen boetes, die door het Commissariaat voor de Media zijn opgelegd en geïnd.

  

Overlopende passiva

  

Reservering vakantiegeld en vakantiedagen

  

Nog te betalen kosten

  

4.5.7 Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Met .... zijn is een operational lease overeenkomsten gesloten voor personenauto’s. De resterende leaseverplichting exclusief brandstof bedraagt ultimo jaar t.

4.6 Toelichting op de exploitatierekening Apparaat

Bedragen x (€ 1.000)

4.6.1 BATEN

 

Jaar t

Begroting t

Jaar t-1

Bijdrage OCW

   

Subsidie Apparaatskosten

   

Subsidie Gelieerdheidstoets

   
    

Overige baten

   

Toezichtkosten commerciële RTV

   

Toezichtkosten commerciële RTV nog te factureren

   

Diverse ontvangsten

   

In jaar t zijn de toezichtkosten over t-1 gefactureerd. De toezichtkosten in jaar t, welke in jaar t+1 gefactureerd zullen worden, zijn in tegenstelling tot voorgaande jaren als nog te factureren baten meegenomen. Dit leidt éénmalig tot een dubbele bate toezichtkosten.

4.6.2 LASTEN

Lonen en salarissen

Bruto lonen

Vakantietoelagen

Reservering vakantiegeld en vakantiedagen

Eindejaarsuitkeringen

Ontvangen WAO-uitkeringen

 

Sociale lasten

Pensioenpremies

WAO-premies

Interim ziektekosten

FPU-premies

IP-premies

Loonheffing spaarloonregeling

 

Afschrijvingen op materiële vaste activa

Bedrijfsgebouwen en –terreinen

Installaties

Andere vaste bedrijfsmiddelen

 

Overige lasten

Personeelskosten

Huisvesting en exploitatie pand

Media en communicatie

Ondersteuning kerntaken

Financieel beheer

Projecten

Toelichting:

4.6.3 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

Dit betreft de rentebaten over de rekening-courant saldi bij de ING Bank.

4.6.4 Overige informatie

In jaar t waren er gemiddeld xx (t-1: yy) personen (op basis van FTE’s) in dienst.

De bezoldiging van de bestuurders is als volgt weer te geven:

Bedragen x (€ 1.000)

Lonen en salarissen

Pensioenlasten

Sociale premies

Totaal

Commissarissen

    

4.7 Verantwoording Beheer

4.8 Balans Beheer per 31 december 20xx

(na resultaatsbestemming)

Bedragen x (€ 1.000)

ACTIEF

Jaar 1

Jaar t-1

VASTE ACTIVA

  
   

Financiële vaste activa

  

Overige vorderingen

  
   

VLOTTENDE ACTIVA

  
   

Vorderingen

  

Debiteuren

  

Overige vorderingen

  

Overlopende activa

  
   

Liquide middelen

  
   

TOTAAL

  

Bedragen x (€ 1.000)

  
   

PASSIEF

  
   

EIGEN VERMOGEN

  

Bestemmingsfondsen

  
   

KORTLOPENDE SCHULDEN

  

Crediteuren

  

Overige schulden

  

Overlopende passiva

  
   

TOTAAL

  

4.9 Exploitatierekening Beheer

Bedragen x (€ 1.000)
 

Jaar t

Begroting t

Jaar t-1

BATEN

   

Rijksbijdragen media

   

Reclamegelden STER

   

Bijzondere baten

   

Som der baten

   
    

LASTEN

   

Verstrekte subsidies

   

Overige lasten

   

Bijzondere lasten

   

Som der lasten

   
    

Bedrijfsresultaat

   
    

Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

   
    

Exploitatieresultaat

   
    

Bestemming van het resultaat:

   

Onttrekking Bestemmingsfondsen

   

4.10 Kasstroomoverzicht Beheer

Bedragen x (€ 1.000)

Volgens de directe methode

Jaar t

Jaar t-1

Kasstroom uit operationele activiteiten

  

Ontvangsten van OCW

  

Ontvangsten van Ster

  

Ontvangsten van debiteuren

  

Totaal ontvangsten

  

Betalingen aan subsidiënten en leveranciers

  

Bijzondere lasten

  

Totaal betalingen

  

Kasstroom uit bedrijfsoperaties

  
   

Ontvangen interest

  
   

Kasstroom uit operationele activiteiten =

  

Toe-/afname geldmiddelen

  

4.11 Toelichting op de balans Beheer

Bedragen x (€ 1.000)

4.11.1 Financiële vaste activa

Overige vorderingen

Dit betreft een onderhandse lening aan .... Per 1 januari 2000 is deze aflossingsvrije lening rentedragend geworden. Het rentepercentage bedraagt voor een periode van .. jaar x%.

4.11.2 Vorderingen

 

Jaar t

Jaar t-1

Overige vorderingen

  

Stichting Ether Reclame

  

Zendgemachtigden

  

Overlopende activa

Dit betreft de te vorderen interest over de rekening-courantsaldi, deposito’s en spaarrekening.

4.11.3 Liquide middelen

Rekening-courant saldi

Deposito’s en spaartegoeden

De liquide middelen zijn vrij opvraagbaar.

4.11.4 Eigen vermogen

Bestemmingsfondsen

Het verloop in jaar t is als volgt weer te geven:

 

Algemene Reserve

Omroep

Diverse fondsen

Totaal

Saldo per 1 januari

    

+ dotatie vanuit exploitatie

    

-/- onttrekking aan de Algemene omroepreserve

    

Saldo per 31 december

    

De Algemene Omroep Reserve wordt aangehouden als buffer voor tegenvallende reclameopbrengsten van de Ster, als liquidatiereserve in geval van discontinuïteit van een van de omroepen en ter financiering van de rekening-courant met de Ster. Het Commissariaat voor de Media beheert de Algemene Omroep Reserve, maar de Minister van OCW beschikt over de bestemming.

4.11.5 Kortlopende schulden

 

Jaar t

Jaar t-1

Overige schulden

  

Rekening-courant Ministerie OCW

  

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

  

Zendgemachtigden

  

Rekening-courant Apparaat

  

Overlopende passiva

Dit betreft de nog te betalen kosten per ultimo boekjaar.

4.11.6 Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Op 1 december jaar t zijn door de Staatssecretaris van Cultuur de toekenningen voor jaar t+1 verstuurd aan de Publieke Omroep ad € x en de stichting Radio Nederland Wereldomroep ad € y. Deze betalingsverplichtingen zijn in overeenstemming met voorgaande jaren niet in de balans meegenomen.

Het Commissariaat voor de Media heeft een tweetal operational lease overeenkomsten gesloten voor twee personenauto’s. De totale leaseverplichting exclusief brandstof bedraagt ultimo jaar t € z

Het Commissariaat voor de Media heeft zich onherroepelijk en onvoorwaardelijk garant gesteld voor de stipte nakoming van de verplichtingen van een aangegane lening door vereniging ...inzake de financiering van ...tot een bedrag van maximaal € ... inclusief rente en kosten. Deze garantie vervalt op ....

4.12 Toelichting op de exploitatierekening Beheer

Bedragen x (€ 1.000)
 

Jaar t

Begroting t

Jaar t-1

4.12.1 Bijzondere baten

   

Vrijval reserve lokale programmering minderheden

   

Vrijval reservering project AVAC

   
    

4.12.2 Verstrekte subsidies

   

Landelijke Omroepen

   

Regionale Omroepen

   

Wereldomroep

   

Muziekcentrum van de Omroep

   

Nederlands Omroepproduktie Bedrijf

   

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

   
    

Minderhedenprogrammering

   
    

Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland

   
    

Reorganisatiekosten Publieke- en Wereldomroep

   
    

4.12.3 Overige lasten

   

Organisatie adviezen

   

Accountantskosten

   

Bankkosten

   

Diversen

   
    

4.12.4 Bijzondere lasten

   

Overdracht (incllusief rente) algemene reserve NOS

   

Diverse lasten voorgaande boekjaren

   
    

4.12.5 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten

   

Rente lening u/g NPS

   

Rente deposito’s

   

Rente spaarrekeningen

   

Rente rekening-couranten

   

4.12.6 Overige informatie

4.13 Verloopoverzicht zendgemachtigden

Bedragen x (€ 1.000)
 

Saldo

01-01-jaar t

Verstrekkingen

Vaststellingen/goedkeuringen

Saldo

31-12-jaar t

Landelijke Omroepen

    

Regionale Omroepen

    

Wereldomroep

    

Muziekcentrum van de Omroep

    

Nederlands Omroepproduktie Bedrijf

    

Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

    

Minderhedenprogrammering

    

OLON

    

Totaal

    
     

Als volgt in de balans opgenomen:

    

Vorderingen

    

Kortlopende schulden

    

Totaal

    

CONTROLEPROTOCOL

1. Inleiding

• Voor welke instelling geldt dit controleprotocol?

Dit protocol is uitsluitend van toepassing op de jaarrekening van het Commissariaat voor de Media (het Commissariaat) en is bestemd voor de accountant die is belast met de jaarrekening van het Commissariaat (de instellingsaccountant).

• Wettelijk kader

Met artikel 9 van de Mediawet is het Commissariaat ingesteld. Het Commissariaat heeft rechtspersoonlijkheid en is gevestigd in de gemeente Hilversum. In artikel 12 van de Mediawet is bepaald dat het ministerie van OCW (OCW) de kosten van het Commissariaat zal vergoeden. Hiertoe stelt het Commissariaat jaarlijks een begroting op die de instemming behoeft van de minister van OCW. Het Commissariaat brengt jaarlijks een financieel verslag (de jaarrekening) uit, dat vergezeld gaat van een accountantsverklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid. Het financieel verslag behoeft de instemming van de minister van OCW. In artikel 12 lid 4 is met betrekking tot het financieel verslag tevens bepaald dat de minister van OCW regels kan stellen over de inrichting van de begroting, het financieel verslag (de jaarrekening) en aandachtspunten voor de accountantscontrole. De aandachtspunten voor de accountantscontrole zijn opgenomen in dit controleprotocol.

Het object van controle is de jaarrekening van het Commissariaat. De accountantscontrole bij de jaarrekening bestaat uit twee elementen:

- De controle van de verantwoording apparaatskosten van het Commissariaat

- De controle van de verantwoording beheer omroepgelden door het Commissariaat

De controle dient uitgevoerd te worden in overeenstemming met de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (RAC) zoals uitgegeven door het Koninklijke NIVRA.

• Doel

OCW verstrekt omroepbijdragen via het Commissariaat, alsmede een bijdrage aan de kosten van het Commissariaat. OCW verwacht van de instellingsaccountant een verklaring van getrouwheid en van rechtmatigheid bij de jaarrekening van het Commissariaat. Het controleprotocol is bedoeld om de verwachtingen van OCW vast te leggen ten aanzien van deze getrouwheid en de rechtmatigheidsverklaring. Deze verklaring is de basis waarop de departementale accountant zijn oordeel bij de departementale jaarrekening vaststelt.

• Procedure

Er is een wetsvoorstel in voorbereiding dat consequenties zal hebben voor o.a. artikel 109 lid 1 en artikel 25a, lid 3 van respectievelijk de Mediawet en Mediabesluit. Rekening houdende met deze wijziging zullen de omroepinstellingen overeenkomstig artikel 109 lid 1 van de Mediawet en artikel 25a, lid 3 van het Mediabesluit vóór 1 juni (is nu nog vóór 1mei) hun jaarrekening indienen bij het Commissariaat. Deze jaarrekeningen zijn voorzien van een accountantsverklaring waarin is opgenomen zowel een getrouwheids- als een rechtmatigheidsverklaring.

Het Commissariaat stelt vóór 1 september een jaarrekening op waarin is opgenomen het beheer van de omroepgelden en de verantwoording over de apparaatskosten van het Commissariaat. Deze jaarrekening is voorzien van een getrouwheids- en een rechtmatigheidsoordeel van de instellingsaccountant. De basis voor het rechtmatigheidsoordeel bij de programma-uitgaven zijn de accountantsverklaringen die zijn afgegeven bij de jaarrekeningen van de omroepinstellingen. De instellingsaccountant verstrekt zijn verklaring aan het College van het Commissariaat en dient ter verantwoording aan de minister van OCW. De accountantsverklaring van de instellingsaccountant is voor de departementale accountant van belang voor de controle op de departementale verantwoording. De departementale accountant kan een review uitvoeren bij de instellingsaccountant.

Het Commisariaat is belast met de afrekening op basis van de door de gesubsidieerde omroepinstellingen ingediende jaarrekeningen. De interne controle op het afrekenproces (deze hoeft dus niet voor 1 september zijn afgerond) geschiedt door de afdeling FTZ van het Commissariaat. Een van de beheermaatregelen die tot de beschikking staan van de afdeling FTZ is het reviewen van de accountantscontroles bij de gesubsidieerde omroepinstellingen (dit moet wel voor 1 september plaatsvinden). Deze reviewtaak besteedt het Commissariaat uit aan een registeraccountant. De reviewtaak dient uitgevoerd te worden op basis van een roulatiesysteem. De afdeling FTZ stelt dit roulatiesysteem op na overleg met de departementale accountant.

2. Reikwijdte accountantsonderzoek

• Onderzoeksaanpak

Het accountantsonderzoek dient gebaseerd te zijn op een risico-analyse. Op basis van deze risico-analyse bepaalt de accountant van het Commissariaat of de aanpak van het onderzoek gegevensgericht of gegevensgericht in combinatie met systeemgericht zal zijn. De keuze dient de accountant van het Commissariaat gemotiveerd vast te leggen. Voor het rechtmatigheidoordeel betrekt de accountant van het Commissariaat de van toepassing zijnde wettelijke regelingen uit de Mediawet. De van toepassing zijnde wettelijke regelingen uit de Mediawet zijn:

Voor het Commissariaat voor de Media:

- Artikel 12 waarbij lid1 (de begroting van de apparaatskosten) en lid 2 (het financiële verslag) van toepassing is;

- Artikel 13b waarbij alleen lid 1 (verslag over het gevoerde beleid) van toepassing is;

Voor de landelijke omroepinstellingen:

- De bepalingen uit Hoofdstuk VIII Financiering. Hierbij gaat het om het naleven van de wettelijke bepalingen uit artikel 98a, 98b, 99, 99a, 100, 101, 102, 103, 103a, 103b, 104, 105, 106, 106a, 107, 107a, 107b, 107c, 108, 108a, 108b, 108c, 108d, 108e betreffende de (ontwerp)begrotingen. Het is daarbij niet de taak van de accountant van het Commissariaat om de (ontwerp)begrotingen inhoudelijk te beoordelen. Het gaat om het vaststellen dat de gevolgde procedures conform de wettelijke bepalingen zijn uitgevoerd;

- Met betrekking tot de rekening en verantwoordingen geldt eveneens de naleving van de wettelijke bepalingen uit artikel 109, 109a, 109b, 109c, 109d, 109e, 110 en 111.

- Verder is bij het rechtmatigheidoordeel van belang de regelingen die zijn opgenomen in het Handboek Financiële Verantwoording Media evenals andere fiscale en sociale wetgeving.

NB;

Het rechtmatigheidoordeel omvat alle geldstromen in de jaarrekening, dus zowel het beheer van de omroepgelden als de besteding van de gelden die zijn verkregen ten behoeve van het apparaat van het Commissariaat.

• Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid

De instellingsaccountant richt zijn controle zodanig in dat hij met een betrouwbaarheid van 95% de uitspraak kan doen dat in de verantwoording geen onjuistheden en onzekerheden voorkomen met een belang dat groter is dan de voorgeschreven toleranties. Voor de strekking van de accountantsverklaring gelden de volgende toleranties:

 

Onjuistheden

(in de verantwoording)

Onzekerheden

(in de controle)

 

Beperking

Afkeuring

Beperking

Oordeelonthouding

a. Rechtmatigheid

    

(% van de totale uitgaven)

>1 en <3

–>3

>3 en <10

=>10

     

Beeld van de jaarrekening

    

b. balans (% van de balanstelling)

>5 en <10

=>10

>5 en <10

=>10

     

c. exploitatierekening (% van de baten)

 

>2 en <5

=>5

>5 en <10

=>10

    

De toleranties uit het schema zijn van invloed op de inrichting van de controle. In de verantwoording van het Commissariaat zijn opgenomen zowel de verantwoording over het beheer van de omroepbijdragen als de verantwoording over de gelden die beschikbaar zijn gesteld voor de apparaatskosten. Bij de strekking van de accountantsverklaring geldt de tolerantie op de geldstromen apparaat en beheer afzonderlijk. Dit houdt in dat de instellingsaccountant zijn oordeel baseert op een eigen onderzoek (met 95% betrouwbaarheid) naar de apparaatskosten en op de ontvangen accountantsverklaringen in de jaarrekeningen van de omroepinstellingen.

• Normenkader

De instellingsaccountant controleert de jaarrekening waarin zijn opgenomen de geldstromen uit hoofde van beheer van de omroepgelden en voor de kosten die zijn verbonden aan dat beheer. De controle is gericht op het vaststellen van de getrouwheid van de jaarrekening en op de rechtmatige besteding van de omroepgelden. Onder rechtmatigheid wordt verstaan dat alle financiële transacties en beheershandelingen zowel bij het Commissariaat als bij de gesubsidieerde omroepinstellingen hebben plaatsgevonden binnen de wettelijke bepalingen die is gesteld in de Mediawet en de Europese aanbestedingsregels. Indien een financiële transactie in strijd met de wettelijke bepalingen heeft plaatsgevonden dan dient de instellingsaccountant het totale bedrag van de financiële transactie als een fout in de verantwoording aan te merken. Het totaal aan rechtmatigheidfouten dient de instellingsaccountant te betrekken bij het rechtmatigheidoordeel.

De instellingsaccountant gebruikt voor zijn onderzoek naar de getrouwheid en de rechtmatigheid van de bestedingen en opbrengsten de volgende criteria:

Criteria

Getrouwheidsaspecten

1>

2>

3>

1. Begrotingscriterium

Alle

 

*

*

2. Calculatiecriterium

Juistheid

*

  

3. Valuteringscriterium

Tijdigheid

*

  

4. Voorwaardecriterium

Alle

 

*

 

5. Volledigheidscriterium

Volledigheid

*

  

6. Adresseringscriterium

Juistheid

*

  

7. Aanvaardbaarheidscriterium

Juistheid

*

*

 

8. Leveringscriterium

Bestaan

*

  

1> Afgedekt door de controle leidend tot het getrouwheidsoordeel.

2> Niet afgedekt door de huidige reguliere controle.

3> Niet afgedekt door de huidige reguliere controle betreffende de getrouwheid.

Ad 1. Het begrotingscriterium betreft financiële beheershandelingen die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, evenals de balansposten. Deze dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de Mediawet. Jaarlijks stelt het Commissariaat een begroting op voor de apparaatskosten die door het ministerie van OCW dient te worden goedgekeurd. De instellingsaccountant stelt vast dat deze procedure is gevolgd en dat de uitgaven van het Commissariaat zijn gedaan binnen de kaders van deze goedgekeurde begroting.

Jaarlijks verdeelt het de raad van bestuur van de NOS en het ministerie van OCW respectievelijk de omroepgelden over de landelijke omroepen en de andere mediainstellingen. Deze verdeling is gebaseerd op beschikkingen en indien (nog) niet opgesteld op de mediabegrotingsbrief. De instellingsaccountant stelt vast dat de verdeling van de omroepgelden heeft plaatsgevonden overeenkomstig de beschikkingen of de Mediabegrotingsbrief. Tevens stelt de instellingsaccountant vast dat de bevoorschottingen hebben plaatsgevonden overeenkomstig deze verdeling. De instellingsaccountant betrekt in zijn controle de in het betreffende dienstjaar vastgestelde afrekeningen over voorgaande jaren. Deze afrekeningen dienen conform de vigerende regelgeving plaatsgevonden te hebben.

Voor zover de procedure voor de apparaatskosten niet is gevolgd resp. apparaatsuitgaven zijn gedaan die niet passen binnen de kaders van de subsidie resp. de verdeling en afrekeningen van de omroepgelden niet zijn verricht overeenkomstig vigerende regelgeving dan vermeld de accountant dit in zijn accountantsverklaring, in geval relevante toleranties zijn overschreden.

Als blijkt dat de gerealiseerde bedragen hoger zijn dan de via de begroting goedgekeurde bedragen dan is er sprake van onrechtmatige uitgaven (begrotingsonrechtmatigheid).

Ad 2. Het calculatiecriterium betreft het volledig in rekening brengen van zaken en diensten aan derden.

Ad 3. Het valuteringcriterium betreft het verantwoorden van baten en lasten aan de periode waarop deze betrekking hebben. Het gaat om de juistheid van de verplichting.

Ad 4. Het voorwaardencriterium is van toepassing op de toekenning van subsidies door OCW. De instellingsaccountant stelt vast dat het Commissariaat eventuele voorwaarden bij de toekenning van subsidies heeft nageleefd.

In de jaarlijkse subsidietoekenning kunnen naast bovengenoemde onderdelen nog andere verplichtingen voor het Commissariaat zijn opgenomen. De accountant neemt van de gehele subsidiebeschikking kennis en betrekt de naleving van de daarin eventueel opgenomen andere verplichtingen in zijn controle. Voor zover subsidiebepalingen niet zijn nageleefd maakt de accountant daarvan melding in zijn verklaring.

Met betrekking tot de controle op de naleving van de voorschriften inzake Europese aanbesteding zijn met name de geldende drempelbedragen en de specifieke criteria voor leveringen en diensten van belang.

Jaarlijks verdeelt het de raad van bestuur van de NOS en het ministerie van OCW respectievelijk de omroepgelden over de landelijke omroepen en de andere mediainstellingen. Deze verdeling is gebaseerd op beschikkingen van de minister van OCW, dan wel op basis van de begrotingsbrief media, die elk jaar in november aan de Tweede Kamer wordt verzonden. De accountant stelt vast dat de verdeling van de omroepgelden heeft plaatsgevonden overeenkomstig de beschikkingen, dan wel de begrotingsbrief media. Tevens stelt de accountant vast dat de bevoorschotting heeft plaatsgevonden overeenkomstig deze verdeling. De accountant betrekt in zijn controle eventuele vastgestelde afrekeningen over voorgaande jaren. Deze afrekeningen dienen conform de vigerende regelgeving plaatsgevonden te hebben. Voor zover de verdeling en afrekeningen van de gelden niet zijn verricht overeenkomstig vigerende regelgeving dan vermeld de accountant dit in zijn accountantsverklaring.

De accountant gaat in zijn controle nader in op de vaststelling van de rechtmatigheid door de accountants van alle via het CvdM bekostigde omroepinstellingen. Hierbij wordt door de accountant van het CvdM gerapporteerd over het dossierreview bij de accountants van de omroepinstellingen. In de accountantsverklaring, gevoegd bij de jaarrekening, dient de accountant van het Commissariaat op basis van de jaarrekeningen van de omroepinstellingen en het dossierreview te verklaren dat door de omroepinstellingen is voldaan aan de relevante wet- en regelgeving zoals opgenomen in het controleprotocol bij het Handboek Financiële Verantwoording Media.

Ad 5. Bij het volledigheidscriterium gaat het om de volledigheid van alle opbrengsten.

Ad 6. Bij het adresseringscriterium gaat het om de betaling aan de juiste organisatie/persoon. De accountant dient vast te stellen dat er voldoende waarborgen zijn ten aanzien van de organisatie van bepaling (vaststelling) en betaling van de verplichtingen.

Ad 7. De naleving van de wettelijke verplichting tot doelmatigheid is een rechtmatigheidsaspect. De signalering van evidente ondoelmatigheden of verspillingen valt onder het aanvaardbaarheidscriterium. De accountant heeft betreffende dit aspect geen actieve onderzoeksplicht, maar een signaleringsfunctie.

Ad 8. Bij het leveringscriterium gaat het erom of de juiste tegenprestatie is geleverd/ontvangen.

3. Rapportages accountantsonderzoek

• Accountantsverklaring

De departementale accountant dient te beschikken over zowel een getrouwheids- als een rechtmatigheidoordeel ten aanzien van de bestedingen van de omroepgelden. De accountant van het Commissariaat hanteert daarbij het voorgeschreven model dat bij dit controleprotocol is gevoegd (bijlage 1). De accountant van het Commissariaat waarmerkt de jaarrekening. Eisen, die aan de accountantsverklaring worden gesteld, zijn opgenomen in de RAC. Met name van belang zijn:

- De accountantsverklaring dient te zijn ondertekend met de naam van het samenwerkingsverband van accountants, met de eigen naam van de accountant of beide

- Het aantal bijlagen moet overeen komen met het aantal genoemde bijlagen op de verklaring

- De bijlagen moeten door de accountant worden gewaarmerkt als behorende bij de accountantsverklaring

• Managementletter (eventueel accountantsrapport)

De instellingaccountant verstrekt naast een accountantsverklaring tevens een managementletter (eventueel accountantsrapport). In dit rapport rapporteert de instellingsaccountant zijn controlebevindingen. De instellingsaccountant rapporteert in ieder geval over:

- Strekking accountantsverklaring

- Bevindingen naar aanleiding van de controle

- Cijfermatige analyse

- Presentatie en waardering

- Administratieve organisatie en interne controle waarbij aspecten als interne informatie voorziening en automatisering behandeld dienen te worden

- Overige onderwerpen

Tevens rapporteert de instellingsaccountant over:

- Wet- en regelgeving

De instellingaccountant neemt kennis van de in het protocol genoemde wet- en regelgeving en betrekt de naleving van de daarin opgenomen verplichtingen in zijn controle. Voorzover de relevante wet- en regelgeving niet is nageleefd, maakt de instellingsaccountant daarvan melding in het accountantsverslag (voor zover dat niet reeds is gedaan in de accountantsverklaring zelve).

Model accountantsverklaring

Accountantsverklaring bij de jaarrekening

  

Opdracht

  

Wij hebben de jaarrekening 20.. van ............... (naam instelling) te .......................... (plaats) gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van .................. (naam instelling). Het bestuur van ………….. is tevens verantwoordelijk voor de naleving van de wet- en regelgeving. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.

  

Werkzaamheden

  

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Verder hebben wij in onze controle de aanwijzingen betrokken die zijn gegeven in het controleprotocol.

Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekeningen.

Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen van de financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het College van het Commissariaat daarbij heeft gemaakt, als mede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

  

Oordeel

  
  

Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van ………..(naam instelling) op 31 december 20.. en van het resultaat over 20… en voldoet aan de bepalingen in zake de jaarrekening, zoals is opgenomen in het Handboek Financiële Verantwoording Commissariaat voor de Media.

  

Voorts verklaren wij dat voldaan is aan de geldende wet- en regelgeving voor zover deze betrekking heeft op de toewijzing en de besteding van de rijksmiddelen.

  

De jaarrekening is door ons gewaarmerkt.

  

Naam Accountantskantoor:

Datum:

Adres en plaats

 

van vestiging:

Ondertekening:

Naam behandelend

 

accountant:

 

Telefoon/fax:

 

E-mail:

 
  

Aantal bijlagen:........

 
Naar boven