Intentieverklaring versterking een Leven Lang Leren & Werken in Zwolle en omstreken

Ondergetekenden,

• De gemeente Zwolle, te dezen vertegenwoordigd door de heer M. Knol, wethouder van Sociale Zaken, Economische Zaken en Onderwijs.

• ROC Deltion College, te dezen vertegenwoordigd door drs. R. Akkerman, voorzitter College van Bestuur

• VNO-NCW MIDDEN, regio IJsseldelta, te dezen vertegenwoordigd door de heer J.W. Brink, voorzitter van het bestuur

• MKB-Nederland regio Oost, te dezen vertegenwoordigd door de heer drs. H.M. Bakker

• Provincie Overijssel, te dezen vertegenwoordigd door mevrouw drs. C. Abbenhues

• De Kamer van Koophandel Regio Zwolle, te dezen vertegenwoordigd door de heer drs. F.W. Smit

• ROC Landstede, te dezen vertegenwoordigd door de heer R.W.J. van Kessel, voorzitter College van Bestuur

• Vereniging Vrije Universiteit-Windesheim, te dezen handelend ten behoeve van de van haar uitgaande Christelijke Hogeschool Windesheim en vertegenwoordigd door de heer H Dijkstra, vice-voorzitter College van Bestuur Vrije Universiteit-Windesheim

• Het Centrum voor Werk en Inkomen Zwolle, te dezen vertegenwoordigd door de heer J. Zuidema, vestigingsmanager

• De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend als bestuursorgaan, de heer mr. A.J. de Geus.

Overwegende dat:

- Sinds jaren alle betrokken partijen op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt erkennen dat een leven lang leren van groot belang is voor werkenden en werkzoekenden op de arbeidsmarkt en voor de bedrijven in de regio;

- De veranderingen in de maatschappij en de technologie vragen om een permanente ontwikkeling van kennis en vaardigheden;

- De verschuiving van werk en dus arbeidsplaatsen voor laag opgeleide medewerkers naar landen met lage lonen de noodzaak tot bijscholing van deze groep medewerkers verhoogt;

- De gevolgen van het niet bijblijven en bijscholen al concreet zichtbaar zijn bij de werknemers die verzuimd hebben om in zichzelf te investeren. Op het moment dat hij of zij zich als werkzoekende op de arbeidsmarkt meldt, blijken de kansen op werk aanzienlijk minder dan voorheen werd aangenomen. Daarom is het van belang dat alle werkenden worden gestimuleerd in zichzelf te investeren zodat zij zo lang mogelijk, dus ook op latere leeftijd, goed inzetbaar blijven voor de arbeidsmarkt;

- Om bij een aantrekkende economie de kansen van deze doelgroep te vergroten, is een mechanisme waarmee de jarenlange werkervaring kan worden verzilverd (Erkenning van Verworven Competenties (EVC)) of worden aangevuld met actuele kennis van groot belang.

Specifieke overwegingen ten aanzien van de scholings- en arbeidsmarkt in Zwolle en omstreken:

- Er is in de regio sprake van een aantrekkende conjunctuur, waardoor meer vraag naar personeel ontstaat;

- Er ontstaan kwantitatieve fricties als gevolg van vergrijzing. Een extra inspanning in bijscholing voor de werkenden van 40+ is op korte termijn van groot belang om deze groep mensen zolang mogelijk inzetbaar te houden voor de arbeidsmarkt en de bedrijven van voldoende gekwalificeerd personeel te voorzien;

- Er zijn kwalitatieve fricties, omdat er nog steeds werknemers zijn zonder startkwalificatie (MBO niveau 2) en er een grote groep is die tot wel één of twee niveaus hoger kan en wil worden opgeleid. Met andere woorden de aanwezige en de te verwachten ‘kennis- en vaardighedengap’ tussen onderwijs en arbeidsmarkt moet worden verkleind. Deze ‘gap’ is een probleem van Europese dimensie en speelt ook sterk in onze regio;

- Er is een aantoonbare discrepantie tussen het niveau van de werkzoekenden en de gevraagde competenties in de beschikbare vacatures;

- Er zijn veel schoolverlaters zonder startkwalificaties die moeizaam een plek op de arbeidsmarkt kunnen veroveren. Een extra impuls voor deze doelgroep, ook na het bereiken van de leeftijd van 23 jaar is van belang om te voorkomen dat ze in de toekomst uitgesloten blijven van de arbeidsmarkt;

- Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking in de regio heeft, ondanks alle inspanningen van opleiders, werkgevers en gemeenten, nog niet het gewenste niveau.

Constaterende dat,

• in de huidige kenniseconomie burgers minimaal een startkwalificatie nodig hebben om een redelijke kans op werk te hebben;

• de kenniseconomie behoefte heeft aan meer hoger opgeleide werknemers op alle niveaus;

• dat een leven lang leren nodig is om te kunnen (blijven) functioneren in de hedendaagse samenleving;

• de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een projectdirectie Leren & Werken hebben opgericht (Staatscourant 2005, nr. 169), die onder meer als taak heeft regionale initiatieven op het gebied van een leven lang leren te ondersteunen;

• partijen Zwolse werkenden en werkzoekenden alsook werkenden en werkzoekenden uit de regio een kans willen bieden op doorstroming naar hoger opgeleid werk;

• scholing van werkenden en werkzoekenden een impuls nodig heeft;

• partijen deze impuls willen geven, zodat Zwolle en omstreken op termijn een beter opgeleide beroepsbevolking heeft;

• de combinatie van leren en werken een aantrekkelijke wijze van leren is voor werkenden en werkzoekenden;

• de combinatie van leren en werken bijdraagt aan de innovatie van Zwolle en omstreken;

• een extra impuls aan de scholing van ook werkenden en werkzoekenden van 23 jaar en ouder aan de orde is;

• een extra impuls aan de versterking van het ondernemerschap in de regio aan de orde is.

Komen het volgende overeen:

Doelstelling

Artikel 1

Partijen gaan samenwerken om in Zwolle en omstreken een versterking van het ‘leven lang leren’ te bewerkstelligen voor werkzoekenden, maar vooral ook voor de werkende beroepsbevolking van 23 jaar en ouder.

Partijen zullen zich inspannen om onderstaande doelstellingen te realiseren. Bij deze inspanning zullen partijen (andere) onderwijsinstellingen en (vertegenwoordigers van) het bedrijfsleven voorzover niet betrokken bij deze intentieverklaring betrekken bij de voorbereiding en bij de realisatie. Partijen zullen uiterlijk 1 oktober 2006 de volgende voornemens concreet hebben uitgewerkt in een plan van aanpak.

500 Duale trajecten voor werkenden en werkzoekenden op MBO-niveau

Partijen zien duale trajecten als een belangrijk instrument om mensen (weer) aan het leren te krijgen en eventueel aan (ander) werk te helpen. Bij werkenden gaat het om behoud van werk en doorstroom naar hogere functies. Dat verhoogt de arbeidsproductiviteit, het concurrentievermogen en innovatievermogen voor bedrijven en andere arbeidsorganisaties, en creëert ook ruimte voor nieuwe instroom aan de onderkant. Bij werkzoekenden gaat het primair om de inzet van duale banen en stageplekken als stap naar verbetering van arbeidsmarktkwalificaties en naar werk. Er zijn de volgende twee voornemens:

Partijen streven na:

1. 500 duale trajecten voor deelnemers die werken of werkzoekend zijn per 1 oktober 2007 tot stand te brengen;

a. 200 van deze duale trajecten op MBO-niveau zijn bestemd voor de 23+ jongeren die zonder een startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten en daardoor ongediplomeerd op de arbeidsmarkt zijn toegetreden dan wel werkzoekend zijn;

b. 250 van deze duale trajecten op MBO-niveau zijn bestemd voor de 23+ werkenden tot en met 45 jarigen die een niveau hoger (one step up) willen komen door bijscholing;

c. 50 van deze duale trajecten op MBO-niveau zijn bestemd voor de doelgroep vanaf 45 jarige werkenden

De verdeling in a, b. en c. zijn streefcijfers. Onderling mogen daarin verschuivingen optreden. De doelstelling 500 duale trajecten is het uiteindelijke streefgetal.

2. Scholing aan de doelgroepen resulteert in een erkend diploma MBO niveau 2 of hoger.

Bovengenoemd streven wordt uitgewerkt in projectplannen die voor 1 oktober 2006 gereed zullen zijn.

Bij de trajecten voor werkenden is de doelstelling om juist die werkgevers en werknemers te bereiken waarbij upgrading nog niet vanzelfsprekend is. Om deze werkgevers te bereiken, zullen de accountmanagers van ROC Deltion College, ROC Landstede, van Hogeschool Windesheim, het CWI Zwolle en eventuele andere ROC’s/AOC’s (via het op te richten leerwerkloket of vanuit Deltion College Training & Advies) worden ingezet. Tevens zullen Kamer van Koophandel Regio Zwolle, MKB-Nederland regio Oost en VNO-NCW Midden hun (communicatie)kanalen openen om via hun leden mee te werken aan het werven van deelnemers en plaatsen. Een en ander gebeurt in overleg met de samenwerkingsverbanden Onderwijs en Bedrijfsleven.

De duale trajecten betreffen niet de gangbare MBO- of HBO-trajecten voor de huidige cursistenstromen van het voorliggend onderwijs. Het gaat om óf de gangbare trajecten toegankelijk te maken en eventueel aan te passen voor nieuwe c.q. andere cursistenstromen zoals werkenden óf om bestaande projecten voor specifieke doelgroepen c.q. concepten met duaal onderwijs, zoals Ieren op de werkvloer of een op de doelgroep afgestemd samengesteld opleidingsprogramma, die succesvol zijn te optimaliseren, te formaliseren en uit te breiden.

Leerwerkloket

Met een leerwerkloket wordt beoogd om een schakelvoorziening te realiseren tussen het aanbod van opleidingen en EVC-procedures van de kennisinstellingen enerzijds en de vraag van het bedrijfsleven, individuele werkenden en werkzoekenden anderzijds. De schakelvoorziening wordt bij voorkeur zo actief mogelijk ingevuld, vooral naar het midden- en kleinbedrijf. De regionale partijen zullen een voorstel indienen bij de projectdirectie Leren en Werken voor één van de pilots voor een leerwerkloket zoals genoemd in het Plan van Aanpak van de projectdirectie Leren en Werken. In dit voorstel zullen voor iedere betrokken partij de verwachte inspanningen worden beschreven. De genoemde partijen kunnen ook andere partijen uit de regio Zwolle bij dit voorstel betrekken.

Het is de intentie het leerwerkloket aan te laten sluiten c.q. voort te laten bouwen op al lopende en voor dit onderdeel relevante projecten in Zwolle en omstreken, zodat geen overlap gaat ontstaan met wat al gerealiseerd / aanwezig is.

Erkenning verworven competenties

Alle partijen zijn het erover eens dat het deel van de Zwolse beroepsbevolking dat het niveau startkwalificatie niet heeft gehaald in het initiële opleidingstraject alsnog moet worden bijgeschoold en gecertificeerd op kwalificatieniveau.

Een deel van deze groep heeft dit startkwalificatieniveau in de loop van de arbeidsloopbaan naar alle waarschijnlijkheid geheel of gedeeltelijk behaald via het leren in de praktijk.

Om het voor deze werkenden en werkzoekenden mogelijk te maken de opgedane werkervaring en het leren daarvoor in formele kwalificaties te verzilveren, wordt een extra inspanning rond EVC geleverd. De volgende afspraken worden nagestreefd:

1. Via het leerwerkloket en via inspanningen van alle partijen wordt in 2006 en 2007 in totaal 500 werkenden een EVC-procedure aangeboden.

2. Financiering van de werving van kandidaten kan met de subsidiemiddelen van de projectdirectie geschieden;

3. Financiering van de uitvoering van de EVC-trajecten zal in veel gevallen via de werkgevers verlopen.

4. In het op te stellen projectplan zal ten aanzien van EVC ook helderheid worden geschapen over de wijze waarop het aanbod van EVC vanuit de Zwolse kennisinstellingen zo transparant én zo compleet mogelijk wordt gemaakt. Deze kennisinstellingen verwachten dat voor 200 van de 500 EVC-trajecten sprake zal zijn van gebruik van nieuwe methodieken. Daarom wordt in het projectplan aangegeven voor welke 200 EVC-trajecten nieuw aanbod ontwikkeld moet worden.

5. Daarnaast worden in het projectplan eventuele problemen die werkzoekenden binnen EVC-procedures ondervinden in kaart gebracht en wordt aangegeven hoe die problemen worden opgelost.

Inspanning partijen

Artikel 2: structurele samenwerking

Partijen wensen - ook na het aflopen van de projectperiode ‘Leren en Werken’ per 1 oktober 2007 - een structurele, en op resultaat gerichte, samenwerking op het brede terrein van leren en werken te continueren. Daarbij spannen partijen zich in om een integrale, regionale vraaggerichte werkgeversbenadering te realiseren. Uiterlijk drie maanden na ondertekening van deze intentieverklaring zal aan de gezamenlijke partners een concept - convenant worden voorgelegd, waarin deze duurzame samenwerking wordt beschreven. Hierin staan de partijen benoemd en de verantwoordelijkheid en rollen van elk der partijen, de ‘scoop’ van de samenwerking en de vorm waarin deze duurzame samenwerking gestalte krijgt.

Artikel 3: Regionaal Platform Arbeidsmarkt IJsselvecht:

• verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen;

• onderhoudt en faciliteert het netwerk van vaste contactpersonen die aangewezen zijn door deelnemende partijen;

• monitort de communicatie tussen partijen over de (uitvoering van relevante programma’s);

• stelt relevante communicatiemiddelen beschikbaar.

Artikel 4: Hogeschool Windesheim, ROC Deltion College, ROC Landstede

verbinden zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het ter beschikking stellen en uitwisselen van kennis over EVC en duaal leren. Zij leveren op basis van concrete vraag van bedrijven maatwerk bij het opzetten en doorlopen van duale trajecten en EVC-trajecten. Zij maken hierbij gebruik van het van toepassing zijnde kwaliteitskader van het kenniscentrum EVC;

• het zorgen voor de noodzakelijk kontakten en afstemming met de kenniscentra en CWI;

• zich in te spannen, in het kader van een EVC procedure en/of duaal traject, voor het realiseren van tijdige instroommomenten;

• het participeren in Leerwerkloket;

• het opstellen van deelprojectplannen voor het realiseren van duale trajecten, benoeming waar gewenst van projectleider voor de deelprojecten en het uitvoeren van deze deelprojecten.

Artikel 5: Hogeschool Windesheim specifiek

De Hogeschool Windesheim zal een beroep doen op de specifieke subsidieregeling die de projectdirectie Leren & Werken voor de stimulering van EVC in het HBO in juni 2006 zal publiceren. De hogeschool zal daartoe voor 1 oktober 2006 een projectplan indienen bij de projectdirectie c.q. de uitvoerder van de bedoelde subsidieregeling waarin zij aangeven hoe 250 kandidaten een EVC-traject op HBO-niveau gaan doorlopen. De uitvoering van dat project van de Hogeschool Windesheim zal in belangrijke mate plaatsvinden in het kader van de activiteiten die in het kader van deze intentieverklaring zullen worden ontwikkeld. Dat geldt speciaal voor de participatie van de Hogeschool Windesheim aan het op te starten Leerwerkloket in Zwolle.

Artikel 6: ROC Deltion College specifiek

• Treedt op als aanvrager voor zichzelf en namens de overige partijen echter met uitzondering van de gemeente Zwolle en de Provincie Overijssel, voor de subsidieaanvragen in het kader van de Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken en coördineert de subsidietoekenning en uitwerking van projectplannen,

• stelt een projectleider en secretariële diensten beschikbaar t.b.v. de samenwerking.

Artikel 7: VNO ‐ NCW

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het promoten van de intenties;

• deelname bij de uitwerking door het regionale bedrijfsleven;

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen bij werkgevers die van belang zijn voor de samenwerking.

Artikel 8: MKB-Nederland regio IJsselvecht

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het beschikbaar stellen van communicatiemiddelen, de eventuele website en adressen voor mailings over dit onderwerp;

• hulp bij het leggen van contacten met ondernemers uit de achterban;

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen bij werkgevers die van belang zijn voor de samenwerking.

Artikel 9: Kamer van Koophandel

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het ter beschikking stellen van een relevant netwerk van personen en organisaties, het verschaffen van adressen en hulp bij het leggen van relevante contacten;

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen in werkgeversland, die van belang zijn voor de samenwerking;

• het ter beschikking stellen van relevante communicatiemiddelen.

Artikel 10: Gemeente Zwolle

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het participeren in het deelproject leerwerkloket;

• het geven, gevraagd en ongevraagd, advies over relevante ontwikkelingen.

Artikel 11: Provincie Overijssel

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het participeren in het deelproject leerwerkloket;

• het geven, gevraagd en ongevraagd, advies over relevante ontwikkelingen.

Artikel 12: CWI

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het leveren, naar vermogen, aanvullend op de vraag van werkgevers passende werkzoekenden;

• het verwijzen van deelnemers naar de onderwijsinstellingen voor deelname aan duale trajecten en/of EVC;

• het zorgen voor terugkoppeling naar de werkgevers in afstemming met de projectleiding;

• het participeren in het deelproject leerwerkloket;

• het periodiek verschaffen van informatie en advies over de relevante ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Artikel 13: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• de Projectdirectie Leren & Werken als aanspreekpunt voor knellende regelgeving op het terrein van een leven lang leren te laten fungeren, en deze, waar nodig, binnen de Rijksoverheid aan de orde te stellen;

• de overige partijen te informeren over de mogelijkheid van subsidieverstrekking op basis van de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken’ van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Stcrt. nr. 245, 2005; gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 juni 2006, Stcrt. 101, 2006);

• een blijvende betrokkenheid van de Projectdirectie Leren & Werken gedurende de looptijd van deze intentieverklaring te bevorderen.

Artikel 14: Uitvoering

De deelnemende partijen zullen zich gezamenlijk inspannen om met de hen ter beschikking staande middelen en binnen hun wettelijke bevoegdheden de bovengenoemde doelstellingen te ondersteunen, knelpunten te verhelpen en uitvoering te geven aan de nader te benoemen activiteiten om genoemde doelstellingen te kunnen realiseren. De partijen zullen de voornemens concreet uitwerken in een activiteitenplan met een begroting zoals bedoeld in de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken’. In het projectplan wordt voor iedere betrokken partij de verwachte en noodzakelijke activiteiten opgenomen om de in deze intentieverklaring vastgelegde voornemens te realiseren.

Om dit project kans van slagen te geven, is een goede bestuurlijke inbedding van de projecten in de regio vereist. Het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA), waarin de ondertekenende partijen van deze intentieverklaring samenwerken, zal als bestuurlijk aanspreekpunt fungeren.

Het RPA benoemt een stuurgroep en machtigt één van de partijen als subsidieaanvrager.

De stuurgroep richt een projectbureau in en richt, in overleg met dit projectbureau, de benodigde werkgroepen op. De projectplannen zullen door het bestuur van het platform worden beoordeeld.

Artikel 15: Afdwingbaarheid

Deze intentieverklaring is niet (in rechte) afdwingbaar.

Artikel 16: Inwerkingtreding, looptijd en verlenging

Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle partijen en eindigt op 1 oktober 2007. Na schriftelijke toestemming van alle partijen kan de duur van de intentieverklaring worden verlengd.

Artikel 17: Toetreding en verspreiding van stad, regio en land

Deze intentieverklaring richt zich vooral op de stad Zwolle en omstreken. In overleg met partijen, die immers voor een belangrijk deel een regionale functie hebben, wordt bezien hoe uitbreiding naar de regio Zwolle gerealiseerd kan worden, indien dit althans door de betrokken partijen in de stad en de regio als wenselijk wordt gezien.

Teneinde andere partijen dan de bij het sluiten van deze intentieverklaring betrokken partijen in zo ruim mogelijke mate te doen participeren in deze intentieverklaring, bestaat voor hen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de intentieverklaring als partij toe te treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de intentieverklaring voortvloeien, te aanvaarden.

Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend bij de Projectdirectie Leren & Werken van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zodra de partijen die deze intentieverklaring hebben getekend schriftelijk hebben toegestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van partij bij de intentieverklaring en gelden voor die partij de voor haar uit de intentieverklaring voortvloeiende rechten en verplichtingen.

Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.

Artikel 18: Wijziging

1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken de intentieverklaring te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.

2. Partijen treden in overleg binnen 2 weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld.

3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.

Artikel 19: Opzegging

Elke partij kan met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden de intentieverklaring schriftelijk opzeggen, indien de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat de partij het redelijk vindt om deze intentieverklaring te beëindigen. De opzegging moet de verandering van omstandigheden vermelden.

Artikel 20: Evaluatie

Partijen zullen de uitvoering en werking van deze intentieverklaring uiterlijk twee maanden na beëindiging van de deze intentieverklaring evalueren.

Artikel 21: Openbaarheid

Binnen vier weken na ondertekening van deze intentieverklaring wordt de tekst van deze intentieverklaring gepubliceerd in de Staatscourant.

Zwolle, juni 2006.

Namens de partijen in Zwolle,

ROC Deltion College, te dezen vertegenwoordigd door de heer drs. R. Akkerman, voorzitter College van Bestuur.

De gemeente Zwolle, te dezen vertegenwoordigd door de heer M. Knol, wethouder van sociale zaken, economische zaken en onderwijs.

VNO-NCW MIDDEN, regio IJsseldelta, te dezen vertegenwoordigd door de heer J.W. Brink, voorzitter van het bestuur.

MKB-Nederland regio Oost, te dezen vertegenwoordigd door de heer drs. H.M. Bakker.

Provincie Overijssel, te dezen vertegenwoordigd door mevrouw drs. C. Abbenhues.

Kamer van Koophandel Regio Zwolle, te dezen vertegenwoordigd door drs. F.W. Smit.

ROC Landstede, te dezen vertegenwoordigd door de heer R.W.J. van Kessel, voorzitter College van Bestuur.

Vereniging Vrije Universiteit-Windesheim, te dezen handelend ten behoeve van de van haar uitgaande Christelijke Hogeschool Windesheim en vertegenwoordigd door de heer H Dijkstra, vice-voorzitter College van Bestuur Vrije Universiteit-Windesheim.

Het Centrum voor Werk en Inkomen Zwolle, te dezen vertegenwoordigd door de heer J. Zuidema, vestigingsmanager.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de heer mr. A.J. de Geus, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Naar boven