Intentieverklaring Leren en Werken in Eemland

Partijen:

• de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer H. van Hoof, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: de staatssecretaris van SZW,

• de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van het Gewest Eemland, mevrouw A. van Vliet-Kuiper, handelend als bestuursorgaan van de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg, hierna te noemen de Gemeenten,

• het management van het Centrum voor Werk en Inkomen Amersfoort en Soest, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer mr. Th.L.M.C. de Bakker, districtsmanager, hierna te noemen CWI,

• het bestuur van MKB Midden-Nederland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. J. Hagemans, regiomanager MKB Midden Nederland,

• het bestuur van VNO - NCW Midden, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P. Lomans, bestuurslid,

• de Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door R.J. Zieck, voorzitter,

• de Stichting Kenteq, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J.A. Den Blanken, directeur, hierna te noemen Kenteq,

• de Stichting ECABO, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C.W. Streumer, algemeen directeur, hierna te noemen ECABO,

• de Hogeschool Utrecht, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter Bestuursraad HU Amersfoort, de heer Jan Welmers,

• het ROC Midden Nederland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het College van Bestuur, de heer B. Fransen,

• het ROC ASA, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van het College van Bestuur, heer L.J. Molenkamp,

• de Stichting Onderwijsvoorrang Eemland, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer R. Caubo, directeur, hierna te noemen SOVEE: Trajectbureau Opleiding & Werk

Overwegende dat:

• in de huidige en toekomstige kenniseconomie burgers een minimum opleidingsniveau nodig hebben om een redelijke kans op werk te hebben en te houden;

• een leven lang leren nodig is om adequaat te kunnen (blijven) functioneren in de hedendaagse en toekomstige samenleving;

• de combinatie van leren en werken een effectieve wijze van leren is voor zowel werkenden als werkzoekenden, als ‘kansvergroter’ op de (toekomstige) arbeidsmarkt werkt en een aantrekkelijke wijze van investeren in scholing is voor werkgevers;

• de minister en staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een projectdirectie Leren & Werken hebben opgericht (Staatscourant 2005, nr. 169), die onder meer tot taak heeft regionale initiatieven op het gebied van een leven lang leren te ondersteunen, via o.a. de Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken;

• een goed opleidingsniveau van de (beroeps)bevolking in Eemland een positieve uitwerking heeft op de ontwikkeling van bedrijven en daarmee economische ontwikkeling van de regio;

• door effecten van de vergrijzing en ontgroening een toenemende krapte op de arbeidsmarkt ontstaat en een toenemende behoefte aan kwalitatief en kwantitatief goed opgeleid personeel.

• ook het aandeel hoger opgeleiden dreigt af te nemen;

• bepaalde groepen op de arbeidsmarkt specifieke aandacht behoeven;

• effectieve samenwerking tussen direct betrokken regionale partijen bij het voorgaande een belangrijke voorwaarde is;

Constaterende dat:

• de arbeidsmarkt in Eemland niet (voldoende) functioneert voor lager opgeleide werkzoekenden èn werkenden en voor deze groep juist de combinatie van leren en werken een positieverbetering kan inhouden;

• in de komende jaren (ook) in Eemland de krapte op de arbeidsmarkt verder zal toenemen en werkgevers vragen om (kandidaat)werknemers gekwalificeerd op middelbare en hogere opleidingsniveaus;

• in Eemland de arbeidsparticipatie van ouderen, vrouwen en allochtonen achterblijft;

• een integrale, regionale aanpak van problemen in de keten onderwijs - arbeidsmarkt bij jongeren van cruciaal belang is;

• werkgevers in Eemland toenemend belang hechten aan het door (kandidaat)werknemers bezitten van competenties, die bijdragen aan de realisatie van bedrijfsdoelstellingen;

• voor een effectieve aanpak van regionale opleidings- en arbeidsmarktproblemen een meer integrale werkgeversbenadering nodig is en een aantal initiatieven van (georganiseerde) werkgevers een extra impuls nodig heeft;

• een aantal in de regio lopende projecten of onderdelen daarvan kunnen worden voortgezet in een intensieve en meer duurzame implementatie van een leven lang leren;

Onder benoeming van de navolgende definities:

1. BBL staat voor beroepsbegeleidende leerweg in het middelbaar beroepsonderwijs, waarbij het praktijkdeel zestig procent of meer van de studieduur bedraagt. De BBL-deelnemer heeft een arbeidscontract bij een werkgever. Ook wel aangeduid met de termen ‘werkend leren’ of ‘duaal leren’.

2. Een duaal traject is een traject van leren en werken dat strekt tot het behalen van een (deel)certificaat of diploma. In het kader van deze intentieverklaring betreft het (ver)nieuwe(nde) duale trajecten. Het gaat er om de huidige reguliere trajecten toegankelijk te maken (eventueel aan te passen) voor andere cursistenstromen en /óf om bestaande projecten voor specifieke doelgroepen uit te breiden. Nieuwe trajecten af te zetten tegen het peil 2005 bij deelnemende partijen.

3. EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Een EVC-procedure is een methode om de kennis en ervaring opgedaan in werk, scholing of daarbuiten, in kaart te brengen en te waarderen in relatie tot een beroepsopleiding, beroep of functie. Een uitkomst van een EVC-procedure kan bestaan uit een recht op een of meer deelcertificaten of zelfs op een volledig diploma. Een EVC-procedure leidt ook vaak tot vrijstellingen voor wie een beroepsopleiding wil gaan volgen.

4. Een regionaal Leerwerkloket is een voorziening met een schakelfunctie tussen aanbieders en vragers van EVC, scholing, duale trajecten en arbeidsmobiliteit: opleidingsvragen van de regionale werkgevers, van werkenden of werkzoekenden worden gekoppeld aan opleidingen in de MBO en HBO sectoren, met behulp van EVC procedures en duale trajecten die minimaal tot een startkwalificatie moeten leiden.

Via het loket vindt acquisitie van deelnemers EVC en duale trajecten onder werkgevers, werknemers, uitkeringsinstanties, werkzoekenden en burgers plaats.

Het loket levert daarnaast informatie over financiering EVC, scholing, duale trajecten en regionale (financierings)arrangementen en besteedt aandacht aan het standaardiseren van de aangeboden EVC-procedures.

In Eemland participeren alle bij deze verklaring vermelde partijen uit onderwijs (MBO en HBO), CWI, gemeente en bedrijfsleven in het leerwerkloket.

5. Een sluitende stage-aanpak beoogt een goede aansluiting tot stand te brengen tussen enerzijds opleidingsrichtingen en de deelnemers daaraan (onderwijs - aanbod), en anderzijds de behoefte aan deelnemers van opleidingsrichtingen (werkgevers - vraag). Oplossing van geconstateerde mismatch vraagt om nauwgezet overleg tussen scholen gezamenlijk en het (georganiseerde) bedrijfsleven, waarbij de behoeften in de regio leidend moeten zijn. Dit betreft allereerst het MBO-niveau.

Komen het volgende overeen:

Doelstelling

Artikel 1

Deze intentieverklaring heeft tot doel:

1. Het bevorderen van duurzame samenwerking tussen partijen, gericht op verbeteren van de relatie onderwijs - arbeidsmarkt in het algemeen en aanvullen van hiaten in die relatie in het bijzonder;

2. Het leren en werken voor werkenden en werkzoekenden te bevorderen door middel van activiteiten in het kader van het project “Leren en Werken in Eemland”, hierna te noemen ‘het project’, die strekken tot:

- Het inrichten en uitbouwen van een regionaal Leerwerkloket (deelproject)

• Bij de inrichting en uitbouw van het leerwerkloket zal aangesloten worden bij de bestaande initiatieven van partijen. Uit bestaande initiatieven kunnen succesvolle methodieken en ervaringen worden ingebracht.

- 500 gebruikers Leerwerkloket (deelproject)

• In samenhang met de inrichting en uitbouw van het eerder genoemde leerwerkloket streven partijen naar een aantal van 500 gebruikers in de regio Eemland.

- 200 Duale trajecten (deelproject)

• het tot stand komen van minimaal 200 duale trajecten in de regio Eemland, die zullen leiden tot een aantoonbare vergroting van de instroom van personen binnen de doelgroep ten opzichte van de periode voorafgaand aan de intentieverklaring;

• een nader overeen te komen verdeling van deze trajecten over werkenden en werkzoekenden zal worden aangegeven in het activiteitenplan, dat ziet op de concretisering van doelbereiking;

• scholing van de doelgroep van deelnemers aan bovengenoemde nieuwe duale trajecten, te weten: werknemers en werkzoekenden ouder dan 23 jaar, tot een erkend opleidings- of scholingsniveau dat resulteert in behaalde beroepskwalificatie (een MBO of HBO diploma, of een branche erkend certificaat).

- Structurele samenwerking (evaluatie / afsluiting intentieverklaring)

• Partijen wensen - ook na het aflopen van de projectperiode Leren en Werken in Eemland per oktober 2007 - een structurele, en op resultaat gerichte, samenwerking op het brede terrein van leren en werken te continueren. Daarbij spannen partijen zich in om een integrale, regionale en sluitende aanpak te realiseren.

• Uiterlijk vier maanden na het beëindigen van de geldigheid van deze intentieverklaring zullen de gezamenlijke partners een convenant hebben opgesteld, waarin deze duurzame samenwerking wordt beschreven. Hierin staan de partijen benoemd en de verantwoordelijkheid en rollen van elk der partijen, de reikwijdte van de samenwerking en de vorm waarin deze duurzame samenwerking gestalte krijgt.

De inspanningsverplichting betreft de organisatie van de uitvoering van projectactiviteiten en worden per partij als volgt omschreven:

Artikel 2: CWI

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• inventarisatie en activering van de behoeften aan duale en EVC trajecten bij werkgevers, door middel van de één op één benadering;

• de produkten van en ervaringen met het Competentie Test Centrum (CTC) in te brengen ten gunste van doelrealisatie;

• deelnemers naar het leerwerkloket te verwijzen voor deelname aan duale trajecten en/of EVC bij de onderwijsinstellingen;

• terugkoppeling naar de werkgevers;

• participatie in het deelproject leerwerkloket;

• zorg te dragen voor gerichte communicatie-inspanning(en);

• periodiek informatie en advies te verschaffen over de relevante ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Artikel 3: Gemeenten

verbinden zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• een in het activiteitenplan nader aan te geven aantal kandidaten te leveren voor de duale trajecten, alsmede een aandeel in de financiering van deze trajecten;

• te overleggen met onderwijsinstellingen over de (haalbaarheid van) trajecten voor kandidaten,

• te participeren in de deelprojecten leerwerkloket, duale trajecten en EVC trajecten;

• gevraagd en ongevraagd, advies te geven over relevante ontwikkelingen.

Artikel 4: MKB Midden-Nederland

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• de produkten van en ervaringen met het project MKB-Leerbanen Amersfoort - Eemland in te brengen ten gunste van doelrealisatie (i.c. methode Leerbanenloket, bustours),

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen bij (regionale) werkgevers, die van belang zijn voor de samenwerking,

• het ter beschikking stellen van relevante (communicatie)middelen, op een in het activiteitenplan nader aan te geven wijze.

Artikel 5: VNO ‐ NCW Midden

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• hulp te geven en actieve introductie te doen bij het leggen van contacten met ondernemers uit de achterban en uit overige netwerken, op een in het activiteitenplan nader aan te geven wijze;

• het beschikbaar stellen van (communicatie)middelen, de eventuele website en adressen voor mailings over dit onderwerp;

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen bij (regionale) werkgevers, die van belang zijn voor de samenwerking.

Artikel 6: Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• hulp en actieve introductie te geven bij het leggen van contacten met ondernemers en het beschikbaar stellen van gegevens uit het Handelsregister;

• het beschikbaar stellen van communicatiemiddelen, de website en adressen voor mailings over dit onderwerp (i.c. gebruikmaking Kamerkrant en de digitale nieuwsbrief Regio Update, De Dag van de Stage);

• de produkten van en ervaringen met het project Techniek Gilde Eemland in te brengen ten gunste van doelrealisatie;

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen bij (regionale) werkgevers, die van belang zijn voor de samenwerking.

Artikel 7: ECABO

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• Een aantal van 50 (ver)nieuwe(nde) duale trajecten in samenwerking met opleidingsinstituten, op grond van matching (vacatures CWI en baanopeningen vanuit het bedrijvenregister van ECABO) en opscholingspotenties;

• de realisatie van minimaal 50 EVC-trajecten;

• scholing van ID’ers, WIW’ers en mensen in bijstand middels ‘model Rotterdam’ - Arbeidsmarkt (h)erkent;

• bij te dragen aan uitstroom uit de Sociale Werkvoorziening naar de arbeidsmarkt;

• publicitaire acties (mede) te initiëren en uit te voeren;

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen bij (regionale) werkgevers, die van belang zijn voor de samenwerking.

Artikel 8: Kenteq

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• zich in samenwerking met brancheorganisaties en opleidingsfondsen, gemeenten en de ROC’s in te spannen om de instroom van 50 werkzoekenden op BBL- contracten in de metaal, electro en installatie te realiseren;

• de inzet van 75 EVC-trajecten ter upgrading van werkenden en werkzoekenden;

• de inzet van aanwezige expertise om te komen tot een EVC-methodiek die bijdraagt aan de overeengekomen doelrealisatie;

• overleg te plegen met de aan haar gelieerde brancheorganisaties en opleidingsfondsen om de ontwikkelde EVC- methodiek op te nemen in de door hen erkende procedure “EVC Techniek”, hetgeen resulteert in een branche erkend certificaat.

Artikel 9: Hogeschool Utrecht

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• realisatie van 22 duale trajecten binnen Instituut Social Work / De Horst te Amersfoort, waarvan 11 vanuit het MBO (doorlopende duale leerlijn) en 11 voor werkzoekenden.

• zich in te spannen, in het kader van een EVC procedure en/of duaal traject, voor het realiseren van tijdige instroommomenten;

• het ter beschikking stellen en uitwisselen van kennis over EVC en duaal leren. De Hogeschool levert op basis van concrete vraag van bedrijven maatwerk bij het opzetten en doorlopen van duale trajecten en EVC trajecten. De Hogeschool maakt hierbij gebruik van het van toepassing zijnde kwaliteitskader van het kenniscentrum EVC;

• het participeren in Leerwerkloket, zoals bedoeld in art. 1

Artikel 10: ROC Midden Nederland

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• realisatie van 100 (ver)nieuwe(nde) duale trajecten voor werkenden en werkzoekenden, in samenwerking met bedrijven, brancheorganisaties en kenniscentra, waarvan 30 op MBO-niveau 2/3/4 en 70 op MBO-niveau 1/educatie;

• de produkten van en ervaringen met het project met Talent in te brengen;

• zich in te spannen, in het kader van een EVC procedure en/of duaal traject, voor het realiseren van tijdige instroommomenten;

• het ter beschikking stellen en uitwisselen van kennis over EVC en duaal leren. Het ROC levert op basis van concrete vraag van bedrijven maatwerk bij het opzetten en doorlopen van duale trajecten en EVC trajecten. Het ROC maakt hierbij gebruik van het van toepassing zijnde kwaliteitskader van het kenniscentrum EVC;

• het participeren in Leerwerkloket, zoals bedoeld in art. 1

Artikel 11: ROC ASA

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• realisatie van 50 (ver)nieuwe(nde) duale trajecten voor werkenden en werkzoekenden, in samenwerking met bedrijven, brancheorganisaties en kenniscentra;

• realisatie van 25 (ver)nieuwe(nde) duale trajecten i.s.m. de Amfors Groep, gericht op uitstroom naar werk;

• zich in te spannen, in het kader van een EVC procedure en/of duaal traject, voor het realiseren van tijdige instroommomenten;

• het ter beschikking stellen en uitwisselen van kennis over EVC en duaal leren. Het ROC levert op basis van concrete vraag van bedrijven maatwerk bij het opzetten en doorlopen van duale trajecten en EVC trajecten. Het ROC maakt hierbij gebruik van het van toepassing zijnde kwaliteitskader van het kenniscentrum EVC;

• het participeren in Leerwerkloket, zoals bedoeld in art. 1

Artikel 12: SOVEE: Trajectbureau Opleiding & Werk

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het beschikbaar stellen van (communicatie)middelen, de eventuele website en adressen voor mailings over dit onderwerp;

• hulp bij het leggen van contacten met andere onderwijsinstellingen dan die hier genoemd;

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen in de regio, in het bijzonder met betrekking tot jongeren, en die van belang zijn voor de samenwerking.

Artikel 13: Gewest Eemland

levert op verzoek diensten aan de hierbovengenoemde partijen, en alsdan

• fungeert als formele trekker en eerste aanspreekpunt m.b.t. de uitvoering op grond van de Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken;

• optreedt als aanvrager namens de partijen en coördinator voor de subsidietoekenning en uitwerking van het activiteitenplan;

• het netwerk van vaste contactpersonen onderhoudt en faciliteert, die aangewezen zijn door deelnemende partijen.

Artikel 14: De staatssecretaris

verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• partijen in staat te stellen gebruik te maken van subsidieverstrekking op basis van de Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Stcrt. Nr. 245, 2005; gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 juni 2006 Stcrt. 101, 2006);

• voor de looptijd van deze intentieverklaring een vaste contactpersoon van de Projectdirectie Leren & Werken aan te wijzen, die partijen met raad en daad zal bijstaan;

• de Projectdirectie Leren & Werken als aanspreekpunt voor knellende regelgeving op het terrein van een leven lang leren te laten fungeren, en deze, waar nodig, binnen de Rijksoverheid aan de orde te stellen.

Artikel 15: Uitvoering

1. De deelnemende partijen zullen zich gezamenlijk inspannen om met de hen ter beschikking staande middelen en binnen hun wettelijke bevoegdheden de bovengenoemde doelstelling te ondersteunen, knelpunten te verhelpen en uitvoering te geven aan de nader te benoemen activiteiten om genoemde doelstellingen te kunnen realiseren. Partijen wensen daartoe gebruik te maken van de door de staatssecretaris Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen ingestelde Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken en zullen de voornemens concreet uitwerken in een activiteitenplan met een begroting, gereed uiterlijk 90 dagen na ondertekening van deze intentieverklaring, door alle partijen.

In het activiteitenplan worden voor iedere betrokken partij de verwachte en noodzakelijke activiteiten en bijdragen (financieel en niet-financieel) opgenomen om de in deze intentieverklaring vastgelegde voornemens te realiseren.

2. Bij het uitblijven van een subsidieverstrekking of de afwijzing van een aanvraag daartoe, op grond van de Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken, zullen partijen het in deze intentieverklaring gestelde in gezamenlijkheid heroverwegen. Het ontbreken van financiële middelen kan gevolgen hebben voor de schaal en reikwijdte van de voorgenomen doelrealisatie.

3. Bij de samenwerking wordt de vraag vanuit de werkgevers op de arbeidsmarkt als centraal uitgangspunt genomen. De afstemming op de behoeften van werkgevers respectievelijk de waarborging van de vraaggestuurde aanpak geschiedt door:

- de inbreng van partijen, in het bijzonder die onder artikel 2 en 4 tot en met 8;

- het inventariseren van de (mogelijk toekomstige) vraag(problemen) bij werkgevers en onderzoek;

- een duurzame relatie op te bouwen met werkgevers, hen te faciliteren /ondersteunen op dìe organisatieaspecten waarbij de (toekomstige) personeelsvoorziening een rol speelt.

4. Het Gewest Eemland treedt namens CWI, Gemeenten, MKB Midden-Nederland, VNO-NCW Midden, Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland, ECABO, Kenteq, Hogeschool Utrecht, ROC Midden Nederland, ROC ASA en SOVEE: Trajectbureau Opleiding & Werk op als subsidieaanvrager. Het Gewest Eemland draagt namens genoemde partijen zorg voor de naleving van de aan de eventuele subsidieverlening verbonden voorwaarden en verplichtingen, niet zijnde risicodrager.

5. Partijen dragen vaste contactpersonen aan, die verantwoordelijk zijn voor de interne en onderlinge afstemming. Genoemde contactpersonen nemen deel aan periodiek overleg over het project.

Artikel 16: Afdwingbaarheid

Deze intentieverklaring is niet (in rechte) afdwingbaar.

Artikel 17: Inwerkingtreding, looptijd en verlenging

Het gestelde in deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle partijen. De voorgenomen doelrealisatie bindt partijen in gezamenlijke inspanning tot 1 oktober 2007, met dien verstande dat verplichtingen die voortvloeien uit de subsidievaststelling o.g.v. de Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken hen bindt tot 1 februari 2008. Na schriftelijke toestemming van alle partijen kan de duur van de intentieverklaring worden verlengd.

Artikel 18: Toetreding

1. Teneinde andere partijen dan de bij het sluiten van deze intentieverklaring betrokken partijen in zo ruim mogelijke mate te doen participeren in deze intentieverklaring, bestaat voor hen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de intentieverklaring als partij toe te treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de intentieverklaring voortvloeien, te aanvaarden.

2. Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend bij de Projectdirectie Leren & Werken van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zodra partijen schriftelijk hebben toegestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van partij bij de intentieverklaring en gelden voor die partij de voor haar uit de intentieverklaring voortvloeiende rechten en verplichtingen.

3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.

Artikel 19: Wijziging

1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken de intentieverklaring te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.

2. Partijen treden in overleg binnen 2 weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft medegedeeld.

3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.

Artikel 20: Opzegging

Elke partij kan met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden de intentieverklaring schriftelijk opzeggen, indien de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat de partij het redelijk vindt om deze intentieverklaring te beëindigen. De opzegging moet de verandering van omstandigheden vermelden.

Artikel 21: Evaluatie

Partijen zullen de uitvoering en werking van deze intentieverklaring uiterlijk vier maanden na beëindiging van de deze intentieverklaring evalueren.

Artikel 22: Openbaarheid

Binnen vier weken na ondertekening van deze intentieverklaring wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en ondertekend:

Amersfoort, 29 juni 2006.
De gemeenten verenigd in het Gewest Eemland, de voorzitter van het Dagelijks Bestuur, A. van Vliet-Kuiper.
CWI Amersfoort en Soest, Th.L.M.C. de Bakker, districtsmanager.
Het ROC Midden-Nederland, de voorzitter van het College van Bestuur,
B. Fransen.
Het ROC ASA, de voorzitter van het College van Bestuur, L.J. Molenkamp.
Hogeschool Utrecht / HU Amersfoort, de directeur Faculteit Maatschappij & Recht Hogeschool Utrecht / voorzitter Bestuursraad HU Amersfoort, J. Welmers.
SOVEE: Trajectbureau Opleiding & Werk, R.J.A. Caubo, directeur.
VNO-NCW Regio Eemland,
P. Lomans, bestuurslid.
MKB Midden-Nederland, P. Hagemans, regiomanager.
Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland, de voorzitter van het bestuur, R.J. Zieck.
Stichting Ecabo, C.W. Streumer, algemeen directeur.
Stichting Kenteq k.b.b. voor techniek, J.A. den Blanken, directeur.
De staatssecretaris van SZW,
H.A.L. van Hoof.

Naar boven