De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming
met de Minister van Justitie,
Gelet op artikel 3 van de regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport en Minister van Justitie van 14 augustus 2006, nr. PG/E-2699000
tot instelling van een centrale deskundigencommissie voor de beoordeling van
gemelde gevallen van late zwangerschapsafbreking bij categorie 2 gevallen
of levensbeëindiging bij pasgeborenen;
Besluit:
Artikel 1
De heer prof. mr. dr. J.H.A.M. Hubben wordt met ingang van 1 september
2006 benoemd tot voorzitter van de commissie late zwangerschapsafbreking en
levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Artikel 2
De heer prof. mr. dr. T.M. Schalken wordt met ingang van 1 september 2006
benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van de commissie late zwangerschapsafbreking
en levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Artikel 3
De heer prof. dr. J.J.M. van Delden wordt in de hoedanigheid van ethicus
met ingang van 1 september 2006 benoemd tot lid van de commissie late zwangerschapsafbreking
en levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Artikel 4
De heer prof. dr. D.L. Willems wordt in de hoedanigheid van ethicus met
ingang van 1 september 2006 benoemd tot plaatsvervangend lid van de commissie
late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Artikel 5
De heer prof. dr. L.A.A. Kollée wordt in de hoedanigheid van arts
gelet op zijn deskundigheid op het terrein van kindergeneeskunde met ingang
van 1 september 2006 benoemd tot lid van de commissie late zwangerschapsafbreking
en levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Artikel 6
De heer dr. H.A.A. Brouwers wordt in de hoedanigheid van arts gelet op
zijn deskundigheid op het terrein van kindergeneeskunde met ingang van 1 september
2006 benoemd tot plaatsvervangend lid van de commissie late zwangerschapsafbreking
en levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Artikel 7
De heer prof. dr. W.F.M. Arts wordt in de hoedanigheid van arts gelet
op zijn deskundigheid op het terrein van kinderneurologie met ingang van 1
september 2006 benoemd tot lid van de commissie late zwangerschapsafbreking
en levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Artikel 8
De heer prof. dr. L.M.E. Smit wordt in de hoedanigheid van arts gelet
op zijn deskundigheid op het terrein van kinderneurologie met ingang van 1
september 2006 benoemd tot plaatsvervangend lid van de commissie late zwangerschapsafbreking
en levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Artikel 9
Mevrouw dr. G.C.M.L. Page-Christiaens wordt in de hoedanigheid van arts
gelet op haar deskundigheid op het terrein van gynaecologie met ingang van
1 september 2006 benoemd tot lid van de commissie late zwangerschapsafbreking
en levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Artikel 10
Mevrouw dr. G.G. Zeeman wordt in de hoedanigheid van arts gelet op haar
deskundigheid op het terrein van gynaecologie met ingang van 1 september 2006
benoemd tot plaatsvervangend lid van de commissie late zwangerschapsafbreking
en levensbeëindiging bij pasgeborenen.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.