Intentieverklaring versterking een Leven Lang Leren & Werken in Twente

Ondergetekenden,

• De Regio Twente, te dezen vertegenwoordigd door de heer P.E.J. den Oudsten, voorzitter

• Provincie Overijssel, te dezen vertegenwoordigd door mevrouw drs. C. Abbenhues, gedeputeerde

• ROC van Twente, te dezen vertegenwoordigd door drs. C.M.A. van Rosmalen, voorzitter College van Bestuur

• AOC Oost, in dezen vertegenwoordigd door de heer drs. A.F.M. Bomers, voorzitter van het College van Bestuur

• VNO-NCW MIDDEN, regio Twente, te dezen vertegenwoordigd door de heer drs. R. Snel, voorzitter

• MKB - Nederland Regio Oost, te dezen vertegenwoordigd door de heer O. Zuidema, voorzitter

• FNV, te dezen vertegenwoordigd door de heer L. Albers

• De Kamer van Koophandel Regio Veluwe en Twente te dezen vertegenwoordigd door de heer J. Schepers, voorzitter

• Saxion Hogescholen, te dezen vertegenwoordigd door de heer mr. drs. C. Boom, voorzitter Raad van Bestuur

• Het Centrum voor Werk en Inkomen Oost Nederland, te dezen vertegenwoordigd door mevrouw drs. J.W.M. Lichtenberg, districtsmanager

• UWV, te dezen vertegenwoordigd door de heer M.H.J Tijdhof MBA, regiomanager domein Werk regio Oost

• De Industriële Kring Twente, te dezen vertegenwoordigd door de heer G. de Raad, voorzitter

• De Verenigde Maakindustrie Oost, te dezen vertegenwoordigd door de heer M. Leushuis, voorzitter-directeur

• De Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek, te dezen vertegenwoordigd door de heer drs. G.A.J. Nederpelt, directeur

• De Stuurgroep Economisch Ontwikkelingsplan Twente, te dezen vertegenwoordigd door de heer ir. P.H.M. te Riele, voorzitter

• Regionaal Platform Arbeidsmarkt Twente, te dezen vertegenwoordigd door mevrouw M.G.E Koomen, voorzitter

• De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend als bestuursorgaan, de heer mr. A.J. de Geus.

Overwegende dat:

- Sinds jaren alle betrokken partijen op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt erkennen, dat een leven lang leren van groot belang is voor werkenden en werkzoekenden op de arbeidsmarkt en voor de bedrijven in de regio.

- De veranderingen in de maatschappij en de technologie vragen om een permanente ontwikkeling van kennis en vaardigheden.

- De kenniseconomie behoefte heeft aan meer hoger opgeleiden en de verschuiving van werk en dus arbeidsplaatsen voor laag opgeleide medewerkers naar landen met lage lonen, de noodzaak tot bijscholing van deze groep medewerkers verhoogt.

- De gevolgen van het niet bijblijven en bijscholen al concreet zichtbaar zijn bij de werknemers die verzuimd hebben om in zichzelf te investeren. Op het moment dat hij of zij zich als werkzoekende op de arbeidsmarkt meldt, blijken de kansen op werk aanzienlijk minder dan voorheen werd aangenomen. Daarom is het van belang dat alle werkenden worden gestimuleerd in zichzelf te investeren zodat zij zo lang mogelijk, dus ook op latere leeftijd, goed inzetbaar blijven voor de arbeidsmarkt.

- Om bij een aantrekkende economie de kansen van deze doelgroep te vergroten, is een mechanisme waarmee de jarenlange werkervaring kan worden verzilverd via erkenning van verworven competenties (EVC) of worden aangevuld met actuele kennis, van groot belang.

Specifieke overwegingen ten aanzien van de scholings- en arbeidsmarkt in Twente:

- Er is in de regio Twente nu sprake van een aantrekkende conjunctuur, waardoor meer vraag naar personeel ontstaat;

- Er gaan kwantitatieve fricties ontstaan als gevolg van vergrijzing. Een extra inspanning in bijscholing voor de werkenden van 40+ is op korte termijn van groot belang om deze groep mensen zolang mogelijk inzetbaar te houden voor de arbeidsmarkt en de bedrijven van voldoende gekwalificeerd personeel te voorzien;

- Er zijn kwalitatieve fricties, omdat er nog steeds werknemers zijn zonder startkwalificatie (MBO niveau 2) en er een grote groep is die wel één of twee niveaus hoger kan en wil worden opgeleid. Met andere woorden de aanwezige en de te verwachten ‘kennis- en vaardighedengap’ tussen onderwijs en arbeidsmarkt moet worden verkleind. Deze ‘gap’ is een probleem van Europese dimensie en speelt ook sterk in de regio Twente;

- De vraag naar kwalificaties en competenties op HBO-niveau groeit. In dat verband is scholing van werknemers met een MBO-opleiding naar een HBO-niveau van belang voor de werkgelegenheidsontwikkeling in de regio;

- De kloof tussen aanwezige en gewenste kennis- en vaardigheidsniveau is met name problematisch in de industriële sector. Deze sector is voor Twente van groot belang en kan zich in de mondiale verhoudingen alleen dan handhaven als er voldoende personeel is dat beschikt over competenties en vaardigheden op MBO niveau 3 en hoger;

- Er is een aantoonbare discrepantie tussen het niveau van de werkzoekenden en de gevraagde competenties in de beschikbare vacatures;

- Er zijn veel schoolverlaters zonder startkwalificaties die moeizaam een plek op de arbeidsmarkt kunnen veroveren. Een extra impuls voor deze doelgroep, ook na de leeftijd van 23 jaar is van belang om te voorkomen dat ze in de toekomst uitgesloten blijven van de arbeidsmarkt;

- Het opleidingsniveau van de beroepsbevolking in de regio heeft, ondanks alle inspanningen van opleiders, werkgevers en gemeenten, nog niet het gewenste niveau;

- Voor een effectieve aanpak van regionale opleidings- en arbeidsmarktproblemen is een integrale vraaggerichte werkgeversbenadering en een integrale regionale aanpak van cruciaal belang;

- Het voorgaande is ook in het bijzonder van belang op de bevordering van stagetrajecten, leerbanen en het voorkomen c.q. bestrijden van voortijdige schooluitval. In Twente wordt daarom gestreefd naar afstemming en samenhang in de acties en projecten voor de verschillende doelgroepen.

Constaterende dat,

• in de huidige kenniseconomie burgers minimaal een startkwalificatie nodig hebben om een redelijke kans op werk te hebben;

• de kenniseconomie behoefte heeft aan meer hoger opgeleide werknemers op alle niveaus;

• dat een leven lang leren nodig is om te kunnen (blijven) functioneren in de hedendaagse samenleving;

• de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een projectdirectie Leren & Werken hebben opgericht (Staatscourant 2005, nr. 169), die onder meer als taak heeft regionale initiatieven op het gebied van een leven lang leren te ondersteunen;

• partijen Twentse werkenden en werkzoekenden een kans willen bieden op doorstroming naar hoger opgeleid werk;

• scholing van werkenden en werkzoekenden een impuls nodig heeft;

• partijen deze impuls willen geven, zodat Twente op termijn een beter opgeleide beroepsbevolking heeft;

• de combinatie van leren en werken een aantrekkelijke wijze van leren is voor werkenden en werkzoekenden;

• de combinatie van leren en werken bijdraagt aan de innovatie van Twente;

• een extra impuls aan de scholing van ook werkenden en werkzoekenden van 23 jaar en ouder aan de orde is;

• een extra impuls aan de versterking van het ondernemerschap in de regio aan de orde is.

Komen het volgende overeen:

Doelstelling

Artikel 1

Partijen gaan samenwerken om in Twente een versterking van het ‘leven lang leren’ te bewerkstelligen voor werkzoekenden, maar vooral ook voor de werkende beroepsbevolking van 23 jaar en ouder.

Partijen zullen zich inspannen om onderstaande doelstellingen te realiseren. Bij deze inspanning zullen partijen (andere) onderwijsinstellingen en (vertegenwoordigers van) het bedrijfsleven voorzover niet betrokken bij deze intentieverklaring betrekken bij de voorbereiding en bij de realisatie. Partijen zullen uiterlijk 1 oktober 2006 de volgende voornemens concreet hebben uitgewerkt in een plan van aanpak.

500 Duale trajecten voor werkenden en werkzoekenden op MBO-niveau

Partijen zien duale trajecten als een belangrijk instrument om mensen (weer) aan het leren te krijgen en eventueel aan (ander) werk te helpen. Bij werkenden gaat het om behoud van werk en doorstroom naar hogere functies. Dat verhoogt de arbeidsproductiviteit, het concurrentievermogen en innovatievermogen voor bedrijven en andere arbeidsorganisaties, en creëert ook ruimte voor nieuwe instroom aan de onderkant. Bij werkzoekenden gaat het primair om de inzet van duale banen en stageplekken als stap naar verbetering van arbeidsmarktkwalificaties en naar werk. Er zijn de volgende twee voornemens:

Partijen streven na:

1. 500 duale trajecten voor deelnemers die werken of werkzoekend zijn per 1 oktober 2007 tot stand te brengen;

2. Scholing aan de doelgroepen resulteert in een erkend diploma of certificaat MBO niveau 2 of hoger.

Bovengenoemd streven wordt uitgewerkt in projectplannen die voor 1 oktober 2006 gereed zullen zijn.

Bij de trajecten voor werkenden is de doelstelling om juist die werkgevers en werknemers te bereiken waarbij upgrading nog niet vanzelfsprekend is. Om deze werkgevers te bereiken, zullen de accountmanagers van ROC van Twente, AOC Oost en van het CWI gezamenlijk worden ingezet via het op te richten leerwerkloket. Tevens zullen Kamer van Koophandel Veluwe en Twente, MKB-Nederland regio Oost en VNO-NCW Midden hun (communicatie)kanalen openen om bij hun leden en relaties deelname te promoten.

De duale trajecten betreffen niet de gangbare MBO- of HBO-trajecten voor de huidige studentenstromen van het voorliggend onderwijs.

Het gaat hier om de intentie om óf de gangbare trajecten toegankelijk te maken en eventueel aan te passen voor nieuwe c.q. andere cursistenstromen zoals werkenden óf om bestaande projecten voor specifieke doelgroepen c.q. concepten met duaal onderwijs, zoals Ieren op de werkvloer of een op de doelgroep afgestemd samengesteld opleidingsprogramma, die succesvol zijn te optimaliseren, te formaliseren en uit te breiden.

Leerwerkloket/Loopbaancentrum

Met een leerwerkloket of loopbaancentrum wordt beoogd om een schakelvoorziening te realiseren tussen het aanbod van opleidingen en EVC-procedures van de kennisinstellingen enerzijds en de vraag van het bedrijfsleven, individuele werkenden en werkzoekenden anderzijds. De schakelvoorziening wordt bij voorkeur zo actief mogelijk ingevuld, vooral naar het midden- en kleinbedrijf. De regionale partijen zullen een voorstel indienen bij de projectdirectie Leren en Werken voor één van de pilots voor een leerwerkloket zoals genoemd in het Plan van Aanpak van de projectdirectie Leren en Werken. In dit voorstel zullen voor iedere betrokken partij de verwachte inspanningen worden beschreven. De genoemde partijen zullen ook andere partijen uit de regio Twente bij dit voorstel betrekken.

Het is de intentie het leerwerkloket of loopbaancentrum aan te laten sluiten c.q. voort te laten bouwen op al lopende en voor dit onderdeel relevante projecten in Twente, zodat geen overlap gaat ontstaan met wat al gerealiseerd / aanwezig is.

Erkenning verworven competenties

Alle partijen zijn het erover eens dat een deel van de Twentse beroepsbevolking die het niveau startkwalificatie niet heeft gehaald in het initiële opleidingstraject alsnog moet worden bijgeschoold en gecertificeerd op kwalificatieniveau.

Een deel van deze groep heeft dit startkwalificatieniveau in de loop van de arbeidsloopbaan naar alle waarschijnlijkheid geheel of gedeeltelijk behaald via het leren in de praktijk.

Om het voor deze werkenden en werkzoekenden mogelijk te maken de opgedane werkervaring en het leren daarvoor in formele kwalificaties te verzilveren, wordt een extra inspanning rond EVC geleverd. De volgende afspraken worden gemaakt:

1. Via het leerwerkloket/loopbaancentrum en via inspanningen van alle partijen wordt in 2006 en 2007 in totaal 500 werkenden of werkzoekenden een EVC-procedure aangeboden.

2. Financiering van de uitvoering van de EVC-trajecten zal in veel gevallen via de werkgevers of uitkerende instanties verlopen.

3. In het op te stellen projectplan zal ten aanzien van EVC ook helderheid worden geschapen over de wijze waarop het aanbod van EVC vanuit de Twentse instellingen en organisaties zo transparant én zo compleet mogelijk wordt gemaakt. In het projectplan zal beschreven worden op welke wijze alle aanbieders aan bod kunnen komen. Deze kennisinstellingen verwachten dat voor 200 van de 500 EVC-trajecten sprake zal zijn van gebruik van nieuwe methodieken. Daarom wordt in het projectplan aangegeven voor welke 200 EVC-trajecten nieuw aanbod ontwikkeld moet worden.

4. Daarnaast worden in het projectplan eventuele problemen die werkzoekenden binnen EVC-procedures ondervinden in kaart gebracht en wordt aangegeven hoe die problemen worden opgelost.

Zowel bij de realisatie van het Leerwerkloket/Loopbaancentrum als de uitvoering van de EVC-procedures wordt nadrukkelijk gestreefd naar participatie van organisaties en bedrijven die op deze terreinen een relevant aanbod hebben ontwikkeld. Samenwerking tussen publieke organisaties (ROC van Twente; AOC Oost; CWI en HBO), kenniscentra (Kenteq, KC Handel, ECABO, e.a.) én private aanbieders moet leiden tot een duidelijke regionale aanpak en breed gedragen voorzieningen.

Inspanning partijen

Artikel 2: structurele samenwerking

Partijen wensen - ook na het aflopen van de projectperiode ‘Leren en Werken’ per 1 oktober 2007 - een structurele, en op resultaat gerichte, samenwerking op het brede terrein van leren en werken te continueren. Daarbij spannen partijen zich in om een integrale, regionale vraaggerichte werkgeversbenadering te realiseren. Uiterlijk drie maanden na ondertekening van deze intentieverklaring zal aan de gezamenlijke partners een concept-convenant worden voorgelegd, waarin deze duurzame samenwerking wordt beschreven. Hierin staan de partijen benoemd en de verantwoordelijkheid en rollen van elk der partijen, de ’scoop’ van de samenwerking en de vorm waarin deze duurzame samenwerking gestalte krijgt.

Integrale regionale werkgeversbenadering

Werkgevers spelen een cruciale rol bij het scheppen van voldoende instroom- en doorstroommogelijkheden voor werkzoekenden, zittend personeel, stagiaires, uitkeringsgerechtigden, enz. Het betreft hier zowel bedrijven als organisaties in de non-profitsector (gemeenten, ziekenhuizen, e.d.). Hun commitment bij de aanpak van arbeidsmarkt- en opleidingsvraagstukken is onmisbaar.

In Twente zijn veel bedrijven in de sector midden- en kleinbedrijf gevestigd en relatief weinig grote ondernemingen. Deze bedrijven worden op een groot aantal momenten over diverse onderwerpen door veel verschillende organisaties benaderd. Bovendien is bij deze wijze van benaderen altijd sprake van een aanbodgerichte aanpak, waarbij de behoefte/het belang van de betreffende organisatie voorop staat. Verder zijn het in heel veel gevallen ad-hoccontacten en is geen sprake van een serieuze vorm van relatie-opbouw of -beheer.

Tegelijkertijd is bij een groot aantal bedrijven de wil aanwezig om in de context van een opgebouwde relatie concrete afspraken te maken over vacaturevervulling, het scheppen van leerwerkbanen en stageplaatsen en het investeren in scholing.

Het voorgaande is aanleiding om te starten met de ontwikkeling van een integrale regionale werkgeversbenadering in het leerwerkloket/loopbaancentrum.

Concreet moet dit leiden tot en veel efficiëntere, effectievere en duurzame relatie met werkgevers en tot meer resultaten, zowel kwalitatief als kwantitatief voor werkgevers, werkenden, werkzoekenden, starters.

Artikel 3: Regio Twente

Verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het indienen van de aanvraag voor subsidie bij de projectdirectie en de zorg voor beheer en verantwoording, op basis van het Plan van Aanpak dat vóór 1 oktober 2006 wordt opgesteld;

• het ter beschikking stellen van relevante communicatiemiddelen.

Artikel 4: Saxion Hogescholen, ROC van Twente en AOC Oost

Verbinden zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het ter beschikking stellen en uitwisselen van kennis over EVC en duaal leren. Zij leveren op basis van concrete vraag van bedrijven maatwerk bij het opzetten en doorlopen van duale trajecten en EVC trajecten. Zij maken hierbij gebruik van het van toepassing zijnde kwaliteitskader van het kenniscentrum EVC;

• het zorgen voor de noodzakelijk kontakten en afstemming met de kenniscentra en CWI;

• zich in te spannen, in het kader van een EVC procedure en/of duaal traject, voor het realiseren van tijdige instroommomenten;

• het participeren in Leerwerkloket/Loopbaancentrum;

• het opstellen van deelprojectplannen voor het realiseren van duale trajecten, benoeming, waar gewenst, van projectleider voor de deelprojecten en het uitvoeren van deze deelprojecten.

Artikel 5: Saxion Hogescholen specifiek

Saxion zal een beroep doen op de specifieke subsidieregeling die de projectdirectie Leren & Werken voor de stimulering van EVC in het HBO in juni 2006 zal publiceren. De hogeschool zal daartoe voor 1 oktober 2006 een projectplan indienen bij de projectdirectie c.q. de uitvoerder van de bedoelde subsidieregeling waarin zij aangeven hoe 250 kandidaten een EVC-traject op HBO-niveau gaan doorlopen. De uitvoering van dat project van de Saxion Hogescholen zal in belangrijke mate plaatsvinden in het kader van de intentieverklaring.

Dat geldt speciaal voor de participatie van Saxion Hogescholen aan het op te starten Leerwerkloket/Loopbaancentrum.

Artikel 6: VNO-NCW Midden, FNV en IKT

Verbinden zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het promoten van de intenties;

• deelname bij de uitwerking door het regionale bedrijfsleven;

• het beschikbaar stellen van communicatiemiddelen;

• hulp bij het leggen van contacten met ondernemers en ondernemingsraden uit de achterban;

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen bij werkgevers en werknemers die van belang zijn voor de samenwerking.

Artikel 7: Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek

Verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het creëren van meer mogelijkheden voor beroepspraktijkvorming in de zorg;

• verdere integratie van binnen- en buitenschools leren;

• verdere investering in de ontwikkeling van zittend personeel;

• afstemming met gemeenten over de mogelijkheden tot instroom van specifieke doelgroepen in de sector.

Artikel 8: Verenigde Maakindustrie Oost

Verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• de ontwikkeling van trajecten waarin werk en scholing van individuele werknemers centraal staan;

• hulp bij de inventarisatie van scholingsvragen vanuit het bedrijfsleven;

• hulp bij het leggen van andere contacten met ondernemers uit de achterban.

Artikel 9: Kamer van Koophandel Veluwe-Twente

Verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het ter beschikking stellen van een relevant netwerk van personen en organisaties, het verschaffen van adressen en hulp bij het leggen van relevante contacten;

• het geven van gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen in werkgeversland, die van belang zijn voor de samenwerking;

• het ter beschikking stellen van relevante communicatiemiddelen.

Artikel 10: Provincie Overijssel

Verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het participeren in het deelproject Leerwerkloket/Loopbaancentrum;

• het geven van, gevraagd en ongevraagd, advies over relevante ontwikkelingen.

Artikel 11: CWI

Verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het leveren, naar vermogen, aanvullend op de vraag van werkgevers passende werkzoekenden;

• het verwijzen van deelnemers door aan de onderwijsinstellingen voor deelname aan duale trajecten en/of EVC;

• het zorgen, in afstemming met de projectleiding voor terugkoppeling naar de werkgevers;

• het participeren in het deelproject Leerwerkloket/Loopbaancentrum, waarbij gestreefd wordt optimale afstemming met het Competentie-testcentrum (CTC) dat door CWI wordt ontwikkeld;

• het periodiek verschaffen van informatie en advies over de relevante ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Artikel 12: Gemeenten en UWV

Verbinden zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• actieve betrokkenheid bij de ontwikkeling van het Leerwerkloket/Loopbaancentrum ten behoeve van werkzoekenden die begeleid worden door gemeente en/of UWV;

• deelname aan samenwerkingsprojecten met ROC van Twente en/of AOC Oost en Kenniscentra/Fondsen en/of branche-organisaties, waarbij toeleiding naar werk voor werkzoekenden wordt nagestreefd;

• afstemming tussen eigen werkgelegenheids- en arbeidsmarktbeleid en het Plan van Aanpak in het kader van het voorliggend convenant.

Artikel 13: De Stuurgroep Economisch Ontwikkelingsplan Twente

Verbindt zich aan de in de intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• het voorzien in het regionale, bestuurlijke draagvlak;

• het beoordelen van de verschillende onderdelen van het Plan van Aanpak;

• het bewaken van de koppeling tussen verschillende deelprojecten en het Regionaal Economisch Ontwikkelplan Twente (REOP).

Artikel 14: Het Regionaal Platform Arbeidsmarkt Twente

Verbindt zich aan de in de intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• de coördinatie m.b.t. de opstelling van een Plan van Aanpak vóór 1 oktober 2006;

• de uitwerking van een projectorganisatie en deelprojectplannen, in nauw overleg met betrokken partijen;

• het faciliteren en secretarieel ondersteunen van de verschillende onderdelen van de projectorganisatie;

• periodieke rapportage naar de Regio Twente, SEOT, Projectdirectie en betrokken partijen;

• de algehele leiding ten aanzien van de uitvoering van het Plan van Aanpak.

Artikel 15: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Verbindt zich aan de in deze intentieverklaring geformuleerde doelstellingen door:

• de Projectdirectie Leren & Werken als aanspreekpunt voor knellende regelgeving op het terrein van een leven lang leren te laten fungeren, en deze, waar nodig, binnen de Rijksoverheid aan de orde te stellen;

• een blijvende betrokkenheid van de Projectdirectie Leren & Werken gedurende de looptijd van deze intentieverklaring te bevorderen.

Artikel 16: Uitvoering

De deelnemende partijen zullen zich gezamenlijk inspannen om met de hen ter beschikking staande middelen en binnen hun wettelijke bevoegdheden de bovengenoemde doelstellingen te ondersteunen, knelpunten te verhelpen en uitvoering te geven aan de nader te benoemen activiteiten om genoemde doelstellingen te kunnen realiseren. De partijen zullen de voornemens concreet uitwerken in een activiteitenplan met een begroting zoals bedoeld in de ‘Tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken’. In het projectplan wordt voor iedere betrokken partij de verwachte en noodzakelijke activiteiten opgenomen om de in deze intentieverklaring vastgelegde voornemens te realiseren.

Om dit project kans van slagen te geven, is een goede bestuurlijke inbedding van de projecten in de regio vereist. De Stuurgroep Economisch Ontwikkelingsplan Twente (SEOT) waarin de ondertekenende partijen van deze intentieverklaring samenwerken, zal als bestuurlijk aanspreekpunt fungeren.

De Regio Twente treedt op als aanvrager voor zichzelf en namens de overige partijen echter met uitzondering van de Provincie Overijssel, voor de subsidieaanvragen in het kader van de Tijdelijke stimuleringsregeling Leren en Werken.

Het Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA Twente) is verantwoordelijk voor de verdere voorbereiding en uitvoering van het projectplan. Het RPA richt in samenwerking met de convenantpartijen een projectbureau in. De projectplannen zullen door de SEOT worden beoordeeld.

Artikel 17: Afdwingbaarheid

Deze intentieverklaring is niet (in rechte) afdwingbaar.

Artikel 18 Inwerkingtreding, looptijd en verlenging

Deze intentieverklaring treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle partijen en eindigt op 1 oktober 2007. Na schriftelijke toestemming van alle partijen kan de duur van de intentieverklaring worden verlengd.

Artikel 19: Toetreding en verspreiding van stad, regio en land

Deze intentieverklaring richt zich vooral op de regio Twente.

Teneinde andere partijen dan de bij het sluiten van deze intentieverklaring betrokken partijen in zo ruim mogelijke mate te doen participeren in deze intentieverklaring, bestaat voor hen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van de intentieverklaring als partij toe te treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit de intentieverklaring voortvloeien, te aanvaarden.

Een toetredende partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend bij de Projectdirectie Leren & Werken van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zodra de partijen die deze intentieverklaring hebben getekend schriftelijk hebben toegestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van partij bij de intentieverklaring en gelden voor die partij de voor haar uit de intentieverklaring voortvloeiende rechten en verplichtingen.

Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.

Artikel 20: Wijziging

1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken de intentieverklaring te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle partijen.

2. Partijen treden in overleg binnen 2 weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft meegedeeld.

3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan de intentieverklaring gehecht.

Artikel 21: Opzegging

Elke partij kan met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden de intentieverklaring schriftelijk opzeggen, indien de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat de partij het redelijk vindt om deze intentieverklaring te beëindigen. De opzegging moet de verandering van omstandigheden vermelden.

Artikel 22: Evaluatie

Partijen zullen de uitvoering en werking van deze intentieverklaring uiterlijk twee maanden na beëindiging van de deze intentieverklaring evalueren.

Artikel 23: Openbaarheid

Binnen vier weken na ondertekening van deze intentieverklaring wordt de tekst van deze intentieverklaring gepubliceerd in de Staatscourant.

De Regio Twente,

te dezen vertegenwoordigd door:

P.E.J. den Oudsten, voorzitter.

Provincie Overijssel,

te dezen vertegenwoordigd door:

C. Abbenhues, gedeputeerde.

ROC van Twente,

te dezen vertegenwoordigd door:

C.M.A. van Rosmalen, voorzitter College van Bestuur.

AOC Oost,

te dezen vertegenwoordigd door:

A.F.M. Bomers, voorzitter van het College van Bestuur.

VNO-NCW MIDDEN regio Twente,

te dezen vertegenwoordigd door:

R. Snel, voorzitter.

MKB ‐ Nederland Regio Oost,

te dezen vertegenwoordigd door:

O. Zuidema, voorzitter.

FNV,

te dezen vertegenwoordigd door:

L. Albers.

De Kamer van Koophandel Regio Veluwe en Twente,

te dezen vertegenwoordigd door:

J. Schepers, voorzitter.

Saxion Hogescholen,

te dezen vertegenwoordigd door:

C. Boom, voorzitter Raad van Bestuur.

Het Centrum voor Werk en Inkomen Oost Nederland,

te dezen vertegenwoordigd door:

J.W.M. Lichtenberg, districtsmanager.

UWV,

te dezen vertegenwoordigd door:

M.H.J Tijdhof MBA, regiomanager domein Werk regio Oost.

De Industriële Kring Twente,

te dezen vertegenwoordigd door:

G. de Raad, voorzitter.

De Verenigde Maakindustrie Oost,

te dezen vertegenwoordigd door:

M. Leushuis, voorzitter-directeur.

De Werkgeversvereniging Zorgsector Twente/Oost Achterhoek,

te dezen vertegenwoordigd door:

G.A.J. Nederpelt, directeur.

De Stuurgroep Economisch Ontwikkelingsplan Twente,

te dezen vertegenwoordigd door:

P.H.M. te Riele, voorzitter.

Regionaal Platform Arbeidsmarkt Twente,

te dezen vertegenwoordigd door:

M.G.E Koomen, voorzitter.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,A.J. de Geus.

Naar boven