Bestuursreglement College sanering zorginstellingen

Bestuursreglement met betrekking tot de werkwijze van het College sanering zorginstellingen als bedoeld in artikel 32 jo artikel 21 lid 1 van de Wet Toelating Zorginstellingen.

1 maart 2006

Het College sanering zorginstellingen,

Besluit:

Hoofdstuk I

Definities

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

a. De Wet: de Wet toelating zorginstellingen.

b. Het Besluit: Uitvoeringsbesluit WTZi, als bedoeld in de artikelen 1, tweede en derde lid, 5, eerste lid, 6, 7 derde lid onder c, 9 , eerste lid onder b, 16 en 17, vierde lid van de Wet.

c. Het College: College sanering zorginstellingen, als bedoeld in artikel 32, lid 1, van de Wet.

d. Leden: degenen die door de minister zijn benoemd op grond van artikel 32, lid 3 jo artikel 20, lid 2 van de Wet.

e. De voorzitter: degene die als zodanig door de minister is benoemd op grond van artikel 32, lid 3 jo artikel, 20 lid 2 van de Wet. De voorzitter is lid van het College.

f. De vice-voorzitter: degene die door het College als zodanig is aangewezen;

g. De secretaris/directeur van het College: degene, genoemd in artikel 6 van dit reglement.

h. Waarnemer: degene die door het College is uitgenodigd namens het ministerie van VWS vergaderingen bij te wonen.

i. Gemachtigde: een natuurlijk persoon, aangewezen door het College, conform artikel 8.3, lid 1, van het Besluit.

j. Liquidatiebegroting: een door de zorginstelling op te stellen begroting, inhoudende de mogelijk als lasten en baten terzake van sanering te bestempelen kosten en opbrengsten over een kalenderjaar.

k. Commissies: de krachtens artikel 32, lid 3 jo artikel 21, lid 2, van de Wet ingestelde commissies.

l. Secretariaat: het geheel van het ingevolge artikel 32, lid 3, jo artikel 22 van de Wet benoemde personeel.

Hoofdstuk II

Taak

Artikel 2

Het College heeft tot taak:

Het verrichten van datgene, dat het College bij of krachtens de Wet is opgedragen, waaronder:

– beslissingen omtrent het verlenen van goedkeuring betreffende het verhuren, vervreemden of aan enig beperkt recht onderwerpen van gebouwen of terreinen, of delen daarvan, door een instelling, met uitzondering van een academisch ziekenhuis, almede het beslissen omtrent het storten van een meeropbrengst ten opzichte van de boekwaarde in het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten

– het vaststellen van de financiële gevolgen van sanering

– het verstrekken van subsidie ter voorziening in de financiële gevolgen van de sanering

– het houden van toezicht op de sanering

– het verrichten van datgene dat het College bij of krachtens de Wet ambulancevervoer is opgedragen

– het verrichten van datgene dat het College bij of krachtens enige andere wet wordt opgedragen

– het verrichten van datgene dat de minister van VWS het College in specifieke gevallen opdraagt

Hoofdstuk III

Werkwijze

Artikel 3

Het College wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter.

Artikel 4

1. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt de vice-voorzitter in alle bevoegdheden van de voorzitter.

2. Bij ontstentenis van de voorzitter en de vice-voorzitter neemt het in leeftijd oudste lid het voorzitterschap waar en treedt in alle bevoegdheden van de voorzitter.

3. Bestuursleden zullen – met het oog op een deskundige en onafhankelijke taakuitoefening – tijdens de zittingsperiode moeten voldoen aan de voor het College geldende profielschetsen, in het bijzonder wat betreft onverenigbaarheden, zoals die worden gehanteerd bij de benoeming van bestuursleden.

Artikel 5

Het College kan krachtens artikel 32, lid 3, jo artikel 21, lid 2 van de Wet commissies instellen, aan welke bepaalde taken kunnen worden opgedragen.

Het College bepaalt de taak en de samenstelling van deze commissie, benoemt de leden, en wijst een voorzitter aan, dan wel laat de aanwijzing van de voorzitter aan de commissie zelf over. Een commissie regelt zelf haar werkzaamheden, tenzij anders bepaald door het College. Het College is te allen tijde bevoegd de commissie op te heffen.

Vergaderingen van de commissie zijn openbaar, tenzij anders door het College is bepaald.

Hoofdstuk IV

Secretariaat

Artikel 6

1. Het College doet zich bijstaan door een secretariaat.

2. De secretaris, adviserend lid van het College, geeft in de functie van directeur leiding aan het secretariaat en het bureau. Voor het functioneren van het bureau wordt hij geassisteerd door een chef du bureau.

Artikel 7

1. De directeur dient de door het College verstrekte instructies in acht te nemen.

2. Bij de uitoefening van zijn functie onderhoudt de directeur regelmatig contact met de voorzitter. Hij verstrekt daarbij alle inlichtingen omtrent de lopende werkzaamheden van het secretariaat.

3. De directeur heeft tot taak zorg te dragen voor het tijdig uitvoeren, respectievelijk doen uitvoeren, van verplichtingen en besluiten van het College en de voorbereiding hiervan;

4. De directeur legt jaarlijks een concept jaarverslag van de werkzaamheden, inclusief financiële verantwoording en rechtmatigheidverantwoording, alsmede een doelmatigheidsverantwoording en gegevens omtrent de uitvoering van het werkprogramma aan het College voor als bedoeld in artikel 25, lid 1 en artikel 26, lid 1 van de Wet.

Artikel 8

De directeur is bevoegd tot het doen van uitgaven, binnen het raam van de begroting, nadat deze begroting conform artikel 24 de instemming van de minister heeft gekregen, mits:

a. het College rechtens tot betaling is gehouden

b. de verschuldigdheid blijkt uit bescheiden

c. het College niet heeft bepaald dat machtiging zijnerzijds is vereist alvorens tot uitgaven van een begrotingspost kan worden overgegaan.

Artikel 9

1. De directeur draagt zorg voor een goede financiële administratie die zodanig wordt ingericht dat omtrent de staat van baten en lasten en omtrent de vermogenstoestand van het College te allen tijde een volledig overzicht kan worden verkregen.

2. De directeur biedt jaarlijks uiterlijk in de september-vergadering van het College een concept begroting aan, zoals bedoeld in artikel 24 van de Wet.

Hoofstuk V

Vergaderingen van het College

Artikel 10

1. De door de minister benoemde (vijf) leden vormen tezamen het College. Elk lid heeft stemrecht. De door het College benoemde secretaris is adviserend lid van het College.

2. De oproep tot een vergadering geschiedt namens de voorzitter schriftelijk door de secretaris, met inachtneming van een termijn van tenminste vier werkdagen, de dag der oproep en die der vergadering niet meegerekend. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan deze termijn worden teruggebracht tot twee dagen.

3. Indien hij zulks nodig acht, kan de voorzitter, buiten het vergaderrooster om, als bedoeld in artikel 12 van dit reglement, een extra vergadering doen bijeenroepen.

4. De voorzitter roept een extra vergadering bijeen wanneer twee leden bij hem daartoe een met redenen omkleed verzoek indienen. Bij het uitschrijven van een dergelijke vergadering worden de termijnen, genoemd in lid 2, in acht genomen.

5. Bij de oproep wordt mededeling gedaan van de plaats van vergaderen, de agenda en worden de bijbehorende relevante stukken meegezonden.

6.

a. De vergaderingen van het College zijn openbaar, conform artikel 21, lid 3, van de Wet, tenzij het College besluit in beslotenheid te vergaderen. In ieder geval zal in beslotenheid worden vergaderd indien één of meer van de volgende onderwerpen aan de orde zijn:

– onderwerpen die de privacy van personen raken

– onderwerpen die bedrijfsgevoelige gegevens betreffen; aangelegenheden die als gevolg van de openbare behandeling personen en/ of instellingen onevenredig in hun belangen kunnen benadelen

– onderwerpen die nog niet voldoende zijn voorbereid ten behoeve van de openbare behandeling en interne aangelegenheden van het College als bedrijf en werkgever.

b. Vergaderingen worden als regel bijgewoond door de directeur en door hem (aangewezen) secretariaatsmedewerkers.

c. De voorzitter kan besluiten personen, niet zijnde leden of medewerkers van het secretariaat, uit te nodigen vergaderingen geheel of gedeeltelijk bij te wonen.

d. Personen, genoemd in lid 6, onder b en c, van dit artikel, zijn uitgesloten van stemming.

Artikel 11

1. Van het verhandelde in de vergadering wordt onder verantwoordelijkheid van de secretaris door het secretariaat een verslag gemaakt.

2. Het verslag wordt in de vergadering behandeld en, al dan niet gewijzigd, vastgesteld en vervolgens ondertekend door de voorzitter van de vergadering.

Artikel 12

Het College vergadert volgens een vastgesteld vergaderrooster. De voorzitter bepaalt afhankelijk van te agenderen onderwerpen en te nemen besluiten of een vergadering doorgang vindt.

Artikel 13

De voorzitter van het College leidt de vergaderingen.

Artikel 14

1. Besluiten worden genomen bij meerderheid der uitgebrachte stemmen. Een blanco stem telt mee bij het totaal der uitgebrachte stemmen.

2. Voor het nemen van rechtsgeldige besluiten dienen tenminste drie leden aanwezig te zijn.

3. Ieder der leden heeft één stem.

4. Een onderwerp dat ter behandeling op de agenda staat komt in stemming, indien de voorzitter zulks nodig oordeelt of één der aanwezige leden dit verzoekt. Over niet geagendeerde onderwerpen kan niet worden beslist, tenzij hiertoe in de vergadering met algemene stemmen van de aanwezige leden wordt besloten. Indien niet alle leden aanwezig zijn kan de voorzitter op grond van het belang van het onderwerp, besluiten de stemming aan te houden tot een volgende vergadering.

5. Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij één der aanwezige leden om een schriftelijke stemming vraagt. Ook over personen wordt mondeling gestemd, tenzij één der aanwezige leden om een schriftelijke stemming vraagt. Bij staken der stemmen beslist de voorzitter, zowel bij mondelinge als schriftelijke stemming. De voorzitter brengt als laatste zijn stem uit.

6. Ter beoordeling van de voorzitter kan in voorkomende gevallen bij handopsteking worden gestemd.

Artikel 15

1. In uitzonderlijke gevallen kunnen besluiten worden genomen door schriftelijke raadpleging van de leden van het College. De voorzitter bepaalt de termijn waarop de stemming wordt gesloten, doch deze termijn kan niet korter zijn dan een periode die tenminste vier werkdagen omvat, gerekend vanaf de dag na de dag van verzending van de stukken. Het voorstel is aangenomen, als de meerderheid der leden zich binnen de gestelde termijn voor het voorstel uitspreekt.

2. Indien tenminste één lid zich tegen het nemen van een besluit als bedoeld in het eerste lid verzet, dient dat lid daarvan kennis te geven binnen de gestelde termijn. Het voorstel zal alsdan in de eerstvolgende reguliere vergadering worden behandeld.

Artikel 16

In alle geschillen omtrent stemmingen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter van de vergadering.

Artikel 17

Ondertekening van besluiten geschiedt namens het College door de voorzitter en/of de secretaris/directeur. Het College kan hieraan beperkingen stellen.

Hoofdstuk VI

Liquidatiebegroting

Artikel 18

1. Het College kan, al dan niet na wijziging door het College, instemmen met een door de instelling ingediende liquidatiebegroting.

2. Over de instemming met deze liquidatiebegroting wordt het College voor zorgverzekeringen gehoord.

3. Het College verleent de directeur mandaat om in voorkomende gevallen een beslissing tot bevoorschotting te nemen, mits het bedrag van de bevoorschotting het in de liquidatiebegroting genoemde bedrag niet te boven gaat.

Hoofdstuk VII

Toelating en aanwijzing gemachtigde

Artikel 19

1. De voorzitter en de secretaris selecteren in eerste aanleg kandidaat- gemachtigden op geschiktheid voor het uitoefenen van de daartoe geëigende werkzaamheden.

2. Bij gebleken geschiktheid zal de kandidaat-gemachtigde worden ontvangen door het College.

3. Het College beslist na het horen van de kandidaat-gemachtigde of tot toelating tot de kring der gemachtigden wordt overgegaan.

4. Tenzij het College anders besluit wordt over de besluitvorming van de toelating tot de kring der gemachtigden als bedoeld in het derde lid van dit artikel in beslotenheid vergaderd.

5. Van het besluit, als bedoeld in het derde lid van dit artikel, wordt de kandidaat-gemachtigde op de hoogte gesteld.

6. De secretaris/directeur wijst per casus één of meer gemachtigden uit de kring der toegelaten gemachtigden aan, waarbij specifieke kennis en ervaring met betrekking tot het aan de orde zijnde onderwerp door hem worden afgewogen.

7. Op grond van de ingeschatte complexiteit, aard en omvang van de casus kan besloten worden dat aanwijzing van een gemachtigde niet noodzakelijk is. In dat geval wordt de voorbereiding van de besluitvorming door het College door een secretariaatsmedewerker ter hand genomen. Een besluit hieromtrent wordt genomen door de secretaris/directeur.

Hoofdstuk VIII

Horen inzake bezwaarschriftprocedure

Artikel 20

1. De voorzitter van het College, al dan niet bijgestaan door de secretaris, hoort belanghebbenden overeenkomstig de artikelen 7:2 tot en met 7: 9 van de Algemene wet bestuursrecht.

2. Het verslag van het horen en de op de zaak betrekking hebbende stukken worden aan het College en belanghebbenden gezonden.

3. Het College neemt op basis van het verslag en de op de zaak betrekking hebbende stukken een beslissing.

Hoofdstuk IX

Mandatering

Artikel 21

Het College stelt een mandaterings- en volmachtbesluit vast, waarin het in ieder geval aangeeft welke bevoegdheden namens het College door de directeur worden uitgeoefend. In het mandaterings- en volmachtbesluit kan het College tevens bepalen dat de directeur in de bij dit besluit aangegeven gevallen bevoegd is ondermandaat te verlenen. In geval van ontstentenis van de directeur voorziet de voorzitter van het College in (zijn) vervanging.

Hoofdstuk X

Klachtenregeling

Artikel 22

Het College sanering stelt een klachtenregeling vast, waarin het in ieder geval aangeeft de mogelijkheden zich te beklagen over optreden van het College sanering en op welke wijze een ingediende klacht wordt afgehandeld.

Hoofdstuk XI

Wijziging reglement

Artikel 23

1. Wijziging van dit reglement kan slechts geschieden bij instemming van de meerderheid van het vereiste aantal leden, zoals bepaald in artikel 14, eerste lid, van dit reglement.

2. De voorgestelde wijziging van dit reglement wordt volledig in de oproep tot de vergadering opgenomen.

3. Een wijziging als in het eerste lid van dit artikel bedoeld, behoeft de goedkeuring van de minister.

4. Een wijziging treedt in werking twee dagen na de datum van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

Hoofdstuk XII

Slotbepaling

Artikel 24

1. In alle gevallen waarin deze regels niet voorzien, en in alle geschillen over de uitleg van deze regels, beslist het College.

2. Deze regels treden in werking twee dagen na de datum van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel 25

Met de invoering van dit bestuursreglement komt te vervallen het bestuursreglement zoals laatstelijk gewijzigd op 27 maart 2002 en goedgekeurd op 10 juni 2002 en gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant 2002, 230.

Dit bestuursreglement is conform artikel 21, lid 1, van de Wet door het College vastgesteld in de vergadering van 1 maart 2006

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 25 april 2006 de regels goedgekeurd conform de artikelen 21, lid 4 en 32 lid 3, van de Wet.

Deze regeling zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant.

De voorzitterCollege sanering zorginstellingen, H.A. de Boer.

Naar boven