Wijziging pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP en wijziging Pensioenovereenkomst

15 april 2005

Nr. 2005-0000080663

DGMOS/AOS/APIZ

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

gelet op artikel 4, zesde lid, van de Wet privatisering ABP en artikel 2, derde lid, van de Wet Kaderregeling vut overheidspersoneel;

gezien het verzoek van de Stichting Pensioenfonds ABP van 1 april 2005, gedaan mede namens sociale partners in de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid, tot plaatsing in de Staatscourant;

Besluit:

tot wijziging van

- de pensioenaanspraken van overheidswerknemers, gewezen overheidswerknemers en hun nagelaten betrekkingen, alsmede hun daarmee samenhangende verplichtingen;

- de pensioenovereenkomst van 15 maart 1995.

Artikel I

Het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP wordt gewijzigd als volgt:

Pensioenpremie ouderdoms- en nabestaandenpensioen

Artikel 4.4

Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

4. De pensioenpremie bedraagt

a. voor de deelnemer, bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, onderdeel c, juncto artikel 2.4, vierde lid, onderdelen b, d en f de helft van de in het eerste lid bedoelde pensioenpremie, voor zover van toepassing vermenigvuldigd met de deeltijdfactor;

b. in afwijking van het bepaalde onder a, voor de deelnemer met recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d, dan wel een uitkering bij of krachtens het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel e, dan wel een bovenwettelijke uitkering, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel f drie achtste van de in het eerste lid bedoelde premie, voor zover van toepassing vermenigvuldigd met de deeltijdfactor;

c. in afwijking van het bepaalde onder a en b, voor de deelnemer met recht op suppletie, bedoeld in artikel 1.3, onder b de volledige premie bedoeld in het eerste lid, voor zover van toepassing vermenigvuldigd met de deeltijdfactor.

Pensioenpremie invaliditeitspensioen

Artikel 4.5

Een nieuw zevende lid wordt toegevoegd luidende:

7. De pensioenpremie voor een deelnemer met recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d, dan wel een bovenwettelijke uitkering, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel f bedraagt drie vierde van de in het eerste lid bedoelde pensioenpremie.

Premie Anw-compensatie

Artikel 4.6

Het vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

4. De premie bedraagt

a. voor de deelnemer bedoeld in artikel 2.4, eerste lid onderdeel c, juncto artikel 2.4, vierde lid, onderdelen b, d en f, de helft van de in het eerste lid bedoelde premie, voor zover van toepassing vermenigvuldigd met de deeltijdfactor;

b. in afwijking van het bepaalde onder a, voor de deelnemer met recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d, dan wel een uitkering bij of krachtens het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel e, dan wel een bovenwettelijke uitkering, bedoeld in artikel 1.3, f een achtste van de in het eerste lid bedoelde premie, voor zover van toepassing vermenigvuldigd met de deeltijdfactor;

c. in afwijking van het bepaalde onder a en b, voor de deelnemer met recht op suppletie, bedoeld in artikel 1.3, onder b de volledige premie bedoeld in het eerste lid, voor zover van toepassing vermenigvuldigd met de deeltijdfactor.

Werkloosheid

Artikel 5.4

Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

2. In afwijking van het eerste lid telt de tijd gedurende welke aan een deelnemer

a. een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d, dan wel een uitkering bij of krachtens het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel e, dan wel een bovenwettelijke uitkering, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel f is toegekend voor drie achtste mee;

b. een suppletie, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel b is toegekend volledig mee.

Vrijwillige deelneming, voorzetting, aanvullende voortzetting

Artikel 16.1

In het derde lid wordt in onderdeel b na ontvangt . vervangen door ;.

Een nieuw onderdeel c wordt toegevoegd luidende:

c. Onverminderd het bepaalde onder a en onder b kan de deelnemer met recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d, dan wel een uitkering bij of krachtens het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel e, dan wel een bovenwettelijke uitkering, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel f voor zolang hij zo'n uitkering ontvangt er voor kiezen de pensioengeldige tijd te laten meetellen voor 4/8.

Inwerkingtreding

Artikel 19.5

Het artikel wordt als volgt gewijzigd:

Dit reglement met bijlagen, inwerking getreden op 1 januari 1996, is gewijzigd met ingang van 1 april 2005.

Artikel II

De Pensioenovereenkomst van 15 maart, 1995, laatstelijk gewijzigd met ingang van 1 januari 2004, wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 3

Het derde lid en het achtste lid worden als volgt gewijzigd:

3. Geen verhaal vindt plaats inzake de pensioenpremie die is verschuldigd

a. tijdens het recht op suppletie over de inkomsten van de overheidswerknemer die genoten worden in verband met de dienstverhouding van waaruit het recht op suppletie is ontstaan;

b. tijdens het recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet dan wel tijdens het recht op een bovenwettelijke uitkering toegekend ter zake van werkloosheid ontstaan door ontslag uit een dienstverhouding bij een werkgever.

8. Van het verschuldigde premiedeel in verband met de toeslag ter compensatie van het Anw-hiaat, bedoeld in de artikelen 7.4a en 7.4b van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, verhaalt de overheidswerkgever 75 procent op het salaris van de bij hem in dienst zijnde werknemer, met dien verstande dat het bepaalde in het derde lid van overeenkomstige toepassing is.

Artikel III

De wijzigingen bedoeld in artikel I en II treden in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst en werken terug tot en met 1 april 2005.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze,
de directeur Arbeidszaken Openbare Sector,
C.J.A. Maas.

Naar boven