Aanwijzing rechtspersoon tussenproducten
Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam
7 november 2005
CIBG/Farmatec 2603858
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelezen het verzoek tot aanwijzing van Stichting Regionaal Opleidingencentrum
van Amsterdam van 28 april 2005, aan mij toegezonden door Stichting Sanquin
Bloedvoorziening op 6 juni 2005, ontvangen op 8 juni 2005;
Gelet op artikel 13, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wet inzake
bloedvoorziening;
Besluit:
Artikel 1
Als andere rechtspersoon als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef
en onder d, van de Wet inzake bloedvoorziening, waaraan tussenproducten mogen
worden afgeleverd, wordt aangewezen Stichting Regionaal Opleidingencentrum
van Amsterdam te Amsterdam.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Een belanghebbende kan tegen dit besluit bezwaar maken op grond van artikel
7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in
te dienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, directie
Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag.
De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken.
Deze termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het
besluit is gedagtekend.
Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het bestreden besluit, bijvoorbeeld door vermelding
van het
- zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie
van het besluit;
- de gronden van het bezwaar.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,J.F.
Hoogervorst.
Toelichting
Dit besluit strekt ter uitvoering van artikel 13, eerste lid, aanhef en
onder d, van de Wet inzake bloedvoorziening (Wibv). Ingevolge artikel 13,
eerste lid, Wibv is het verboden tussenproducten af te leveren aan anderen
dan:
a) de Bloedvoorzieningsorganisatie;
b) personen die in het bezit zijn van een vergunning als bedoeld in artikel
2, eerste lid, onder d, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening;
c) instellingen van wetenschappelijk onderzoek;
d) door de Minister aangewezen andere personen, rechtspersonen daaronder
begrepen.
Met artikel 13 Wibv wordt beoogd dat tussenproducten slechts daar kunnen
worden ingezet waar dat met het oog op een in geneeskundig opzicht doeltreffende
en doelmatige voorziening is vereist. Onder voorwaarden dient het echter mogelijk
te zijn dat naast ziekenhuizen ook aan anderen tussenproducten worden afgeleverd.
Naast de mogelijkheid tot aflevering van tussenproducten ten behoeve van de
productie van bloedproducten, kan aflevering ook strekken tot het gebruik
van tussenproducten voor andere doeleinden.
Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam te Amsterdam dient
ten behoeve van praktijklessen laboratoriumtechnieken gebruik te maken van
tussenproducten in de zin van de Wibv. Na beoordeling is komen vast te staan
dat de aflevering het belang van een doelmatige voorziening in de behoefte
aan bloedproducten niet schaadt. Met het oog hierop wordt Stichting Regionaal
Opleidingencentrum van Amsterdam aangewezen als andere rechtspersoon in de
zin van artikel 13, eerste lid, aanhef en onder d, Wibv.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J.F. Hoogervorst.