Ontheffing aan Stichting Apenheul voor categorie 1-materiaal

15 september 2005

Nr. 2461

Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelezen het verzoek van 19 augustus 2005 van Stichting Apenheul, Postbus 97, 300 AB te Apeldoorn (hierna: Stichting Apenheul);

Overwegende dat Stichting Apenheul de eigenaar of houder is van categorie 1-materiaal als bedoeld in artikel 4 van de Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (Pb EG L 273) (hierna: de verordening), dat als gevolg van verontreiniging met aarde en de staat van ontbinding waarin het materiaal zich bevindt niet kan worden verwerkt bij het verwerkingsbedrijf binnen wiens werkgebied dit materiaal zich bevindt;

Overwegende dat als gevolg van deze bijzondere omstandigheid en met het oog op de volks- en diergezondheid het wenselijk is terstond een voorziening te treffen;

Gelet op artikel 13, eerste lid, van de Destructiewet;

Gelet op artikel 20.5 van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

1. Aan Stichting Apenheul wordt ontheffing verleend van de verplichting, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Destructiewet, om categorie 1-materiaal aan te geven bij alsmede ter beschikking te houden van en af te staan aan de ondernemer binnen wiens werkgebied het materiaal zich bevindt.

2. De ontheffing heeft alleen betrekking op categorie 1-materiaal voorzover het betreft het kadaver van de op 14 augustus 2005 gestorven gorilla, die eigendom is van Stichting Apenheul.

Artikel 2

Het materiaal, bedoeld in artikel 1, wordt aangeboden aan een op grond van artikel 12, tweede lid, van de verordening erkende verbrandingsinstallatie voor categorie 1-materiaal.

Artikel 3

Vervoer van het materiaal, bedoeld in artikel 1, vindt plaats overeenkomstig artikel 7 in samenhang met bijlage II van de verordening en gaat vergezeld van een kopie van deze beschikking.

Artikel 4

Deze beschikking geldt onverminderd de overige voorschriften gesteld bij of krachtens de Destructiewet en de geldende Europese regelgeving, in het bijzonder de verordening.

Artikel 5

De Voedsel en Waren Autoriteit is belast met het toezicht op de voorwaarden die aan de toestemming worden gesteld.

Artikel 6

De ontheffing kan worden ingetrokken indien niet wordt voldaan aan het gestelde in artikel 2, 3 en 4.

Artikel 7

De ontheffing wordt verleend voor de duur van twee weken en treedt terstond in werking.

Op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht bestaat voor een belanghebbende de mogelijkheid tegen dit besluit een bezwaarschrift in te dienen. Dat bezwaarschrift dient binnen zes weken na de datum van deze beschikking te worden ingediend bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter attentie van de Dienst Regelingen, Afdeling Recht & Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK te Den Haag.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 15 september 2005.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,voor deze:
de directeur-generaal,
A.N. van der Zande.

Naar boven