Wijziging Besluit mandaten en volmachten College voor zorgverzekeringen
Het College voor zorgverzekeringen,
Gelet op Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en art. 6.4
van het Bestuursreglement College voor zorgverzekeringen,
Heeft in zijn vergadering van 8 september 2005 besloten:
Artikel I
Het Besluit mandaten en volmachten College voor zorgverzekeringen1 wordt als volgt gewijzigd.
Aan artikel 2, eerste lid, wordt een onderdeel u toegevoegd, dat als volgt
luidt:
u. het adviseren van de minister ten aanzien van aanvragen voor publiek
DBC-onderhoud in het kader van pakketbeheer, tenzij:
- het CVZ de minister adviseert dat de DBC betrekking heeft op een verstrekking
waarop ingevolge de Ziekenfondswet aanspraak bestaat, maar er redenen zijn
om inhoud en omvang van de aanspraak nader te regelen, dan wel voorwaarden
te stellen voor het tot gelding brengen van de aanspraak;
- de Algemeen directeur van mening is dat bestuurlijk relevante vraagstukken
een rol spelen bij het uitbrengen van een advies aan de minister of anderszins
van oordeel is dat een uitspraak van het College gewenst is.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
J.S.J. Hillen, voorzitter.
P.C. Hermans, algemeen directeur.
1 Zoals gewijzigd bij besluit van 10 maart 2005.
Toelichting
In dit besluit tot wijziging van het 'Besluit mandaten en volmachten College
voor zorgverzekeringen' is aan hoofdstuk 2, artikel 2, eerste lid, een onderdeel
toegevoegd over de advisering van de minister ten aanzien van aanvragen voor
publiek DBC-onderhoud.
Het CVZ vormt samen met het College tarieven gezondheidszorg/Zorgautoriteit
in oprichting (CTG/Zaio) het publiek onderhoud. Binnen het publieke onderhoud
van de DBC-systematiek heeft het CVZ de taak om de minister te adviseren over
DBC's in het kader van pakketbeheer.
Door deze wijziging van het 'Besluit mandaten en volmachten College voor
zorgverzekering' kan de Algemeen Directeur van het College voor zorgverzekeringen
de minister namens het College adviseren ten aanzien van aanvragen voor publiek
DBC-onderhoud in het kader van pakketbeheer, tenzij:
1. het CVZ de minister adviseert dat de DBC betrekking heeft op een verstrekking
waarop ingevolge de Ziekenfondswet aanspraak bestaat, maar er redenen zijn
om inhoud en omvang van de aanspraak nader te regelen, dan wel voorwaarden
te stellen voor het tot gelding brengen van de aanspraak of
2. de Algemeen directeur van mening is dat bestuurlijk relevante vraagstukken
een rol spelen bij het uitbrengen van een advies aan de minister of anderszins
van oordeel is dat een uitspraak van het College gewenst is.
J.S.J. Hillen, voorzitter.
P.C. Hermans, algemeen directeur.